De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 25 april pagina 1

25 april 1915 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 1974 Zondag 25 April A°. 1915 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BR|UGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. a KELLER, Secretaris. Abonnement per 3 maanden / 1.65 Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 10 Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar . 0.12' UITGEVERS: VAN HOLKEMA 6 WARENDORF KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM Advertentie»van l?5 regels /1.25, elke regel meer . . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel Reclames, per regel /0.25 .030 .0.40 INHOUD Blz. l: Gevaarlijke Geesten, door v. H. Het syndicaat der Indische leening, door J. D.,Santilhano. Het Meifeest der Inter nationale, door mr. P. J. Troelstra. 2 : Abraham Lincoln, door prof. H. Brugmans. Buitenl. Overzicht, door G. W. Kernkamp. Intern. Tribune: A. H. Fried. 3: Lizzy Ansingh, door A. Plasschaert. Feuilleton: De Jaguar en de Pennehouder, door W. L. Brocades Zaalberg, I. 5 : Voor Vrouwen: het Internationale Vrouwencongres, door Elis. M. Rogge. 6 : Toorop-Tentoonstelling in het gebouw De Roos", door H. Literaire Beschouwingen, door Fred. van Eeden. Muziek in de Hoofdstad, door Sem Dresden. 7: Verloving en Huwelijk, door prof. H. Brugmans. J. Ph. Kelly f, door Aug. Th. C. Kiehl. Uit de Natuur, door Jac. P. Thijsse. 8: Niel Vogel t, door K. 9: Fin.enEcon. Kroniek, doorj. D. Santilhano. 10: In het Wild, IX, door Petronius. Onze Puzzles. Een Negentiendeeuwsche Fak? keidrager, door C. K. Elout. ;/.- Teekening van Joh. Braakensiek. Leekenspiegel. Schaakspel, door dr. A. G. Oiland. 12 ? Damrubriek, door K. C. de Jonge. Bijvoegsel: De Katwijk vernield, teekening van Joh. Braakensiek. GEVAARLIJKE GEESTEN De wereld lijkt tegenwoordig wel weer vol ondeugende kabouters. Gelijk in den sprookjestijd, klampen zij zich op de schouders der menschen vast en blazen hun allerlei verdraaide ideeën in 't hoofd. Hebben zij nu misschien ons, goede menschen, weer eens bij den neus willen nemen en duizelig maken? Men zou haast zeggen, dat een troep van zulke kwaad aardige schepseltjes den schrijver van een in de afgeloopen week verschenen boekske tot werktuig gekozen had. Er worden in dit De Belgische Neutraliteit ge schonden", door Mr. Dr. J. H.Labberton, aan Nederland zulke allermerkwaardigste dingen verkondigd, dat het onmogelijk is, er niet tegen te... waarschuwen. Wat er immers uit spreekt, zijn niet enkel de persoonlijke meeningen van eenen gewonen Nederlandschen schrijver, die zich overigens vór dezen door allesz-ins respectabele praestaties had gelegi timeerd. De inspiratie komt van groote kringen in het Duitsche geestelijke leven. Naar mijne innige overtuiging is Pruisen de zedelijk gezonde kern van Europa, waarvan ten slofte de zedelijke wedergeboorte van onze doodzieke wereld zal uitgaan". Zie daar dan in rond-Hó"llandsch het denkbeeld van de Duitsche wereldzending gepredikt. Duitschland bezit de ethische geni aliteit en de roeping, om zijn macht te stellen in den dienst van de zedelijke herschepping der wereld. Het Duitsche volk staat op een geheel ongewoon zedelijk peil. Het voert thans den schoonen strijd van den nieuwen inhoud tegen oude vormen.1' De nuchtere lezer, die alle volkeren in hun eigen aard waardeert, zal niet aanstonds eenen toereikenden grond Vinden, om het eene zoo ontzaglijk uitverkoren boven de overige mensch heid te stellen. Maar het is dan ook juist een geloof. Wie in den laatsten tijd met bekenden ginds briefwisseling of gesprekken heeft gehouden, weet hoezeer de oude mystieke gevoelens van het Duitsche wezen, waardoor de wereld moet genezen", onder de tegen woordige oorlogstoestanden bijna eene godsdienstige overspanning zijn gewor den, tot aan het, authentieke: miskend gelijk Jezus staat ons volk op de wereld" toe. Doch wij zouden met niemand over het recht twisten, zichzelf of zijnen buur man in de lucht te steken. Er is evenwel meer aan vast. ? 