De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 11 april pagina 5

11 april 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

li; April-'15. Nö. 1972 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Lente Lentebloemeh zijn bloemen van kleuren, van vreugde, van kracht, ze spreiden op aarde zoetlijke geuren van wondere macht. Lentebloemen zijn nieuwe gedachten uit schoonheid gedicht, ze brengen op aarde 't heerlijk verwachten van nieuw-glanzend licht. NANDA SANDBEROEN : '? ? * * < Wie komen en wie niet komen , Het is te begrijpen, dat in de oorlogvoe rende landen de meeningen omtrent het deelnemen aan het Internationaal Congres van Vrouwen zeer verdeeld zijn. Wij vrouwen in de neutrale landen staan zooveel objec tiever tegenover de zaak, en het is zeer wel te begrijpen, dat wie zijn naaste betrekkingen op het slagveld heeft, niet vredelievend tegenover den vijand gestemd is. CCn dergelijke opvatting komt tot uiting in hetgeen de bekende Fransche feministe Marie Vérone zeide in de Ligue pour Ie Droit des Femmes, toen aldaar de uitnoodiging van de Hollandsche vi ouwen om aan het Congres deel te nemen werd besproken. Men zal van ons geen verzoek om vrede verkrijgen, zoolang onze vijanden nog staan pp den grond van Frankrijk en België," zoo luidde haar uitspraak. Evenzoo hebben ook de Bund Deutscher Frauenvereine" en de Bund Oesterr. Frauenvereine" gemeend van deelnemen aan het Congres te moeten afzien. Deze uitspraken zijn te begrijpen, en men heeft ze te eerbiedigen. Maar toch ligt er i»opgesloten een niet volkomen begrijpen van de bedoeling van het Congres. Vooreerst is daar uitgesloten de be spreking van de verantwoorde lijkheid voor den tegenwoordigen oorlog of van de wijze waarop h ij gevoerd word t." Men stelt op den voorgrond dat iedere natie van eigen standpunt gelijk heeft, en strijdt ter verdediging van eigen nationaliteit en voor het behoud van eigen grondgebied. Doch dit erkennende, kunnen de vrouwen uit alle landen toch dit gezamenlijke stand punt 'innemen, dat elke oorlog is uit den booze; dat deze oorlog is afgezien van het feit wie gelijk heeft en wie niet een anachronisme en een beleediging voor de menschheid in het stadium waarin zij thans verkeert; dat deze gruw el t ij d noodzakelijk met zich brengt een achteruitgang in be schaving en zedelijkheid, en dat het daarom, beschouwd van een algemeen menschelijk standpunt, noodzakelijk is te beproeven er zoo spoedig mogelijk een eind aan te maken en reeds nu maatregelen te beramen om oorlog in de toekomst te voorkomen. Ons eigen land TEXEL II Het kleine stadje, dat midden in het eiland ligt, heeft meer uitgangen dan Amsterdam. De weerbarstigheid der menschelijke natuur brengt echter mee, dat de inwoners van den Burg er den voorkeur aan geven binnen de muren te blijven en burgjes te loopen," De' vrouwen vooral, die krachtens haar vrouwzijn alle oorlogvoeren moeten ver foeien, die Slachtoffers zijn in drie- 'en viervoudige mate, zonder dat zij op de geringste wijze schuld hebben aan of de verantwoordelijkheid dragen voor het ont branden van den strijd, kunnen zich in dezen stellen op dat algemeen menschelijk stand punt. De vrouwen in de neutrale landen moeten het zich vooral tot plicht rekenen, en zij kunnen dit het gemakkelijkst. Voor de vrouwen van de oorlogvoerende naties, is het ongetwijfeld veel moeilijker ; doch zij die het kunnen, hebben ontegenzeggelijk een hoog zedelijk standpunt