Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 Maart '15. No. 197C
stand der armen (wat gemaakt) en den
achtergrond. In de serie Pierrots, waarmee
zij eens begon, maar welken Pierrot zij noch
fijn genoeg zag, noch met genoeg tranen,
is de Maannacht, met den Pierrot Lunaire
(ja, maanziek is deze eeuwig-verliefde,
mane-bleek, en toch hartstochtelijk) het
gevoeligst en benadert iets van de wer
kelijkheid.
III
Natuurlijk is alles wat zij maakte nog
niet genoeg. Natuurlijk moet de kracht tot
gestalten te formeeren rijker worden; het
spel van den geest strakker en dieper.
Maar en daarom schreef ik over haar
soms lijkt het mij, dat zij deze noodzake
lijkheden kiemend in zich heeft.
PLASSCHAERT
* * *
Onze Schilders
IV
THÉRÈSE VAN DUYL?SCHWARTZE
't Was niemand minder dan Bonnat, die
Thérèse Schwartze (als jong meisje in Parijs
studeerend) bij 't zien van haar werk, toe
voegde : mals, mademoiselle, vous tes nee
peintre." Sedert zijn er jaren voorbij gegaan
en hoe Thérèse Schwartze, hoe mevrouw
van Duyl die uitspraak gehandhaafd heeft,
elk werk van haar hand, elke expositie
bewijst 't weer opnieuw: madame, vous
tes nee peintre." Altijd weer treft ons
de schilderszin, de schilderlust, die uit haar
werk tot je komt; met breeden veeg en
onuitbluschbaar lan borstelt ze haar por
tretten in elkaar, met een raakheid van typee
ring, smaakvolle houding en entourage, die
haar succes als portretschilderes ook bij 't
groote en. nobele publiek ten volle begrijpelijk
maken en zij als van zelf aangewezen was, om
onze hofschilderes" te worden.Voor H. M. de
Koningin moet 't toch wel een eigenaardige
gedachte zijn, dat dezelfde vrouw, die H. M.
o.a. als kind van een half jaar schilderde,
reeds meermalen Prinses Juliana portret
teerde en op het oogenblik met 't zelfde en
thousiasme een groot doek met 't Koninklijk
echtpaar en de Prinses in 17e eeuwsch
kostuum executeert. Vandaar waarschijnlijk
die bijzondere belangstelling van H. M. in
't werk en de persoon van mevrouw van
Duyl, 't geen zich kortelings nog uitte in
een langdurig en waardeerend bezoek op haar
atelier.
... Vous tes nee peintre." Werkelijk,
men is schilder geboren en wij zien ras
schilders voortkomen uit ouders, van welke
de vader een geheel andere roeping te ver
vullen had. Toch hebben zij, bij wie drang
en talent aanwezig zijn en uit een schilders
milieu voortkomen, veel voor. Zoo mevrouw
van Duyl, wier vader Johan G. Schwartze,
een in zijn tijd zeer gezien portretschilder
was en van wien werken bestaan, die ten volle
.op de waardeering van alle tijden aanspraak
mogen maken. Hoe eigen mevrouw Van
Duyl's werk geworden is, de herinnering
en 't voorbeeld van haar vader zullen haar
zeker en heel veel ten goede gekomen zijn.
En als iets liefs, doch dat is niet alleen bij
mevrouw Van Duyl 't geval, (Rembrandt,
Wisthler hebben dat geluk ook gekend)
ging met haar door 't leven: haar moeder
en van de portretten, hoe groot en goed
de reeks, die zij schiep, blijven mij die
van haar moeder gemaakt, wel 't meest
bij. 't Is of kunstenaars bij het schilderen
hunner moeders, mét de genegenheid tege
lijkertijd dank uitspreken voor 't verkregen
leven en 't leiden hunner eerste schreden.
... In 1886 exposeerde mevrouw Van Duyl
haar eerste pastei-portret, later door zoo
menig mooie pastel-teekening gevolgd. Ik
geloof, dat niemand vór haar, een dergelijk
schilderachtig gebruik gemaakt heeft van
dat materiaal ; soepel en malsch, vast en
direct op 't doel afgaande zet ze de teekening
in elkaar, daardoor 'n fraicheur behoudend,
die haar pastels tot iets ongemeens maken.
Nog moet ik gewagen van haar onder
werpen uit de Amsterdamsche weeshuizen,
(o.a. in Rijks en Stedelijk Museum), waarvan
ik 't alleen jammer vind, dat zij niet meer
tijd heeft kunnen vinden, om er meerdere van
te maken. Niet meer tijd heeft kunnen vin
den; 't geenwei bewijst hoe groot t aantal
portret-opdrachten zijn, want een harde werk
ster is zij altijd geweest en gebleven. Vroeg
tijdig bij de hand, gebruikt zij den dag voor
haar werk en vindt daarna gelegenheid in
huis en daarbuiten zich te interesseeren
voor de beste dingen van 't leven. Een ener
gieke, respect afdwingende kunstenares.
F. BOBELDIJK
*
*
Tentoonstelling Belgische Kunst
Kunstzalen J. H. W. KEVER
't Is Jammer, dat in de intieme gelegen
heid, die de zaaltjes in de Doelenstraat
bieden, de heer Kever ons geen werk kan
laten zien, dat een beter beeld geeft van
't geen de Belgen gelijktijdig met onze
groote Hagenaars maakten en nog op 't
oogenblik presteeren.
Waar Verstracte, Verwee,
ConstantinMeunier vertegenwoordigd zijn, hoe groot zou
't genot geweest zijn, tijdgenooten als Alfred
Stevers, de Braekeleer en Stobbaerts hier aan
te treffen.
Ook onder de hedendaagschen mist men
noode hen, die Belgisch kunnen hooger
houden.
Zeker, de twee schilderijtjes van Meunier
zijn niet 't werk van den eerste den beste
en vooral 't Breiend meisje" is gebouwd op
een wijze die den lateren, beeldhouwer doet
vermoeden, doch 't geeft hem niet ontplooid
in al zijn grootheid.
Ook Verwee, hoe knap en important
zijn Rustende koeien" moge zijn, kennen
wij beter uit 't Brusselsch museum.
FranzCourtens geeft in zijn Zonnigstraatje
in de Ardennen", 'n frisch en goed geschil
derd schilderij ; evenzeer is Charles Mertens
met yiaamsch binnenhuis" goed vertegen
woordigd, doch Verstraete, de man, die 't
schoone Vlaanderenland met zijn atelierwagen
doorkruiste, was menigmaal beter op dreef,
dan in zijn Schoone Decemberdag.',
Van de jongeren toont Victor Qilsoul
met Nettenboeten" zich 'n knap schilder;
't wit van de mutsen der Vissschersvrouwen
en vooral 't groen, waarover de netten
slierten, is zuiver gevoeld. Richard Baseleer
is in Op de Boven-Schelde" wel in, maar
niet uit de verf. 't Schilderij is suf gewerkt.
Bij alle doorschildering, hoe frisch blijft
zoo'n Verwee i (zie boven). Ook Alex
Marcette's Schelde" is doorwerkt en toch een
teer en krachtig schilderijtje gebleven.
George van Raemdonck kennen de lezers
als den knappen geestigen teekenaar van zoo
menig met zorg en liefde voor veelzeggende
accessoires uitgesproken teekening. Zijn die
teekeningen verwant aan 16e en 17e eeuwsche
prentkunst.zijrf schilderijen sluiten zich hierbij
niet aan en missen ten nenmale 't précieuse
daarvan. Valt in Tegen den avond", Kerkje"
en Zonnig huisje" veel te waardeeren, zijn
teekeningen zijn mij liever.
Wiethaze frappeerde mij 't meest in
Duiventil" en Stroobloemen" en ten slotte geeft
Schulman Gaspar in kleine schilderijtjes als
Fruitvrouw", Vrouw met Kind" en Sle
den" veel zin voor kleur en kleurige dingen.
F. BOBELDIJK
Orpheus in de Onderwereld
Wij hebben den heer Kinsbergen, den
directeur van het Theater Panopticum,
dankbaar te zijn voor zijn 'opvoering van
Offenbach's Orpheus". In het algemeen doet
de heer Kinsbergen zich kennen als een
ernstig en tevens kunstzinnig man, die zeker
lof en aanmoediging verdient. Hij is een
der weinige handelaars in vermaakskunst,
die eenig besef schijnt te hebben van de
verantwoordelijkheid tegenover kunst en
publiek, welke men aanvaardt op het oogen
blik waarop men den handel in publiek
vermaak als een beroep gaat uitoefenen.
Zoo heeft hij ons al een heelen tijd lang
een cabaret geschonken. Het in sommige
opzichten zoo superieure cabaret, dat onlangs
in dienst van het Steuncomitéder schilders
in het gebouw De Roos als een zeldzaam
en fraai sieraad van Amsterdam schitterde,
had stellig heel wat minder succes ge
had, als Kinsbergen niet gedurende eenige
maanden te voren in zijn Panopticum
dien prins der Hpllandsche cabaret-zangers,
Jean Louis Pisuisse, gelegenheid had ge
geven het cabaret in Nederland populair
te maken.
