Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND'
2 Mei '15. No. 1975 -J
nuchter, want: de betrekkingen tusschen
volken en staten moeten geregeld worden
door economische beginselen; het is en zal
altijd een gevaar zijn, als zij zich regelen
naar gevoelsargumenten, die persoonlijk zijn
en wisselen" werd aangetoond, hoe on
zinnig het zou zijn als de haat het klaar
speelde de Engelsche en de Fransche markt
voor den Ouitschen uitvoer te bederven of
in Rusland de markt voor Duitsche indus
trieproducten, die nog zoozeer kan worden
uitgebreid, te sluiten. Het zaad van den haat
doet ook de Duitsche nijverheid, den
Duitschen arbeiders schade. De leus God straffe
Engeland!" beteekent ook: God straffe de
Duitsche nijverheid, den Duitschen handel,
de Duitsche arbeiders!"
Men mag verwachten, dat gaandeweg ook
in de oorlogvoerende landen het verlangen
naar het herstel van de internationale be
trekkingen sterker zal worden, en men moet
hopen, dat de volken zich ervan bewust
worden, dat zij zelf, door middel hunner
vertegenwoordigers, die betrekkingen moeten
regelen.
Een van de punten van het
MinimumProgram", dat de Anti-Oorlog-Raad op
stelde, is: Medezeggenschap van de volks
vertegenwoordigingen in de buitenlandsche
staatkunde. Nietigheid van geheime ver
dragen."
In het Manifest", dat aan het
MinimumPrögramma" voorafgaat, leest men, ter
toelichting van bovenstaanden eisch:
Het evenwicht der machten als grond
gedachte van het stelsel der Europeesche
politiek heeft niet alleen den vrede niet
kunnen verzekeren, maar integendeel den
naijver geprikkeld en van iedere plaatselijke
botsing een ernstig gevaar voor den wereld
vrede gemaakt. In het duister der diplomatie
en der geheime verdragen werd de spanning
al meer ondraaglijk."
De tijd is nu gekomen, dat ook de vol
ken een woord moeten medespreken. De
buitenlandsche politiek moet niet langer het
uitsluitend domein zijn van een kleinen
kring van beroepsdiplomaten, een stelsel dat
thans opvolslagen mislukking uitliep. Nieuwe
banen moeten worden betreden; nieuwe
krachten moeten worden te hulp geroepen."
Met die woorden stemmen wij van
ganscher harte in. Er is een tijd geweest, dat
de diplomatie kon worden genoemd: de
vervoeging, in alle tijden en alle wijzen,
van het werkwoord: ik bedrieg. Moderne
diplomaten, als Bismarck, speelden schijn
baar open kaart; meer dan schijn was het
niet. In het geheim werden de afspraken
gemaakt, die volkeren bonden om samen
oorlog te voeren; in het geheim de verdra
gen gesloten, waardoor groepen van volke
ren tegenover elkaar worden gesteld. De
diplomatie maakte uit, of een volk in een
oorlog zou worden betrokken of er buiten
zou blijven; zij maakt het nog uit; ziet naar
Griekenland, naar Roemenië, naar Italië!
Wij beweren niet, dat beroepsdiplomaten,
louter uit zucht tot intriges of uit hartstocht
voor het gevaarlijke spel, dat zij hebben te
spelen, verbonden sluiten of oorlogen ver
wekken; wij gelooven integendeel, dat zij
zich bij hunne handelingen laten leiden door
wat zij voor het belang van hun volk houden.
Maar wij meenen ook, dat het gevaar van
oorlog zal afnemen, naarmate de vertegen
woordigers van het volk meer invloed zullen
kunnen uitoefenen op de regeling der inter
nationale betrekkingen. Want wij hebben
het reeds uitgesproken in een van onze voor
gaande artikelen het volk in zijn geheel
wenscht bijna overal den vrede.
Maar behalve op de diplomatie, zal de
volksvertegenwoordiging ook toezicht moe
ten houden op het werk van den generalen
staf; die is, in de groote landen, mede een
van de oorzaken, die oorlog hebben verwekt.
Toezicht houden ook hierop, dat een oor
logsplan niet als van zelf sprekend aanneemt,
dat de onzijdigheid van een klein volk zal
worden geschonden, wanneer een doormarsch
door zijn gebied strategisch voordeel aanbiedt.
Een oorlogsplan maar sturen wij dan
niet op den wereldvrede aan ? Zeker; maar
wij achten het niet waarschijnlijk, dat dit
doel reeds morgen wordt bereikt. Het
Minimum-Program", door den
Anti-OorlogRaad opgesteld, zal nog jaren lang een
Maximum-Program" blijken te zijn.
Lichamelijke Volksopvoeding
Het Programma van de Eischen van
Voorgeoefendheid
In mijn vorig artikel heb ik de weinig
gunstige resultaten, die bij het onderzoek
naar de voorgeoefendheid werden bereikt,
geweten aan de gebrekkige voorbereiding
zoowel direct als indirect der candidaten
als onmiddellijk gevolg van de zeer onvol
doende regeling der lichamelijke opvoeding
van de Nederlandsche Jeugd en in verband
daarmede werd op de noodzakelijkheid van
de oprichting van een centrale inrichting
voor de vorming van lichamelijke-opyoeders
gewezen, eene behoefte trouwens, die reeds
sedert lange jafen van verschillende zijden
in het licht is
gesteld.Thans rijst, geheel afgescheiden van het
feit of in die behoefte al dan niet op afdoende
wijze is voorzien, de vraag: Geeft het pro
gramma van de eischen van voorgeoefend
heid, bedoeld in artikel 70 der Militie-wet,
inderdaad voldoende waarborg, eenerzijds,
dat zij, die aan de eischen voldoen, ook
alleszins lichamelijk geschikt zijn voor den
militairen dienst en anderzijds dat zij, welke
niet voldoende lichamelijk geschikt zijn,
aan de eischen ook niet zullen kunnen vol
doen m. a. w. krijgt men met dit programma
eene goede schifting?" Het antwoord op
deze vraag moet ontkennend luiden.
Bij eene nadere studie zal blijken, dat dit
eerste programma niet zeer geslaagd is en
niet voldoet aan de eischen, die aan een
dergelijk programma in billijkheid kunnen
worden gesteld.
Het feit, dat dit programma nu eenmaal
bij Kon. Besluit is vastgesteld, mag natuur
lijk geen beletsel zijn, om de koe bij de
horens te vatten en een eenmaal gemaakte
fout te herstellen. Waar bevoegde personen
het er dan ook vrijwel over eens zijn, dat
dit programma eene mislukking is geweest,
kan dan ook eene algeheele herziening van
dit programma niet uitblijven, zoo gauw
de mobilisatietoestand is geëindigd en het
Legerbestuur weder gelegenheid heeft, zich
aan deze kwestie te wijden. Daarom stel ik
mij dan ook voor, in dit en de volgende
Dit behoort ons niet af te schrikken om
krachtig te ijveren voor de denkbeelden, in
dat programma neergelegd, idealen dienen
te worden gesteld, voor zij kunnen worden
benaderd. Lucretius vergeleek de elkander
opvolgende menschengeslachten met den
Atheenschen fakkel-wedloop: met de bran
dende fakkel in de hand, die wij van een
voorganger overnamen, toen hem de kracht
begaf, snellen wij voort naar het doel; ver
traagt ook onze loop, voordat het is bereikt,
dan reiken wij de fakkel over aan een nieuwe
generatie, die haar verder voortdraagt, altijd
nader aan het doel. Zoo moge ook de idee
van den wereldvrede worden overgenomen
van geslacht op geslacht en elke nieuwe
generatie het einddoel dichter naderen!
Het geslacht van onzen tijd wacht een
groote taak, zoodra deze oorlog tot het
verleden zal behooren. Moge deze
catastrophe ook van ons gelden, wat Bontekoe zei
na de ramp, die hem overkwam: toen kreeg
ik Sulcke nieuwe couragie, gelyck of ick
een nieu mensen hadde gheweest."
28 April 1915. G. W. KERNKAMP
IflIMMHMIIIimi
iiiiiiiiimiitiii
Het hoogste Rendement van
den Mensen als Werker
en Werktuig
Te Philadelphia is dezer dagen op hoogen
leeftijd overleden de ingenieur Taylor, bekend
om het naar hem genoemd wetenschappelijk
arbeidsstelsel, dat gericht is op een zoo
doelmatige mogelijke toepassing van de
arbeidskracht.
In het navolgende artikel wordt de
beteekenis van dit stelsel uiteengezet, aan de hand
van de onlangs in Amerika verschenen
bloemlezing van de belangrijkste artikelen
over dit onderwerp.
* *
*
Scientific Management: A Collection of the
More Significant Articles Describing the
Taylor System of Management. Edited by
Clarence Bertrand Thompson'.
Er heerschen nogal verwarde begrippen
over de moderne Noord-Araerikaansche
methoden, die men samenvat onder den naam
Taylor-systeem" en welke bedoelen de
prestatie van arbeiders en machines en
geheele bedrijven zoo hoog mogelijk op te
voeren. Daarom is het hierbovengenoemde
boek zeer welkom het is niet nog eens
een studie, met de gewone herhalingen het
is een verzameling van de aller voornaamste
tot nu verschenen publicaties over het on
derwerp. Iemand, die hoopt uit boeken wat
over die methoden te leeren en ook over
de bezwaren, bij allerlei toepassingen onder
vonden kan beginnen dit boek te
bestudeeren en indien hij dan over een bij
zonder onderwerp nog meer uit drukletters
denkt te kunnen halen, vindt hij achter in
het boek een bijna complete lijst van alles,
wat er tot heden in het Engelsch over werd
uitgegeven. Practische menschen zullen deze
lijst niet te veel raadplegen, want over
Business as a science" kan men eindeloos
praten en schrijven, maar wie het op zijn
bedrijf gaat toepassen, moet toch zijn eigen
systeem uitwerken, zoodra hij eenmaal weet,
waarom het gaat en dit beschrijft het
boek zelf voldoende.
Natuurlijk is een week doorgebracht in
een grondig getayloriseerd bedrijf nuttiger
dan een plank vol brochures.
Frederick Wainslow Taylor, en na hem een
reeks van anderen, als H. L. Gannt en F.
Gilbreth, worden door hunne landgenooten soms
beschouwd als de mannen, die voor het
eerst een ernstige studie maakten van be
drijfsorganisatie en arbeidsregeling, die
een wetenschap" maakten van pogingen tot
het hoog opvoeren der productiviteit.
Dit is erg overdreven, want al ging de
Noord-Amerikaansche industrie vroeger zeer
rauw te werk met zoo weinig zorg voor
den arbeider, dat Pittsburg den naam kreeg
van Heil with the lid off" in Europa heeft
het nooit ontbroken aan studie van bedrijfs
organisatie, werkvoorschriften of aan allerlei
meer of minder ingewikkelde loonsystemen.
Maar aan Taylor komt de eer toe getracht
artikelen eenige beschouwingen te geven.
die wellicht bij die herziening haar nut
kunnen hebben; eene kritiek van het thans
fungeerende programma kon daarbij niet
achterwege blijven, al was het alleen maar
om de juistheid van het hierboven uitge
sproken oordeel aan te toonen en daardoor
de noodzakelijkheid van eene herziening te
doen uitkomen.
De bedoeling van het onderzoek naar de
voorgeoefendheid, als bedoeld in artikel 70
van de Militiewet, is tweeledig en in ver
band daarmede moet een programma als
het onderhavige twee, in wezen en bestem
ming geheel verschillende categorieën van
eischen bevatten, namelijk:
1. Eischen, dienende om de physiologische
ontwikkeling van de jongelingen te kunnen
beoordeelen.
2. Eischen, dienende om de praktische
bruikbaarheid, d.w z. de behendigheid der
jongelieden, met het oog op de verrichtingen
van den soldaat, te kunnen beoordeelen.
Ad. 1. Deze eischen hebben ten doel zich
den waarborg te verschaffen, dat het physiek
der candidaten hen in staat zal stellen, zon
der nadeelige gevolgen aan de verschillende
militaire verrichtingen (lange marschen, enz.)
deel te nemen en de daarmede onvermijde
lijk gepaard gaande vermoeienissen en ont
beringen te trotseeren. Zij dienen zoo
gekozen te worden, dat de Commissie daar
door in staat gesteld wordt te beoordeelen,
of de candidaat beschikt over behoorlijk
ontwikkelde rugspieren en buikspieren, over
een voldoend bewegelijke borstkas en over
behoorlijk functionneerende longen en hart.
Deze factoren zijn uit een physiologisch
oogpunt van belang en bepalen het physieke
weerstandsvermogen van de candidaten.
Dit gedeelte van het programma moet
bestaan uit: I. anthropometrische opmetingen
(Iongen-capaciteit, verschil bij in- en uit
ademing van de assen en omtrek van de
borstkas) en H. uit oefeningen.
De anthropometrische opmetingen vormen
geen absolute eischen; zij dienen slechts
om de deskundigen in de gelegenheid te
stellen, zich een oordeel te vormen over de
functioneele waarde van de borstkas en van
de longen. Bloeddruk en polsslag geven
aanwijzingen omtrent de functioneele waarde
van het hart.
te hebben in zijn studiesysteem, geen enkele
factor te verwaarloozen of als bekend te
beschouwen, zoodat tal van zijn proeven
slechts dienden om de ervaring" te contro
leeren. Want absoluut wantrouwen in die
ervaring" kenmerkt Taylors streven. Hij
wist, dat dit woord menigmaal niets is dan
een dekmantel voor sleur, en dat in vele
gevallen de zoo hooggeroemde vakervaring
van den werkman voor een deel bestond
uit vastgeroeste verkeerde gewoonten; en dat
de practische blik" van baas, opzichter of
bedrijfsleider soms niets anders Is dan een
vooroordeel dat zich allerlei generalisaties
aanmatigt in duistere kwesties.
Het is dan ook een feit, dat ondanks ener
gieke leiding en uitgebreide administratie
in modern ingerichte fabrieken nog een
massa tijd verloren gaan kan, juist omdat aan
het gezond oordeel van bazen en werklieden
veel vrijheid wordt gelaten. Men ziet de
dure werktuigen stilstaan, terwijl de werk
man, die ze bedient, op een teekening bestu
deert hoe hij een nieuw stuk zal aanpakken,
of erger nog terwijl hij helpt de werk
stukken te versjouwen; men ziet kundige
vaklieden geduldig wachten op het mengen of
afwegen van hun grondstoffen. Bovendien
behoudt de werkman neiging tot tijd
verkletsen en zelfs een flink stukloon houdt
hem niet regelmatig aan den gang. Meestal
vindt hij het zelf wijzer zijn stukloon niet
te hoog te doen worden, uit angst dat de
werkgever het gaat knijpen."
Taylor had recht van spreken in de tech
niek en zijn invloed woog zwaar in bedrijven,
waar elk puur administratief persoon
onoverwinnelijke tegenkanting zou hebben ondervon
den. Want Taylors proeven met draaibanken
gedurende zes en twintig jaren, hadden hem
gebracht tot de ontdekking van het
sneldraaistaal, en de ongelooflijk grondige wijze,
waarop deze proeven genomen waren (ze
kostten 800,000 dollars) werd bekroond met
dit schitterend resultaat, dat jaarlijks een
waarde van tientallen millioenen beteekent.
Hier had Taylor juist beweringen als wij
hebben altijd zoo gedaan" en ik weet bij
ervaring, dat ik zoo het best opschiet" voor
elk onderdeel getoetst aan proeven, en zijn
succes bracht hem de overtuiging, dat, waar
ook, men in bedrijven wil winnen aan out
put", drie dingen noodig zijn:
1. De bedienaar van een werktuig moet
bij het werkstuk tegelijk een volledig gede
tailleerde opgave verkrijgen, hoe hij het stuk
bewerken moet, zoodat hij zonder verder
overleg direct kan beginnen te werken. Zelfs
voor het lezen dier voorschriften is hem
slechts een vaste tijd gegund.
2. Elke stel bewegingen van den werk
man in het bedrijf is waarschijnlijk vatbaar
voor vervanging door een eenvoudiger stel
op den duur minder vermoeiende en meer
productieve bewegingen; dit moet de leider
bestudeeren en den werkman voorschrijven.
3. De werkman behoort tot medewerken
genoopt te worden door een bijzonder systeem
van loon, dat hem rijkelijk beloont voor het
nauwkeurig opvolgen van de gegeven voor
schriften, doch afwijking daarvan voor hem
extra nadeelig maakt.
Het spreekt van zelf, dat deze drie begin
selen in de meeste bedrijven groote veran
deringen meebrengen.
Voor de voorbereiding en het toezicht
wordt een staf menschen noodig, die den
werkman het denken min of meer bespaart,
die van elk werktuig en elk mensch vooraf
bestudeert, hoe het op zijn voordeeligst
werkt.
Ten slotte komt het erop neer, dat elke
handeling ontleed wordt in elementen, dat
de nuttelooze elementen verwijderd worden
en dat van elk element de tijd bepaald
wordt, die een willig en geoefend man met
eerste klas werktuig of gereedschap of met
zijn handen alleen noodig heeft. Hierbij
wordt met de stopwatch in een reeks van
proeven bij allerlei variatiën van het element
de voordeeligste manier bspaald. Men heeft
hiervoor afzonderlijke, hoog betaalde werk
lieden, die er geen belang bij hebben den tijd
te rekken. Staat de tijd van elk e'ement vast,
dan is het vaststellen van tijd en loon voor
elke nieuwe of bestaande bewerking niets
dan een combinatie van bekende elementen
en telt men den tijd eenvoudig op, met
De oefeningen hebben uit een praktisch
oogpunt niet de minste waarde doch moeten
zoo worden gekozen, dat eene correcte uit
voering slechts dan mogelijk is, wanneer de
spieren, waarvan de graad van ontwikkeling
moet worden beoordeeld, voldoende zijn ont
wikkeld. Maar ook moeten de oefeningen
zoo zijn, dat de onmogelijkheid, ze correct
uit te voeren, onmiskenbaar wijst op onvol
doende ontwikkeling. Vooral de ontwikke
ling van de buik- en rugspieren moet met
behulp van deze oefeningen (welke dus
kunstmatig zijn en niet natuurlijk) worden
beoordeeld. Eene correcte uitvoering in eenen
tot in bijzonderheden omschreven vorm moet
hierbij worden geëischt, juist omdat die
correcte uitvoering op zich zelf het bewijs
levert voor de voldoende mate van ontwik
keling der spieren, terwijl eene niet-correcte
uitvoering het gevolg is van en dus wijst
op eene onvoldoende ontwikkeling. Dit zijn
dus zuiver gymnastische oefeningen.
ad. 2. Teneinde de behendigheid der
jongelieden met het oog op de verrichtin
gen, welke gedurende hunnen diensttijd van
hen zullen kunnen worden gevergd, te
kunnen beoordeelen, moeten dus praktische
oefeningen in het programma worden opge
nomen. Hierbij echter moet er geen aancacht
aan worden besteed, of de oefeningen in
eenen correcten vorm, in eene
physiologisch-gunstige houding worden uitgevoerd;
de hoofdzaak is, dat de candidaat een sprong
van zekere hoogte of afstand kan uitvoeren,
tot zekere hoogte kan klimmen enz..
De in het programma op te nemen
oefeningen moeten zooveel mogelijk over
eenkomen met de verrichtingen, welke van
den soldaat kunnen worden geëischt en
oefeningen welke geen verband houden met
die verrichtingen zijn daar niet op haar
plaats ; de noodzakelijkheid van dit nauwe
verband wordt door velen niet ingezien en
oefeningen, welke van niet het minste prak
tisch nut zijn (vrije- en staaf-oefeningen,
toestel-oefeningen enz.) worden verdedigd
met de bewering, dat zij haar nut hebben
om de behendigheid, of, meer technisch
uitgedrukt, het coördinatie-vermogen op te
voeren. Daarom zij er hier met nadruk op
gewezen, dat van eene algemeene ontwik
keling van-coördinatie-vermogen geen sprake
kan zijn.
inachtname van rustpauzen en een zekere
marge voor vergissingen enz. Want om over
vermoeidheid te voorkomen, wordt ook door
proeven bepaald, wanneer en hoelane de
rust moet zijn. Het gaat met
secondenrekening, en, naar men zegt, helpt tegen
woordig de bioscoop bij de analyse der
bewegingen.
Zoo vreemd als dit schijnt is de analyse
der lichaamsbeweging niet; trainers voor
sporten als roeien, golf, hardloopen doen
reeds zoolang hetzelfde met het gevolg dat
de aan zijn trainer gehoorzame sportsman
den sterksten natuurmensch bij de meer
ingewikke'de bewegingen in nuttig effect verre
de baas is vreemd is het wel, dat de
eerzucht bij sport makkelijker tot onderwer
ping aan voorschriften noopt, dan de lust
tot meer verdienste bij het handwerk.
Wil men dat de werkman nu pok wer
kelijk afstand doet van zijn initiatief en van
zijn natuurlijken lust om het tempo van
werk en rust zelf te regelen, dan moet
daartegenover een zeer sterke prikkel staan;
Taylor meent dien gevonden te hebben
in het z.g. differentieel loon, dat bij meer
stukken afgeleverd werk den prijs per stuk
telkens verhoogt, zoodat de productiviteit in
het kwadraat wordt beloond. Natuurlijk mag
de werkman niet de vrees koesteren, dat
een groote productiviteit den patroon zal
nopen deze loonen weer omlaag te drukken.
Daarom blijft zulk een different ieel loon
onaantastbaar gehandhaafd gedurende een
zeer langen tijd, ook al blijkt het een
nadeelige vergissing voor den patroon te
zijn. Bij de nauwkeurige voorstudie is de
kans op vergissingen echter veel kleiner;
want het wordt immers niet vastgesteld dan
na zeer lange proefnemingen en analyse in
elementen; daaruit wordt een hoog loon
berekend, meestal wel zoo, dat het vroegere
uurloon met 50 pCt. overtroffen werd.
Om nu te controleeren, dat de werkman
niet alleen de voorschriften opvolgt, maar
ook, dat er nooit een man of een werktuig
leegstaat, is een uitgebreid toezicht noodig,
en een zeer groote administratie. Uitgebreide
administratie is ook elders in fabrieken niet
onbekend, doch meer dan elders is het
hoofdzaak, dat zij van minuut tot minuut
wordt bijgehouden en geraadpleegd, zoodanig,
dat niet alleen van eiken werkman en werk
tuig een kaartsysteem of boek bestaat, waarop
de stand van werken eiken dag wordt bijge
schreven, maar geen nieuwe dag begint,
voordat het beheer den stand der zaken uit
die kaarten van den vorigen dag geheel
heeft nagezien, en aldus alle achterstand en
hiaten heeft ontdekt, scherper dan eenig
rondgaand opzichter dat doen kan. Buiten
eenig opzichter om moet het voorbereidings
bureau voor eiken dag uit de kaarten het
werk kunnen uitgeven.
De toepassing van deze systemen, met
moeite ingevoerd, bracht enorme verhooging
van de productie ze werd niet zelden
verdubbeld of verdriedubbeld en bij
groote ondernemingen was dit dus zeker
ruim de kosten van studie, proeven en meer
administratie waard.
Maar ook bij eenvoudige bedrijven bleken
verrassende resultaten:
In de Bethlehem Steel Works versjouwde
voorheen een arbeider 12^4 ton ijzerblokken
per dag; dit werd door Taylor gebracht op
47 ton per dag; het aantal rustpauzen, den
arbeider tusschen de voorgeschreven bewe
gingen opgelegd, bedraagt niet minder dan
58 pCt. van den werkdag.
Gilbreth bestudeerde het handwerk der
metselaars; verstelbare, hangende stellages
voor man, mortelbak en steenhoop, maakten
dat de metselaar niet meer telkens voor
eiken steen en eiken kluit mortel zijn 75 Kg.
lichaamsgewicht behoefde te buigen en te
heffen. De consistentie van den mortel werd
zógemaakt, dat het inslaan van den klinker
met den troffel overbodig was, door een
zachten handdruk zinkt de steen precies op
de juiste diepte. Van 18 handgrepen vielen
er nu 13 weg en een aldus getraind werkman
metselt nu inplaats van 120 steenen er 350
per uur.
Bij het sorteeren van stalen kogels had de
nieuwe methode het gevolg, dat 35 vrouwen
voortaan evenveel werk verzetten als 120
tevoren ; het loon steeg 80 a 100 pCt., de
arbeidstijd werd teruggebracht van lOVs op
Bedrevenheid kan niet in het algemeen wor
den ontwikkeld, doch slechts specifiek, d.w.z.
bedrevenheid verkregen in eene bepaalde
bezigheid of oefening, bevordert sleci.ts in
zooverre het verkrijgen van bedrevenheid
in eene andere bezigheid of oefening, als er
overeenkomst is tusschen die twee bezig
heden of oefeningen. Hieruit volgt dus, dat,
wil men de praktische behendigheid van den
aanstaanden soldaat zooveel en zoo econo
misch mogelijk (economisch met het oog op
het ontwikkelingsproces) opvoeren, men oefe
ningen moet laten verrichten, welke zoo nabij
die praktische verrichtingen komen als mo
gelijk is, wat betreft haren vorm en daarbij
gebruikte organen. Met andere woorden,
toestel-oefeningen aan barren, rekstok, ringen
en paard (uitgezonderd de sprongen), welke
eene bedrevenheid geven in het doen van
verschillende bewegingen, wanneer men zich
aan die toestellen bevindt, kunnen niet in
het minst bevorderlijk zijn tot het verkrijgen
van eene voor den aanstaanden soldaat van
direct nut zijnde behendigheid.
Op het slagveld treft men nu eenmaal
geen rekstok, ringen, barren of
voltigeerpaard aan en de min of meer ingewikkelde
toeren zijn, evenals de staaf- en vrije oefe
ningen, hier geheel nutteloos.
Bij alle oefeningen, welke wegens hunne
praktische waarde als eisch in het programma
moeten worden opgenomen
(spring-oefeningen, klim-oefeningen, enz.) doet uit een
praktisch oogpunt de vorm nieis ter zake.
Hier ligt een principieel verschil met gym
nastische oefeningen, waarbij men een vol
komen correcte uitvoering in een op physi
ologische gronden tot in bijzonderheden
vastgestelden vorm moet eischen, opdat de
gewenschte invloed op de ontwikkeling van
het lichaam worde verkregen. Gymnastische
oefeningen zijn nooit in zichzelf het doel;
zij zijn en moeten blijven een middel tot
harmonische lichaamsontwikkeling. Op an
dere plaatsen heb ik reeds meermalen op
het principieele verschil tusschen gymnastiek
eenerzijds en sport, athletiek en spelen
anderzijds gewezen. Gymnastische oefenin
gen moeten slechts een middel zijn om te
komen tot een doel. Athletische oefeningen
zijn daarentegen op zichzelf doel. Het thans
besproken wordende programma moet als
eischen bevatten oefeningen, welke uit een
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii iiimmiiimiiiit
8 uur en de Zaterdagmiddag werd vrij, en
(wel het merkwaardigste bij dit uiterst
nauwkeurige werk) het aantal gemaakte
fouten verminderde met 60 pCt.
Allerlei successen van het Taylorsysteem,
behaald bij spinnerijen, weverijen, kantoren,
spoorwegen, vindt men in bovengemeld
boek beschreven psychologisch is ook
zeer belangwekkend de beschrijving van de
toepassing op vrouwenarbeid, waaraan een
afzonderlijk hoofdstuk is gewijd de vrouw
toch is in neiging tot opvolgen van bevelen
en in aanleg tot overwerken geheel anders
ingericht dan de man.
De tijd is nog lang niet gekomen, dat men
mag oordeelen of het Taylorsysteem vroeger
of teter algemeen zal toegepast worden en
of het dan der wereld tot heil zal strekken.
Op het oogenblik vertoont het systeem gun
stige resultaten voor werkgever en werk
nemer, misschien juist, omdat het betrek
kelijk nog maar bij uitzondering wordt
gebruikt; men neemt aan, dat thans 70.000
werklieden in Noord-Amerika er onder
werken. Die enkele bedrijven produceeren
veel meer dan vroeger en daardoor per stuk
veel goedkooper dan de groote massa, die
nog werkt met de oudere systemen van
bedrijf, waarbij z.g. vuistregels en
bazenervaring en practische blik" de moeilijk
heden oplossen of voorbijgaan.
Dit stelt die enkele bedrijven in staat de
arbeiders veel hooger dan elders te betalen,
daar de totale productie van het land er
niet merkbaar door stijgt.
Maar wanneer eenmaal overal de effi
ciency" en daarmede productie zoo
gestegen is, dan treden al die werken weer
in gelijke concurrentie op en zal het loon
moeten vallen tenzij in dien korten tijd ook
de koopkracht der wereld verbazend geste
gen is.
Ten slotte zullen dan ook wel de
vakvereenigingen, die er gewoonlijk op uit zijn
de loonen niet te doen lijden door over
productie, zien te bewerken, dat de werk
tijden ook in de getayloriseerde bedrijven
heel kort worden gesteld. Ook nu reeds
willen de vakvereenigingen weinig weten van
dergelijke systemen, die, tenminste zoolang
de toepassing niet algemeen is, een
nauweren band vormen tusschen den werkman
en zijn bedrijf, en hem voor den
algemeenen loonstandaard in zijn vak, het strijddoel
der vakvereeniging, eenigszins onverschillig
maken. In Noord-Amerika is er dan ook veel
verzet geweest, en Taylors illusie om door
zijn systeem kapitaal en arbeid te verzoenen
zal voorloopig wel onvervuld blijven.
Het spreekt ook wel vanzelf, dat een vak
man in 't algemeen weinig sympathie voelt
voor een bedrijfsinrichting, die een groot
deel van zijn vakkennis niet waardeert, en
die in vele gevallen arbeiders met veel minder
ervaring, ja zelfs soms niet-vaklieden even
gaarne heeft, omdat ze minder eigenwijs zijn,
en zich allicht gehoorzamer laten africhten
op het stipte nakomen van de talrijke voor
schriften.
Er zijn verschillende redenen waarom men
niet moet verwachten, dat in Europa deze
werkmethoden in al hun consequenties
spoedig zullen worden ingevoerd.
Het type bedrijf en product is over het
algemeen anders; een groot Amerikaansch
praktisch oogpunt door den soldaat moeten
kunnen worden uitgevoerd; deze in het
programma op te nemen eischen vormen
een doel, dat al of niet dank zij eene
voorbereiding moet zijn bereikt op het
oogenblik van het onderzoek.
Hieruit volgt dus, dat de eischen betref
fende de praktische lichamelijke geschikt
heid van den candidaat meer moeten zijn
van athletisch dan van gymnastisch karakter;
zij moeten zich dus aansluiten bij athletische,
niet bij gymnastische oefeningen.
Er moet worden onderzocht, of de candi
daten het tweeledig doel hebben bereikt,
niet of zij een middel dat althans vol
gens sommigen tot dat doel kan leiden
kunnen toepassen. Hoe de candidaten deze
gewenschte lichamelijke geschiktheid hebben
verkregen, doet voor de Leger-autoriteiten
niets ter zake; het is van geen belang of
de candidaat wellicht nooit of bijna nooit
heeft deelgenomen aan eenigen vorm van
lichaamsoefening, dan we! of hij zich dage
lijks onder bevoegde leiding systematisch
heeft geoefend; of de candidaat door uit
sluitende beoefening van voetbal of vuist
bal de noodige lichamelijke geschiktheid
heeft verkregen, dan wel dat Zweedsche,
Duitsche of welke andere gymnastiek dan
ook, hem als middel hebben gediend. ...
mits het doel maar bereikt is, d.w.z. mits
zijne lichamelijke geschiktheid maar voldoet
aan met oordeel opgemaakte eischen.
Hieruit volgt geenszins, dat in mijn oog
het gewicht van goede gymnastiek als mid
del tot harmonische lichaamsontwikkeling
over het hoofd mag worden gezien; inte
gendeel, meer dan ooit ben ik er van over
tuigd, dat goede gymnastiek, beter dan
eenige andere vorm van lichaamsoefening,
kan leiden tot harmonische ontwikkeling en
dat dan ook gymnastiek het middel is, door
welks toepassing de candidaten de vereischte
lichamelijke geschiktheid kunnen verwerven,
doch, het zij nogmaals herhaald, het gaat
er hier niet om, welk middel de candidaat
heeft toegepast. Het is van belang de beide
begrippen, gymnastiek eenerzijds en sport,
athletiek en spelen anderzijds niet te ver
warren en aan elk de plaats te geven in
de lichamelijke opvoeding, welke daaraan
toekomt.
W. P. HlJBERT VAN BUJENBURGH