bereikt, en zijn voor de beweging van dubbele waarde. Verhijsend is het, dat reeds zoo velen tot dit standpunt gekomen zijn. Zoo is de Allgemeiner Oesterr. Frauenyerein" uit Weenen zeer met het Congres ingenomen; eenige bestuursleden hebben zich voor de zaak gespannen, en hopen sppedig een lijst van afgevaardigden en deelneemsters te zenden. De Magdeburger Rechtschutzverein" zend een afgevaardigde, terwijl de voorzitster van het Schlesischer Frauenverband" Frau MARIE WEGNER als persoonlijk lid het Congres bezoekt. Uit Engeland hebben reeds 8 groote vereenigingen zich als lid van het Congres opgegeven, en zenden afgevaardigden. Hieronder zijn: The Catholic Women's Suffrage Society," The Women's Peace and Progres Society," The East -Londen Federation of the Suffragettes" met SYLVIA PANKHURST als afgevaardigde; de Women's Freedom League" namens welke de presi dente, de welbekende Mrs. DESPARD, de zuster van Generaal French komt. Plaats ruimte belet mij om nog andere te noemen. Het aantal persoonlijke leden uit de ver schillende landen is aanzienlijk en neemt met den dag toe, zózelfs, dat het moeite genoeg zal kosten alle cpngresleden in de Haagsche hotels en pensions onder dak te brengen. Ondanks het niet officieel deelne men van den Bund Deutscher Frauenvereine," komen opgaven voor het lidmaat schap en betuigingen van instemming met het congres, van invloedrijke leden van dien bond in. Uit München, Coblenz, Frankfort a/M., Dresden en Berlijn komen vrouwen. Onder de bekende persoonlijkheden van over zee moet in de eerste plaats genoemd worden OLIVE SCHREINER, de felle bestrijdster van den Transvaal-oorlog en van de gruwelijke concentratiekampen. Verder Miss MAC MILLAN, eene der initiatiefneemsters voor het congres; Miss ISABELLE FORD, e«ne bekende spreekster. Onder deze catagorie mogen we ook noemen Miss MARGARET ASHTON uit Manchester, en Miss STURGE uit Birmingham. Het gaat echter niet aan, alle namen te noemen; deze weinige mogen voldoende zijn, om te bewijzen dat er ook in de oor logvoerende landen groote belangstelling bestaat voor de Internationale Vrouwenbijeenkomst. F. S. VAN BALEN?KLAAR. Een nieuwe Nederlandse industrie Met belangstelling las ik eenige weken geleden het stukje over de tentoonstelling der Belgiese kanten bij Kirsch. Er was inderdaad zeer veel moois te zien, van harte hoop ik dat de kas der Steunkomitees goed gevuld zal zijn geworden. In een onderschriftje wordt gevraagd: Wie helpt ons om in 't kort 't een en ander mede te delen over vrouwenarbeid?" Gaarne zou ik een vak onder 't oog der Nederlandse vrouwen willen brengen en wel het vak van bloemen-maken. Niet die bloemen die soms prijken tot versiering van vaasjes in plaats van natuurbloemen, maar bloemen benodigd voor dameshoeden. Er wordt hier in Nederland jaarlijks voor grote bedragen aan bloemen ingevoerd zowel uit Duitsland, Frankrijk soms ook Engeland. Voor zover mij bekend is, heeft Neder land nog geen atelier of fabriek waar dit artikel gemaakt wordt. Nu bestaat er een zeer groot verschil tussen Franse, Duitse of Engelse maaksels en dit is nu juist waarop ik onze Nederlandse vrouwen wilde opmerkzaam maken. Het maken van bloemen en alle onder delen vereist een grote bekwaamheid en d.w.z. den stratenkring rond te wandelen, die tegelijkertijd de beteekenis heeft van Bocht en Kalverstraat. Vijf van de uittochtwegen zijn goed be rijdbaar, zelfs voor automobielen en leiden in korten tijd naar alle uithoeken van het eiland, de andere zijn alleen berekend op de aardige driewielige werkwagentjes en neb ben soms een avontuurlijk fietspaadje. Alle echter, groot en klein, zijn verrukkelijke wandelingen. Daarbij komt nog, dat vroeg of laat aan al die wegen een stapgelegenheid over een hek u uitnoodigt, om den grooten weg te verlaten en langs smalle golvende paden te gaan, midden door de wei- of hooilanden, door het bouwland of langs de kleine boschjes, die al den praal en rijkdom hebben van miniaturen. Het t-it, '^?L.^^''1'1^^^^^* ????-w*:>:.'«**'SSB'*"'? . . -- .j. j 7*,,^ >V*< r-.j^Lj_.:, -kifessÉfe^/' Een stuk van den stellen kant van de zandkuil op Texel kennis van de natuur. De Fransen zijn daarin zeer ver; elk takje, ieder blaadje of knopje is prachtig bewerkt en afgemaakt; fluwelen bloemen zijn n door kleur n door kwaliteit door een kenner dadelik als Frans maaksel te herkennen. De blaadjes en sten gels zijn al even mooi gemaakt; van daar dan ook dat door goede modisten 't liefst Franse bloemen en garnituren worden ver werkt. Nu zou ik willen voorstellen dat na de oorlog vele meisjes naar Parijs gingen, niet om taalkursussen te volgen maar om bloemstudies te maken en om na voldoende verkregen kennis hier in Nederland dit vak uit te oefenen. Ik ben er zeker van dat er geld zou te vinden zijn om hier een fabriek of atelier op te richten en geloof dat dit een zeer winstgevende zaak zou kunnen worden. Goed geschoolde en ontwikkelde dames aan 't hoofd er van die dan goede leeraressen voor honderde burgermeisjes zouden kunnen worden. Ziedaar weer een nieuwe Nederlandse industrie. En waarom zouden onze Nederlandse vrouwen niet even goed dit vak kunnen beoefenen als deFranse dames? Afzetgebied zou er hier zeker genoeg te vinden zijn; er worden steeds meer bloemen gedragen en tegenwoordig heeft bijna iedere vrouw meerdere hoeden nodig. Een voordeel voor de afnemers zou ook nog zijn dat 't artikel goedkoper kon worden verkregen omdat er geen vracht of rechten behoefden te worden betaald. Nu ik toch over geld verdienen spreek, zou ik onze meisjes en vrouwen gaarne opmerkzaam willen maken dat er op ver schillende manieren voor hen nog zeer veel geld zou te verdienen zijn, wanneer zij zich maar na 't eindigen van hun schoolstudiën niet alleen zouden toeleggen op het verkrij gen van de een of andere taaiakte of akte boekhouden. In onze grote zaken is er altijd plaats voor goede verkoopsters, dames die 't vak waarin zij wensen geplaatst te worden, grondig kennen. Veelal denkt men dat daar toe geen kennis behoort, doch dat is een grote fout. Voor ieder vak afzonderlijk, modevak, witvak ('t geen zeer uitgebreid is), kostuum vak, handschoenenvak zo zou ik er nog tientallen kunnen opnoemen is grondige kennis nodig en ik ben er vast van overtuigd dat iedere grote zaak gaarne aan 't hoofd van een afdeling stelt : een dame die ontwik keld is, goed talen spreekt en haar vak kent. En dat zij dan goed zou worden gesala rieerd, is zonder twijfel. Zij kan zelfs de omzet van haar afdeling steeds groter ma ken, en zou procenten van de verkoop kunnen krijgen behalve haar salaris. Dus zou ik wensen dat er zich veel meisjes met einddiploma Handelschool of H.B.S. aanmeldden als volontaire. Hiertoe is hier in Amsterdam de gelegenheid zeer goed. Zij moeten dan in ieder vak eenige maan den goed rondzien, vooral voor alle onder delen veel belangstelling tonen, om dan na een paar jaar leren", te beginnen als ver koopster werkzaam te zijn. Op die manier zullen zij 't leven veel beter Ieren kennen, dan wanneer zij enige jaren moeten gebo gen zitten over haa/ooeken tot 't verkrijgen van de een of andere taaiakte, en zeer zeker finantieel beter er bij varen. 't Is misschien nog wat vreemd voor onze jonge dames 't idee van verkoopster, maar wanneer er slechts enkelen hierin zullen vórgaan, volgen er zeker spoedig meer. En wanneer zij dan later haar kost zouden moeten verdienen, 't zij door sterfgeval van de man, of zooals nu zoovelen door den oorlog, dan zouden de handen zeker niet verkeerd staan. ILNA Gedachten Berouw is de lente der deugd. pp kleine dingen letten is de spaarzaam heid der deugd. Spotternij is de geestigheid van den laster. Wie behagen in de ondeugd en verdriet in de deugd vindt is in beide nog een nieuweling. eiland is daardoor geheel en al in alle rich tingen open voor de wandelaars. Er bestaat een zeer goede wandelkaart van Texel, zoodat ieder zelf gemakkelijk die paden vinden kan en voor verdwalen bestaat geen gevaar, want altijd zijn wel een of meer goed her kenbare kerktorens of duintoppen in 't ge zicht, die u weer op streek brengen. Ik wil alleen een paar doelpunten aangeven. In de eerste plaats moet de Hooge Berg genoemd worden. Die verheft zich wel vijf tien meter boven volzee, maar lijkt nog hooger, doordat zijn top gedeeltelijk is be groeid met een boschje van ahorns, eiken en beuken, waaronder een paar eeuwenoude zeer eerwaardige patriarchen. Door die boomen nu ie 't mogelijk, dat de ingewijde Texel al zien kan uit den trein even voorbif Anna Paulowna: een rond schemerbultje boven de Zuiderzee. Of dit boschje een overblijfsel is van het aloude Woud Zonder Genade, dat zich uitstrekte langs den binnen kant van 't Hollandsen duin, is zeer te be twijfelen. Hildebrand noemt het in zijn Teun de Jager tamelijk weemoedig een nietig overblijfsel van vroegere woudpracht", maar ik geloof, dat het vroeger nooit grooter is geweest dan thans en dat het is aangelegd in de 17e eeuw, toen Texel en de Texelsche ree innig verbonden was aan Hollands groot heid. In elk geval is het een aardig bosch met flinken ondergroef van bramen en struweel, zeer geliefd bij de vogels, die er 's zomers nestelen en er op den trek een mijlpaal van maken. Ik heb het wel over dekt gezien met goudhaantjes en Vlaamsche gaaien en er de nesten gevonden van boom valk en bergeend. Naast het boschje ligt de Zandkuil en dat is een ware schatkamer voor den natuur vriend, vooral de helling, die naar het Zuid oosten is gekeerd. Die kan geen gelegen heid vinden, om begroeid te raken. Wel probeert het grauwe buntgras zich te ves tigen op de rulle plekken, maar spelende kinderen soms en nijvere bijen en wespen voortdurend doen nieuwe zandmassa's neer storten ; de helling blijftaltijd kaal en daardoor kan men er altijd de verschillende grondlagen gemakkelijk bestudeeren. Eerst komt het dunne aardlaagje waarin het schrale kamgras wortelt, daaronder loodkleurig zand en dan De menschen kan men ontberen, maar een vriend heeft men noodig. Het ceremonieel is de geur der vriendschap. Het genoegen van wel te doen is het eenige, dat niet slijt. De deugd beoefenen is de wetenschap der mannen, en van de wetenschap afstand doen is deugd der vrouwen. De geest der vrouwen is kwikzilver en haar hart is was. De nieuwsgierigste vrouwen slaan gaarne de oogen neder om aangezien te worden. Als mannen bij elkander zijn hooren zij elkaar; meisjes en vrouwen bekijken elkander. Een door den wind omgewaaide (boom heeft meer takken dan wortels. Groote zielen hebben wil; de overigen hebben slechts wilsvlagen. Behandel uwe gedachten als gasten, en uwe wenschen als kinderen. Eén dag is zooveel als drie, voor hem die alles op den rechten tijd doet. Wat niet dringt moet men schielijk doen, om op zij n gemak te kunnen doen wat dringt. P. Vragen van den dag Mot. Warm-vochtig Maart- en Aprilweer is voor de mottenplaag in ons bont zeer bevorderlijk. Om mot te voorkomen, dient het bontwerk allereerst grondig van winterstof en vuil, waarin zich de larven bevinden, te worden gezuiverd. Dit geschiedt door de stukken flink uit te schuieren en uit te kloppen. Wil men zeker zijn, dat deze behandeling oordeelkundig wordt uitgevoerd, dan geve men het bontwerk even aan den vakman, die het voor geringe kosten in n dag in orde maakt. Ons Kookboek VOOR DE KOFFIETAFEL. GEBAKKEN EIEREN MET TOMATEN-PUREE. Men gebruikt: 8 eieren, tomatenpurée, ma gere jus,, en l Va deciliter slaolie. Doe in een pannetje l Va deciliter slaolie en laat dit op 't vuur \heet worden. Breek er voorzichtig een ei in. Houd het pannetje een weinig schuin opdat het ei er goed in drijft. Haal met een vork het wit over den dooier zoodat deze geheel omsloten is. Keer daarna het ei om. Bak het aan iedere zijde % minuut. Haal het ei met de schuimspaan uit de olie en laat 't op een zeefje uitdruipen. Bak al de eieren op gelijke wijze stuk voor stuk. Neem % fleschje tomatenpurée of puree van versche tomaten met wat jus vermengd en verwarmd. Doe de puree op een schotel en leg daarop de eieren, de punten er wat afgesneden. A. R.?N. PINDA-KAAS. Een hoeveelheid pinda's, bijv. 2 pond, pellen en ontdoen van de roode velletjes. Ze daarna flink fijnmalen door de drie ver schillende maten van de vleeschmolen. Tusschen de 2e en 3e fijnte worden ze bestrooid en vermengd met peper en zout naar smaak? Men heeft de hoeveelheid van drie jam potten. Zeer smakelijk om te gebruiken op bruin brood. M. v. S. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden: Koninginneweg 93, Haarlem. IIInlIltllMlllnlIIIHMIIIIIIIIMIIIIIIIIMMIMIIIIIItllllllllllflIlltlMIHIIIMIMIIHHIIIIIIII J a j lilïlillUJJilili Doet Uw inkoopen in hei Majfazijn DE BIJENKORF AMSTERDAM 6OAFDEELINCEN LUNCHROOM LEESBIBU OTM EEK Groote sorteering. Prima kwaliteiten. X^--^\ Billijke prijzen. tllllllllIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllMIIIIIIIIIIIIIMilllllllllllllllllllMIIMIIHIIIIIIIIIIIHtlllllllllllflMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllMIIIIII een donkerbruine, soms bijna zwarte zoom van door ijzerdeeltjes aaneengebakken zand korrels met veel witte steentjes er in. Daarop volgt een breede laag, wel een meter dik, van stevig zandoer, en daaronder weer zand met groote en kleine keien: een aardig stukje geologie. Ook het begroeide stuk helling is interes sant, en wel vooral, doordat er in den loop der tijden een stuk of drie waterloopen in zijn uitgesleten, waarlangs bij stortregen miniatuur bergstroompjes neerbruisen en die hebben onder in den kuil een paar steile zand-delta's opgebouwd, op de manier van puinkegels in het hooggebergte. De bodem van de kuil zelf is begroeid met struikheide en haar gewoon gezelschap: een klein brokje hei te midden van wei- en hooilanden. Deze knil nu met zijn hellingen is een onuitputtelijke bron van studie en genoegen voor hen, die er van houden het leven der insecten gade te slaan. Sinds Fabre geju bileerd heeft, is men in ruimer kringen be lang gaan stellen in het leven der bijen en wespen, waarvan hij in zijn Souvenirs ento^ mologiques zoo onvergelijkelijk mooi heeft verteld. Het aardigste is wel, dat 't onder werp nooit raakt uil geput, want het gedrag van die dierjjes is lang niet altijd en overal hetzelfde. In de zandkuil op Texel wonen ze in bonte menigte. Sommigen geven er den voor keur aan, om hun gangen te graven in het loodzand onder het gras, andere huizen in de zwarte oerlaag, terwijl de gele, harde oerbank weer andere soorten tot zich trekt en ook de zandkegels, door de regenstroomen opgeworpen, hebben weer bijzondere bewoners. Hun aantal is legio, elk stippeltje op het penneschetsje hiernaast beduidt een nest van bij of wesp en dat is nog maar een klein stukje van de helling, nog geen vijftigste deel. Ge zit dan ook geen minuut in 't warme zand, of ge ziet wel ergens in de buurt een van die diertjes aan 't graven of op zijn minst een zandpropje uit een der openingen naar buiten rollen. Dan komen opeens een half dozijn bijtjes uit de lucht neerdalen met groote oranje massa's aan de achterpooten: dat zijn de pluimvoetbijljes, die voor hun jongen voornamelijk stuifmeel verzamelen. Een ander bijtje, een klein grijs diertje, tracteert zijn jongen vooral op honig; daarom moet hij zijn cellen van binnen met een waterdichte laag bekleeden, die hij weeft van fijne zijde; dat is de zijdebij. Eenandere heeft er wat anders op gevonden, die be kleedt zijn nest van binnen met bladbrpkken, die hij kunstig en precies op maat uitknipt uit de bladeren van boomen of struiken en aardiger gezicht bestaat er niet, dan zoo'n zilvergrijs behangersbijtje, dat komt aan vliegen met een stuk blad, zoo groot als een kwartje, opgerold tusschen zijn achter pooten. Intusschen zit zijn parasiet, die heel veel op hem lijkt, op den loer, om het nest binnen te dringen en er een ei te leggen op den voedselvoorraad, die 't behangertje voor zijn jong heeft verzameld. Een eindje ver der is een klein glimmend pikzwart beest met noeste vlijt aan 't werk, ook al een vlijtige stuifmeelverzamelaar. Hij draagt den vroolijken naam van Panurgus. Al die bijtjes voeden hun kroost met honig en stuifmeel. De wespen echter geven hun kleintjes vleeschvoedsei en wij zien ze hier in onze kuil arriveeren, dragend of sleepend half doode en geheel verlamde vliegen, spinnen, rupsen, sprinkhanen, kakkerlakjes of bladluizen, ieder naar zijn aard. Elk van die dieren verdient een afzonderlijke studie, want iedere soort heeft zijn bijzondere prooi en bijzondere maniertjes, om die te vangen, te verlammen en te begraven. Ook hebben de meeste soorten hun parasieten en dat alles maakt die zandkuil tot een tooneel van bonte levendigheid vooral in de warme Junitnaand. Wie 't er te warm krijgt, kan altijd omhoog klauteren, daar is 't altijd frisch en 't oog, vermoeid door 't turen naar 't klein gedierte, kan vrij uitzien over het eiland en de zee, naar Wieringen en het Nieuwediep of dichterbij naar de meidoornhaag, waarlangs het pad leidt naar het havendorp Oude Schild. Een zijpad van dit pad voert door moerassige hooilanden en langs poelen, waar het joelt en krioelt van kieviten en tureluurs, grutto's en kluiten en al het langpootige gedoe van de zilte moerassen. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl