De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 2 mei pagina 8

2 mei 1915 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 Mei '15. No. 1975 uitdrukking hiervan zijn te beschouwen). Bij Strauss neemt de karakteristiek van de hoofd figuur slechts een kleine plaats in, die, ter loops opgemerkt, misschien wel het beste is in 't geheele werk. Hij geeft in tegenstelling met Beethoven een thema, waarin hij sterk ineengedrongen alle karaktereigenschappen wil aanduiden. Mahler daarentegen geeft geen bijzondere karakteristiek van den held. Reeds in den aanhef smart, innerlijke foltering en klacht over het onbegrepen aardsche bestaan. Bij Strauss missen wij dezen kant geheel; Beethoven geeft eerst in het 2e deel hieraan uiting. Treffend is tusschen B. en M. in die deelen de overeenkomst van toonaard, marschachtigen rhythmus en vertroostend afwisselingsthema. Beethoven geheel getrouw aan den klassieken vorm; Mahler eveneens volgens geijkt voorschrift, maar met verbreking van de strenge banden, die inelkaarvloeiing der themagroepen niet gedoogden. Ook in thematisch opzicht is er tusschen de meesters verwantschap; men denke aan het coda. Dit Ie deel van Mahler behoort tot het beste dat ik van hem ken. De eigenlijke actieve strijd komt alleen bij Strauss voor. Mahler valt zijn tegen standers niet aan door optreden, maar ver plettert hen met smartelijke ironie (men denke aan het scherzo!) Strauss begint, zoodra zijn vijanden hem met spot over laden, te vechten met bommen en granaten, trommels en krijgstrompetten. Mahler ge bruikt dit materiaal niet om met anderen te strijden, maar om innerlijken strijd te uiten. Beethoven laat van strijd niet heel veel merken, slechts de droeve klachten in den . treurmarsch. Daarna het ontwakend bewust zijn weer in het scherzo en de finale, met een aantal variaties op het dubbele thema dat vastberadenheid en herwonnen vreugde kan uitdrukken. Bij hem is de held eindelijk de gewone mensen geworden en al het gebeurde een episode. Strauss geeft zich na den strijd over aan de natuur en zoekt daarin een zoetelijke berusting. Hier dus een loutering; de strijd vaardige is vredelievend geworden en ont vlucht den druk der wereld. Mahler juist heeft op bewonderenswaardige wijze den nadruk weten te leggen op de oplossing van het conflict. Na het Ie deel dat ik'hierboven reeds trachtte te verduide lijken, en het 2e dat een vleugje van hoop brengt, het onvergelijkelijke scherzo. Zooals men uit het programma weet, wordt daarin het lied des heiligen Antonius' Fischpredigt" te pas gebracht. Een gewone verwer king is dit echter niet; het lied dat door de orkestratie reeds is geworden tot een uiting van snijdend sarcasme, krijgt vooral aan het slot de beteekenis van de aller grootste smart en innerlijke vertwijfeling. Hoe geniaal, alleen reeds uit een oogpunt van omwerking! En dan de eigenlijke oplossing: grootere tegenstelling dan tusschen dien wanhoop, dat allergrootste pessimisme en den naïeven inzet van het o Röschen rot" waarmede de slotstemming wordt ingeleid is moeilijk denkbaar. Die eenvoud daar is overwel digend ; alle twijfel wordt door de hemelsche toekomst weggenomen! Nog niet voor goed l Nog moeten alle verschrikkingen van den laatsten oordeelsdag worden doorleefd voor in reusachtige stijging de vreugde van het nieuwe leven in de opstanding wordt uitgejubeld. En nu is het uit een architectonisch oog punt jammer dat na de groote afmetingen der voorgaande deelen dat eerste stuk van deel V zoo lang diende te zijn! Er moest een breed opgezet slot komen, dat echter, helaas! niet zoo is gelukt als hetgeen voorafgaat. Totdat het koor inzet met Aufersteh'n" heerscht te veel verbrokkeling en een bijna voort durend fortissimo, dat te lang aanhoudt. Zoo ben ik onwillekeurig gekomen tot de muziek zelf, nadat ik over den opzet der werken veel heb gezegd. Het is de vraag of het nageslacht zich veel van die betee kenis zal aantrekken, en of niet alleen de muziek voor zichzelf zal moeten spreken. Hoeveel uitleggingen bestaan er bijv. van de Eroïca (Oulibicheff, Berlioz, Wagner) en wie let er op? De plaatsruimte veroorlooft mij niet thans ook in muzikaal opzicht ver gelijkingen te maken. Misschien heb ik bij de volgende opvoering, die tegen 12 Mei is aangekondigd, hiertoe gelegenheid. Welke van de drie meesters het dan het langst zal uithouden? Ik kan het niet voor spellen ; wie kan het wel ? Misschien is het Beethoven, bij wien gedeelten die muzi kaal geen beteekenis hebben, het minst voorkomen. Over de uitvoering kan ik kort zijn. De Eroïca voldeed mij niet in alle opzich ten; enkele nuanceeringen, vooral in het trio van het scherzo, bij de unisono-figuren der blazers waren overdreven. Het thema van de finale kwam in de g-moll variatie niet mér door. Ein Heldenleben was onvoorwaardelijk te prijzen; dit werk zóte dirigeeren, geheel uit het hoofd, zullen slechts zeer weinigen Mengelberg kunnen nadoen! _Mahlers sinfonie werd op onvergelijkelijke wijze ten gehoore gebracht. Het orkest, dat belangrijk was versterkt.speelde zooals zelden; terecht bracht Mengelberg het applaus over op den concertmeester Zimmerman. Het Toonkunstkoor zong uitstekend; de hooge sopraanstemmen juichten. De soli werden gezongen door de dames Meta Reidel en Elise Ménage Challa. De eerste is den concertbezoekers der laatste maanden bekend; m. i. zong zij het vierde deel, dat-alleen voor alt is geschreven te weinig naief, met te zwaren klank en te geringe verzorging der hooge tonen. Haar timbre leent zich overigens wel voor deze partij. De sopraan debuteerde; haar stem is omvangrijk maar de loonvorming is nog onvrij. Het is echter moeilijk bij de weinige maten die zij had te zingen een oordeel te vormen. Ik betreur het, dat op dit concert, dat ten bate van het pensioenfonds voor de orkestleden werd gegeven, niet meer be zoekers waren. Geen stoel had onbezet mogen zijn! Reeds Bach wees er op dat het artistiek bestaan ten nauwste samenhangt met het materiëele! SEM DRESDEN IHIMIIMmlIMIIIIIItHimiHIIIIItMIIMMMIIIIIMIllmmlIMlmlIIIMtlllllMltf Arti 1. Het is nooit moeilijk eene Vereeni ging te stichten; voor ieder doel vindt ge gelijk-gezinden. Het moeilijke is, nadat de Vereeniging is gesticht, haar te behouden; haar te laten leven; haar te bewaren als een klinkklaar, stoutmoedig, jong organisme, dat bij iedere daad opnieuw zijne nood zakelijkheid vertoont en van zijne innerlijke vreugde overtuigt. 2. Misschien waren al de teleurstellingen te voorkomen, zoo kunstenaarsgenootschappem opgericht werden niet voor en tot een suffen ouderdom, maar voor een korter aan tal jaren, zoodat de mooglijkheid van den bloei-vollen hartstocht en van, de krachtige beweeglijkheid meer kans had, en minder de traagheid der dingen opdoemde en minder de luiheid van den geest loom maakte, wat eens elastisch was. 3, Soms, ik weet het, wordt in een oud lichaam nog wat nieuw leven. Plotseling treden een aantal verschijnselen op, die aan jeugd en overwinning doen denken, en aan den roes van knoppe-splijtend getijde. Maar zelfs deze verschijnselen zijn zósnel voorbijgaand, en zóweinig ware werkelijk heid, dat daarmee een lange duur eener vereeniging niet verdedigd kan worden. 4. Arti laat op deze tentoonstelling weinig kenmerken meer zien van innerlijke vreugde. Als Pulchri, in den Haag, heeft het een eerbiedwaardigheid over zich, die voor kunstgenootschappen gebrek aan leven is. Een kunstgenootschap moet niet maatschappelijk-fatsoenlijk" zijn, het moet een groep werkers zijn, eensgezind en ver scheiden ; eensgezind uit levenskracht, ver scheiden door persoonlijkheid, om zichzelven denkende omdat zij zelf weer deelen van de schoonheid zijn. Het maatschappelijk fatsoen is een der vormen van den geestelijken dood. Laten wij dien niet aanbidden het is een steen, die de kunst niet voedt, en waarbij de Rijke Hartstocht hongert. 5. De Rijke Hartstocht hongert op Arti; de schoonheid, de glanzende, schrijdende, en rythmische; in zwaarten nog licht; in donkerten nog stralend; op de hoogten vlam mend; in de diepten pronkend en pralend als de verscholen ertsen en als de stille mineralen hoeveel keer vindt ge haar hier? Wie plukt hier een tuil van den Hartstocht; In Memoriam Johan Schmier Hyginus Johannus Jacobus Gerardus, Wij noemden hem kortweg Jan" Schmier, De lustige zanger, hij zal niet meer zingen, Vriend Hein gaf ook hem geen kwar ier. Pur-sang bohémien, maar echt-hollandsch in wezen, Oubollig en eerlijk en breed, De ziel van een kind,het geluid van een Stentor, De lichaamsbouw van een athleet. Een keel als een trechter, een maag als een okshoofd, Een hart als van goud had Jan Schmier. Hij rijmde en hij zongen hij speelde zijn liedjes Pretentieloos en met pleizier. Hij zong op de planken, hij zong in de Kerken In Grand' Opéra en Concert, Ik hoord' hem het liefst, God vergeef' mij de zonde, Als zanger van de Ode aan de Snert." Nu is hij niet meer. De lustige zanger, De boertige rijmer trok heen. Met hem ging een brokstuk Oud-Holland verloren, Een tiep van Ostade en Jan Steen. J. SlEDENBURO Oorspronkelijke teekening van George van Raemdonck voor De Amsterdammer" wie beurt hieruit een juweel op ter schoonheid? Een paar schilders zijn te noemen: Breitner, om zijn eigenaardig straatje; Bauerom zijn romantische fijnheid; Ansingh om haar geestvolle kracht en werkelijke verbeelding; Coba Reitsema om een vicieusheid in een stilleven (wat de kleur betreft is er een ge heime verwording); Wandscheer; Veth om een portret van Derkinderen, dat zeker den schilder typeert; Rueter om Allebé's beel tenis, dat iets van den afgebeelde geeft; Grauss om iets levends; Isaac Israi'ls om Sainte Cathérine. Van de overigen zijn sommigen meer of minder goed, gerekend naar hun vorm. Maar hoe is die vorm; waar is hun hoogte belangrijk; waar is hun diepte geheim; waar is hun kleurenkracht overweldigend, of overtuigend ? ... Deze tentoonstelling van Arti doet bovenal n ding zien: gebrek aan Leven, gebrek aan overtuigende pogingen, aan bemoedi gende Schoonheid. Wie zal den Dood afhouden van dit Genootschap ? Hollandsche Kunstenaarskring te Amsterdam A. Groepeert deze eerste tentoonstelling van den Hollandschen Kunstenaarskring nieuwe, forsche, of fijne talenten; bundelt zij pogingen van eensgezinden; is zij een datum", een punt van uitgang (vol inner lijken ingang); of is zij een beschaaf d gebaar, een betoog, en een vertoonen, waarin bekends te vinden is, en waaruit niet zoo veel nieuws voorkomt, dat het als een needrig geschenk de volle aandacht krijgt en het gansche verlangen, om in haar het rijke te door gronden ? B. Deze eerste tentoonstelling is niet meer dan het beschaafd gebaar. Zij bundelt in zooverre pogingen van eensgezinden, dat zij werk doet zien van een aantal begaafden en niet-begaafden, die als gemeenschappelijk werk beschaafdheid van gevoelen vertoonen. Zij is geen datum", omdat zij niet, met een zwaren aandrang, een nieuwe beweging ver dedigt in een serie werken, voor die beweging beslissend, en voor de tegenstanders van overrompelende macht. Zij vertoont te veel werk van bekende talenten dat niet den eindeloozen steun van de Innerlijkheid bezit. HET JONGSTE PORTRET VAN GOD MARS Deze tentoonstelling, waar betrekkelijk goeds te vinden is, laat geen hulpeloosheden zien, zooals er op Arti waren, maar evenmin kan zij gedurende den ommegang langs de werken een gevoel van rustig verzaden op wekken. Er is nog iets van een leegte in haar. Ontstaat deze leegte door toch een gebrek aan verband tusschen het wezen der tentoonstellenden, of is de dracht der kleuren bij de meesten te gering en is de psychologische volheid niet groot genoeg? PLASSCHAERT The Athenaeum" Het welbekende Londensche weekblad The Athenaeum", dat door zijne degelijke kritieken reeds sedert een lange reeks van jaren een eerste plaats heeft ingenomen onder soortgelijke bladen in Engeland en daarbuiten, heeft het plan opgevat groote uitbreiding te geven aan het gebied zijner werkzaamheid. Overtuigd, dat de thans woedende oorlog grooten invloed zal hebben op het denken en voelen der menschheid, en dat-de ver schillende volken in hunne pogingen om nader tot elkander te komen, een steeds sterker wordenden drang in zich zullen ge voelen, om elkander beter te leeren begrijpen en waardeeren, heeft de redactie van The Athenaeum" gemeend aan dat verlangen te gemoet te moeten komen en het aan te moedigen, door voortaan ook hare aandacht te wijden aan het voornaamste dat in andere landen voortgebracht wordt op het gebied der letteren, wetenschap en schoone kunsten. Vooral de kleine volken kunnen niet anders dan dit toejuichen. Zoo moet het voor onze letterkundige en wetenschappelijke mannen en vrouwen aangenaam zijn te weten, dat dat ook buiten de enge grenzen van ons land kennis genomen zal worden van hunne werken. Bovendien bestaat nu ook de kans, dat vele thans in het buitenland heerschende wanbegrippen omtrent ons land en ons volk zullen verdwijnen. Van belang mag het hierbij geacht wor den, dat The Athenaeum" van plan is niet alleen in naam, maar ook inderdaad inter nationaal te worden; het blad toch stelt zich voor, zich de medewerking te verze keren van eerste krachten in de verschil lende landen, tot voorlichting van zijne lezers. Zij, die in deze onderneming belangstel len en er meer van wenschen te weten, kunnen daartoe hun naam en adres zenden aan den heer J. F. Bense, 112 Velperweg, Arnhem. iitflllllllllilllllllllllliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiliilllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniitiiiiii iiiiiiHiiiiiliiiiiliiiiiHiiiiiiiniiiiiiiiiiii FONGERS RIJWIELEN. De ruime sorteering modellen en de groote verscheiden heid van prijs, stellen een ieder in staat, zijn keuze op het FONGERS-rijwiel te bepalen. Eigen filialen: Amsterdam, Nassaukade 500; Arnhem, Bakkerstraat 5; Den Haag, Spui 45 en Reinkenstraat 121; Groningen, Heereweg 85; Leiden, B/eestraat 86; Middelburg, Lange Delft 19; Rotterdam, West-Nieuwland 16; Utrecht, Neude 12. lEEIIKF.h. AMSTERDAM. MAGAZIJN VAN Echte Bronzen Pendule-Garnituren in alle stijlen. Verlichtings-artikelen v. gas en elec. licht Hoofdverttgenwoordigers van het ORFEVRERIE CHRISTOFLE VEERHOFF & Co. 42 Kalverstraat D. OBERINK & Co.. AMSTERDAM PRINSENGRACHT 456 b/dLEIDSCHESTRAAT TELEFOON NOORD 1452 TOEPASSING DER ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED CHHMlf.RAl-ISCIII- KUNSTINRICHTING % DIRK SCHNABEL CLICHÉ'S VOOR /.WART I-.N KLLURBNBRUK ONS NIKUW l'ROCEDËIS KOPERDIEPDRUK GI-ISCHIKT VI KIR ELK PAPIER. Kennisgevingen voor Verloving en Ondertrouw InviUUën, Programma' Dankbetuigingen, Menu's Laxepaplcr en Corr. Kaarten Artlatiefc Stempelwerk BOEK- U STEENDRUK*Ct«l B. van Mantgem v«ir»Re!*r Singel 562 keet jaMrut. «rast. Kunsthandel REGNARD & Co., Keizersgr 792 b d Utr.schestr. A'dam TENTOONSTELLING VAN WERKEN V*N Geopend van 2?24 Mei Dag. v. 1O?5; Zond gs 2?5 uur. BEZ.CHTIGING VRIJ. DE AMSTERDAMMER [Weekblad voor Nederla[nd kost slechts H.65 per kwartaal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl