De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 2 mei pagina 2

2 mei 1915 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND' 2 Mei '15. No. 1975 -J nuchter, want: de betrekkingen tusschen volken en staten moeten geregeld worden door economische beginselen; het is en zal altijd een gevaar zijn, als zij zich regelen naar gevoelsargumenten, die persoonlijk zijn en wisselen" werd aangetoond, hoe on zinnig het zou zijn als de haat het klaar speelde de Engelsche en de Fransche markt voor den Ouitschen uitvoer te bederven of in Rusland de markt voor Duitsche indus trieproducten, die nog zoozeer kan worden uitgebreid, te sluiten. Het zaad van den haat doet ook de Duitsche nijverheid, den Duitschen arbeiders schade. De leus God straffe Engeland!" beteekent ook: God straffe de Duitsche nijverheid, den Duitschen handel, de Duitsche arbeiders!" Men mag verwachten, dat gaandeweg ook in de oorlogvoerende landen het verlangen naar het herstel van de internationale be trekkingen sterker zal worden, en men moet hopen, dat de volken zich ervan bewust worden, dat zij zelf, door middel hunner vertegenwoordigers, die betrekkingen moeten regelen. Een van de punten van het MinimumProgram", dat de Anti-Oorlog-Raad op stelde, is: Medezeggenschap van de volks vertegenwoordigingen in de buitenlandsche staatkunde. Nietigheid van geheime ver dragen." In het Manifest", dat aan het MinimumPrögramma" voorafgaat, leest men, ter toelichting van bovenstaanden eisch: Het evenwicht der machten als grond gedachte van het stelsel der Europeesche politiek heeft niet alleen den vrede niet kunnen verzekeren, maar integendeel den naijver geprikkeld en van iedere plaatselijke botsing een ernstig gevaar voor den wereld vrede gemaakt. In het duister der diplomatie en der geheime verdragen werd de spanning al meer ondraaglijk." De tijd is nu gekomen, dat ook de vol ken een woord moeten medespreken. De buitenlandsche politiek moet niet langer het uitsluitend domein zijn van een kleinen kring van beroepsdiplomaten, een stelsel dat thans opvolslagen mislukking uitliep. Nieuwe banen moeten worden betreden; nieuwe krachten moeten worden te hulp geroepen." Met die woorden stemmen wij van ganscher harte in. Er is een tijd geweest, dat de diplomatie kon worden genoemd: de vervoeging, in alle tijden en alle wijzen, van het werkwoord: ik bedrieg. Moderne diplomaten, als Bismarck, speelden schijn baar open kaart; meer dan schijn was het niet. In het geheim werden de afspraken gemaakt, die volkeren bonden om samen oorlog te voeren; in het geheim de verdra gen gesloten, waardoor groepen van volke ren tegenover elkaar worden gesteld. De diplomatie maakte uit, of een volk in een oorlog zou worden betrokken of er buiten zou blijven; zij maakt het nog uit; ziet naar Griekenland, naar Roemenië, naar Italië! Wij beweren niet, dat beroepsdiplomaten, louter uit zucht tot intriges of uit hartstocht voor het gevaarlijke spel, dat zij hebben te spelen, verbonden sluiten of oorlogen ver wekken; wij gelooven integendeel, dat zij zich bij hunne handelingen laten leiden door wat zij voor het belang van hun volk houden. Maar wij meenen ook, dat het gevaar van oorlog zal afnemen, naarmate de vertegen woordigers van het volk meer invloed zullen kunnen uitoefenen op de regeling der inter nationale betrekkingen. Want wij hebben het reeds uitgesproken in een van onze voor gaande artikelen het volk in zijn geheel wenscht bijna overal den vrede. Maar behalve op de diplomatie, zal de volksvertegenwoordiging ook toezicht moe ten houden op het werk van den generalen staf; die is, in de groote landen, mede een van de oorzaken, die oorlog hebben verwekt. Toezicht houden ook hierop, dat een oor logsplan niet als van zelf sprekend aanneemt, dat de onzijdigheid van een klein volk zal worden geschonden, wanneer een doormarsch door zijn gebied strategisch voordeel aanbiedt. Een oorlogsplan maar sturen wij dan niet op den wereldvrede aan ? Zeker; maar wij achten het niet waarschijnlijk, dat dit doel reeds morgen wordt bereikt. Het Minimum-Program", door den Anti-OorlogRaad opgesteld, zal nog jaren lang een Maximum-Program" blijken te zijn. Lichamelijke Volksopvoeding Het Programma van de Eischen van Voorgeoefendheid In mijn vorig artikel heb ik de weinig gunstige resultaten, die bij het onderzoek naar de voorgeoefendheid werden bereikt, geweten aan de gebrekkige voorbereiding zoowel direct als indirect der candidaten als onmiddellijk gevolg van de zeer onvol doende regeling der lichamelijke opvoeding van de Nederlandsche Jeugd en in verband daarmede werd op de noodzakelijkheid van de oprichting van een centrale inrichting voor de vorming van lichamelijke-opyoeders gewezen, eene behoefte trouwens, die reeds sedert lange jafen van verschillende zijden in het licht is gesteld.Thans rijst, geheel afgescheiden van het feit of in die behoefte al dan niet op afdoende wijze is voorzien, de vraag: Geeft het pro gramma van de eischen van voorgeoefend heid, bedoeld in artikel 70 der Militie-wet, inderdaad voldoende waarborg, eenerzijds, dat zij, die aan de eischen voldoen, ook alleszins lichamelijk geschikt zijn voor den militairen dienst en anderzijds dat zij, welke niet voldoende lichamelijk geschikt zijn, aan de eischen ook niet zullen kunnen vol doen m. a. w. krijgt men met dit programma eene goede schifting?" Het antwoord op deze vraag moet ontkennend luiden. Bij eene nadere studie zal blijken, dat dit eerste programma niet zeer geslaagd is en niet voldoet aan de eischen, die aan een dergelijk programma in billijkheid kunnen worden gesteld. Het feit, dat dit programma nu eenmaal bij Kon. Besluit is vastgesteld, mag natuur lijk geen beletsel zijn, om de koe bij de horens te vatten en een eenmaal gemaakte fout te herstellen. Waar bevoegde personen het er dan ook vrijwel over eens zijn, dat dit programma eene mislukking is geweest, kan dan ook eene algeheele herziening van dit programma niet uitblijven, zoo gauw de mobilisatietoestand is geëindigd en het Legerbestuur weder gelegenheid heeft, zich aan deze kwestie te wijden. Daarom stel ik mij dan ook voor, in dit en de volgende Dit behoort ons niet af te schrikken om krachtig te ijveren voor de denkbeelden, in dat programma neergelegd, idealen dienen te worden gesteld, voor zij kunnen worden benaderd. Lucretius vergeleek de elkander opvolgende menschengeslachten met den Atheenschen fakkel-wedloop: met de bran dende fakkel in de hand, die wij van een voorganger overnamen, toen hem de kracht begaf, snellen wij voort naar het doel; ver traagt ook onze loop, voordat het is bereikt, dan reiken wij de fakkel over aan een nieuwe generatie, die haar verder voortdraagt, altijd nader aan het doel. Zoo moge ook de idee van den wereldvrede worden overgenomen van geslacht op geslacht en elke nieuwe generatie het einddoel dichter naderen! Het geslacht van onzen tijd wacht een groote taak, zoodra deze oorlog tot het verleden zal behooren. Moge deze catastrophe ook van ons gelden, wat Bontekoe zei na de ramp, die hem overkwam: toen kreeg ik Sulcke nieuwe couragie, gelyck of ick een nieu mensen hadde gheweest." 28 April 1915. G. W. KERNKAMP IflIMMHMIIIimi iiiiiiiiimiitiii Het hoogste Rendement van den Mensen als Werker en Werktuig Te Philadelphia is dezer dagen op hoogen leeftijd overleden de ingenieur Taylor, bekend om het naar hem genoemd wetenschappelijk arbeidsstelsel, dat gericht is op een zoo doelmatige mogelijke toepassing van de arbeidskracht. In het navolgende artikel wordt de beteekenis van dit stelsel uiteengezet, aan de hand van de onlangs in Amerika verschenen bloemlezing van de belangrijkste artikelen over dit onderwerp. * * * Scientific Management: A Collection of the More Significant Articles Describing the Taylor System of Management. Edited by Clarence Bertrand Thompson'. Er heerschen nogal verwarde begrippen over de moderne Noord-Araerikaansche methoden, die men samenvat onder den naam Taylor-systeem" en welke bedoelen de prestatie van arbeiders en machines en geheele bedrijven zoo hoog mogelijk op te voeren. Daarom is het hierbovengenoemde boek zeer welkom het is niet nog eens een studie, met de gewone herhalingen het is een verzameling van de aller voornaamste tot nu verschenen publicaties over het on derwerp. Iemand, die hoopt uit boeken wat over die methoden te leeren en ook over de bezwaren, bij allerlei toepassingen onder vonden kan beginnen dit boek te bestudeeren en indien hij dan over een bij zonder onderwerp nog meer uit drukletters denkt te kunnen halen, vindt hij achter in het boek een bijna complete lijst van alles, wat er tot heden in het Engelsch over werd uitgegeven. Practische menschen zullen deze lijst niet te veel raadplegen, want over Business as a science" kan men eindeloos praten en schrijven, maar wie het op zijn bedrijf gaat toepassen, moet toch zijn eigen systeem uitwerken, zoodra hij eenmaal weet, waarom het gaat en dit beschrijft het boek zelf voldoende. Natuurlijk is een week doorgebracht in een grondig getayloriseerd bedrijf nuttiger dan een plank vol brochures. Frederick Wainslow Taylor, en na hem een reeks van anderen, als H. L. Gannt en F. Gilbreth, worden door hunne landgenooten soms beschouwd als de mannen, die voor het eerst een ernstige studie maakten van be drijfsorganisatie en arbeidsregeling, die een wetenschap" maakten van pogingen tot het hoog opvoeren der productiviteit. Dit is erg overdreven, want al ging de Noord-Amerikaansche industrie vroeger zeer rauw te werk met zoo weinig zorg voor den arbeider, dat Pittsburg den naam kreeg van Heil with the lid off" in Europa heeft het nooit ontbroken aan studie van bedrijfs organisatie, werkvoorschriften of aan allerlei meer of minder ingewikkelde loonsystemen. Maar aan Taylor komt de eer toe getracht artikelen eenige beschouwingen te geven. die wellicht bij die herziening haar nut kunnen hebben; eene kritiek van het thans fungeerende programma kon daarbij niet achterwege blijven, al was het alleen maar om de juistheid van het hierboven uitge sproken oordeel aan te toonen en daardoor de noodzakelijkheid van eene herziening te doen uitkomen. De bedoeling van het onderzoek naar de voorgeoefendheid, als bedoeld in artikel 70 van de Militiewet, is tweeledig en in ver band daarmede moet een programma als het onderhavige twee, in wezen en bestem ming geheel verschillende categorieën van eischen bevatten, namelijk: 1. Eischen, dienende om de physiologische ontwikkeling van de jongelingen te kunnen beoordeelen. 2. Eischen, dienende om de praktische bruikbaarheid, d.w z. de behendigheid der jongelieden, met het oog op de verrichtingen van den soldaat, te kunnen beoordeelen. Ad. 1. Deze eischen hebben ten doel zich den waarborg te verschaffen, dat het physiek der candidaten hen in staat zal stellen, zon der nadeelige gevolgen aan de verschillende militaire verrichtingen (lange marschen, enz.) deel te nemen en de daarmede onvermijde lijk gepaard gaande vermoeienissen en ont beringen te trotseeren. Zij dienen zoo gekozen te worden, dat de Commissie daar door in staat gesteld wordt te beoordeelen, of de candidaat beschikt over behoorlijk ontwikkelde rugspieren en buikspieren, over een voldoend bewegelijke borstkas en over behoorlijk functionneerende longen en hart. Deze factoren zijn uit een physiologisch oogpunt van belang en bepalen het physieke weerstandsvermogen van de candidaten. Dit gedeelte van het programma moet bestaan uit: I. anthropometrische opmetingen (Iongen-capaciteit, verschil bij in- en uit ademing van de assen en omtrek van de borstkas) en H. uit oefeningen. De anthropometrische opmetingen vormen geen absolute eischen; zij dienen slechts om de deskundigen in de gelegenheid te stellen, zich een oordeel te vormen over de functioneele waarde van de borstkas en van de longen. Bloeddruk en polsslag geven aanwijzingen omtrent de functioneele waarde van het hart. te hebben in zijn studiesysteem, geen enkele factor te verwaarloozen of als bekend te beschouwen, zoodat tal van zijn proeven slechts dienden om de ervaring" te contro leeren. Want absoluut wantrouwen in die ervaring" kenmerkt Taylors streven. Hij wist, dat dit woord menigmaal niets is dan een dekmantel voor sleur, en dat in vele gevallen de zoo hooggeroemde vakervaring van den werkman voor een deel bestond uit vastgeroeste verkeerde gewoonten; en dat de practische blik" van baas, opzichter of bedrijfsleider soms niets anders Is dan een vooroordeel dat zich allerlei generalisaties aanmatigt in duistere kwesties. Het is dan ook een feit, dat ondanks ener gieke leiding en uitgebreide administratie in modern ingerichte fabrieken nog een massa tijd verloren gaan kan, juist omdat aan het gezond oordeel van bazen en werklieden veel vrijheid wordt gelaten. Men ziet de dure werktuigen stilstaan, terwijl de werk man, die ze bedient, op een teekening bestu deert hoe hij een nieuw stuk zal aanpakken, of erger nog terwijl hij helpt de werk stukken te versjouwen; men ziet kundige vaklieden geduldig wachten op het mengen of afwegen van hun grondstoffen. Bovendien behoudt de werkman neiging tot tijd verkletsen en zelfs een flink stukloon houdt hem niet regelmatig aan den gang. Meestal vindt hij het zelf wijzer zijn stukloon niet te hoog te doen worden, uit angst dat de werkgever het gaat knijpen." Taylor had recht van spreken in de tech niek en zijn invloed woog zwaar in bedrijven, waar elk puur administratief persoon onoverwinnelijke tegenkanting zou hebben ondervon den. Want Taylors proeven met draaibanken gedurende zes en twintig jaren, hadden hem gebracht tot de ontdekking van het sneldraaistaal, en de ongelooflijk grondige wijze, waarop deze proeven genomen waren (ze kostten 800,000 dollars) werd bekroond met dit schitterend resultaat, dat jaarlijks een waarde van tientallen millioenen beteekent. Hier had Taylor juist beweringen als wij hebben altijd zoo gedaan" en ik weet bij ervaring, dat ik zoo het best opschiet" voor elk onderdeel getoetst aan proeven, en zijn succes bracht hem de overtuiging, dat, waar ook, men in bedrijven wil winnen aan out put", drie dingen noodig zijn: 1. De bedienaar van een werktuig moet bij het werkstuk tegelijk een volledig gede tailleerde opgave verkrijgen, hoe hij het stuk bewerken moet, zoodat hij zonder verder overleg direct kan beginnen te werken. Zelfs voor het lezen dier voorschriften is hem slechts een vaste tijd gegund. 2. Elke stel bewegingen van den werk man in het bedrijf is waarschijnlijk vatbaar voor vervanging door een eenvoudiger stel op den duur minder vermoeiende en meer productieve bewegingen; dit moet de leider bestudeeren en den werkman voorschrijven. 3. De werkman behoort tot medewerken genoopt te worden door een bijzonder systeem van loon, dat hem rijkelijk beloont voor het nauwkeurig opvolgen van de gegeven voor schriften, doch afwijking daarvan voor hem extra nadeelig maakt. Het spreekt van zelf, dat deze drie begin selen in de meeste bedrijven groote veran deringen meebrengen. Voor de voorbereiding en het toezicht wordt een staf menschen noodig, die den werkman het denken min of meer bespaart, die van elk werktuig en elk mensch vooraf bestudeert, hoe het op zijn voordeeligst werkt. Ten slotte komt het erop neer, dat elke handeling ontleed wordt in elementen, dat de nuttelooze elementen verwijderd worden en dat van elk element de tijd bepaald wordt, die een willig en geoefend man met eerste klas werktuig of gereedschap of met zijn handen alleen noodig heeft. Hierbij wordt met de stopwatch in een reeks van proeven bij allerlei variatiën van het element de voordeeligste manier bspaald. Men heeft hiervoor afzonderlijke, hoog betaalde werk lieden, die er geen belang bij hebben den tijd te rekken. Staat de tijd van elk e'ement vast, dan is het vaststellen van tijd en loon voor elke nieuwe of bestaande bewerking niets dan een combinatie van bekende elementen en telt men den tijd eenvoudig op, met De oefeningen hebben uit een praktisch oogpunt niet de minste waarde doch moeten zoo worden gekozen, dat eene correcte uit voering slechts dan mogelijk is, wanneer de spieren, waarvan de graad van ontwikkeling moet worden beoordeeld, voldoende zijn ont wikkeld. Maar ook moeten de oefeningen zoo zijn, dat de onmogelijkheid, ze correct uit te voeren, onmiskenbaar wijst op onvol doende ontwikkeling. Vooral de ontwikke ling van de buik- en rugspieren moet met behulp van deze oefeningen (welke dus kunstmatig zijn en niet natuurlijk) worden beoordeeld. Eene correcte uitvoering in eenen tot in bijzonderheden omschreven vorm moet hierbij worden geëischt, juist omdat die correcte uitvoering op zich zelf het bewijs levert voor de voldoende mate van ontwik keling der spieren, terwijl eene niet-correcte uitvoering het gevolg is van en dus wijst op eene onvoldoende ontwikkeling. Dit zijn dus zuiver gymnastische oefeningen. ad. 2. Teneinde de behendigheid der jongelieden met het oog op de verrichtin gen, welke gedurende hunnen diensttijd van hen zullen kunnen worden gevergd, te kunnen beoordeelen, moeten dus praktische oefeningen in het programma worden opge nomen. Hierbij echter moet er geen aancacht aan worden besteed, of de oefeningen in eenen correcten vorm, in eene physiologisch-gunstige houding worden uitgevoerd; de hoofdzaak is, dat de candidaat een sprong van zekere hoogte of afstand kan uitvoeren, tot zekere hoogte kan klimmen enz.. De in het programma op te nemen oefeningen moeten zooveel mogelijk over eenkomen met de verrichtingen, welke van den soldaat kunnen worden geëischt en oefeningen welke geen verband houden met die verrichtingen zijn daar niet op haar plaats ; de noodzakelijkheid van dit nauwe verband wordt door velen niet ingezien en oefeningen, welke van niet het minste prak tisch nut zijn (vrije- en staaf-oefeningen, toestel-oefeningen enz.) worden verdedigd met de bewering, dat zij haar nut hebben om de behendigheid, of, meer technisch uitgedrukt, het coördinatie-vermogen op te voeren. Daarom zij er hier met nadruk op gewezen, dat van eene algemeene ontwik keling van-coördinatie-vermogen geen sprake kan zijn. inachtname van rustpauzen en een zekere marge voor vergissingen enz. Want om over vermoeidheid te voorkomen, wordt ook door proeven bepaald, wanneer en hoelane de rust moet zijn. Het gaat met secondenrekening, en, naar men zegt, helpt tegen woordig de bioscoop bij de analyse der bewegingen. Zoo vreemd als dit schijnt is de analyse der lichaamsbeweging niet; trainers voor sporten als roeien, golf, hardloopen doen reeds zoolang hetzelfde met het gevolg dat de aan zijn trainer gehoorzame sportsman den sterksten natuurmensch bij de meer ingewikke'de bewegingen in nuttig effect verre de baas is vreemd is het wel, dat de eerzucht bij sport makkelijker tot onderwer ping aan voorschriften noopt, dan de lust tot meer verdienste bij het handwerk. Wil men dat de werkman nu pok wer kelijk afstand doet van zijn initiatief en van zijn natuurlijken lust om het tempo van werk en rust zelf te regelen, dan moet daartegenover een zeer sterke prikkel staan; Taylor meent dien gevonden te hebben in het z.g. differentieel loon, dat bij meer stukken afgeleverd werk den prijs per stuk telkens verhoogt, zoodat de productiviteit in het kwadraat wordt beloond. Natuurlijk mag de werkman niet de vrees koesteren, dat een groote productiviteit den patroon zal nopen deze loonen weer omlaag te drukken. Daarom blijft zulk een different ieel loon onaantastbaar gehandhaafd gedurende een zeer langen tijd, ook al blijkt het een nadeelige vergissing voor den patroon te zijn. Bij de nauwkeurige voorstudie is de kans op vergissingen echter veel kleiner; want het wordt immers niet vastgesteld dan na zeer lange proefnemingen en analyse in elementen; daaruit wordt een hoog loon berekend, meestal wel zoo, dat het vroegere uurloon met 50 pCt. overtroffen werd. Om nu te controleeren, dat de werkman niet alleen de voorschriften opvolgt, maar ook, dat er nooit een man of een werktuig leegstaat, is een uitgebreid toezicht noodig, en een zeer groote administratie. Uitgebreide administratie is ook elders in fabrieken niet onbekend, doch meer dan elders is het hoofdzaak, dat zij van minuut tot minuut wordt bijgehouden en geraadpleegd, zoodanig, dat niet alleen van eiken werkman en werk tuig een kaartsysteem of boek bestaat, waarop de stand van werken eiken dag wordt bijge schreven, maar geen nieuwe dag begint, voordat het beheer den stand der zaken uit die kaarten van den vorigen dag geheel heeft nagezien, en aldus alle achterstand en hiaten heeft ontdekt, scherper dan eenig rondgaand opzichter dat doen kan. Buiten eenig opzichter om moet het voorbereidings bureau voor eiken dag uit de kaarten het werk kunnen uitgeven. De toepassing van deze systemen, met moeite ingevoerd, bracht enorme verhooging van de productie ze werd niet zelden verdubbeld of verdriedubbeld en bij groote ondernemingen was dit dus zeker ruim de kosten van studie, proeven en meer administratie waard. Maar ook bij eenvoudige bedrijven bleken verrassende resultaten: In de Bethlehem Steel Works versjouwde voorheen een arbeider 12^4 ton ijzerblokken per dag; dit werd door Taylor gebracht op 47 ton per dag; het aantal rustpauzen, den arbeider tusschen de voorgeschreven bewe gingen opgelegd, bedraagt niet minder dan 58 pCt. van den werkdag. Gilbreth bestudeerde het handwerk der metselaars; verstelbare, hangende stellages voor man, mortelbak en steenhoop, maakten dat de metselaar niet meer telkens voor eiken steen en eiken kluit mortel zijn 75 Kg. lichaamsgewicht behoefde te buigen en te heffen. De consistentie van den mortel werd zógemaakt, dat het inslaan van den klinker met den troffel overbodig was, door een zachten handdruk zinkt de steen precies op de juiste diepte. Van 18 handgrepen vielen er nu 13 weg en een aldus getraind werkman metselt nu inplaats van 120 steenen er 350 per uur. Bij het sorteeren van stalen kogels had de nieuwe methode het gevolg, dat 35 vrouwen voortaan evenveel werk verzetten als 120 tevoren ; het loon steeg 80 a 100 pCt., de arbeidstijd werd teruggebracht van lOVs op Bedrevenheid kan niet in het algemeen wor den ontwikkeld, doch slechts specifiek, d.w.z. bedrevenheid verkregen in eene bepaalde bezigheid of oefening, bevordert sleci.ts in zooverre het verkrijgen van bedrevenheid in eene andere bezigheid of oefening, als er overeenkomst is tusschen die twee bezig heden of oefeningen. Hieruit volgt dus, dat, wil men de praktische behendigheid van den aanstaanden soldaat zooveel en zoo econo misch mogelijk (economisch met het oog op het ontwikkelingsproces) opvoeren, men oefe ningen moet laten verrichten, welke zoo nabij die praktische verrichtingen komen als mo gelijk is, wat betreft haren vorm en daarbij gebruikte organen. Met andere woorden, toestel-oefeningen aan barren, rekstok, ringen en paard (uitgezonderd de sprongen), welke eene bedrevenheid geven in het doen van verschillende bewegingen, wanneer men zich aan die toestellen bevindt, kunnen niet in het minst bevorderlijk zijn tot het verkrijgen van eene voor den aanstaanden soldaat van direct nut zijnde behendigheid. Op het slagveld treft men nu eenmaal geen rekstok, ringen, barren of voltigeerpaard aan en de min of meer ingewikkelde toeren zijn, evenals de staaf- en vrije oefe ningen, hier geheel nutteloos. Bij alle oefeningen, welke wegens hunne praktische waarde als eisch in het programma moeten worden opgenomen (spring-oefeningen, klim-oefeningen, enz.) doet uit een praktisch oogpunt de vorm nieis ter zake. Hier ligt een principieel verschil met gym nastische oefeningen, waarbij men een vol komen correcte uitvoering in een op physi ologische gronden tot in bijzonderheden vastgestelden vorm moet eischen, opdat de gewenschte invloed op de ontwikkeling van het lichaam worde verkregen. Gymnastische oefeningen zijn nooit in zichzelf het doel; zij zijn en moeten blijven een middel tot harmonische lichaamsontwikkeling. Op an dere plaatsen heb ik reeds meermalen op het principieele verschil tusschen gymnastiek eenerzijds en sport, athletiek en spelen anderzijds gewezen. Gymnastische oefenin gen moeten slechts een middel zijn om te komen tot een doel. Athletische oefeningen zijn daarentegen op zichzelf doel. Het thans besproken wordende programma moet als eischen bevatten oefeningen, welke uit een Sanatogen Enkele lepels daags sterken zenuwen en lichaam. 2O.OOO Artsen erkennen dit schriftelijk. iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii iiimmiiimiiiit 8 uur en de Zaterdagmiddag werd vrij, en (wel het merkwaardigste bij dit uiterst nauwkeurige werk) het aantal gemaakte fouten verminderde met 60 pCt. Allerlei successen van het Taylorsysteem, behaald bij spinnerijen, weverijen, kantoren, spoorwegen, vindt men in bovengemeld boek beschreven psychologisch is ook zeer belangwekkend de beschrijving van de toepassing op vrouwenarbeid, waaraan een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd de vrouw toch is in neiging tot opvolgen van bevelen en in aanleg tot overwerken geheel anders ingericht dan de man. De tijd is nog lang niet gekomen, dat men mag oordeelen of het Taylorsysteem vroeger of teter algemeen zal toegepast worden en of het dan der wereld tot heil zal strekken. Op het oogenblik vertoont het systeem gun stige resultaten voor werkgever en werk nemer, misschien juist, omdat het betrek kelijk nog maar bij uitzondering wordt gebruikt; men neemt aan, dat thans 70.000 werklieden in Noord-Amerika er onder werken. Die enkele bedrijven produceeren veel meer dan vroeger en daardoor per stuk veel goedkooper dan de groote massa, die nog werkt met de oudere systemen van bedrijf, waarbij z.g. vuistregels en bazenervaring en practische blik" de moeilijk heden oplossen of voorbijgaan. Dit stelt die enkele bedrijven in staat de arbeiders veel hooger dan elders te betalen, daar de totale productie van het land er niet merkbaar door stijgt. Maar wanneer eenmaal overal de effi ciency" en daarmede productie zoo gestegen is, dan treden al die werken weer in gelijke concurrentie op en zal het loon moeten vallen tenzij in dien korten tijd ook de koopkracht der wereld verbazend geste gen is. Ten slotte zullen dan ook wel de vakvereenigingen, die er gewoonlijk op uit zijn de loonen niet te doen lijden door over productie, zien te bewerken, dat de werk tijden ook in de getayloriseerde bedrijven heel kort worden gesteld. Ook nu reeds willen de vakvereenigingen weinig weten van dergelijke systemen, die, tenminste zoolang de toepassing niet algemeen is, een nauweren band vormen tusschen den werkman en zijn bedrijf, en hem voor den algemeenen loonstandaard in zijn vak, het strijddoel der vakvereeniging, eenigszins onverschillig maken. In Noord-Amerika is er dan ook veel verzet geweest, en Taylors illusie om door zijn systeem kapitaal en arbeid te verzoenen zal voorloopig wel onvervuld blijven. Het spreekt ook wel vanzelf, dat een vak man in 't algemeen weinig sympathie voelt voor een bedrijfsinrichting, die een groot deel van zijn vakkennis niet waardeert, en die in vele gevallen arbeiders met veel minder ervaring, ja zelfs soms niet-vaklieden even gaarne heeft, omdat ze minder eigenwijs zijn, en zich allicht gehoorzamer laten africhten op het stipte nakomen van de talrijke voor schriften. Er zijn verschillende redenen waarom men niet moet verwachten, dat in Europa deze werkmethoden in al hun consequenties spoedig zullen worden ingevoerd. Het type bedrijf en product is over het algemeen anders; een groot Amerikaansch praktisch oogpunt door den soldaat moeten kunnen worden uitgevoerd; deze in het programma op te nemen eischen vormen een doel, dat al of niet dank zij eene voorbereiding moet zijn bereikt op het oogenblik van het onderzoek. Hieruit volgt dus, dat de eischen betref fende de praktische lichamelijke geschikt heid van den candidaat meer moeten zijn van athletisch dan van gymnastisch karakter; zij moeten zich dus aansluiten bij athletische, niet bij gymnastische oefeningen. Er moet worden onderzocht, of de candi daten het tweeledig doel hebben bereikt, niet of zij een middel dat althans vol gens sommigen tot dat doel kan leiden kunnen toepassen. Hoe de candidaten deze gewenschte lichamelijke geschiktheid hebben verkregen, doet voor de Leger-autoriteiten niets ter zake; het is van geen belang of de candidaat wellicht nooit of bijna nooit heeft deelgenomen aan eenigen vorm van lichaamsoefening, dan we! of hij zich dage lijks onder bevoegde leiding systematisch heeft geoefend; of de candidaat door uit sluitende beoefening van voetbal of vuist bal de noodige lichamelijke geschiktheid heeft verkregen, dan wel dat Zweedsche, Duitsche of welke andere gymnastiek dan ook, hem als middel hebben gediend. ... mits het doel maar bereikt is, d.w.z. mits zijne lichamelijke geschiktheid maar voldoet aan met oordeel opgemaakte eischen. Hieruit volgt geenszins, dat in mijn oog het gewicht van goede gymnastiek als mid del tot harmonische lichaamsontwikkeling over het hoofd mag worden gezien; inte gendeel, meer dan ooit ben ik er van over tuigd, dat goede gymnastiek, beter dan eenige andere vorm van lichaamsoefening, kan leiden tot harmonische ontwikkeling en dat dan ook gymnastiek het middel is, door welks toepassing de candidaten de vereischte lichamelijke geschiktheid kunnen verwerven, doch, het zij nogmaals herhaald, het gaat er hier niet om, welk middel de candidaat heeft toegepast. Het is van belang de beide begrippen, gymnastiek eenerzijds en sport, athletiek en spelen anderzijds niet te ver warren en aan elk de plaats te geven in de lichamelijke opvoeding, welke daaraan toekomt. W. P. HlJBERT VAN BUJENBURGH

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl