Historisch Archief 1877-1940
f
DE AMSTERDAMME-R, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
4 April '15. No. 1971
Niet alleen de staatsman, ook de mensch
Bismarck wordt door het Duitsche volk
vereerd. Hij had echt-Duitsche eigenschap
pen, die ook ee»niet-Duitscher beminnelijk
vindt: een week gemoed, een diepe liefde
voorde 'natuur; maar ook het niets-ontziende,
het harsene, den heerschersaard van den
Dullscher.
In zrjne briefwisseling n«t zijne verloofde
en zijn* vrouw Uöari^mjBnfdeH mensch Bis
marck ^geheel'? kennen."-W?| ^ulfen .daaraan
enkele trekken voor zi}n- beejp* onf teeflen.
Qevaar trekt bèta aito:en %irjüt hem op.
Een hevig nachtelijk onweer'noemt hij
berauschénd". Op een reis van Reinfeld, waar
zijne verloofde woonde, naar Kniephof, zijn
eigen bezitting, komt hij dooyeè;. stadje,
waar een hongeroproer was'
ik was er graag gebleven".
Zfln evenwicht., wojdt ..
. zoodra de dingen niet-BaaE-"i§ii- wensch
gaan; zijn helle tporn^||BflfertsBél<dpj'barsch
\ en zonder genade^Sjaat hij néei^wat zich
in zijh weg stetfi^d luidt zi]n''6Ürdeel
l over tegenstafldjeW.- ? ' ? ?
Lang;af,\s4chie;c maakt hem ongeduldig.
Wanneer?toen hij op Schönhausen woonde,
was-hMdökeraaf het ijs, in de. Ejljïejmaar
niet iW^wU gaan, schrijft hij: ars zf altijd
? zpo*y«cvelend treuzelt, zal-ik het commando
i OVJÖP haar wateren .neerleggen. Liever ga ik
: tévoet, dan dat. ik een lul paard berijd".
Zijne ongestadigheid doet hem^Hijd ver
langen naaf wat hij niét heeft". Zijne be
keering tot een godsdienstig mensch en zijn
huwelijk verzoenen hem met zijn lot; maar
geheel in harmonie zal hij eerst komen,
wanneer hij staatsman is geworden en zijne
heerscheisnelging volle bevrediging heeft
gevonden. Hoewel het ook dan bij
gelegen. heid niet ontbreekt aan de verzuchting, dat
hij toch het liefst weer aardappelen zou
gaan pooten in Pommeren!
Aan principes houdt men slechts vast,
zoolang ze niet op de proef zijn gesteld;
wanneer dat gebeurt, schopt men ze uit,
als eene boer zijne pantoffels, om sneller
weg te kunnen loopen": uit zulke woorden
klinkt reeds de souvereine minachting van
den lateren staatsman voor politieke en
economische theorieën.
De stelregels, waaraan hij wél gelooft,
zijn van dezen aard: halfheid heeft aan
geen enkele zaak ooit voordeel gebracht";
vertrouw niemand zoolang hij niet zonne
klaar bewezen heeft, betrouwbaar te zijn";
als er gevochten moet .worden, zorg dan
dat gij den eersten klap geeft".
Dat is de metalen man, de onwrikbare;
in het openbaar leven draagt hij een wapen
rusting van staal; maar achter zijn kuras
schuilt een week gemoed. In de gezelligheid
van den huiselijken kring, in. den omgang
met de oude getrouwen zijher familie, in de
eenzaamheid der natuur kan hij teeder, ge
moedelijk, vriendelijk, tot schreiens toe be
wogen-zijn. In zijne brieven hoort men de
taal van een ontvankelijk, dankbaar gemoed,
van een mensch, die zijn geluk heeft ge
vonden bij vrouw en kinderen, van een
geloovige ziel, die Gods naam prijst en zich
veilig voelt in zijn hand.
Zijn huiselijk geluk heeft hij tot in lengte
van dagen behouden; ook zijn geloof, al
bleef hij geen getrouw kerkbezoeker; maar
hij las geregeld in den bijbel. In zijne brieven
aan zijne vrouw vindt men soms
mededeelingen daarover in het zonderlingste ver
band; hij besluit een verslag van een hof
bal aldus: ik dronk bij Zijne Majesteit veel
champagne frappe, reed naar huis, stak een
sigaar op, keek de krant in, las den 118den
Psalm en sliep zeer vast".
' Wanneer hij in Maart 1852 een duel heeft
met den Freiherr von Vincke een politiek
tegenstander, met wien hij op de tribune der
Kamer in een heftige woordenwisseling was
geraakt,-.die in persoonlijkheden ontaardde
en eindigde met een uitdaging houdt hij
den avond tevoren met twee vrienden een
bidstond. Ook werd er een hpfpredikant
bereid gevonden hem het Heilige
AvondIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII
ItlllllllMllltllllllllltllllllllllllllllU
Oorlogvoeren in Europa en in China
Geheel Europa is de laatste maanden in
rep en roer over de vernieling, in den oor
log aan kunstwerken toegebracht en over
de plundering van kasteelen. De vernietiging
van oude kerken, unieke overblijfselen van
oud-gothieke kunst, en, als ergste van alles,
de beschieting van de kathedraal van Reims,
hebben een storm van verontwaardiging
doen gaan door Europa en Amerika. ,
De beschuldiging der Duitschers, dat deie
kathedraal als observatiepoot werd gebruikt,
en dat er een batterij dichtbij was opgesteld,
schijnt absoluut onwaar te zijn.
Op dit machtige gothische kunstwerk is
geschoten uit vernielzucht, en om het Fran
sche volk tot in haar diepste ziel te treffen.
In de kathedraal van Reims werden eeuwen
geleden de Fransche koningen gekroond,
en de naam van Jeanne d'Arc, de heldin,
die daarin eens een koning deed kronen, is
aan die kathedraal verbonden. Door die
kathedraal te treffen troffen de Duitschess
Frankrijk in hare heilige tradities, in de
glorie van haar geschiedenis.
Een storm van verontwaardiging is toen
in de geheele wereld opgegaan, niet alleen
in Europa, maar ook in Amerika en Austra
lië. Dezelfde verontwaardiging brak los toen
in de pers verhalen verteld werden van de
plundering van kasteelen, waar kunstschat
ten geroofd zijn, opgeladen in wagens en
weggevoerd.
Die verontwaardiging is zeker edel en
gegrond, maar de Chineezen kunnen zich
afvragen, waarom Europa nooit veront
waardigd is geweest toen europeesche
troepen in China dezelfde wandaden hebben
begaan. Het is toch algemeen bekend dat,
het laatst in 1900, niet alleen duitsche, maar
ook fransche, engelsche en amerikaansche
troepen in China's hoofdstad Peking de
keizerlijke en prinselijke paleizen hebben
geplunderd, en de prachtigste kunstvoor
werpen hebben gestolen.
Ook om dierbare tradities van het chinee
sche volk hebben de europeesche legers zich
toen niet druk gemaakt. Zij zijn heilige tem
pels binnengedrongen en hebben daar huis
gehouden ais Vandalen.
De heiligste tempel van Peking is b.v. de
zoogenaamde Hemel-Tempel, met het
HemelAltaar, Th'ien Tan. Daar kwam, hél enkele
keerren in t jaar, de keizer offeren aan Shang
Ti, en dit was de plechtigste ceremonie die
ooit ia t geheele chineesche rijk plaats had.
Welnu, in dezen Hemel-Tempel hebben, in
1900, de Engelschen hun indische troepen
maal toe te dienen, .opdat hij in gewijden
staat voor het 'aangezicht zijns Heeren
mocht verschijnen, zoo hij kwam te vallen.
Desniettemin breekt de heiden in hem
los, zoodra hij zich tegenover zijn tegen
stander bevindt. Beide duellanten schoten
mis ; Bismarck althans, naar eigen getui
genis, niet opzettelijk: God vergeve mij
de zware zonde, dat ik Zijne genade niet
dadelijk erkende zoo schrijft hij aan
zijne schoonmoeder -r maar ik kan niet
loochenen, dat, toen ik door den kruitdamp
heen mijne tegenpartij rechtop zag blijven
staan, een gevoelvan wrevel mij beving;
ik vond het verdrietig, dat het duel tot het
lossen van n schot was beperkt en zou
gaarne nog eenlge kogels hebben gewisseld."
Inderdaad, déChristelijke liefde was bij
.Bismarck hoofdzakelijk voor huiselijk ge
bruik bestemd; een huisapotheek heeft
men smalend er van gezegd toegankelijk
voor vrouw en kinderen, bloedverwanten
en vrienden, benevens het oude, getrouwe
hulppersoneel. Een Christen-staatsman is hij
nooit geweest", al" begon hij zijn politieke
loopbaan met de belijdenis van de leer van
den Christelijken staat; wie zal hem durven
verwijten, dat hij' de beginselen der Chris
telijke moraal niét in zijn staatkunde toe
paste l Maar de Christelijke liefde begeeft
hem reeds bij de beoordeeling van zijne
politieke tegenstanders en vooral bij het
schatten van hunne beweegredenen. De
keerzijde van, zqee gemoedelijkheid in den
familiekring is de felle, grimmige haat, dien
hij tegen zijne vijanden in het openbaar
leven koestert, en de wraakzucht, waarmede
hij hen vervolgt en door het slijk sleurt.
Ook daarin uit zich de geweldige hartstocht,
die in dezen mensch woedde en waardoor
alleen hij groote dingen heeft kunnen tot
stand brengen.
Zijne grootsche schepping is het Duitsche
Rijk, Pruisen's hegemonie over de Duitsche
landen. Om die tot stand te kunnen bren
gen, te onderhouden en te bevestigen, heeft
hij zijn wonderbaarlijk groote gaven als
diplomaat in dienst van den Koning van
Pruisen gesteld.
De binnenlandsche staatkunde was hem
steeds ondergeschikt aan de buitenlandsche.
De politieke ideeën, die hij aan het begin
van zijn loopbaan meebracht, hadden niets
oorspronkelijks; hij deelde ze met honderden
zijner standgenooten. Origineel is alleen zijne
persoonlijkheid, en daarom de wijze, waarop
'hij voor zijne meeningen vecht. Origineel is
zijne souvereine minachting voorden geest
van den tijd", voor humanitaire overwegin
gen, voor alle luchtkasteelen der theorie:
hij, de aartsconservatief, voerde het algemeen
kiesrecht in, toen hij daar profijt van ver
wachtte ; hij is vrijhandelaar geweest en
protectionist, naarmate het in zijne kraam paste.
Origineel is ook de brutale openhartigheid,
waarmede deze belijder van de leer van
den Christelijken staat het egoisme als drijf
veer van de handelingen van den staat ver
dedigt. Zijn eigen bezit is ook het volmaakte
wapentuig, dat hij in den parlementairen
strije hanteert: de vlijmende ironie, het felle
sarcasme, de bloedige hoon, de grimmige
woede waarmede hij de volle kracht zijner
slagen laat neerkomen.
Een Pruisisch jonker maar een
prachtexemplaar van de soort. Hem kwam het toe
de eer van zijn stand te verdedigen. Toen
hij in een debat (in April 1851) een hevigen
aanval op het jonkerdom moest afweren,
besloot hij zijne rede aldus:
Whigs en Tories waren ook benamingen,
die oorspronkelijk in minachtenden zin
werden gebruikt. Weest er zeker van, Mijne
Heeren, dat wij van onzen kant den naam
Jonker ook nog tot eer en aanzien zullen
brengen." Een trptsch woord maar hij voor
zich heeft het niet ten schande gemaakt.
In de leiding der buitenlandsche Staat
kunde het meest misschien in de periode
tusschen 1864 en 1870 - heeft hij de volle
maat van zijn genie gegeven. De diplomatie
heeft hij nooit behoeven te leeren, zoomin
gelegerd, die den heiligen grond met hun
afval en uitwerpselen ontreinden, en de lucht
werd er verpest door het verbranden van
ziek vee. Ieder kunst-gevoelige, die oog
heeft voor kunstwerken, staat in bewonde
ring als hij dezen Hemel-Tempel ziet, die
een der grootste bouw-wonderen van de
geheele wereld is, maar niemand in Europa
heeft zich er iets van aangetrokken, toen
hij door de Engelschen als kazerne voor hun
indische troepen gebruikt is.
Toen, in 1860, Engeland met China in
oorlog was, en de Engelsche troepen naar
Peking oprukten, werd door den engelschen
generaal Lord lgin het zomerverblijf van
den Chineezen keizer, het zg. Yuan Ming
Yuen", een paleis vol van de kostbaarste
kunstschatten, opzettelijk gebombardeerd en
in de asch gelegd.
Toen is echter noch in Europa noch in
Amerika ook maar een enkele courant daar
tegen opgekomen. Er is toen in 1860, en
ook later, en in 1900 op een ontzettende
manier door de europeesche troepen in China
geroofd, en vernield, maar geen kreet van
protest en verontwaardiging is toen in
Europa en Amerika opgegaan.
Als men boeken leest over de gebeurte
nissen van 1900 in Peking, zooals b.v. Pierre
Loti's Derniers Jours de Pékin" of Putnam
Wheale's Indiscreet Letters from Pekin",
dan krijgt men pas een flauw idee, hoe
daar door de europeesche troepen is huis
gehouden, en hoe geen enkel heiligdom,
geen enkele traditie daarbij is ontzien.
Zooals ik vroeger al eens schreef,
kunststukken uit de keizerlijke paleizen in Peking,
indertijd daar op de brutaalste wijze ge
stolen, zijn verspreid in alle particuliere
verzamelingen en ook rijks-musea van
Europa en Amerika. Ieder verzamelaar,
ieder museum stelt er een bizondere eer
zelfs in, stukken te bezitten, uit keizerlijke
paleizen afkomstig, en toch is verreweg 't
overgroote meerendeel daarvan bij de plun
dering te Peking in 1900 gestolen.
Toen ik in Juni 1.1. te Potsdam was, hoorde
ik daar van eene menigte astronomische
instrumenten, die indertijd te Peking op de
wallen van het keizerlijke paleis stonden,
en die, in 1900, door de duitsche troepen
gestolen zijn en toen naar Berlijn gezonden.
Deze astronomische instrumenten behoor
den sinds eeuwen aan het keizerlijkchineesche
observatorium. Nu staan ze, gestolen, te
Potsdam, maar niemand in Europa zal zich
hier druk over maken.
In Februari 1914 is Ie 's Gravenhage eene
veiling gehouden van chineesche voorwer
pen, in het bezit van een gewezen tolk bij
Wederom uit voorraad leverbaar
de verschillende typen
A D LE R- A ntomobf elen.
Prima materialen.zuivere af werking en zeer
nauwkeurig monteeren maakt de
Adlerauto tot een der meest gewilde merken.
GiRACtE NEFKENS,
Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd.
iiiiiiiiiiiiiiiimiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii umin lilliiiiiiltiinii
als een visch het zwemmen. Hij had
menschenkennis en geschiktheid met menschen
om te gaan; hij liet zich nooit verbluffen
en hield het hoofd koel, wanneer de nood
zakelijkheid eener gewichtige beslissing op
hem aandrong; van nature geneigd om
achter schoonklinkende beweegredenen de
drijfveer van het eigenbelang te zoeken,
liet hij zich ook in de wereld van zaken,
die het wezen der internationale politiek
uitmaakt, geen knollen voor citroenen
verkoopen.
Welk een intellectueel genot was hem het
schaakspel der diplomatie: de omzichtige
opening van het spel, het tastend verkennen
van de strijdwijze van den tegenstander, het
vorschend bespieden van zijne kracht en zijne
zwakheid, het verholen leggen van de hin
derlaag, het triomfantelijk ontmaskeren van
eigen stelling bij de zekerheid van de over
winning! Hoe trilde het in hem van gebrei
delde kracht bij het lijdelijk afwachten, het
behoedzaam voorbereiden, het loerend beslui
pen van het gunstige oogenblik; hoe juichte
het in hem van gevierde weelde bij het stout
moedig bevechten, het vastberaden doorzet
ten, het jubelend binnenhalen van de
heetgewenschte victorie!
Indien Bismarck 1914 had kunnen beleven
hoe zou hij zich hebben verheugd over de
geweldige militaire kracht van het Duitsche
Rijk, over de eensgezindheid, waarmede het
volk ten strijde trok onder de leuze, die hij
eenmaal aangaf: Wir Deutsche fürchten
Gott, aber sonst nichts in der Welt!"
Maar eveneens hoe zou hij zich hebben
geërgerd, dat vór dien oorlog Duitschland's
diplomatie den roep van voortreffelijkheid,
dien hij voor haar had verworven, ten
eenenmale verspeeld had j
31 Maart 1915. G. W. KERNKAMP
Fourie's laatste brieven
^l_ 'K Commandant J. Fourie t
Door bijzondere omstandigheden heeft de
Amsterdammer de gelegenheid, van den brief
welke Jopie kort voor zijne terechtstelling,
het nederlandsche gezantschap te Peking,
en in den catalogus van die voorwerpen,
uitgegeven door de firma Kleijkamp, die
de veiling hield, las ik o. a. het volgende:
De herkomst van de fijne weefsels en
teekeningen No. l tot 35, waarvan enkele
van het zegel van wijlen de Keizerin-Weduwe
Tse Hsi zijn voorzien, laat geen twijfel
over, terwijl de prachtige waaier No. 193
met het Keizerlijk embleem van Phaenix
en Draak gedecoreerd, door meer dan een
tijdgenoot van den heer van Duysberg vór
den Bokseropstand in liet zoogenaamde
Winterpaleis zal zijn bewonderd, waar zij
achter den kclzerlijken troon was opgesteld.
Ook de groote bronzen offerpot No. 43
stamt uit de keizerlijke verzamelingen. Het
is een stuk zooals er waarschijnlijk geen
tweede bestaat, monumentaal van vorm,
groot van lijn en uit een zeer bizonder
brons metaal gegoten."
Iedereen begrijpt hieruit, dat die voor
werpen alzoo uit het keizerlijk paleis ge
stolen moeten zijn, maar iedereen vindt
dat heel gewoon.
De bezitter dezer voorwerpen was te
Peking toen de Bokseropstand uitbrak en
de Legatiegebouwen door de Boksers werden
belegerd. Daarna kwamen, zooals men weet,
de verbonden europeesche troepen naar
Peking oprukken, en trokken Peking binnen,
dat aan plundering werd overgeleverd. Bij
die gelegenheid werd ook de z.g. Verboden
Stad, waar de keizer woonde, met de keizer
lijke paleizen, vol kunstschatten, geplunderd,
die door soldaten voor een prikje werden
verkocht. Het is duidelijk, dat ook de voor
werpen, in bovenstaanden catalogus zoo
mooi opgehemeld, van die plundering af
komstig waren.
Ik vind het noodig, al deze dingen nog
eens in herinnering te brengen, nu men in
Europa en Amerika zoo verontwaardigd is
over het vernielen en rooven van kunst
schatten door de Duitschers. De Engelschen
en Franschen en Amerikanen hebben in
China te zamen met de Duitschers, in 1901
precies hetzelfde gedaan, en toen is er geen
stem tegen opgegaan.
Men zou alzoo tot de zonderlinge moraal
komen: vernielen en plunderen van kunst
werken is niet veroorloofd in een oorlog
van europeanen onderling, maar is wél ver
oorloofd in een oorlog van europeanen tegen
aziatische volken.
In alle groote hoofdsteden van Europa en
Amerika worden sinds jaren in 't openbaar,
ook wel op openbare veilingen, chineesche
kunstwerken aangeprezen, met de uitdruk
kelijke aanbeveling er openlijk bij:
afkomin den tronk te Pretoria heeft geschreven,
hier de origineele reproductie te geven. De
brief heeft allen, die van den inhoud kennis
namen, diep geroerd. Hoeveel te meer doet
hij dit, nu wij hem zóals hij is neerge
schreven, voor ons zien!
Behoeven we nog te herinneren aan het
droevig lot, dat Fourie heeft getroffen, aan
de heldhaftige wijze, waarop hij den dood
is tegemoet getreden ? Beschuldigd van hoog
verraad omdat hij zich met de wapens in
de hand tegen de troepen der
Zuid-Afrikaansche regeering had verzet, toen besloten
was om den strijd aan te binden tegen
Duitsch Zuid-West-Afrika, werd commandant
Fourie Jopie Fourie, gelijk hij algemeen
werd geheeten in hechtenis genomen. De
krijgsraad te Pretoria sprak na kort beraad
het doodvonnis over hem uit, de
ZuidAfrikaansche regeering berustte daarin.
op Zondag 19 December heeft de executie
plaats gehad en met heldenmoed is Fourie
den dood ingegaan.
Den nacht voorafgaande aan zijn executie
bracht hij in de plaatselijke gevangenis
van Pretoria door in gezelschap van ds.
Neethling. Schrijvende, biddtnd en pratend
wachtte hij op het uur, waarop zijn executie
zon geschieden en toen het oogenblik was
gekomen, heeft hij als een held, diep over
tuigd dat het goed recht aan zijn zijde was,
zijn lot ondergaan.
Onder de brieven, die hij schreef in zijne
laatste uren was er een gericht aan zijn
vrienden. Dezen vindt men hier, zooals wij
zeiden, getrouwelijk in facsimile weergegeven.
Hoe dit ons mogelijk is gemaakt, mogen we
niet mededeelen, daar de wijze, waarop het
schrijven aan de vrienden van Fourie is over
gebracht, nog steeds geheim wordt gehouden
en zelfs op dit oogenblik in Zuid-Afrika zelf
nog naar het stuk wordt gezocht!
We voegen hier tevens bij den anderen,
tot dusverre ten onzent onbekenden brief
*ïO
& i£tsf-l**M
*
j-d( <ii r {,--^-i,A *'~I-I1 ti
.
&* \+-* f~>^t L t*~& .? i^*^t-^^./" t^9
&t^+
*«. . r't. -?"?-?- i- ? <"~ t '-'.<-?; ?-?*.,."*:*
stig van de buit uit de keizerlijke paleizen
in Peking. Officieele museums, met bekende
geleerden aan 't hoofd, hebben zich niet
geschaamd die te koopen.
Li Hung Chang was een van de groote
chineesche mannen, wien de plundering van
China's kunst pijnlijk aan 't hart ging. Hij
had de invasie der Engelschen en Franschen
in 1860 bijgewoond, die het zomerpaleis
in Yuan Ming Yuan plunderden en ver
brandden. Hij was in Peking toen het paleis
Hie Yuan van de Keizerin-Weduwe werd
verbrand, en ook toen een gedeelte van de
kostbare bibliotheek in de Verboden Stad
verbrand werd. Toen de bibliotheek van
Leuven verbrand was, ging een siddering
van verontwaardiging door heel de wereld.
Maar nooit heeft de wereld geprotesteerd
tegen de verbranding van Chineesche boe
kerijen. De beroemde Lien Hua Yuan in
Pao Ting Foe, vol kunstschatten, is bij die
gelegenheid k geplunderd en verbrand,
en geen steen is op den anderen gelaten.
De prachtige Witte Pagoda op de Weste
lijke Heuvels buiten Peking werd door dyna
miet vernield, enz. enz.
Dit alles heeft Li Hung Chang moeten
aanzien. Hij was het, die Pierre Loti er op
wees, dat de gchéle verboden stad, waar in
1900 geplunderd werd, n groot kunstwerk
was, en als 't ware n museum. Als bar
baren hebben de zoogenaamde, beschaafde
troepen der christelijke naties daar huisge
houden zonder dat in Europa en Amerika
hierover kreten van verontwaardiging opgin
gen. Het moet daarom voor Chineezen
eenigszins onbegrijpelijk zijn, dat nu over de
barbaarsche vernieling en plundering in dezen
europeeschen oorlog zulk een hartstochtelijk
protest opgaat. Zij zijn oorlogvoeren van
europeesche naties en volstrekt niet al
leen van duitsche, ook van engelsche,
fransche, amerikaansche en russische troe
pen niet anders gewoon. De
HemelTempel en de Verboden Stad te Peking
waren het Chineesche volk niet minder
heilig en hadden voor China zelfs een nog
grooter religieuze traditie dan de kathedraal
van Reims voor Frankrijk.
Het is misschien niet algemeen bekend
dat in 1908 op de Vredesconferentie (hoe
diep ironisch klinkt dit woord thans!) in
den Haag, de Chineesche gedelegeerde,
kolonel Tinge, eene resolutie voorstelde,
waarin hij stelde dat, als een essentieele
voorwaarde tot de Vredesbeweging, China
zou worden uitgesloten van de categorie
van naties die men het recht had te
plunderen, wat de overige wereld betiofl
Deze resolutie is toen met uitbundig gelach
door Europa ontvangen. Immers, bijna ieder
land, vertegenwoordigd op die
Vredesconferentie, was toen juist bezig, zoogenaamde
wetenschappelijke missies naar China te
zenden met officieele of half-officieele carte
blanche" om in t binnenland, waar weinig
controle was, oude kunstwerken te plunderen.
Alle Europeesche musea en verzamelaars
hebben ten opzichte van China steeds gehad
wat Fred. Mc. Cormick in zijn van edele
verontwaardiging trillende serie artikelen in
de North China Daily News" zoo treffend
noemt the cult of loot1'. Hij zegt hier
omtrent terecht: De houding van verzame
laars, wetenschappelijke menschen en zelfs
instellingen inbegrepen, ten opzichte van
China, kan 't best worden vervat in de
woorden: Wat 'n fijne, oude beschaving,
kom, laten we daar eens heengaan en iemand
bestelen", of wel: Wat 'n interessant land,
laten we daar eens iets gaan plunderen1'.
En 't is alweer een Chinees geweest
in Europa zullen ze weer zeggen: wat 'n
rare Chinees! die, in 1904, in de South
China Morning Post' (van 22 November)
een chineesche oproep tot de beschaafde
wereld heeft gericht, om... al de gestolen
historische kunstmonumenten, die hij in
europeesche musea heeft gezien, weer terug
te brengen naar de plaatsen in de verschil
lende werelddeelen, vanwaar ze door de
europeesche beschaving zijn weggegaald!
Hij was vooral verontwaardigd over het
ontheiligen van mausolea en catacomben.
Deze rare chinees", Tse Tsan Tai, schreef
in dezen oproep o. a.:
Ofschoon sommige volken dood" zijn,
toch behoorden de graven en lijken van
deze volken gerespecteerd te worden en
beschermd tegen de ontheiliging van
enthoesiaste geleerden en archeologen. Het is een
schande, deze oude graven te openen en hun
inhoud te verspreiden over verschillende
musea van Europa.
Hij hoopt in zijn ooroep dat die daden
van vandalisme" spoedig zullen eindigen,
en vestigt aan 't slot de aandacht op de vele
heilige kunstschatten, die China ontstolen zijn.
En zóstaat dan thans het Chineesche
volk den oorlog in Europa, de verwoesting
van Leuven en Dinant, de beschieting van
de kathedraal van Reims, enz. aan te zien
als volstrekt niets Dizonders, maar als de
gewone wijze van christelijk, beschaafd
Europeesch oorlogvoeren; die het van alle
thans oorlogende mogendheden, geen enkele
uitgezonderd, altijd zoo in China gewoon
is geweest
H. BORBL