Thans is de heer Kinsbergen bezig een
poging te wagen ter herleving van de operette.
Het ligt in den loop der dingen, dat na elke
ellende de terugslag volgt. Zoo is het niet
aan te nemen, dat West-Europa nog veel
langer zal blijven zuchten onder het ver
foeilijke juk der moderne Duitsche operettes.
Is het noodig thans een analyse te geven
van de hatelijke leelijkheid dier walgelijke
producten? Is het zelfs mogelijk volledig de
barbaarsche ontaarding te doorzien van een
beschaving", die als vermaakskunst voor de
massa dergelijke wanstaltigheid duldt? Zoo
lang wij nog geen nieuwe, tijdeigene operette
kunst verkregen hebben, zijn wij wel genood
zaakt in het verleden te zoeken. Dus zien wij
in onze stad binnen een maand tijds twee maal
Offenbach op de planken gebracht. De eerste
poging, in het Rembrandttheater, scheen mij
geen groot succes. Hoewel niet zonder be
koring, bezat de muzikale lappendeken, die
?ormamint-Tabletten
in
vernietigen de bacteriën
mond en keel en beschermen
tegen
Besmetting.
iiiiiiiimniiiiiiiiii i minimi
een Duitsche Herr Doctor uit Offenbach's
operettes samenflikte, te weinig stijl om als
een ernstige bestrijding van het kwaad in
aanmerking te kunnen komen. Daarom spijt
het me zoo, dat in n en hetzelfde opzicht
de heer Kinsbergen evenzeer ongelukkig is
geweest. En daarom stel ik er prijs op hem
hier een weigemeenden raad te geven. Die
raad luidt: Geloof toch niet in de onfeil
baarheid der paradox: het publiek verlangt
vuiligheid. De directeur van het Panopticum
heeft aldus geredeneerd: In Saalbo;n heb
heb ik een artistieken regisseur; in Hortense
Valesco, het veelbelovende danseresje, heb
ik een juffrouw, die alleraardigste costuums
voor me ontwerpt; de heeren Emiel van
Bosch en Albert Klein hebben prachtige
stemmen: zij zullen in de partijen van
PlutoAristeus en Orpheus zeer voldoen; in Beppie
de Vries en mevr. Louise Diels bezit ik goede
vrouwenstemmen. Met m'n orkestje kan ik
doen wat ik wil. Ergo breng ik voor de
fijnproevers een gave operette-vertooning.
Maar ik moet niet vergeten, dat het groote
publiek grofheid wenscht. Daarom huur ik
een revue-schrijver, die me den tekst gauw
eventjes met revue-moppen doorspekt. En
ik engageer dien bruiloft-komiekeling
Louis Gontran voor Hans Styx, Prins
van Arcadië, en het zaakje is gezond.
De heer Kinsbergen heeft zich vergist.
Men moet den durf eener overtuiging volledig
aandurven. Men kan geen twee heeren dienen
te gelijker tijd. Het publiek, dat de gave
operette-opvoering waardeert, het publiek,
dat in bewondering komt voor den fraaien
zang, de waarlijk-artistieke costuums, de
goede regie en het dapper orkestje, lust den
heer Gontran niet en wat daarbij behoort.
En de menschen, die den heer Gontran en
wat daarbij behoort lusten, malen niet om
een goede operette, en verlangen bovendien
naar gepeperden kost. Zij eischen als eerste
voorwaarde de schunnige schuinheden, die
Rido hen gedresseerd heeft te eischen. En
die zijn in de revue Orpheus niet te vinden.
Dus raad ik den heer Kinsbergen aan':
Laat het grove publiek gerust naar Rido
gaan, bekommer u er niet om. Denk in het
vervolg uitsluitend aan de fijnproevers. Uw
Orpheus was thans reeds zógoed, dat zij
in de toekomst in grooten getale zullen
opkomen.
SIMON B. STOKVIS
*
Goed bewaakt
Oorspronkelijke teekening voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck
;' *C ;>^\
>&&£-/' :,il
De Dood tot den Nederlandschen soldaat: Man, geef mij mijn zeemijn weder.
Zoolang gij haar bewaakt, heb ik er niets aan!
IIIMIHIIIIllrlMIMIIIIIIIIIIMIIMIMtMIIIIIIIMIMItllMIMIIIIMIIMIIIIIllllllntMI
Liebknecht en Ledebour
Niet uit zijn daden wordt een volk gekend,
't Zijn daden van een enkling of een bent
Van enkle grooten die in hoog bewind
De levensdraden van een natie windt
Door 't web der volkeren dat de aarde omspant.
Noch is het oordeel billijk dat een land
Verdoemt om 't woord waarmee uit hoogen
itHiiiiHiitiiiMMitiiiiiitiiiiiiiMiiiiiiiiniiiiiMimiillMliiiiiMiiiiiiiiiiiinuHiMiiiiir
Der edelsten en besten: Bannerman,
Burns, Morley, George. De natie, n met hen,
Verloochende haar leiders van weleer.
Het boetekleed strekt ook een volk tot eer.
Zal zoo ook eens dat andre groote volk
Trede' uit het duister van den onweerswolk
Waarin het zelfverblindend zich verhult,
En, in het boetekleed, van bloed'ge schuld
stoel
Zoo'n machtige des volks het rechtsgevoel
Van andre volken in zijn teederst raakt.
Een volk wordt pas gekend door wat het
wraakt,
Door 't zelfbevrijdend vonnis dat het velt
Over zijn eigen heer, zijn eigen held
Die het eerzuchtig voerde tot de daad
Waarvan 't in beter uur, dat nooit te laat
Rijst uit de kim, in zelfverwijt zich keert.
Toen Britsch geweld de Boeren had verneerd,
Rees in het Britsche volk het sterk geluid
Van verontwaardiging de harten uit
Zich zuivren door het hartbevrijdend woord
Van schaamte en toorn om den Belgenmoord ?
Daar brak alree een enkle felle schicht
Van uit dien donderwolk: het kloek gericht
Van Liebknecht en zijn makker Ledebour
Over de machtigen aan 't hooge roer
Wier daden eens het volk verloochnen zal.
Is het de voorboo van den donderschal
Die in het donker Oosten breken gaat,
De onweersstemme van een volk dat laat
Het onrecht van zijn eigen afgoón vloekt,
Maar niet te laat, indien het boete zoekt ?
THOMAS DE RIIMER
IIIMIMIIIimMIIHMMIMIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIMMIIIIIIHIlll
minimin
FONGERS RIJWIELEN.
Wij hebben de eer te berichten, dat onze geïllustreerde
rijwielen-prijscourant der modellen 1915, is verschenen en
op aanvrage franco wordt toegezonden.
DE GRONINGER RIJWIELEBTFABRIEK A. POBTGERS.
Eigen filialen: Amsterdam, Nassaukade 500; Arnhem, Bakkerstraat 5; Den Haag,
Spui 45 en Reinkenstraat 121; Groningen, Heereweg 85; Leiden, Breestraat 86;
Middelburg, Lange Delft 19; Rotterdam, West-Nieuwland 16; Utrecht, Neude 12.
[, |S5 MODKLKA.MKRS.
Kennisgevingen voor
Verloving en Ondertrouw
InvitaUëo, Programma's
Dankbetuigingen, Menu's
Laxepapier en Corr. Kaarten
ArtUtiek Stempel
BOEI- U STEENDRUK^h.J
B. van Marxtgem
Sbifi«t 562. toet iinbtmt, ftinst
Directeuren: Q. PELT J. Jzn., H. F. MERTENS BI.
IV, TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK,
AMSTERDAM, ROKIN 122.
Importeurs TUI
Haringgraatstaal.
Brandvrij materiaal voor plafonds, vrijstaande wan
den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen,
Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon
huizen, Boerderijen, Stallen, ene.
Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor
den op aanvraag gratis toegezonden.
- ATTENTIE
Voor verjaardagen of bij andere
gelegenheden geen beter geschenk
denkbaar dan
geschilderde Portretten
in natuurgetrouwe Olieverfkleuren.
Peinture-Bogaerts.
Vraagt gratis Prijscourant met
honderden ongevraagdeGetuigschriften.
MT Geen Portretten mogen
behouden worden die niet'
volkomen bevredigen, zoowel
wat gelijkenis als artistieke
uitvoering betreft.
Kunstinrichtingen
BOXTKlv,
HOO@<?rARTi<?TiEKrl>
Geïllustreerde Handleiding ten gebruike van school en huis voor
het aanleeren der technieken van Kunst- en Spoelweven
op den handweefstoel,
door ELIS. M. ROGGE
en
LOUISE H. WILDT.
Prijs, gecart. f 1.90. Uitgave van TAK HOLKBMA & WAJUHTOORF, Anuterctaa