Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 Mei '15. No. 1975
gegeven mag worden, dat dit geen markt
is van beurshandelaren en dat het
beursbestuur geen steun aan de beweging geeft.
Het is dan ook volmaakt duidelijk, dat de
tegenwoordige reusachtige omzetten hun
oorsprong vinden buiten de Beurs, maar
daarmede wil niet gezegd worden.dat de Beurs
niet bij machte zoude zijn, de beweging
binnen behoorlijke perken te houden.
Indien er geene manipulatie zoude bestaan,
hoe kan men dan den plotselingen stortvloed
van kooporders in fondsen, waarin vroeger
nagenoeg niets omging, verklaren? ?
Men mag aannemen, dat een aantal der
aandeelensoorten, waarvan de koersen zoo
wild opgedreven zijn, belangrijke innerlijke
waarde nebben, maar die waarde moet nog
proefondervindinglijk aangetoond worden
en middelerwijl worden toekomstige voor
uitzichten gedisconteerd in eene mate, waar
van de toeschouwer paf blijft staan. Daarop
zoude men reeds moeten wijzen, indien de
rijzende koersbeweging kon beschouwd
worden als het resultaat van legitieme of
zelfs van speculatieve belegging.
Maar de oogverblindende bewegingen, die
thans aan de Beurs plaats hebben, kunnen
niet aan zoodanige motieven toegeschreven
worden. Zoo aandeelen als die der Betlehem
Steel- en Qeneral Motors, die bij de tegen
woordige beweging het meest de aandacht
trokken, al mogen beschouwd worden als
te behooren tot de betere klasse van die
soort van waarden, er zijn vele andere soorten,
die eveneens werktuigen in de handen der
manipulanten zijn geworden en die tot eene
geheel verschillende categorie behooren.
Opmerkelijk is het, dat tot gisteren (9
April, maar ook daarin is sedert verande
ring gekomen) de zoogenaamde standaard
waarden slechts weinig de aandacht trokken
van hen, die de tegenwoordige beweging in
scène gezet hebben. Het waren de zooge
naamde specialiteiten en meer bepaaldelijk
de industrieele specialiteiten, waarop zij zich
toelegden.
Het verdient verder de aandacht, dat bijna
al de speciale fondsen, die zoo onder han
den genomen zijn, tot de niet-dividend be
talende behooren, maar ten aanzien waarvan
het mogelijk is de verbeeldingskracht op te
wekken, dat in de toekomst schitterende
beloften zijn opgesloten. Erkend moet wor
den, dat de beheerders der ondernemingen
veel zorgvuldiger zijn in hunne toekomst
voorspellingen dan zij, die de markt
manipuleeren. Enkele dezer bezittingen hebben,
het moet erkend worden, een vrij zekere
kans vroeger of later dividend te zullen
betalen, maar van anderen is het meer
waarschijnlijk, dat zij slechts een lersch
dividend" zullen krijgen, d. w. z. zullen moe
ten bijstorten".
Het meest betreurenswaardige in de tegen
woordige tactiek is, dat zij het goede publiek
uit de markt drijft en daardoor de kansen
vernietigt op eene blijvende verbetering in
waarden, die van onschatbare waarde zoude
zjjn niet alleen voor financieele kringen,
maar voor de geheele zakenwereld, omdat
daardoor de ondernemingsgeest zoude op
gewekt worden. Wanneer aandeelen 30 pCt.
op een dag stijgen en wanneer de koersen
tusschen opeenvolgende transactiën op
een zelfden dag 3 of 5 en zelfs 10 pCt.
fluctueeren, dan kan de buitenstaander
slechts tot ne conclusie komen, nml.
dat 't het veiligst is er buiten te blijven, en
het spel overtelaten aan de habitué's."
De beweging heeft thans verscheidene
achtereenvolgende weken aangehouden,
Dagelijks werden de manipulanten brutaler
en in de afgeloopen week scheen het wel
alsof zij, waanzinnig geworden door succes,
hun hoofd geheel verloren hebben en zich
verbeelden, dat er geen paal en perk aan
hunne roekeloosheid kan gesteld worden
zonder bezwaar voor noodlottige gevolgen.
En voorts besluit het blad zijn artikel:
De toestand schijnt groote gevaren in zich
te sluiten. Ruimere inzichten wijzen er ook
op, dat bijzondere voorzorgen moeten in
acht genomen worden. De Europeesche
oorlog blijft aanhouden en wij moeten ons
op mogelijke onaangename verrassingen
voorbereid houden. De voornaamste Euro
peesche mogendheden worden dagelijks
dieper en dieper in schuld bedolven en de
reserve van de Engelsche Bank is slechts
weinig meer dan 18 pet. Ons eigen finan
cieel huis bevindt zich in goeden staat,
maar eene uitbarsting aan de Beurs kan
allicht tot ernstige gevolgen leiden."
Ook van andere zijden uit New-York
ontvangen berichten wijzen er op, dat men
in financieele kringen aldaar de wilde, be
wegingen aan de Beurs met bezorgdheid
ziet. Enkele takken van bedrijf mogen van
den Europeeschen oorlog'tijdelijk profiteeren,
de algemeene gang van zaken is echter nog
weinig bevredigend.
Te oordeelen naar sommige berichten,
die vrij plausibel schijnen, gaat de tegen
woordige beweging dan ook volstrekt niet
van New-York uit, maar moet haar oorsprong
in het Westen gezocht worden. Meer dan
eenig ander deel van het uitgestrekte gebied
der Vereenigde Staten heeft het Westen van
MIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIII
Haegsche brieven
i
De Besognekamer, 30 April 1915
Hooggeschatte Heer,
In de eerste dagen van Augustus van het
vorig jaar heeft mijn neef Joan, die helaas
te Delft en niet te Leiden wilde studeeren,
geheel toevallig op Schevêningen een jongen
Pool ontmoet, die door het oorlogsnoodlot
op onze eerste Nederlandsche badplaats was
gestrand. Daar de beide jongelui blijkbaar
goed met elkaar overeenstemden, heb ik mij
over den jongen vreemdeling ontfermd en
hem Joan ter wille een paar maal te
mijnent ontvangen. De jonge man, student
aan de Technische Hoogeschool te Lemberg,
'droomde van een vernieuwd Polen, waarover
een Oostenrijksch Aartshertog dan koning
zou moeten zijn. Och ja, de jeugd droomt
nog zelfs in de jaren 1914 en 1915!
Een paar dargen geleden trof ik den jongen
vreemdeling in de leeszaal van de Koninklijke
Bibliotheek. Hij vroeg mij vriendelijk mij
naar mijne woning te mogen begeleiden en
verstoorde onderweg opeens mijn gemoeds
rust met deze vraag: Bitte, was soll denn
aber deftig" meinen?"
Mijn antwoord was een breed handgebaar,
dat de omgeving aanduidde; we waren van
de Kazernestraat op het Lange Voorhout
gekomen en in die randwijzende beweging
Wederom uit voorraad leverbaar
de verschillende typen
ADJLE K-Automobielen.
Prima materialen,zuivere af werking en zeer
nauwkeurig monteeren maakt de
Adlerauto tot een der meest gewilde merken.
GARAGE NEFKENS,
Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd.
lllllllllllllllllliiiiiiiiiiliiiiiiliiiiiiililiiiiiiiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiii mum
de hooge graanprijzen geprofiteerd en schijnt
de voorspoed der farmers aldaar tot een
outburst" van speculatie geleid te hebben.
Vallende op een markt, die door blokkade van
fondsen,minimum prijzen enz..uiterst geschikt
was om aan eene dergelijke beweging voedsel
te geven, schijnt de vraag naar speculatie
waarden uit het Westen den eersten stoot
gegeven te hebben tot de opdrijving der
koersen. Handige manipulanten te New-York
en andere hoofdplaatsen hebben daarvan
later gebruik gemaakt om de markt verder
op te zetten, waarbij zij krachtig geholpen
werden door de bovenbedoelde schaarschte
van marktmateriaal en het feit, dat het
meerendeel der aankoopen voor het Westen
contant betaald en opgenomen werden.
Dat dit echter geenszins een waarborg is,
dat de beweging kan aanhouden, behoeft
wel niet gezegd te worden. En evenals in
1904 eene overdrijving van machtige
financieele groepen gevolgd is door een r-ich
maris panic", zoo zal deze beweging wel
eens kunnen eindigen in een paniek van de
rijk geworden farmers. Zoolang de beweging
echter aanhoudt, kan men nog vreemde
dingen zien gebeuren.
Dit neemt echter niet weg, dat de toestand
gevaarlijk is en onthouding en, waar mogelijk,
afwikkeling van engagementen het wacht
woord moet zijn. Want levert het mededoen
aan de wilde opgaande beweging van Amerika
zijne ernstige gevaren op, zoo mogelijk nog
gevaarlijker is het tegen den stroom te willen
ingaan.
J. D. SANTILHANO
Landbouwgewassen *)
Het aantal Nederlandsche leerboeken over
de techniek van den landbouw neemt in de
laatste jaren niet alleen toe, wat met .het
oog op de sterke uitbreiding van het land
bouwonderwijs zeer verklaarbaar is, maar
ook het karakter dezer werken heeft zich,
vergeleken bij een twintig jaren geleden,
belangrijk gewijzigd. In zooverre namelijk
vooral, dat minder de studeerkamer en het
buitenlandsche voorbeeld en meer de Neder
landsche praktijk zich bij de samenstelling
doet gelden. Dit mag inzonderheid het hier
aangekondigde werk als een verdienste
worden aangerekend. Daarbij is het in een
klaren, bevattelijken stijl geschreven en wordt
bijzondere aandacht geschonken aan onder
werpen, die in dezen tijd vooral aan de
orde zijn, zooals o. a. het vraagstuk der
veredeling van landbouwgewassen.
De schrijver heeft het boek in de eerste
plaats bestemd voor het onderwijs aan
Rijkslandbouwwinterscholen en de lessen aan
onderwijzers, die studeeren voor de acte
landbouwkunde. Hij verwacht echter, dat
practische landbouwers er ook eene goede
handleiding in zullen vinden en zal in die
verwachting niet bedrogen worden.
J. SMID
*) De teelt der Landbouwgewassen, door
C. A. J. M. de Gier, Rijkslandbouwleeraar
voor Limburg te Sittard. Uitgave W. E. J.
Tjeenk Willink te Zwolle. Prijs ing. f2.50;
geb. f3.
Fort Pampus, 24 April,1915
Geachte Redactie,
Het zij mij vergund een opmerking te
maken naar aanleiding van de
Braakensiekplaat, voorkomende op bl. 11 van het laatste
nommer van uw Weekblad. Deze plaat geeft
den toestand geheel onjuist weer, een toe
stand, die niet geschapen is door de door
u bedoelde legerorder van den opperbevel
hebber, maar een die bestaat sedert de in
voering van de nieuwe uniform, vastgesteld
bij K. B. van 7 Sept. 1912 No. 41.
Die uniform is beschreven jn het z.g.
boekwerk uniformen"; een der bepalingen
met mijn hand lag heel mijn antwoord be
sloten. Dit is deftig!", zeide mijn gebaar
en ik wees naar de verzorgde omgeving,
waaraan de tijd, en ook de tijd alleen, zijn
gloriekrans heeft gehecht.
Teneinde het jongemensch nader in te
lichten, heb ik op een wandeling over Lange
en Korte Voorhout, Princessegracht, Koning
innegracht en wat daar meer bij annex is,
trachten uit te leggen, wat deftig nu eigenlijk
is. Begonnen ben ik met hem eens en vooral
goed in het geheugen te prenten, uut deftig
is een Nederlandsch woord, dat er voor
deftig geen equivalent bestaat in het Duitsch,
Engelsch, of Fransch.
Wat deftig dan wel is?
Het is het hoogste goed, het innigste ge
luk, van den Hollander, van den Hagenaar
vooral, want van alle Hollanders is de Hage
naar het allerdeftigst. De Hollanders hebben
een gewoonte, de Hagenaars zelfs een levens
doel: dè/tig te zijn!
Voor deftigheid is geld geen vereischte,
maar zonder fortuin is de ware deftigheid
toch bezwaarlijk te behalen. Groote rijk
dom is echter met deftigheid feitelijk
onvereenigbaar. Alles wat niet in-, in-,
innigHollandsch is, kan uit aard, wezen en
bestemming niet deftig wezen.
Zoo is te 's-Gravenhage, om een klassiek
voorbeeld te noemen, alle kapitaal uit Indië
afkomstig, eens en voor altijd niet deftig.
Men kan millioenen verdiend hebben in
welk koloniaal product ook, zonder ooit
deftig te kunnen worden. Het is of de reuk
daarin (punt 28 op bl. 84) luidt, dat de pet
uitsluitend wordt gedragen (behalve door
officieren) door onderofficieren, en trompet
ters, cadetten en leerlingen van scholen voor
verlofsofficieren. De overigen (korporaals en
manschappen) dragen dus in de gevallen,
waarin de onderofficieren de pet dragen, b.v.
wanneer zij buiten dienst uitgaan, de schako.
Aangezien echter, zooals de Nieuwe Courant
in zijn hoofdartikel van het Avondblad van
30 Dec. v. j. zoo hard, maar zoo volkomen
juist zegt in ons leger de slechte gewoonte
(bestaat) om voorschriften en orders niet op
te volgen", was langzamerhand, in afwijking
van het bedoelde Kon. Besluit, het dragen
van de pet door korporaals en manschappen
vrij algemeen geworden en was tegen dit
euvel door de verantwoordelijke chefs niet
of niet voldoende opgetreden.
Om aan dit euvel (niet zoozeer het dragen
van de pet als wel de afwijking der bestaande
voorschriften) een eind te maken, althans een
poging daartoe aan te wenden, want door
jarenlange ondervinding geleerd, vermoed ik,
dat niet de noodige medewerking zal worden
verleend: het is toch zoo lastig! heeft de
opperbevelhebber de door den teekenaar be
lachelijk gemaakte legerorder uitgevaardigd.
Hel belang van 's Lands weerbaarheid wordt
niet geschaad door het dragen van de pet
als zoodanig, doch wel door het voortdurend
overtreden van de gegeven orders en voor
schriften, en het onvoldoend of in het geheel
niet waken hiertegen, en dat is, ik herhaal
het, een gewoonte in ons leger.
Het doet mij leed, dat u, blijkbaar onvol
doende voorgelicht, door deze plaat en het
bijschrift hebt geholpen om de krijgstucht
te ondermijnen, die toch al zoo bedroevend
slecht is. Zeker zou het in het belang van
's Lands weerbaarheid wezen, wanneer u
ervan in uw volgend nummer blijk gaaft,
door mijn woorden overtuigd te wezen.
Mocht u daartoe dit schrijven zelve willen
bezigen, dan geef ik u daarvoor, mits met
mijn naam onderteekend, volkomen en gaarne
alle volmacht.
Met verschuldigde achting verblijve
Uw dw.
W. VAN MAANEN
Kapitein der Artillerie
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto I.eekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
L. te A. Vanwaar komt het woord Boches
voor Duitschers?
De oorsprong van het woord boche" is
aan geen enkelen Franschman bekend. Het
heeft als familiare en minachtende benaming
voor alles wat Duitsch is, mensen zoowel
als voorwerp, vooral sedert het uitbreken
van den jongsten oorlog algemeene bekend
heid verkregen. Het woord is echter geens
zins van den laatsten tijd, daar de uitdruk
king Alboche voor alles wat Duitsch is reeds
sedert jaren voorkomt in de woordenlijsten
van het argot, en dan wordt verklaard als
synoniem met bedrieger, leugenaar, dronk
aard, barbaar, wreedaard, beul, onmenschelijk
wezen. Zooals gewoonlijk het geval is, kwam
het woord reeds lang in de spreektaal voor
alvorens het in eenig geschrift werd opge
nomen.
Er komen in het fransche argot meer
woorden voor met den uitgang oche",
immers men vindt nog fantaboche
(infanterist), rigolboche (prettig), bidoche (vleesch),
filoche (beurs), hanoche (merrie), moche
(slecht), piloche(tand), santoche(herberg)ienz.
Ook in de gewone fransche spreektaal komen
woorden met den uitgang oche" voor,
zooals: bamboche (dreumes), caboche (hoofd),
fantoche (marionet), mioche (kleuter), sacoche
(zadeltasch), terwijl het woord boche" nog
wordt aangetroffen in de zegswijzen: |e
ne suis pourtant pas une boche" (une béte),
en tète de boche" (de bois). Misschien moet
de oorsprong van het woord in deze
beteekenis gezocht worden. Dat het zou afgeleid
zijn van Teutobochus (in het Fransch
Teutoboche), een Teutonsche vorst die door
den romeinschen veldoverste Marius werd
overwonnen, schijnt minder juist te zijn, en
wel op grond dat het woord boche" altijd
een populair woord is geweest en Teuto
bochus slechts bij enkele geleerden bekend
is. Ook de afleiding van boche" van
allobroge (vlegel, ongelikte beer) is niet waar
schijnlijk.
van de petroleum zich voorgoed heeft ge
hecht aan het geld van de
petroleumkoningen. Geen reiniging kan hier baten:
het geld in petroleum verdiend, blijft
passez Ie mot! stinken! Het doet er
niet toe, dat een Romeinsch Keizer, nu
alweer tweeduizend jaar geleden, gezegd
heeft, dat geld niet stinkt. Deze Romein
kende de Indische petroleum niet, maar zeer
zeker was de Hollandsche deftigheid hem
nog veel meer onbekend.
Bovendien, deftigheid is niet vereenigbaar
met handel en nijverheid, alleen met het
agrariërschap kan het samengaan. Duizend
tallen H.A. land bezitten en deftig blijven,
het is mogelijk; duizendtallen werklieden
in dienst hebben, doodt onvermijdelijk alle
deftigheid.
Maar de eigenlijke, de ware, deftigheid
verbindt haar lot aan Vorst en Vaderland;
alle ambtelijke posten en postjens komen
in aanmerking. Een heel geëerd ambt is
dat van dijkgraaf de klank alleen, niet
waar ?
Dat de Nederlandsche ministers nog steeds
niet als hun Duitsche, Fransche, of Engelsche
collega's in ambtswoningen huizen, is de
schuld van onze vaderlandsche deftigheid;
men hangt in een dergelijk huis, dat nog
naar den ambtsvoorganger riekt, geen por
tretten van zijn voorouders. De werkelijk
deftige Hollanders houden zich bovendien
thans minder met de politiek onledig, dan voor
vijftig, voor vijfentwintig jaar nog, het geval
is geweest. De heer Troelstra b.v. is een
Oorspronkelijke teekening van Joan Collette
... die heeft geschoten"
RIJM-KRONYCK
X. Aan Van Schoonhoven
Het Hemelsche gerecht heeft veertig lange
jaren
u op het hoog tooneel een eereplaats gegund,
en heeft ook 't lief en leed uw haren
wat gedund ,
het heeft 't sonoor geluid der stem u doen
bewaren.
Voor burgemeesteren en talloos yele raden
hebt ge als Aemstel's Heer den fieren trots
getoond,
waarmee een stedehoofd zich graag de slapen
kroont...
... en dit is ook al iets, dat hier niet erg
kan schaden ...
Al heeft Van Riemsdijk u als dronkaard
laten dansen,
al heeft eens mevrouw Mann den schedel
u gekloofd,
... ge stondt daar op uw feest te midden
uwer kransen,
ontdaan van aardschen praal, en met ge
schoren hoofd,
zooals ge werk'lijk zijt: een man, die in de
kansen,
die 't leven hem nog biedt, vol vrome hoop
gelooft.
XI. Zij mogen hem niet hoor en!
(Naar aanleiding van Toorop's eisch, dat het por
tret van monseigneur Callier, en het doek van het
H. Avondmaal verwijderd zouden worden uit de zaal,
waar Louis Couperus lezen zou.]
Zij mogen hem niet hooren,
dien wuften Hagenaar,...
Apostels, wendt uw ooren,
en luistert er niet naar!
Uw scherp gestijlde trekken
wendt ijlings naar den wand,
en schut uw strakke oogen
met uwe slanke hand.
Jan Toorop heeft gesproken:
Wie er de kunstzaal Roos,
den tempel mijnes werken,
tot plaats der lezing koos,
die meerdere attractie
Couperus geven zal
dien noem ik zonder schromen
bourgeois monumental".
En, zou het moeten wezen,
dat het dan toch geschiedt,
dan zij 't onder de oogen
van mijn Apostels niét!
Zij mogen hem niet hooren,
dien zingenden cadë,
mijn ernstige Apostels
en monseigneur Callier!
Dus neemt hen van de wanden,
en houdt dan uw soiree ...
... het werk van mijne handen
is geen
spectacle-coupërus.
MELIS STOKE
[ April 1914-April 1915
We doorleven dure tijden onze huis
vrouwen weten er in de eerste plaats van
mede te praten en velen'harer vragen zich
niet zonder bekommering af, hoe dat moet
loopen: de man geen cent meer verdienste,
vaak zelfs heel wat minder, en de levens
middelen steeds duurder.
Die duurte valt over de geheele linie"
waar te nemen. Al wat noodig is ter vol
doening aan de dagelijksche behoeften, is
in prijs opgeslagen en al is dat soms maar
enkele centen, zoo ooit, dan wordt hierhij
bewaarheid het aloude gezegde, dat veel
kleintjes n groote maken.
Wie dat duidelijk wil bemerken, sla maar
eens op een prijscourant van verleden jaar
naast die van thans.
Wij hebben voor ons liggen een dergelijke
publicatie van de winkelvereeniging Eigen
Hulp" alhier van April 1914 en daarnaast
een van dezelfde maand van dit jaar.
De volgende bloemlezing is er aan ont
leend, met eerst de cijfers van verleden jaar,
daarnaast die van dit oogenblik:
Koffie per pond f 0.74
Appelstroop . . 0.20
Gewone stroop 0.12Va
Suiker 0.25
heel net man, als ondervoorzitter van de
Tweede Kamer draagt hij een goed-zittenden
rok, hij heeft fatsoenlijke nagels, mitsgaders
andere vaderlandsche deugden, maar hij is
niet deftig, en zal nooit deftig worden. Men
kan toch niet iedereen in zijn woning ont
vangen en de heer Troelstra is ondanks
zijn bezoek aan 't Loo en zijn ondervoor
zitterschap van de Tweede Kamer feitelijk
iedereen gebleven.
Het lidmaatschap van de Eerste Kamer
is deftig gebleven (al zijn de heeren Van
Kol en Polak twee leelijke vlekken in den
glanzenden spiegel van den Nederlandsche
Senaat), want het gemis van de tweeduizend
gulden vergoeding doet de Senaat deftig
blijven, vergroft daarentegen de honderd
wijzen in de oude danszaal aan de overzijde
van het Binnenhof. Dat is ook immer mijn
vreugde bij de Staten geweest Statenleden
krijgen geen tractement. Bovendien waren
er in mijn tijd nog geen leden van de
S. D. A. P. in de Staten. Hoe vervlakt thans
alles in de politiek en het bestuur zelfs
in mijn oude Staten!
De Hollandsche deftigheid moge de fraaiste
plant zijn in den vaderlandschen hof, zij is
in ieder geval een teere plant, die dra ver
welkt. En van deze teere plant is de
Haagschedeftigheid ongetwijfeld deallerfijnsteloot.
Men moge vrij zeggen, dat de letterkunde,
die men van '80 gewoon is te noemen, het
pleit gewonnen heeft; nooit of te nimmer
zal deze letterkunde deftig wezen. Deftig is
en blijft De Gids op het gebied van het
f
Basterd suiker.
Cacao
Rijst
Tarwebloem . .
Groene erwten.
Witte boonen .
Patentolie. . . .
Edammer kaas.
Lucifers
Rundvl.(rollade)
Lappen
Kalfsvleesch . .
Varkensvleesch
K.G.
pond
n
kop
liter
stuk
pak
K.G.
0.25
1.30
0.12%
0.12V*
0.19
0.23
0.50
1.90
0.06 J/2
1.40
1.20
1.60
1.20
0.76
0.25
0.15
0.28 V
0.27i/2
1.80
0.15
0.16
0.25
0.30
0.70
2.10
0.09%
1.50
1.30
1.70
1.40
Maar we willen onzen huismoeders toch
een troost geven, zij het ook een mageren
troost. Hare groot- en over-grootmoeders
hebben zwaarder tijd doorgemaakt dan we
thans doorleven. Want ze hebben de erger
nissen van het Continentale Stelsel mogen
genieten", hetwelk deel uitmaakte van de
verdelgingspolitiek, door Napoleon I tegen
Engeland ondernomen.
Het gevolg daarvan was, dat koloniale
waren zoo razend duur werden, dat ze voor
middelslag burgers haast niet te krijgen waren.
Een bewijs daarvoor levert ons een Prijs
courant met de belasting volgens tarif, zoo
als met de maand September 1810de onder
staande coloniale waren in de winkels bij 't
Pondt kunnen verkogt worden."
We ontleenen er de volgende noteerin
gen aan:
Gebrande koffie 44 stuivers
Broodsuiker 38-40
Bruine kandij 36 stuivers
Stroop 12 stuivers
Thee 4 - 6 gulden
Rijst 7?8 stuivers
Ceylonkaneel f 14 (nu f 1.50)
Notenmuskaat f 44 (nu f 1.?)
Foelie f 44 (nu f 1.?)
Nagelen f 5 (nu f 1.25)
Bruine peper 38 stuivers (nu f 1.10).
Het is maar een kleine bloemlezing, doch
o. i. wel een sprekend staatje, bewijzend
dat het nog erger kon wezen dan thans het
geval is en dat men er toch door is
gekomen!
K.
maandschrift, en deftig is en blijft de Nieuwe
Rotterdamsche Courant op het terrein van
het dagblad-wezen.
Dus Speenhoff is niet deftig?," vroeg de
jonge PooJ, terwijl hij wees op een aanplak
biljet, waarop de naam van dezen heer stond
gedrukt. Wrevelig heb ik mijn schouders
opgehaald. Speenhoff deftig? Hoe komt die
jonge snuiter daarbij?
Ich verstehe leider nur in Holland sei
dèftigheid eine schwere Aufgabe zum lösen
wenigstens wenn man Auslander ist!"
Aan veelheid van woorden ontbreekt
overreding niet!"
Toen ik op den Ouden Scheveningschen
Weg van den jongen Poolschen vriend van
mijn neef Joan afscheid nam, besefte ik wel,
dat hem het Hollandsche begrip deftig nog
niet heelemaal duidelijk was. Ik had voor
Poolsche, dooveman's ooren gepreekt.
Het voorvalletje achtte ik nochtans van
voldoende belang om er U, Hooggeschatte
Heer, mede in kennis te stellen. Wellicht is
het een onderwerp voor Uw blad, hoewel
de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat ook
gij, op Uw beurt, voor Hollandsche doove
man's ooren zult spreken.
Met gevoelens van vriendschap en
hoogachting,
Uw
Jhr. mr. dr. ERNESTE VAN L. 't H.
(Oud-1.'d van de '-laten van Zuiii-Hotland.)