'En dit gaat ons wél aan. Zulke op vattingen blijven niet bij beschouwingen. Zij leveren ook in sterke mate de elektriseerende kracht voor daden. Waartoe zulke stemmingen leiden, wordt ons al aanstonds in evengoed Nederlandsch duidelijk gemaakt, aan de hand van de schending der Belgische neutraliteit. Het is juist het grootst mogelijke be wijs van zede lij k e genialiteit dat Duitschland dezen ontrouw heeft aangedurfd. Wij, overigen, moeten nog leeren denken en gevoelen volgens de hoogere moraal, welke Duitschland door zijn wereldhistorische daad geinaugureerd heeft. En de Belgen hebben een zware zede lijke schuld tegenover de menschheid pp zich genomen, doordat zij zich hier tegen hebben verzet." In talrijke bladzijden wordt deze zede lijkheids philosophie bewezen", en van alles komt daar bij te pas. Ten slotte deze conclusie, waar de lezers zich zelve maar doorheen moeten zien te slaan: bezit men die vrijheid, die bereid is de beperkte persoonlijkheid van thans prijs te geven ter wille van de rijkere en zedelijkere, die kracht der waarachtig heid, dan is onbeperkte trouw tegenover zijn verleden uitgesloten, juist omdat zij ontrouw tegenover eigen beter zelf is". Met dit alles houden de zaken op, belachelijk te zijn. Zij worden gevaarlijk. Indien uit dezen oorlog eenige groote en goede dingen zullen overblijven, dan is daaronder in de eerste plaats juist de nieuwe kracht, waarmede de geheele menschheid den eerbied voor de aan gegane belofte in haar binnenste heeft voelen kloppen. De gebondenheid aan de gegeven ver zekering, de menschen hebben haar weer gezamenlijk gevoeld als wat hen onderscheidt van het dier; als den onafge broken tred van het gansche leven; het teere koord, dat zich slingert van de ver§eten heuvels van gisteren, tot de onzichtare bergtoppen van morgen; en waarvan 't kleinste afhankelijk is zoo goed als 't grootste: spoorkaartjes en koningskronen; een kruiersboodschap en 't succes van een geheele revolutie. Werelddeelen hebben hun oordeel on herroepelijk naar dit eene punt gevormd; en alle bochtige redeneeringen, om de geschonden afspraak recht te praten, wat zijn zij eigenlijk anders, dan nieuwe offers, aan de heiligheid van het gegeven woord gebracht ? En wanneer zoo de kabouters ns diets willen komen maken, dat ontrouw aan 't gegeven woord een zaak kan zijn van bijzonder ontzagwekkende zedelijkheid, dan moet zulk moraal-philosophisch onderricht ten eenen male gewezen wor den van de hand. In allerlei kan dit boekske gelijk hebben: dat 't oor spronkelijke Belgische tractaat van 1839 door de gewijzigde omstandigheden ver vallen was (maar wat dan van de her haalde officieele verzekering van pas 1913, waar deze filosoof aan voorbij filoso feert?); en dat de edele verontwaardiging der tegenpartij ook slechts een onderdeel is harer politiek. Staatkunde en kinder lijke openhartigheid blijven twee. Maar tegen de geheele immoreele en geleerde apotheose van den ontrouw, waarmede de geesten zich nu zoeken te versterken, zal ons gemoedelijke Neder land waarschijnlijk nog beter de be scherming vinden bij den eerste den beste biederen" Duitscher: ein guter Mensch, in seinem dunklen Drange, ist sich des rechten Weges wohl bewuszt.'' * * * Doch dan zit het gevaar nog van een anderen kant. Vooral een volk als het onze, kan op zulke ethisch geniale wereld-zendingen maar alles behalve ge brand zijn. Zij geven misschien heel veel Schwung" aan groote natie's, den kleinen zenden ze gemeenlijk weinig goeds! De min of meer mystieke leuze van aan de wereld wat te moeten brengen", is bij de volkeren