De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 28 maart pagina 11

28 maart 1915 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

28 Maart '15. No. 1970 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Oorlogsprofijten Nadruk verboden De nood der thulsgeblevenen (Weltspiegel) II Helden- en haatliederen met slagroom mogen slechts 's avonds tusschen 9 en 11 uur voorgediend worden. U moet me niet kwalijk nemen, dat ik met/mijn kofh'etafel wat matig ben, maar wij Duitsche huis vrouwen moeten het thans zuinig aanleggen. Het nieuwe sluitingsuur: tot n uur den geheelen oorlogs toestand grondig af te handelen, is kortweg onmogelijk! DE SLIMMERT : Toe maar, het moet al een heel rare wind zijn, die MIJ geen winst toeblaast! IIIIIIMIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIllllllMllllltlHIIIIIIMIintllllltllllllllllllllltlllll IMlmlIMIIIMIIII Onze Puzzles Onze postzegel-puzzle heeft de lezers wél aan het werk gezet! De brieven en brief kaarten met antwoorden liggen bij bundeltjes op onze tafel en terwijl de eene volstaat met kort-af zijn oplossing te geven, leidt de ander zijn antwoord in met een min of meer uitvoe rige toelichting, indien hij deze er niet op laat volgen. Ons antwoord luidt. De knaap haalde voor den hem medege geven gulden aan het loket: 5 postzegels a 10 cent = 50 l 3 = 3 94 V»= 47 100 voor 100 cent. Uoede oplossingen ontvingen we tot nog toe van: C. J. A. Rupp te A., P. Mijnssen te A., D. v. d. Kaay te A., M. Koetsier te Z., J. H. Qarms Jr. te A., J. H. v. Heteren te A, H. H. te E., E. Elias te A., A. de Regt te A,. Groseille" te A., J. Spaan te W., A. C. v, Wely te A., P. v. d. Wallen te B., J. Zwart te K.. W. M. v. Rossem du Chattel te L., A. v. Buiten te 's H., A. v. Broekhuysen te 's H., Roelants te A., C. Wafelbakker te W., Nico J. Polak te R., F. Gips te d. H., H. de Vries te A., H. J. Kist te A., Auf der Heide te H., mevr. K. te A., J. Lam te W., W. H. Hudig te R., N. P. K. te H., J. G. Kramer te A., C. B. Perk te N., N. v. Vliet te B., R. J. Koning te H., J. M. Sterck Proot te H., E. P. Dirks te R., W. Hoekstra te W., J. Wagemakers te T., Vr te V., mevr. Bentinck te B. q. Z., J. R. Veendorp te A., mej. J. E. Sieveking te A., M. J. Hage te N., P. Veldhuijzen te A., A. Luteijn te A., H. Dijkstra te D., K. Hocke Hoogenboom te Z., J. L. Stroh te A, P. J. Clements te L., A. M. van Rijnberk te A., P. Kloot te d. H., J. Vigeveno te A., Aleida Ruyter te W., E. Ehevenbad te A., mevr. M. v. E. te L., Fr. Guètens te D., J. M. ten Holten te G., J. Bos te S., L. Hoekstra te A., A. J. Allan te W., mevr. W. H. te A., X. IJ. Z. te A., mevr. J. Westendorp te A., C. Borchers te A, W. jenezoh te R., C. van Herpen te D., M. van Leeuwen te R., G. W. Seidel te V., P. Varenkamp te 's Gr., G. van Rossum te R., H. L. Henstedt te S., J. v. Berkel te U., W. de Hoek Ostende te R. Bij loting is de prijs ten deel gevallen aan P. J. Clements te L, wien we een boek werk hebben gestuurd. De volgende week een nieuwe puzzle! Eenige inzenders hebben bezwaren geop perd tegen de oplossing van de bootenpuzzle, gepubliceerd in no. 6 van dezen jaargang. De moeielijkheid voor deze in zenders komt hier op neer: moet de juist-binnenkomende boot beschouwd wor den als een boot die ontmoet wordt door de uitvarende boot, ja dan neen ? Zoo ja, dan zijn zij het eens met het ge publiceerde antwoord, nl. 17 booten. Zoo neen, dan vinden ze natuurlijk slechts 15 booten. Wij zullen het bezwaar van deze inzenders eenigszins uitvoerig behandelen. Denk 2 booten A en B, naast elkaar stil liggende op den oceaan. Om 12 uur komen zij beide in beweging en vaart de eene naar het Oosten en de andere naar het Westen. Moeten deze booten beschouwd worden als booten die elkaar ontmoeten? Ongetwijfeld niet, want een ondeelbaar klein oogenblik vór 12 uur naderde de eene boot niet tot den anderen, omdat beide toen nog stil lagen. Nu echter het geval van den puzzle: Boot A voert om 12 uur uit Southamptqn, terwijl boot B. juist binnenkomt. Vergelijk wederom de situatie van de booten, een ondeelbaar oogenblik vór twaalven. Nu lag A stil, doch B naderde tot A. Ongetwijfeld moet dus nu het oogenblik van 12 uur wel beschouwd worden als een ontmoeting. De gedachtengang, die hierboven ge schetst is, nl. om in moeielijke gevallen van het heden tot een conclusie te komen, vergelijke men het heden met een ondeel baar oogenblik vroeger", is den wiskundigen welbekend als de fluxietheorie van Newton. Eenige andere geachte inzenders hebben het beschouwd alsof 12 uur bedoeld was als eigen-tijd respectievelijk te Southampton en te New-York. Dit nu is niet de bedoeling van den steller van den puzzle geweest. Ten eerste blijkt dit hieruit, dat .anders het verschil in geographische lengte bij de op gave vermeld zou geworden zijn. Ten tweede zou dan ook het rm/fr-verschil moeten gegeven zijn, omdat de lengte van den graad toeneemt naar den equator toe. Ge steld dat de booten met eenparige snelheid varen, dan nog zou, op die wijze opgevat, de puzzle aanleiding geven tot moeilijk heden, die zonder kennis van hoogere wis kunde (loxodroom!) niet te ondervangen zouden zijn De inzenders, die zelfs precies de tijden der opeenvolgende ontmoetingen hebben aangegeven, zullen nu, hoop ik, wel inzien dat dit niet juist kan zijn. A. B. Redacteur: Dr. A. G. OLLAND Predikheerenkerkhof l, Utrecht Alle berichten,deze rubriek betreffende.gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. EINDSPELSTUDIE No. 10 VAN H. RüBESAMEN (Deutsche Schachblaüer, 1913) ZWART bc de f g h WIT Wit: Ka8, pionnen b7, c6 en d5. Zwart: Kb6, Lh2, pion b2. Wit speelt en maakt remise. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 9 VAN L. B. SALKIND Wit: Ka7, Lb8, pionnen f4 en f5. Zwart: Kc8, pionnen a3, f6 en f7. 1. Ka7-a8, a3?a2, 2. Lb8 - a7, a2-alD en wit is pat. Speelt zwart 2 a2?alL dan volgt 3. La7?d4, LalXd4 pat, terwijl op 1.... Kd7 zou volgen: 2. La7, Kd6, 3. Ld4, Kd5, 4. Lf6:, Ke4, 5. Le5, Kf5:, 6. Kb7, f6:, 7. Lal remise. Goede oplossing ontvangen van J. S. te Zeist en P. Kloot te den Haag. WEDSTRIJD TE UTRECHT In dezen wedstrijd, Zaterdagavond 20 en Zondag 21 Maart gehouden, en waaraan 48 spelers deelnamen, trok de eerste groep van de hoofdklasse in het bizonder de aandacht. Hierin speelden mede Van Gelder, Marchand, Hoogeveen en Schelfhout, de drie eersten allen spelers, op wier ontluikend talent wij reeds meermalen de aandacht vestigden, terwijl de heer Schelfhout als vertegen woordiger eener iets oudere generatie kan beschouwd worden. De uitslag van dezen strijd viel niet mee. Te vaak werden een voudige dingen over het hoofd gezien, die het gehalte der gespeelde partijen zeer be nadeelden. Vooral van Gelder viel tegen; met 2 remises en n verliespunt bleef hij met Schelfhout, die een gelijk resultaat be haalde in de achterhoede. Schelfhout echter zou vermoedelijk beter resultaat verkregen hebben, ware hij niet door familieomstan digheden verhinderd geweest de tweede partij te spelen, die daardoor voor hem ver loren ging en had hij gelegenheid gehad zijn partij met Marchand uit te spelen, in welke partij hij met twee raadsheeren tegen toren en pion groote winstkansen had, doch welke door den scheidsrechter remise ver klaard werd. Ten slotte moesten Hoogeveen en Marchand, die elk 2 punten hadden om de beide prijzen loten. Het lot was billijk en gunde Marchand den eersten prijs, immers Hoogeveen had zijn eerste winstpunt slechts te danken aan het niet verschijnen van Schelfhout. We willen hopen, dat spoedig weer een gelegenheid openstaat, waarbij de opkomende jonge garde zich onderling kan meten. De oude garde schitterde ook nu weder door afwezigheid. Vreezen de heeren de ontmoeting met de jongeren? Of is de schaaklust onder hen aan het verdwijnen? We kunnen toch moeilijk aannemen, dat allen door bizondere omstandigheden verhinderd waren in het strijdperk te treden. Toch be hoeven o. i. onze oudere hoofdklasse-spelers nog niet onder te doen voor de jongeren. Men stelle echter dezen in de gelegenheid te toonen, wat zij tegen de erkend sterke spelers presteeren. Waarom volgt men in den Haag en Amsterdam niet het voorbeeld dat in Utrecht herhaaldelijk gegeven werd en arrangeert men niet matches tusschen de heeren Marchand en Speyer, Loman en Fontein, Te Kolstéen Hoogeveen enz.? De tijd kan toch niet meer ver af zijn of de Amsterdamsche en Haagsche kampioenen zullen in een schaakwedstrijd moeten toonen in welke verhouding hun speelkracht staat tot die der jongere generatie, die langza merhand een groot aantal talentvolle ver tegenwoordigers krijgt. Het viel ons op, dat in den wedstrijd te Utrecht bijna uitsluitend jonge spelers in de drie groepen der hoofd klasse meedongen. De winnaar van den eersten prijs in de derde groep der hoofd klasse de heer Ten Noever de Brauw, wiens spel wij eenigen tijd volgden, belooft een uitstekende aanwinst te worden voor de jonge garde. Zijn speeltrant heeft vele kwa liteiten, die de uitblinkende schaker moet bezitten. Ongetwijfeld zullen wij in de toe komst meer van hem hooren. We geven hieronder een der beste partijen uit de hoofdklasse: SPAANSCHE PARTIJ Wit Zwart Marchand Hoogeveen 1. e2?e4 e7-e5 2. Pgl-f3 Pb8-c6 3. Lfl-b5 a7?a6 4. Lb3-a4 d7?d6 5. La4Xc6 De beste zet is wel 5. d2?d4, ofschoon

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl