Historisch Archief 1877-1940
1.1 April '15. No. 1972
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Toekomstmuziek van de nieuwe Oempah-Kapel in Nederland Nadruk verboden
De slinger-oorlog (Life)
Een Amerikaansche voorstelling van den opmarsch der Duitschers.
Nachtmerrie van een Duitscher (Simplicissimus)
Man, wat heb je vannacht toch gesteund!
Och kind, ik heb gedroomd, dat ze niet alleen
broodmaar ook bierkaarten gingen uitgeven.
Veiligheidsmaatregel (Puck)
Prof. Sl--sw-k
Baron Vr-d-nb-rch
TÈTERETÈTÈTÈE DEUTSCHLAND BER ALLES"
Prof. V-lck-n-'T K-ps
Ingaande met April is te den Haag het weekblad de Toekomst
verschenen, welks redacteuren zich geroepen verklaren, ii
Nederland sympathieën voor Duitschland aan te wakkeren.
Rip van Winkle (Puck)
Onze Puzzles
Wegens den nog voortdurenden stroom
van antwoorden op onze jongste puzzle,
hebben we het bericht betreffende de op
lossing alsmede de opgave van hen, die
een juist antwoord hebben ingezonden, een
week moeten uitstellen.
De Nobelprijs voor den vrede, in eeuwslaap
wachtende op beter tijden.
Hoe de narwal zich er tegen beschermde, door een paar kruisers in
den grond geboord te worden.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUnilMlllllinilllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIHtllMIIIIIIIIIUIMMIIIIIIIItlllllllllUltlllMllllllllllll
Intusschen, de feitelijke gegevens voor een
zedelijk oordeel ontbreken ons voor dezen
strijd, zoodat meer nog dan anders bij de
vorming onzer meening het staatkundig
belang van Nederland zich mag doen gel
den. Bij de saamvatting zijner
gronddenkbeelden geeft de heer y. H., die onze af
wachtende houding billijkt, aan, waarom
hij op de verzwakking van Duitschland
hoopt. Een weinig praktisch resultaat, daar
het geen enkel richtsnoer geeft voor heden
en toekomst aan de Nederlandsche
buitenlandsche politiek.
M. i. brengt Nederlands staatkundig be
lang in geen geval mee, de reeds vrij sterke
antipathie hier te lande tegen Duitschland
nog meer aan te wakkeren. Een aankwe
ken zoo mogelijk van een meer vriend
schappelijke gezindheid ware alleszins
gewenscht. Want hoe deze worsteling ook
moge eindigen, zeer waarschijnlijk zal
Duitschland nog voor langen tijd men
denke aan de stilstaande bevolking van
Frankrijk onze machtigste buurman
blijven.
Voldoende is gebleken, wat de bescher
ming van Engeland en Frankrijk voor België
heeft beteekend. Zelfs al werd Duitschland
verslagen, het leed in België geleden kan
niet worden ongedaan gemaakt. Wie be
hoedt ons voor een dergelijk lot, als Duitsch
land onze vijand wordt ? En wat zou zelfs
de Engelsche bescherming onzer koloniën
baten, als de onaf hankelijkheid van het Rijk
is vernietigd of ernstig bedreigd ?
Het hemd is nader dan de rok. En bij de
keuze f het Rijk in Europa aan Duitschland
of onze koloniën aan Engeland op te offeren,
zullen velen over Nederland's staatkundig
belang anders denken dan de heer v. H.
U, zeer geachte Redactie, dankend voor
de plaatsruimte,
Met de meeste hoogachting,
Milicien Mr. A. SPANJER
in garnizoen te Deventer
* *
Geachte Redactie,
Veroorloof mij, dat ik eenige bedenkingen
opper tegen een artikel in uw geëerd blad
van 14 Maart j.l. onder den titel Nederland's
Staatkundig belang", geteekend door v. H.
Ik kan mij nml. niet vereenigen met de
consequenties, welke volgens den schrijver
van het artikel moeten volgen uit de rede
neering.
Nederland's Staatkundig belang
Zeer geachte Redactie!
Naar aanleiding van het artikel van den
heer v. H. Nederland's staatkundig belang"
in uw weekblad van 14 Maart zag ik gaarne
het volgende door u opgenomen.
Bedoeld artikel begint met het afkeuren
van de oppervlakkigheid, waarmee velen
hun meening over den wereldstrijd vormen.
In dezen zal een iegelijk het wel met den
schrijver eens zijn.
De heer v. H. prijst daartegenover aan,
z'ch in zijn oordeel enkel door Nederlands
staatskundig belang te laten leiden. Als reden
voor dit uitschakelen van alle andere
dus ook zedelijke overwegingen, voert de
heer v. H. aan, dat de politiek van alle
staten door hun ligging, historie en macht
met onverbiddelijke noodwendigheid wordt
bepaald. Zonder twijfel oefenen deze om
standigheden sterken invloed. Maar onver
biddelijk dwingend zijn ze niet. Steeds was
de politiek uiting van willen en handelen
van verantwoordelijke staatslieden, die dik
wijls hunnerzijds op de door den heer v. H.
als dwingend beschouwde omstandigheden
krachtig hebben ingegrepen.
Waarom nu over hun doen en laten ons
zedelijk oordeel het zwijgen op te leggen?
Verwart de heer v. H. hier niet het causale
en het normatieve?
Al is de invloed van de publieke opinie
vaak overschat, men valle niet in het andere
uiterste van onderschatting. Dat bv. de
Engelsche regeering het tegenover de
ZuidAfrikaansche republieken begane onrecht
door vrijgevige politiek althans gedeeltelijk
trachtte te herstellen, is zeer zeker ook te
danken aan het feit, dat Albion nog niet
ganschelijk perfide is. Gaat een machtige
publieke opinie in Duitschland de handel
wijze tegenover België als onrecht gevoelen,
zoo is hiervan voor het Belgische volk veel
goeds te hopen. Dringt de Vredesidee door,
zoo kan dit in de toekomst wellicht uit
stekende resultaten opleveren. Etc. etc.
Laat mij eerst eens nagaan hoe econo
misch Nederland geïnteresseerd is bij een
bloeiend Duitschland en hoe het er in Ne
derland uit zou zien zonder koloniën. Is
het dan te veel gezegd dat Holland, Amster
dam en Rotterdam in 't bijzonder, van
Duitschland's bloei bestaan, en dat ook onze
provinciën hare grootsten afzet in Duitschland
hebben?
Dus zonder onze koloniën zijn onze be
langen toch wel op Duitsche zijde, daar onze
handel en landbouw weinig last ondervinden
van het Duitsche protectionisme.
Hoe staat het met onze koloniën?
Hieromtrent lees ik in bovengenoemd
artikel, dat de overmacht van een naar
koloniën snakkend Duitschland gevaarlijker
zou zijn dan een meer verzadigd Engeland.
Wat leert echter de practijk?
Engeland zoekt steeds die punten, welke
groote strategische belangen voor haar heb
ben en bezit ons Indië die niet in sterke
mate, juist voor genoemd land tot voltooiing
van dit systeem?
Is er niet in de laatste jaren een sterke
uitbreiding gekomen van Engelsche Maat
schappijen, die in Ned. Indië geïnteresseerd
zijn ?
Moet dan het Japansche gevaar over het
hoofd gezien worden, nog wel met het oog
op Japan's jongste optreden in China?
Daartegenover krijgt men de eventueele
kolonisatieplannen van Duitschland. Het is
toch een feit dat dit land van Indië nooit
een strategische basis maken kan, omdat
de weg erheen steeds bezet is door Enge
land, zoodat bij een toekomstige revanche
oorlog, die koloniën het eerst te lijden te
hebben en toch weder verloren gaan, wat
Kiantsjau voldoende leert.
Nu komt nog de uiteenzetting van het
pangermanistische idee. Heeft het Duitsche
rijk niet reeds genoeg te kampen met de
vele talen, die er gesproken worden en de
vele volken, die er wonen?
Uit strategisch oogpunt is juist Nederland,
als land op zichzelf, het mooiste fort ge
bleken, dus ook van dezen kant bekeken is
het uitschland's voordeel dat Nederland
als staat bestaan blijft.
Uit een en ander blijkt dus dat er zeer
zeker wel punten bestaan, die Nederland
zullen doen hopen, dat Duitschland als over
winnaar uit den tegenwoordigen strijd treedt.
B.
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
Predikheerenkerkhof l, Utrecht
Alle berichten.deze rubriek betreffende.gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
E1NDSPELSTUDIE No. 11
VAN C. C. W. MANN TE AMSTERDAM
(Eerste prijs Sydsvenska Dagblad Snallpost)
ZWART
d e
WIT
f g
Wit: Kfl, Da2, Lh3.
Zwart: Khl, Da7, La8, pion a3.
Wit speelt en wint.
Oplossing over 14 dagen.
Bovenstaande studie, waarmede onze land
genoot zulk een schitterend succes behaalde,
bevelen wij in het bizonder hun ter bestu
deering aan, die zich aangetrokken gevoelen
door de fijnheden, die het eindspel vaak in zoo
ruime mate biedt. In het geheel werden vijf
studies in het tournooi van het Sydsvenska
Dagblad Snallpost bekroond en bovendien
vijf eervol vermeld, waaronder eveneens een
van den heer Mann, welke wij de volgende
maal zullen publiceeren. Van de 51 inge
zonden studies bleken niet minder dan 26
incorrekt.
De overige prijswinners waren:
W. Queckenstadt te Leipzig, 2de prijs;
L. B. Salkind te Moskou, 3de prijs; Anatole
Mouterde te St. R 'main, 4de prijs; Fred.
Lazard te Parijs, 5de prijs. De eervolle ver
meldingen vielen ten deel aan Mann, Möller
te Baisinghausen, Mouterde, Lazard en
F. H. J. O r t m a n s te Vaals; dus ook een
ander landgenoot heeft in dezen wedstrijd
lauweren behaald.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 10
VAN H. RüBESAMEN
Wit: Ka8, pionnen b7, c6 en d5.
Zwart: Kb6, Lh2, pion b2.
Wit kan niet beletten dat zwart b2?bl
speelt en koningin haalt, waarmede het spel
natuurlijk voor wit verloren zou zijn, ware
het niet, dat hij door een pat-combinatie
remise kon forceeren. Wit speelt namelijk
1. d5 d6, en na 1... Lh2Xdö(gedwongen
daar anders b7 - b8D en schaak zou volgen)
2. b7?b8Df, Ld6Xb8, 3. c6-c7, Lb8xc7
of Kb6Xc7 is wit pat.
Een eenvoudige maar leerrijke studie, die
doet zien, dat ook in schijnbaar glad ver
loren stellingen soms nog een uitkomst zit.
Goede oplossing ontvingen wij van: J. S.
te Zeist en C. C. J. de Ridder te Ede.
Een der oplossers gaf als eersten zet aan
1. c6?c7 doch na l Lc7: 2. d6 wint
zwart door 2 b2?b l D.
DR. TARRASCH EN DE OORLOG
In de laatstverschenen Groene" schrijft
Prof. Kernkamp in het Buitenlandsch Over
zicht naar aanleiding van een beschouwing
over den persoon van Bismarck:
Welk een intellectueel genot was hem
het schaakspel der diplomatie: de omzichtige
qpening van het spel, het tastend verkennen
van de strijdwijze van den tegenstander, het
vorschend bespieden van zijne kracht en
zijne zwakheid, het verholen leggen van de
hinderlaag, het triumfantelijk ontmaskeren
van eigen stelling bij de zekerheid van de
overwinning! Hoe trilde het in hem van