vrij geregeld met een bijzonder hardnekkigen veroveringsdrang gepaard gegaan! Zoo was 't met het te vuur en te zwaard verspreiden van den Islam" der Turken; en de roeping van een Filips II om het katholicisme te handhaven; den ijver van een Lodewijk XIV; met het nieuwe evangelie" waarmede de legers der Fransche revolutie alle landen binnen drongen, zoo goed als met Napoleon's ideaal van universeele orde", en Engeland, dat de Boerenrepublieken annexeerde omdat zij zich zelve niet konden besturen". Laat ons dus liever voor al dit zedelijke gezondheids-enthousiasme, maar weer wat pp onze hoede zijn, en tegenover de nieuwste vormen van wereldroeping afwerend blijven staan. Vooral, nu ook reeds ontrouw en ongeloofwaardigheid daartoe als middelen worden aangepre zen; en het zelfs voor verachtelijk en onoirbaar wordt verklaard, zich tegen de tenuitvoerlegging van zulke evangeliën met hand en tand te verzetten! Dit blijft toch gemeenlijk de taak der kleine staten. Het is misschien ons nood lot, voor zulke grootsche plannen te piet luttig te zijn. Maar wij kunnen toch niet anders, dan onze idealen in nze ge borneerdheid'te willen blijven vinden. Daarom is dit boekje, dat ten slotte slechts een uitlooper is van Duitsche stemmingen, ook leerrijk, omdat het de consequentie's doet zien. Er zijn er ten onzent nog niet weinigen vol goed gelooven, vol galons, vol gewicht of vol geleerdheid, die door de kabouters met deze opvattingen van ethische genialiteit", en den gezonden kern der wereld", voor de gevaren van den eigen kring worden verblind. Toch komen deze schoone wereldgedachten ook pp eene zeer tastbare en grove, gevaarlijke werkelijkheid neer. Doch dit is een punt voor een anderen keer. v. H. Het Syndicaat der Indische leening Na veertien dagen beraad heeft de Minister van Koloniën den 20sten April geantwoord op de nadere vragen van het Kamerlid Van Vuuren betreffende het Indische leeningsyndicaat. De minister heeft een afschrift van de overeenkomst met de leiders van het syn dicaat ter griffie van de Kamer gedeponeerd en in zijn antwoord enkele onderdeden van die overeenkomst gepubliceerd. Zoolang de overeenkomst geen publiek eigendom is, moeten wij de beoordeeling daarvan aan het inzicht en beleid van de Kamerleden oveilaten. Wel echter achten wij ons gerechtigd een oordeel uit te spreken over datgene, wat de minister gemeend heeft ook ter kennis van het publiek te moeten brengen. En dan moeten wij tot ons leedwezen verklaren, dat het antwoord ons erg tegen gevallen is en geen grooten dunk geeft van het beleid van den minister in dezen. Van het begin af aan, hebben wij ons in tegenstelling met vele woordvoerders in de pers op het standpunt geplaatst, dat er voor de regeering alle aanleiding bestond, de zekerheid van de plaatsing der leening door bemiddeling van een syndicaat te ver krijgen en dat voor het erlangen dier zeker heid eene provisie van IVs pCt. volstrekt niet te hoog was. Maar dan had de regeering voor die pro visie ook eene afdoende zekerheid moeten verkrijgen. En dat is, blijkens het tweede antwoord van den Minister, niet het geval geweest. Dat het syndicaat zich eene resolutoire f te wel ontbindende clausule be dongen heeft, inhoudende dat de koopovereenkomst geacht zou worden niet te zijn tot stand gekomen, wanneer vór de uitgifte der leening Nederland in oorlog mocht worden gewikkeld of een ultimatum door of aan Nederland mr>cht worden gesteld... is vol komen en regie Geen koopman zoude onder dergelijke omstandigheden een risico van tientallen millioenen op zich mogen houden en er valt niets op aan te merken, dat het syndicaat zich voor eene zoodanige eventualiteit gedekt heeft. Wat echter niet door den beugel kan, is de derde opschortende bepaling, dat het syndicaat ook van zijne verplichting ontsla gen zoude zijn, wanneer de koers der 5 pCt Ned> rlandsche Staatsleening 1914 beneden 98 pCt. mocht zijn gedaald. Door deze be paling aan te nemen, heeft de minister het geheele doel, waarvoor hij de medewerking van een syndicaat ingeroepen heeft illusoir gemaakt. Het doel was toch, de zekerheid te er langen, dat behoudens zeer buitengewone omstandigheden (oorlog, ultimatum), de leening geplaatst zoude zijn. Dat er dan nog voldoende risico voor het syndicaat overbleef om een provisie van l Va pCt. te wettigen, geven wij gereedelijk toe. Maar door het stellen van den koers van 98 pCt. voordeNederlandsche Staatsleening als een der ontbindende voorwaarden van het contract, op een moment toen die koers in de markt nauwelijks 99 pCt. was, werd het risico van het syndicaat zoodanig beperkt, dat een provisie van l Va pCt. afgescheiden van het voordeel der optie boven eenige verhouding tot dat risico stond. In afwachting van het verdere licht, dat misschien nog over deze aangelegenheid in de Kamer verspreid zal worden, wenschen wij ons voorloopig van verder commentaar te onthouden. Alleen kunnen wij de opmerking niet weerhouden, dat, na de nadere mededeelingen van den Minister, diens beleid in dezen ons niet enkel nog onzaakkundiger voor'komt dan wij vermoed hadden, maar veel op eene farce begint te gelijken. C'est Ie ridicule qui tue. 22 April J. D. SANTILHANO Het Meifeestder Internationale door mr. P. J. TROELSTRA Het zal den eersten Mei 25 jaren zijn geleden, dat het eerste Meifeest door de socialistische arbeiders werd gevierd. Het was de eerste vrucht der herboren Inter nationale, die in 1889 te Parijs bijeenkwam, nadat de oude Internationale, die in 1872 in den Haag haar laatste Kongres had gehouden, was ten onder gegaan. En sedert dien eersten Mei 1890 is het Parijsche besluit, om elk jaar op dien dag te betoogen voor den wettelijken acht-urendag, stipt uitge voerd, onder stijgende deelneming der ar beiders. Alleen is de vorm der betooging anders geworden, dan het Kongres te Parijs zich dien voorstelde. Dit wilde nl., dat de arbeiders in optocht zouden trekken naar de Parlementen en stadhuizen om hun eisch aan de vertegenwoordigers van den burgerlijken staat te doen hooren. Maar in alle parlementen van Europa en in de stad huizen der grootere steden zijn de vertegen woordigers der socialistische arbeiders in de gelegenheid, dien eisch te [?tellen wat zij in den vorm van moties, wetsvoorstellen en amendementen op wetsvoorstellen overal hebben gedaan en de jaarlijksche massabetoogingen zijn veel meer demonstraties van de internationale machtsontwikkeling n opleving der arbeiders-klasse geworden, dan wilsuitingen, tot de regeering van het eigen land gericht. Reeds het Kongres te Brussel in 1891 legde den nadruk op dit karakter der Meibetooging. Zij moest vooral een manifestatie zijn van de eenheid der arbeiders aller landen in den klassenstrijd. Als zoodanig werd zij reeds spoedig dienstbaar gemaakt aan de beweging voor den wereldvrede. En naar mate het Imperialisme de wereld met steeds grooter oorlogsgevaren bedreigde en het militarisme de volkeren zwaarder drukte, rees op de Meifeesten van het proletariaat de strijdkreet tegen den oorlog hooger en stelde het zijn vredesideaal, waarvan het alleen in het socialisme de verwezenlijking verwacht, tegenover den gewapenden vrede" der kapitalistische natiën. Van meet af werd de Eerste Meidag gedacht als een rustdag, een Feiertag",een holiday", heilige dag. Maar zij, die hem hiertoe wenschten te stempelen, hadden niet de machten van Kerk en Staat aan hunne zijde, om hem als zoodanig te wijden. Integendeel! De Kerk had haar eigen Meifeest, haar eigen feest- en heilige dagen. Zij zag in het socialistische Meifeest een gevaarlijken konkurrent. Voor haar was het een feest der opstandigheid van het begeerlijke vleesch, een demonstratie van het materialistisch ongeloof der mis leide massa; een feest, waarheen Satan de zielen lokte ten verderf. En het woord werkstaking" klonk haar nooit zoo afkeerwekkend, als waar het werd gesproken in verband met de Meiviering. Voor die viering was van de officieele machten van Staat en Bedrijfsleven al even weinig medewerking te wachten. Wat de eerste betreft slechts zooveel, als de was sende invloed der arbeidersklasse op publieke besturen meebracht. Van de ondernemers kon de rustdag slechts door strijd worden verkregen en de groei der vakbeweging leidde er toe, in elk speciaal geval te over wegen, welke offers deze strijd zou vergen en in hoeverre deze opwogen tegen het direkte nut, dat de demonstratie bood. Te veel werd hierbij veelal de groote beteekenis van het zich in steeds grooter massa vrijmaken" op dien dag over het hoofd gezien, te veel werd deze groeiende revolutionaire betoo ging, zoo uitnemend geschikt om in den arbeider door n daad van zelfbeschikking op dien ënen dag van elk jaar het idealisme aan te kweeken, naar de gewone regelen van vakvereenigingstaktiek beoordeeld. Zoo bleef in alle landen de groote algemeene Feier" achterwege, die aan het Meifeest zijn grootsch revolutionair karakter had moe ten geven. Het bleef een dag van betoogen, werd niet een dag van verzet; het paste zich aan bij de eischen der kapitalistische industrie, in plaats van zich vrijmachtig daar van los te maken en althans op dien nen dag van het jaar den arbeider terug te geven aan zich zelf, aan zijne klasse en hem den voorsmaak zijner ekonomische vrijmaking te doen proeven. Zoo heeft zich dan ook de burgerlijke wereld spoedig aan het Meifeest gewend. Het eerste Meifeest heeft zij gevreesd, als kondigde het de Revolutie. En waar het als bijv. in Rusland zich eerst later voor het eerst vertoonde, gaf het rnede aanleiding tot konflikten in de fabriek en op straat, waarbij bloed vloeide en waarop straffen volgden. Maar het heeft zich, als zooveel nieuws, dat de socialistische arbei dersbeweging bracht, ingeburgerd en indien het desniettegenstaande niet nalaat, den tegenstanders der proletarische beweging een zekere beklemming te bezorgen, zoo komt dit minder door de revolutionaire situaties, die het schept en de dramatische effekten, die het bereikt, dan door zijn gestadige uitbrei ding en groei en door het steeds blijvend enthousiasme der scharen, die het, elk jaar meer, op de been brengt. Want het Meifeest is gebleven de groote internationale uiting van het geloof der ont wakende arbeidersklasse aan hare historische taak, aan haar toekomst, aan hare vrijmaking van de politieke en ekonomische heerschappij der kapitaalbezittende klasse. Een dag van socialistisch getuigen, een dag, waarop de werkers der geheele moderne wereld zich vereenigd voelen in de Internationale... De vraag ligt voor de hand, wat er dit jaar, onder de werking van den grooten oorlog, van het Meifeest zal terecht komen. In de oorlogvoerende landen zijn honderd duizenden dergenen, die gewoon zijn, dien dag onder de roode banier der Internationale voor de socialistische broederschap der vol keren te betoogen, onder de wapenen, aan het front in Oost- of West-Europa, in de loopgraven of trekkend door sneeuw en slijk over de kammen der bergen, of op zee, den vijand belagend op torpedo- of duikbooten, of in de lucht, bommen werpend op steden, door nevelen heen glanzend in de Meizon. Daar slaapt de anders nooit rustende klassen strijd; daar week de Internationale als een onwezenlijke illusie ver weg; daar heerscht oppermachtig, opgerezen uit den nationalen noodtoestand, de nationale gedachte, zoo niet nationalistische haat en chauvinistische op winding. Daar dwong de strijd der natiën met ijzeren greep de arbeidersklasse tot wapenstilstand, tot den godsvrede" met de bourgeoisie. En ook in de neutrale landen, waar leger en vloot zijn gemobiliseerd, de economische toestand is ontredderd en het spook van den oorlog dreigt aan de grenzen, zijn de verhoudingen, waaruit het Meifeest zijn doel en kracht put, tijdelijk verbroken. In Duitschland besloot dan ook de Partij, van eene openbare Meiviering af te zien en slechts in besloten partijvergaderineen bijeen te komen. In Oostenrijk werd lke werk staking, als middel van Meiviering, ditmaal afgelast en het feest beperkt tot avondbijeen komsten. En het is te verwachten, dat ook in de andere oorlogvoerende landen het feest onder den doodeh)ken adem van den oorlog zal verbleeken en verschrompelen. Dit alles is, als uiterlijk verschijnsel der buitengewone omstandigheden", begrijpelijk. Die omstandigheden zetten nu eenmaal de geheele wereld op haar kop. Zij verdeelen den nen God van Hemel en Aarde, die de gansche menschheid koestert aan Zijn hart, in een troepje nijdige, eenkennige nationale goden, de wapenen des gewelds van het eigen volk zegenend, wijdend tot verderf voor an dere volkeren, ganschelijk in strijd met het beroemde bijbelwoord. Zij doemen Christen dom en Kerk tot machteloosheid, maken van kuituur en beschaving een weerzinwekkende karikatuur en spotten met de eerste wetten der ekonomie. Zij dwingen een geslacht, dat in de voortbrenging om winst zijn gansche denken en krachten had leeren richten op het steeds scheppen van nieuwe waarden, tot een verspilling en verwoesting op zoo groote schaal, als nimmer te voren gebeurde. Zij leeren liberale staathuishoudkundigen, socialistisch te denken en burgerlijke regee ringen, kommunistisch te huishouden. Dat zij daarnevens mede de gelederen der strijdende arbeiders uiteen slaan, hun arsenaal vanden klassenstrijd in de war schoppen, ja dien klassenstrijd zelf in het gedrang brengen, is niet te verwonderen. Intusschen is de toestand niet van dien aard, dat het Meifeest niet zou kunnen worden gevierd. Het is te verwachten, dat in de oorlogvoerende landen onder de vrouwen de drang, om hem te vieren, ster ker zal zijn dan ooit en dat deze drang zich ook zal uiten. Ook zal zijn adem gaan door de socialistische pers en de massaas bereiken, ook die aan het front. En in de neutrale landen zal het feest tot zelfs onder de troepen worden gevierd, indien de voorteekenen niet bedriegen. Want daar is de geest vrijer dan waar de oorlog hem bond, en haakt de ziel van den modernen arbei der vuriger naar den strijd voor zijne idealen, naarmate de oorlogstoestand deze tijdelijk meer op den achtergrond drong. Aan toeloop en deelneming zal het daar, waar het Meifeest werkelijk mogelijk bleef, dan ook niet ontbreken. Maar onder hen, die het werkelijke gevoels- en gedachtenleven der moderne arbeidersbeweging niet kennen, zal waarschijnlijk de meening rijzen, dat het thans zijn eigenlijke beteekenis mist, vloekt met de werkelijkheid, slechts als een schijnvertooning moet worden be schouwd. De Internationale, waarvan dit feest de uiting is, is immers volgens velen dood"; hce kan dan haar jaarfeest ernstig worden genomen? Zij. dit werkelijk meenen, moeten dan ook konsekwent hetzelfde zeggen van christen dom en Kerk, van volkenrecht en vredes beweging, van wetenschap en kunst. Want zij alle hebben bankroet geslagen in dezen oorlog. En het ergste bankroet is geslagen door het systeem van ekonomischen wed ijver, door het huidige voortbrengingsstelsel met het daarop gebouwde politieke regiem, dat dezen oorlog voortbracht en hem de middelen ter volbrenging zijner misdaden verschafte. Juist dit geeft den socialistischen arbei ders het zedelijk recht, ook dit jaar, terwijl dat door hen steeds bestreden regiem hunne Internationale brak, tegen dat stelsel te ge

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl