De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 11 april pagina 8

11 april 1915 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 April '15. No. 1972 Tholen BIJ VAN QOOH, TE AMSTERDAM II Tholen schilderde eens een stal, vol gul heid in de vormen, vol diepen klank. -Het werk was te zien op zijne tentoonstelling te Rotterdam, in den Kunstkring gehouden. Een zelfde romantische gulheid is eigentlijk in alle werken, die hij maakte in den Ouden Papiermolen. Hij maakte daar schilderijen, sober en van rijk lichtspel; teekeningen die het onaanzienlijkste bekorend maakten van dichterlijkheid. Hij vertoont hier (vermoe delijk) van hetzelfde voorwerp zijner be schouwing twee waterverftekeningen, No. l en No. 4. Van deze twee is ten slotte No. l de beste. In No. 4 kunt ge de ver borgen zekerheid waardeeren, waarmee Tholen zulk gegeven overmag; in No. l: in het dwalen van de atmospheer, in het gewemel en in het toch w ij d e licht schuilt langer bekering, en is de stemming rijker aan latent zijn dan in No. 4. *** De Luchtspiegeling (No. 7) is een phantaisie in koorts gezien, vastgehouden en genoteerd. Natuurlijk speelt door de vormen hierin de trekken van oorlogstuig, de vorm van wapenen. Maar mij is deze teekening een te waardeeren uiting, omdat zij de transpositie, die droomende ontstaat, behield. De twee man nen, die omzien naar het luchten-wonder, z ij n in die transpositie, bleven in de stem ming van deze koortsphantaisie. Zij bewegen zich in een andre sphaer, verwonderd, ver schrikt, op een land dat kort golft, als een kortgolvende zee. Van de overige werken noem ik de Witte Schuit" (No. 10) en '?de Boiter" (No. 11). Hierin vindt ge wat Tholen kan; wat hij steeds vermag; waartoe hij vlotweg, uit zijn persoonlijkheid, geraakt op een uur van zuivere aandrift. PLASSCHAERT .*, Opmerking. Het lijkt mij goed toe, dat na deze tentoonstelling van waterverfteekeningen, Tholen vertoond wordt in zijn schilderijen. Naast de overwogen werken zijn dan een goed getal zijner studies" te laten zien, die dikwijls vollediger zijn dan wat vele impressionisten vertoonen, en die de charme der juiste aanduiding en van het scheppend moment, die dadelijkheid (d. i. directheid) en frischheid bezitten. F. Stamkart. Lucifer (No. 833 VAN DE STEUNTENTOONSTELLING TE AMSTERDAM) Het leek mij noodig toe, met een afzon derlijke beschouwing in 't kort iets te zeg gen over dit eene werk van Stamkart. Ik heb mij laten vertellen, dat de tijdgenooten op de Akademie hem zagen als een talent-volle, en dat, daarna, hij uit de sphaeren der gewoonheid en uit den gewonen gang der zaken verdween. Dit verdwijnen is niet altijd een kwaad teeken ; de gebottelde wijn rijpt graag in het donker. Voor 't eerst zag ik op deze tentoonstel ling een drietal werken van hem in 't zwarten-wit: een Salomédansend ; gedachten aan 't oneindige, en Lucifer. Het laatste werk trof mij. Het heeft die innerlijkheid, die wij in de schilderkunst wat ontwennen ; dat geestelijk gehalte, dat ten slotte de ware rijkdom is. Het werk is in zijn vormen ge kund; in zijn eenvoudigheid van kleur is het vol diep, gebonden, licht. Het heeft het latente en boeiende der lange, eenzame gedachten; het is daarvan rijk, het heeft meeningen en bedoeling insinueerende vor men; het is vreemd en rijk, als sommige verweerde gezichten zijn; het bloeit bij dralend licht... PLASSCHAERT De Gulden Riddertijd In den Stadsschouwburg Ik vind het waarlijk niet prettig het te moeten zeggen, doch het allerbelangrijkste in de vertooning op het Leidscheplein van de Hollandsche bewerking der bekende Engelsche klucht When Knights Were Bold is, jammer genoeg: dat het ding zoo slecht gespeeld wordt. Het opvoeren van dergelijk zeer amusant doch tevens zeer doorzichtig en oppervlak kig maakwerk is alleen te verzoenen door superieur spel en superieure regie. Vooral door de onvergelijkelijk-grappige creatie van den Londenschen acteur James Welch heeft deze klucht van den modernen Marlowe zich wereldroem veroverd. Bij ons blijft niet alleen het spel der hoofdpersonen verre van onvergelijkelijk-grappig, dat van Rika Hopper is zelfs de zuivere antithese van ieder grappigheidsbegrip, doch de regie heeft bovendien verzuimddevertooningtestemmen naar de toonsoort, die ze behoeft : dat is de majeur der burleske. Hoewel als literatuur waardeloos, sluit When Knights Were Bold zich toch aan bij Thackeray's Rebecca and Rowena, de beroemde parodie van Scott's Ivanhoe. En moet het dus gespeeld wor den op een wijze, die duidelijk voelbaar maakt, hoe alles als parodie te begrijpen is. De sfeer, die hangen moet om zulk een vertooning, zij dus een sfeer van phantasie. Door spel en regie suggereere men tevens de»lichten spot. Elk uiterste in het groteske zou desnoods verdedigbaar zijn, alleen het realisme in spel en regie is hier de dood. Omdat men in deze vertooning de luchtig heid der phantasie zoo duidelijk mist, stelt ze zoo teleur. De acteurs nemen alles (en vooral zichzelven) zoo ernstig op. Het spel is zoo zwaar, zoo log, zoo plomp, zoo burgerlijk-deftig, zoo degelijk-Hollandsch, dus zoo net niet wat het zijn moet. Noch in aankleeding der personen, noch in het decor vertolkt de spelleiding voldoende de gedachte van het burleske, zelfs niet daar waar zij daartoe gelegenheid heeft, n.l. in het tweede bedrijf, dat in den gulden" ridderlijd speelt. Decor en costuums waren daar weliswaar kakelbont en leelijk, doch daarom nog niet grappig-grotesk., Door al de zwaarwichtigheid wordt de literaire onbelangrijkheid van dit kluchtspel npodeloos en noodlottig toegespitst. Gelukkig maar, dat de heer Pisuisse m.i. zeer wel in zijn bewerking" geslaagd is. Hij heeft er af en toe een revue van gemaakt door het invlechten van actueele moppen. Het is betreurenswaardig, dat de conf rencier Pisuisse niet nog meer naar voren getreden is, en hij zich er toe bepaalde slechts nu en dan om den hoek te komen kijken.. Als revue is De Gulden Riddertijd aardiger dan een der vele andere, die ik in den laatsten tijd zag. Apropos, heeft de heer Pisuisse zich niet vergist met het Joodsche meisje Debora te noemen ? Ik raad hem aan zijn Walter Scott er eens op na te slaan. In Ivanhoe zoowel als in Thackeray's Rebecca and Rowena heet de dochter van Isaac of York (Isaacson van Utrecht) Rebecca. Voor den heer van Kerckhoven spijt me het succes, dat hij ongetwijfeld door dit stuk beleven zal. Niet omdat ik het hem zou misgunnen, het tegendeel is waar, doch omdat het zoo gevaarlijk voor hem is. Deze jonge acteur, zoon van groote ouders, heeft het ongeluk gehad van het begin van zijn nog zoo korten tooneelloopbaan af over het paard te zijn getild. Hij deed een heel goed eindexamen bij de Tooneelschool in een jaar, dat het zijn van eerste onder gelijken slechts luttel eer was. Ik zal allerminst zijn goeden aanleg ontkennen, doch ik weet zeker, dat hij in zijn leven al veel te veel lof heeft gekregen, stellig veel meer dan nuttig voor hem is. Van den buitenkant bekeken lijkt zijn op vatting van IJdo heel aannemelijk. Men kan deze figuur zeer goed aanvoelen als den eenigszins-sulligen, nuchter-linkschen, goedhartigen niais, dien men in onze universiteits steden in zulk een schrikbarend groot aantal als vertegenwoordiger der aristocratie aan treft. Maar van Van Kerckhoven krijgt men niet den indruk, dat hij dien modernen, onbenulligen kwant speelt, doch dat hij hem is f Zijn opvatting is zeker te verdedigen; doch hij had kunnen voorkomen, door het doen doorschemeren van meer verborgen humor, er werkelijkheid van te maken. Trouwens, de rol is veel te zwaar voor hem. Het is een rol voor den jongen Chrispijn. Als men alles zoo samenvat, en men komt tot de gevolgtrekking, dat de belangrijk heid dezer Leidscheplein-vertooning eigenlijk schuilt in haar onbelangrijkheid, dan heeft men dubbel bewondering voor de wijze waarop een Vlaamsen troepje het onlangs bestond in deze stad, en dat nog wel in Flora en in het Bioscoop-theater, een klucht te spelen van even weinig literaire waarde. Zij, die Magda Janssen als Fientje Beulemans zagen, zullen begrijpen waarom de heer Royaards haar onmiddellijk enga geerde. En zij, die De Gulden Riddertijd Woehenbeilaöe zum Berliner Tageblatt v 44.Jahréar»e Nr,14 2. April 1915 Der beuffdje Meel Een antwoord op onze plaat Nog maar een gaatje nauwer," luidde het onderschrift van de teekening door Braakensiek voor de Amsterdammer" gemaakt, toen de Duitsche regeering het broodrantsoen op 200 gram per inwoner bepaalde. Ulk", het bekende Duitsche Witzblatt" antwoordde daarop met tegenover Braakensiek's Michel een zeer welgedanen dito te plaatsen, een tasch met 9 tnilliard tor send en met als onderschrift: Ja, ja, ik kan die ellende nauwelijks dragen!" IHIIIIIItlllllllllMIIIIMIIIIIItllllllllllllllllllHlllllllllllltllllllMlllllfinlIIIHIIIIIItlllllllMlltlllllllltlllllllltlHIIIIIIIIIIItMtllllMMIIHMtllllHIMn gezien hebben in den Stadsschouwburg en Verbetering Fientje Beulemans in Flora zullen het in mij billijken, dat ik naar verhouding de Het artikel over de Rotogravure", opgepraestatie van de Koninklijke Vereeniging nomen in het nummer der vorige week, was misschien wat al te scherp gelaakt heb. van de hand van dr. J. F. van Oss. SIMON B. STOKVIS STEENDRUKXCKU Mantgem iiiimiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiim llllllllltflIIIIIIIMIIIIIMIMIIIHIIimillHIIIIIIIIIIUtlHIIJIJtllllHIJIIIIIlt VORMEN. ?? Handboek voerDamea BBWKBXT DOOB JOHANNA VAN WOUDE. l* riennta w nUtflgite hwiktek int FONGERS EIJWIELEN. Hr Wij hebben de eer te berichten, dat de modellen 1915 *"" aan onze filialen zijn verzonden, zoodat aldaar wederom ruime keuze voorhanden is. ONZE NIEUWE GEÏLLUSTREERDE PRIJSCOURANT IS VERSCHENEN EN WORDT OP AANVRAGE FRANCO TOEGEZONDEN. DE GRONINGER RIJWIELENEAERIEK A. FONGERS. Eigen filialen: Amsterdam, Nassaukade 500; Arnhem, Bakkerstraat 5; Den Haag Spui 45 en Reinkenstraat 121; Groningen, Heereweg 85; Leiden, Breestraat 86; Middelburg, Lange Delft 19; Rotterdam, West-Nieuwland 16; Utrecht, Neude 12. In prachtband ?2.50, In satijn ?2.90 Uitgave v. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam. BINNENHUISKUNST MEUBELEN STOFFEN LAMPEN U IT T BI HUIS RAADHUISSTRAAT 48-5O AMSTERDAM. AF. C.S. LIJN 3, 17. TEL. 603 Kunsthandel RE G N AR D & Go., Keizersgr. 792 b/d. Utr.str., Amsterdam. TWEEDE TENTOONSTELLING van BELGISCHE SCHILDERKUNST. Geopend van 4?«G APKII^, das. fO-5. Zon- en Feestdagen 2?5 uur. Bezichtiging vrij. 44 ? ?f 4 ? 4 4 IV. TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK, AMSTERDAM, ROKIN 122. Importeurs TU Haringgraatstaal. Brandvrij materiaal voor plafonds.vrflstaande wan den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen, Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon huizen, Boerderijen, Stallen, enz. Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor den op aanvraag gratis toegezonden. lEHIFFfh. AMSTERDAM. MAGAZIJN VAN Echte Bronzen Pendule-Garnituren in alle stijlen. Verlichtings-artikelen v. gas en elec. licht Hoofdvertegenwoordigers van het ORFEVRERIE CHRISTOFLE VEERHOFF & Co. 42 Kalverstraat. Heb het uitstekendste aan te bieden dat iemand wenschen kan hoe zal de wereld het weten, indien gij niet adverteert "i JOHN P. ROCKEFELLER aan 12i/2-, 25- of 50-J1BI GE FEESTEN, bfi ? ER JAARDAöEJf of ter herinnering aan OVERLEDENEN is niets waardiger denkbaar dan in natuurgetrouwe olieverfkleurige geschilderde Portretten Peinture-Bogaerts. Prgzen vanaf f 8.35, met breed vergulde lijst. BOXTEL. HOOGSTE ONDERSCHEIDING ROME 1912. Geen portret mag behouden worden dat niet volkomen bevredigt. HS Directeuren: B. PELT J.Jzn., H. F, BERTEKS BI. DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f\.65 per kwartaal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl