Historisch Archief 1877-1940
1975
Zondag 2 Mei
A°. 1915
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H, BR|UGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr?Dr. FREDER1K VAN EEDEN, Mr. a KELLER, Secretaris,
Abonnement per 3 maanden / 1.65
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail . 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar , 0.12'
UITGEVERS: VAN HOLKEMA 6 WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Adverteatiën van l?5 regels /1.25, elke regel meer ...
Advertentifin op de finantieele- en kunstpagina,' per regel
Reclames, per regel
/0.25
.0.30
.0.40
INHOUD
' BJz. 1: Boma aeterna, door v. H. Er in
geloopen, door Van Eeden. Buitenlandsch
Overzicht, door G. W. Kernkamp. 2: Het hoogste
Bendement van den Mensch als Werker en Werktuig,
door A. Heidring. Liohamelyke Volksopvoeding,
II, door W. P. HubeitYanBiyenbnrgh. 3: Meer
Munitie, door Artillerist". Feuilleton: De Jagaar
en de Pennehouder, door H. L. Brocades Zaalberg
(slot).?5: Voor Vrouwen, dbor Elis. M. Bogge.
Uit de Natuur, door Jac. P. Thjjsse. G: Het
Opiumvraagstuk, door H. Doeff. Dramatische
Kroniek, door Henri Borel. 7: Louis Couperus
en Jan Toorop, door Kappa. Een Standbeeld
voor Willem III, d ior K. Muziek in de Hoofd
stad, door Sem Dresden. Het Botterdamsche
Tooneel, door H.Dekking. 8: Kunst en Letteren.
9: Fin. en Econ. Kroniek, door J. D. Santilhano.
10: Landbouwzaken. Spreekzaal. Haegsche
Brieven, I.?11: Teekening van Joh. Braakensiek.
Schaakspel, door dr. A. G. Olland. Damrubriek,
door K. C. de Jonge.
Bijvoegsel: De Zending vanwege de Ned. Begee
ring, aan den Paus. Teekening v. Joh. Braakensiek.
iiiiiiiiiiiiniiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIM
ROMA AETERNA
Gevraagd, om zoo spoedig mogelijk in
functie te treden: een vredesbemiddelaar.
Aanbiedingen bij Mevr. de Wed. Europa".
Er zouden waarschijnlijk niet veel brie
ven op inkomen! 't Is een vak, waar
niet velen in zijn. En dan nog, zooals
Grey b.v., die 't bij de Balkan-oorlogen
heeft geprobeerd, op 't oogenblik niet
eens vrij". Ook Bismarck's oude eer
lijke makelaarskantoor" is anderseitig
beschaftigt". Wie nog de beste getuigen"
zou kunnen overleggen, Theodoor
Roosevelt, omdat hij indertijd met succes
tusschen Japan en Rusland heeft ge
werkt, is, op zijn manier, stil gaan
leven.
Toch zal op een gegeven oogenblik
een bemiddelaar een kostbare vriend voor
de wereld zijn. De beslissende en duur
zame vrede ligt nog allesbehalve dichtbij.
Ja zelfs vergeten, wie hem zoo heel
dichtbij meenen te kunnen wenschen,
dat daarmede de beslissendheid en dus
de duurzaamheid, stellig niet gediend
zouden zijn ! Het klinkt hard, maar met
eene zoogenaamde portie remise" is de
wereld nooit lang gelukkig geweest.
In elk geval laat het zich evenwel, bij
de bijzonder geweldige verbittering tus
schen de strijdende machten, aanzien,
dat n voor de eerste toenaderingen,
n voor de verdere verhandelingen, een
bekwaam en gezaghebbend mediateur
een onmisbare figuur zal zijn. Bij de
meeste groote wereldvrede's heeft men
het niet zonder gekund. Het kasteel te
Rijswijk teekent daarvan nog een eigen
aardig bewijs, waar men van de bouw
orde profiteerde om de eene partij in
den rechter-, de andere in den linker
vleugel te doen vergaderen, en de
Zweedsche bemiddelaars, over wie de onder
handelingen liepen, in de middenzalen
er tusschen in.
Evenwel zal de bemiddelaarstaak niet
zijn die van een waardigen père noble, die
op een aardig oogenblik de twistenden
tot elkaar brengt met een goedmoedig:
ei kom nu, jongens, geeft elkander de
hand."
Wannér er te eeniger tijd gelegenheid
zaj, komen voor tusschenspraak, dan zal
dit een quaestie zijn van de allerhoogste en
allérbekwaamste staatsmanswijsheid. Niet
een kwestie van sentiment, maar van
beleid. Daarmede alleen zal op 't gege
ven oogenblik den oorlogvoerenden gou
vernementen het vereischte ontzag kunnen
worden afgevergd, en daardoor alleen
zuilen de tallooze voorzichtige stappen
en stapjes naar links en naar rechts
kunnen worden gezet, die de tegenstan
ders ten slotte tot elkander doen komen.
Waarschijnlijk heeft President Wilson
iu den aanvang gedroomd, zich voor
zulk een rol te mogen reserveeren. En
het mag nóg gezegd, dat de
Amerikaansche diplomaten sinds den oorlog zich
in allerlei plaatsen, een roep van bijzon
dere bekwaamheid en beteekenis, hebben
weten te verwerven. Het vrije en demo
cratische stelsel van bezetting der
ambassadeursposten, in de Vereenigde Staten
gevolgd, heeft tot dusverre een goeden
proef doorstaan. Doch met dit al is
het aan Amerika zélf, niet gelukt, het
vertrouwen van beide partijen gelijkelijk
te behouden. En indien het al tot 't eind
in vrede blijft, is 't zeer twijfelachtig of
te Washington nog iets te vinden zal
zijn van het hout, waaruit onder de ge
geven omstandigheden bemiddelaars kun
nen worden gesneden.
* *
*
Is het wonder, dat de gedachten tel
kens gaan naar het Vaticaan, waar
nu de zeer eenige plaats van Petrus'
stedehouder, ook voor de niet-katholieken
weer eens onmiskenbaar uitkomt?
Reeds opzichzelve is de positie van den
Paus in de internationale gemeenschap
eene geheel bijzondere; vorst, maar zonder
staat; machthebber, maar zonder last van
economische of militaire belangen;
heerscher, maar over alle nationale grenzen
en tegenstellingen heen; voorganger, uit
sluitend van zedelijken invloed.
Voeg daarbij, dat de merkwaardige
aanpassingsgave, der R. K. Kerk eigen,
haar ook nu weer lijkt te hebben gediend,
doordat sinds den oorlog op den zetel
van St. Pieter een priester is geplaatst
geworden, geschoold en gevormd in de
hooge diplomatie en staatkunde.
Het ware geen wonder, indien de
huidige omstandigheden het Vaticaan tot
een machtsfactor van beteekenis maken,
voor de vereffening van het wereld
conflict. En waar hiermede thans slechts
de vrede onder de menschen kan worden
gediend, zou het valsche spijtigheid zijn,
indien ook niet-katholieken hiervoor niet
een open oog hadden.
In den naam, welken een Paus bij zijn
optreden aanneemt, wordt veelal eene
aanwijzing gelegd omtrent het te ver
wachten beleid. Heeft BenedictusXV er
aan gedacht, dat 't een Benedictus XIII
was, die, nu bijkans twee eeuwen geleden,
het in twee tot de tanden gewapende
alliantie's verdeelde Europa, door zijne
interventie een tijdlang in rust heeft ge
houden?
'Tot dusverre is men aan het Vaticaan
er in geslaagd, allen schijn van eenzijdig
heid ten aanzien der oorlogvoerenden
te vermijden. De verkiezing van Bene
dictus XV werd aanvankelijk een succes
?voor de Entente mogendheden genoemd.
Omgekeerd heette het Vaticaan, waar n
Pruisen, n Beieren n Oostenrijk vaste
gezanten hadden, en daartegenover
allén 't andersgezinde Rusland, natuur
lijk onder Duitsche invloeden te staan.
Doch in werkelijkheid is van bijzondere
voorkeur intusschen niets gebleken.
De Curie te Rome heeft in de tegen
woordige internationale ver- en ontwik
kelingen, zeer zeker k wél een eigen
belang.
Haar streven is ongetwijfeld, aan hare
betrekking met de gezamenlijke mogend
heden (ook Frankrijk dus) sterker uit
drukking te geven; en de positie van
het Pausschap voortaan bij internationaal
tractaat verzekerd en geregeld te zien,
niet langer bij een enkele Wet van
't koningrijk Italië. Daarvoor zou zij zelfs
allicht de aanspraken op de wereldlijke
macht en de fictie der gevangenschap,
opgeven.
Er bestaat dus ook voor het Vaticaan
een eigen aanleiding, deel in de toe
komstige Europeesche onderhandelingen
te zoeken. Maar op de mogelijkheden
van bemiddeling, zal dit belangenpunt
zeker geen schaduw werpen !
Er zijn dus verschillende gronden om te
veronderstellen, dat ook nu weer zich
in het Eeuwige Rome een centrum van
internationalen staatkundigen invloed
zal ontwikkelen.
Ook Engeland heeft dit aanstonds in
gezien, door, het no popery" ter zijde
latend, eenen buitengewonen gezant
daarheen te zenden.
* *
*
En nu Nederland!
Al heeft men het nog weer willen demen
teeren : de reis van Dr. Nolens naar het
Vaticaan is voor onze Regeering met een
duidelijke bedoeling ondernomen: voor
bereiding van eene (voorloopig) tijdelijke
vertegenwoordiging van Nederland bij
den Paus.
En dat dit op 't oogenblik voor ons
land gezocht wordt, is goed.
Niet enkel op den idealistischen grond,
dat wij dan misschien ook aan dien kant
iets bij kunnen dragen, om den vrede
te bevorderen.
Maar tevens uit verschillende opzichten
van zeer reëele politiek. Het is al vaker
gezegd, dat de vredesonderhandelingen,
wie weet, ook onze belangen zeer
nauw kunnen beroeren. Niets is verstan
diger, dan waar wij maar kunnen, een
anker uit te brengen.
Te zeer en te lang had Nederland zich
vervreemd van de zaken der Europeesche
staatkunde, voorzoover deze niet 't idea
listische pacificisme betroffen. Daardoor
ontbreken nu waarschijnlijk de krachten,
om zelf aanstonds een zelfstandige in
vloedrijke werkzaamheid aan te vatten.
Doch met des te meer nauwgezetheid
moeten wij zorgen, dat het Land van
de Haag overal daar kan meespreken,
waar de algemeene, of zijne bijzondere
belangen aan de orde komen.
Natuurlijk zullen de plannen voor eene
tijdelijke zending, ook eerlang het her
stel van de geregelde diplomatieke ver
houding met het Vaticaan in zich bergen.
Dit is thans nog niet aan de orde.
Doch er is alvast geen reden, het te
betreuren.
Reeds een feit als de brief van onze
Koningin aan Leo XIII, toen deze buiten
de Haagsche Vredesconferentie was ge
bleven, deed gevoelen, hoe de opvattingen
zich gewijzigd hebben, sinds 187-2, toen
ons gezantschap bij den Paus door de
Tweede Kamer werd opgeheven.
Men heeft zich toen in tweeërlei op
zicht vergist. Voor verweer tegen de ge
vaarlijke kanten van ultramontanisme en
clericalisme, was deze verbreking zeker
eerder een falikant middel. En het Paus
schap is gebleven, wat velen meenden
dat het met 't verlies van den Kerkelijken
Staat zou ophouden te zijn: een instel
ling ook van invloed in de
wereldstaatkunde.
En dus is ook voor ons land, diplo
matieke verbinding gewenscht. v. H.
Er in geloopen
Ieder zal zich herinneren hoe schroomelijk
professor Lasson' zich namens de duitsche
Kultur geblameerd heeft. Het volgende ge
val is niet minder vermakelijk. In de Harpers
Weekly van 27 Maart 1915 schrijft de be
kende Upton Sinclair het ? volgende onder
den titel Niemand zoo verblind":
Hierbij gaat een gedichtje, Waaraan de
volgende kleine geschiedenis verbonden is,
die een eigenaardig licht werpt op de psy
chologie van sommige zoogenaamde Ameri
kanen. Het gebeurde dat mijn vrouw de tijd
verdreef, geduurende een ligte ongesteldheid,
met het schrijven van sonnetten, nu en dan
daarbij toegeevende aan een zwak voor die
gevaarlijke vorm van humor die men ironie
noemt. Zij bracht mij een sonnet, gericht
tot de al te vuurige verdeedigers der duitsche
Kultur en mijn opmerking was: Ik zou er
liever een verklarende titel booven zetten
anders neemen ze het nog voor ernst". Zij
antwoordde: Je kunt toch stellig niet be
doelen dat iemand zou denken dat het mij
ernst was!" Ik zei dat ik zeeker was dat de
gemiddelde pro-duitscher het zou slikken
zonder het minste vermoeden van satire.
Wij beslooten het verschil uit te maken
door een praktische proef. Het gedicht werd
zonder commentaar aangebooden aan het
Fatherland", het pro-duitsche orgaan te
New-York, en terstond kwam er een ant
woord van de Redactie met warmen dank
voor de bijdrage. Ik moet er bijvoegen, om
billijk te zijn jeegens mijn vrouw, dat ik nog
al eenigen teegenstand moest ooverwinnen
van haar kant, want zij vond het onaardig
van mij. Mijn antwoord was dat de Duitschers
in België ook niet zeer aardig waren en om
hun propaganda in Amerika te keeren, moeten
we de wapens gebruiken die we hebben.
We zien het pruissische kaste-sysleem, dat
zich tracht oover te planten op onze boodem
en de sympathie te winnen van onze demo
cratie. En stellig, als wij er niets teegenoover
stellen als ironie, dan blijven wij binnen
onze rechten. Als het eerste beginsel van
pruissische Kultur is om methodisch en
precies" te zijn, dan is het eerste beginsel
van amerikaansche Kultur" om een gevoel
voor humor te bewaren.
Mooge de beste Kultur" ooverwinnen.
CHALLENGE BY MRS. UPTON SINCLAIR.
The bugles call and flame-lipped cannons roar
and England's hostsare marchinginthedawn,
a nation's beardless youth, and dotards, hoar,
with hearts athirst, like England's heart, for
gore!
Oh, heart of England, rotting to the core !
That offers up your sons for sordid gain!
Oh, beardless youth and dotards hapless
spawn
of England's lust for power and wide domain!
Now mighty Qermans tramp your foggy isle,
to set it straight, its squalor, pride and vice;
and German ways, methodical and nice
make order in your filthy styes! Forsooth,
a people given up to sloth and guile,
arise through Qermany to Light and Truth!
Het mooiste van de geschiedenis komt
nog. Duitsche vrienden stuuren mij triom
fantelijk uitknipsels uit de B. Z. am Mitlag
en zelfs uit de Frankfurter Zeitung, met een
bulderende vertaling van het fameuze sonnet.
Der beriifimte Verfasser des Romans der
Sumpf' der seiner Zeit durch seine Enth
llungen ber die hygienischen Misstande
Chicagos ungeheures Aufsehen erregte, er hebt
riickhaltlos seine Slimme gegen England,
zegt de Frankfurter Zg. voor de volgende
vertaling:
Die Trommel blafft und die Trompete bellt.
Und England's Stoltz marchiert zur
Dammerung.
Bartlose Knaben denen Plünderung
das freche Herz wie England! dein Herz
schwellt.
O, Herz von England, bis zum Grund
verseucht,
das seine Söhne gibt aus Gier zum Gold.
Bartlose Knaben, die um schnöden Sold
ihr beutelüstern durch die Gassen keucht!
Nun, starker Deutscher, reit' durchs
Nebelland
und fass die Ziigel fest in stolzer Hand
und greif den Wurm der deine Ferse sticht!
Schaff endlich Ordnung in dem faulen Sumpf
und reiss das Unrecht aus mit Stiel und
Stumpf!
Du Deutscher, der du Wahrheit bringst und
Licht!
Men zou zeggen dat alleen de grootste
ijdelheid en het meest opgeblazen zelfgevoel
zoo verblind kan maken, dat men hierin de
ironie niet voelt. Het doet denken aan Bottom
uit de 'Midzomernachtsdroom, die door de
elven, met een keeten van bloemetjes, bij
zijn eezelsneus rond wordt geleid.
VAN EEDEN
Onder de auspiciën van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde is een her
druk verschenen van het Journael ofte
Gedenckwaardige Beschrijvinghe van de
Oost-Indische reyse van Willem IJsbrandsz.
Bontekoe." Dr. G. J. Hoogewerff, die uit
Italiaansche archieven een schat van gege
vens voor onze kunstschilders bezit, greep
terug naar een oude voorliefde, toen hij
zijne zorgen wijdde aan deze nieuwe uitgave
van het verhaal der lotgevallen van den
manhaften Hoornschen schipper.
Bij het doorbladeren van dit journaal
eenmaal een volksboek: mocht het dit we
derom worden! viel mijn oog op de
bekende passage, waar Bontekoe verhaalt,
hoe hij in de lucht vloog met zijn schip de
Nieu-Hoorn, waar in het ruim een brand
was ontstaan, die het kruit bereikte. Aldus:
En ick Willem Ysbrantsz. Bontekoe, doe
ter tijdt schipper, vloogh mede inde lucht:
wiste niet beter of ick most daer mede
steiven. Ick stack mijn handen en armen
nae den Hemel en riep: Daer vaer ick heen,
o Heer! weest mij, arme sondaar genadigh!""
Meende daermede mijn eijnde te hebben;
doch hadde evenwel in 't opvlieghen mijn
volle verstant, en bemerckte een licht in
mijn herte, dat noch met eenige
vrolijckheijdt vermenght was, soo 't scheen, en quam
alsoo wederom neer in 't water, tusschen
de stucken en planken van 't schip, dat heel
aan stucken was. In 't water leggende, kreegh
ich sulcke nieuwe couragie gelijck of ick
eerinieu mensch hadde gheweest. Toesiende,
soo lagh de groote mast aen mijneene zijd'
en de fockemast aan mijn ander zijd'; ick
klom op de groote mast en gingh daerop
leggen en sagh het werck eens over en seyd':
o Godt! hoe is dit schoone schip
vergaen, gelijck Sodoma en Gomorra.""
Een dergelijke gewaarwording hebben wij
allen gehad, toen in het vorig jaar de oorlog
uitbrak. Wij zeilden zoo lustigjes met het
schip De internationale samenleving"; wij
hadden den wind voor het lapje; wij hiel
den internationale congressen en werkten
druk aan de vredesbeweging en stichtten
een Hof van Arbitrage en bouwden een
vredespaleis totdat het vuur bij het kruit
kwam en De internationale samenleving"
in de lucht vloog: daar vaar ik heen, o
Heer! wees mij, arme zondaar, genadig! En
toen het schip heel aen stucken" was,
konden ook wij uitroepen: O God! hoe is
dit schoone schip vergaan, gelijk Sodom en
Gomorra !
Bontekoe was al gauw van den schrik
bekomen; de menschen van onzen tijd hebben,
anders dan hij, bij het opvliegen" hun volle
verstand" niet behouden, maar raakten het
kwijt; velen zoeken er nog naar of zijn zich
niet eens bewust, dat zij het verloren hebben.
Wie op een stuk neutraal wrakhout het veege
lijf hadden kunnen bergen, kregen het eerst
hunne bezinning terug, en begonnen gaande
weg weer plannen te maken voor het op
stapel zetten van een nieuwe Internationale
Samenleving". De Anti-Oorlog-Raad zette
zich lot het ontwerpen van een nieuw type,
een schip, dat veel hechter zal zijn dan het
oude en uit welks lading kruit of andere
ontploffende stoffen zorgvuldig zullen worden
geweerd; het schip is reeds gereed op
het papier! Zeker, geachte lezer, op het
papier: maar meent gij, dat er ooit een
schip van stapel is geloopen, dat niet eerst
op het papier slond?
Juist dezer dagen heeft de
Anti-OorlogRaad een manifest de wereld ingezonden,
met een minimum-programma, een pro
gramma van wat in elk geval deels door
internationale verdragen, deels door de wet
geving van ieder land zal moeten worden
verwezenlijkt om den wereldvrede te kunnen
handhaven.
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: ConfettC'.
In de neutrale landen heerscht eenige
onzekerheid omtrent hetgeen ze van een
overwinnend Duitschland te wachten heb
ben. Een onzer lezers ontving van zeer
vertrouwbare zijde een bericht uit Zweden,
dat om zijn geruststellend karakter ver
melding verdient.
Men weet, dat Zweden, zich steeds door
Rusland bedreigd voelend, naar Duitsche
zijde neigde.
Professor Ostwald en de Duitsche gezant
Reichenau deden al hun best die neiging
te versterken. De veldtocht van den
hoogleeraar is op een echec uitgeloopen, hij
maakte het te bont.
Nu moest ook de gezant Reichenau zijn
plaats verlaten. Toen hij aandrong op het
vormen van een Europeeschen Statenbond
onder Duitsche hegemonie, werden daar
tegen eenige bedenkingen in 't midden
gebracht.
Toen antwoordde de diplomaat woor
delijk het volgende: aber Sie würden ja
Ihre eigenen Briefmarken behalten dürfen."
Men zou dit voor een grapje kunnen
houden, maar de lezer staat er voor in, dat
dit woordelijk zoo in vollen ernst gezegd
is. Nu weet men het! Dat-is de vrijheid
die wij onder Duitsche hegemonie te wach
ten hebben. Welk een geruststelling!
Is het wonder dat de gezindheid in Zwe
den aanmerkelijk gewijzigd is ?
Het Ned. Correspondentiebureau meldde
uit Den Haag over den afgetreden
Duitschen gezant:
De aftredende gezant, die zijn ambt alhier
bekleedde van 21 Januari 1908 af, dus ruim
zeven jaren, als opvolger van den heer Von
Schlozer, wat niet alleen te 's-Gravenhage,
maar ook in vele kringen buiten de stad.
met name Amsterdam en Rotterdam, een
in hoog aanzien staande persoonlijkheid, van
erkende diplomatieke begaafdheid en die,
bij de vele aanrakingen welke hij, vooral in
deze hoogst ernstige tijden met de Neder
landsche ambtelijke wereld had, de blijken
gaf in hooge mate de eigenschappen te be
zitten, noodig voor de juiste vervulling van
den hem toevertrouwden gezantschapspost,
aan welke, naar mate ons land op internatio
naal gebied meerdere aandacht is gaan trek
ken, allengs drukkere en belangrijker
werkzaamheden werden verbonden, die een
tactisch optreden eischten, dat de heer Von
Muller steeds nauwkeurig toetste aan zijn
vurig streven om tusschen zijn land en het
onze de goede en vriendschappelijke betrek
kingen ongestoord te doen voortduren."
Deze zin, die f uit 't Duitsch vertaald
is of eenen Haagschen ministeriaalbeambte
uit de pen gevloeid, zal prachtig zijn als
opgave voor zinsontleding", bij 't examen
voor de Hoofdakte.
*
In Groningen is een merkwaardige vrou
wenbeweging ten gunste der geïnterneerde
Engelsche matrozen ontstaan. Het vrouwen
kiesrecht heeft zich hier duidelijk voor de
Engelschen verklaard. De gevolgen beloven
linguistisch, ethnologisch en cultureel zeer
belangwekkend te zullen worden.
*
Wat is eigenlijk het verschil tusschen
een mijn en een ijsberg?"
Aldus het Kamerlid Van Raalte, bij de
behandeling der zeeongevallenwet.
Inderdaad. Wie zou het weten?
Een slecht oogenblik daarvoor, zal iemand
meenen. De oorlog, die wat uitgedoofd
scheen, vlamt overal weer op. De gealli
eerden beginnen juist nu ernst te maken
met hun tweede poging om de Dardenellen
te forceeren. In Vlaanderen hebben de Duit
schers het offensief weer genomen en is er
een slag begonnen, die misschien straks zal
woeden over het heele front tusschen de
Noordzee en la Bassée. Engeland heeft zijne
havens gesloten en is wellicht bezig aan
stalten te maken voor een groote actie ter
zee, een landing in Vlaanderen of de hemel
weet wat. In de Karpathen rusten beide
partijen op het oogenblik even uit, maar
elke week kan de geweldige strijd daar weer
een aanvang nemen.
Inderdaad, het ziet er nog niet naar vrede
uit, al zijn de vredesvrouwtjes deze week
op Nederland neergesireken. Maar wie een
duurzamen vrede willen voorbereiden, doen
wijs met niet te wachten, totdat de laatste
gianaat in dezen oorlog is verschoten. Zoo
bij de aanstaande vredesonderhandelingen
de volken hun wil zullen doen gelden, dient
reeds lang van tevoren beraadslaging over
den inhoud van den vrede te worden geopend.
Het is een gelukkig teeken, dat ook in
de oorlogvoerende landen de felle gezind
heid begint te luwen en de gedachten zich
op vrede richten. In Duitschland verheffen
zich meer en meer stemmen tegen het pre
diken van haat tusschen de volken, met
name van haat tegen Engeland. De Vorwarts
had dezer dagen een artikel, waarin zeer