De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 16 mei pagina 3

16 mei 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

16 Mei '15. No. 1977 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND La Franco ne croyait pas que Ie droit de la force fut Ie seul que reconnussent les natipns modernes. Elle comptait que, tot ou faro, la question d'Alsace-Lorraine, avec les questions analogues, serait soumise au trlbunal des nations, et que, quelque jour, dans un monde qui disait apprécier la culture grecque et la religion chrétienne, la justice, elle aussi, serait admise a regier les différends des hommes. Et elle travaillait a développer, chez elle et parmi les nations, les idees de justice et d'humanité. Le même principe qu' hier ils s'appliquaient a défendre par des moyens pacifiques, les francais Ie soutiennent aujourd hui, les armes a la main. Ils ne se sont pas demandés'il leur eüt téplus avantageux d'accepter la tutelle de leurs puissants voisins, puisqu'ils y eussent perdu l'honneur. Etant donnéla maniere, dont leurs adversaires ont suscitë et conduisent cette guerre, ils ont conscience de défendre, avec les droits de l'homme en général, Ie droit des nations a I'indépendance, 5 la dignitéet au libre développement de leur génie propre. Et cette conscience r veille en eux l'ardeur de 1792, tandis qu'une calme appréciation des conditions de la lutte leur inspire une constance et une patience que nulle difficulté, ne pourra briser. Rien ici qui ressemble au généreux, mais tém raire et mobile emportemerit qu'on attribue aux Francais d'autrefois. Les FrangaiS'd'aujourd'hui ont pour devise d'être in branbables, comme Ie droit et comme la vérité. Permettez-moi d'invoquer, a eet gard, les lettres que, chaqne jour, m'envoient, du front, les jeunes savants confiés, en temps ordinaire, a ma direction. Tous sont pleins d'entrain, de décision et de bonne humeur. Parmi les obus qui clatent a cötéd'eux, ils me racontent ce qu'ils font, ils me disent leurs impressions, avec une tranquillit d'esprit et une lucidité, pareilles a celles qu'ils possédaient ici même, dans leur cabinet d'étude. On sent qu'ils sont heureux de combattre pour une cause incontestablement juste et belle, et qu'ils ont la certitude que ce même sentiment, dominant dans tous les coeurs, parmi la population civile comme dans l'armée, donnera a Ia France la persévérance et l'énergie nécessaires pour pousser la guerre jusqu'au bout. Oui, la France est demeurée la nation jeune et enthousiaste qui lutte pour une idee. Mais elle est désormais aussi réfléchie qu'elle est ardente; et, selon un de sesproverbes populaires, c'est en s'aidant ellemême, inlassablement et de toutes ses forces, qu'elle appelle a soi l'aide du ciel. linilllllllllllHIII'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIIIIIIIIIII In de Ruimte" (Zie het nummer van 9 Mei) Knaagtandjes peuzelen aan het sship; het sterke schip voert hen goedmoedig mee: ze hooren bij den inhoud. ANONYMUS *, * Mag ik even een antwoord geven op me vrouw Wijnaendts Francken's woorden uit de nauwte?" Het Vrouwen-vrede-congres" heeft altijd geheeten, ook in het voorloopig pro gramma, Internationaal Congres van Vrouwen." Alleen de volkomen oningewijden legden uit ongetraind combinatie-vermogen het woord Vrede', in den titel van het Congres. Twee van de ruim tachtig adhaesie-betuigende vrouwen hebben zich inderdaad teruggetrokken; ik had een genoeglijk praatje met haar... op een thee uitgaande van het Congres, waarbij het mij voorkwam, dat het terugtrekken nog veel had van een misver staan aan beide zijden. Waarom is de eisch in het voorloopig lllllllllltUIIIIIIIIIIIIIIMII iiipiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiBiiiraiiiiii? 't SCHANDAAL VAN LAZARUS DOOR JEANNETTE WINK-NIJHUIS II De eerstvolgende dagen is de straat in een toestand van wandelende razernij niemand blijft thuis of, zoo thuis, in den salon" of boven-voorkamer. De schoon maak schiet slecht op, en de meeste man nen krijgen een boterham of opgewarmd kliekje tot middagmaal. De kinderen, wien dit tot nu toe verboden was als ordinair", moesten nu ju/st op straat spelen, en" den mannen, voor zoover ze aan den spoorwagen" hun brood verdienden, werd allerlei detective-werk opgedragen. Ze wisten geen van allen iets naders omtrent dat rare stel van Lazarus" dien naam hield hij ! Aan 't huis was ook niets te ontdekken, de gordijnen hingen strak gesloten voor de vuile ruiten niet eens eerst gezeemd, geen krimmeltje schoongemaakt, en dat in een huis, dat een half jaar leeg gestaan heeft ! 't Was Godgeklaagd zu'k soort was altijd te lui om te werken!" De knecht van Hevelink, die in huis nog werk had, lachte eens dubbelzinnig, snoof eens bedenkelijk maar rookte verder zwijgend en eerbiedig de sigaren van meneer den luitnant". Een luitenant in uniform kan toch maar zóniet uit de lucht vallen waar lag hij in garnizoen ? had hij soms verlof wegens ziekte? hij zag er geel en miserabel genoeg uit! De geminachte kellners-mevrouw (ze woonde op 5) won in aanzien, maar ze wist niets, en kon toch niet gaan verzinnen ? 't enige resultaat van haar spionnage achter bij de tuinschutten was de weten schap, dat die juffer geen stom woord Hollandsch verstond; dat had de knecht van programma van een wapenstilstpnd zoo weerzinwekkend voor anti-Pruisisch-militaristisch-gezinde Nederlanders ?" Alleen, wanneer ze in losgelaten emotio naliteit aannemen, dat het ongehinderd einde van den oorlog per se het Pruisisch .mili tarisme" overwinnen zal! Och, mijn lieve droomere, bij oorlpg heb ben ook de sterkste aanvals-mlddelen een zwaar woord mee te spreken! Die eisch trouwens van het voorloopig program is ten Congresse in deze vorm en inhoud niet aangenomen. Hij was vór dien veranderd. Het verdonkeremanen van het gloeiend protest der~Fransche vrouwen" zou inder daad zedelijk ongeoorloofd zijn geweest, als niet door en in ontzaglijke drukte (het protest kwam eerst zeer laat in) de draag wijdte van den inhoud door de twee secretaressen was over het hoofd gezien. Mevrouw Van Biema-Hijmans gaf mij deze verklaring, die spoedig daarop, naar betee kenis gelijk, als verdediging in de groote bladen werd geplaatst. Protest van de Fransche vrouwen! is me dat onlogisch generaliseeren. De Fransche vrouwen konden niet vertegenwoordigd worden door deze onderteekenaarsters; en... Fransche vrouwen (let op, niet de Fransche vrouwen) zonden adhaesiebetuigingen in telegrammen en brieven. De dwaze eisch nietig verklaring van alle bestaande geheime verdragen" wordt eveneens voorgestaan door den Internatio nalen Anti-Oorlog-Raad, waarvan niet vrouwen-onbeholpenheid maar intellect van be kende mannen de leiding draagt. We hebben niet bepleit, o buitenstaanster, dat het volk en niet de vorst zal te beslissen hebben in zake oorlog..." maar wel, dat de verantwoordelijkheid van die beslissing door regeering en volksvertegen woordiging gezamenlijk zal worden gedra gen. Een principe, niet bepaald gloednieuw bij een constitulioneelen regeeringsvorm. En ten slotte: Voelt men waarlijk niet hoe belachelijk men zich maakt door het stellen en aanne men van zulke resoluties?" *) Florence Nightingale was belachelijk in de oogen van zorgzame mama's, toen ze bepleitte dat zieken-verplegen niet onvrou welijk was. Harriet Beecher Stowe was belachelijk in de oogen der Zuidelijken", toen ze ver klaarde, dat het blanke ras niet was uitver koren als slavenhouders over de donkerkleurigen. Columbus was belachelijk voor het Spaansche intellect, toen hij beweerde, dat de aarde niet eindigde, waar ze wel eindigde. En ook Luther was... vul zelf verder in. Heil den belachelijken, die durven! De toekomst zal lachen, of toejuichen; wie weet het? Maar zij zetten het spel voor de toe komst op. Die is het wel waard, dat nieuwe krachten in het ensemble" optreden. Gesteund door qualiteit en quantiteit gaan wij vrouwen rustig op ttet sterke schip. Knaagtandjes voeren we mee, dat weten we. Maar ook duikbootengevaar zou onzen moed niet breken. Leiden, 9.5.'15 W. VAN ITALLIE VAN EMBDEN *) N.l. uitnoodiging aan de Conferentie der mogendheden, die het vredesverdrag zullen opmaken, om een verklaring af te leggen voor de noodzakelijkheid van invoe ring van vrouwenkiesrecht in alle landen. * * * Kleine Kritiek De plaats van de pittige leading werd verleden week ingenomen door een opstel van mevrouw Wijnnandts Francken-Dyserinck, een opstel in de ruimte." Wat bovenal treft in dlit opstel, is het volstrekt gemis aan begrip van de betee kenis van dit congres. Deze was tweeërlei: het was een demonstratie van den omvang en de waarde der internationale vrouwen beweging en het was de uitdrukking van de behoefte om in dezen tijd van ruwheid en scepticisme te getuigen van het hooge idealisme, waarmede het vrouwelijk gemoed is vervuld. dien transportwagen k al gezegd, en was dus geen nieuws, dat ze nooit buiten kwam, en de luitnant alles beredderde, dat de ach terkamer zeker slaapkamer was, er stond een allemenschelijk groot ledikant, maar verder niks op de vloer of an den muur... Toen ze met haar observatie zoover geko men was, werd er een groezelig laken voor 't raam gehangen, om 't inkijken te beletten. No. l, aan d' anderen kant, leverde heelemaal geen nieuws op: daar woonde de vrome familie Schimmel, die den halven tijd doorbracht met orgelspel en psalmge zang. Voor de reclame", spotte e straat, want meneer Schimmel was boekhouder op een orgelfabriek. Ze hadden met hun wereldsche" buren heel geen omgang. Juffrouw Schimmel, met haar dikke bril en strak-zwarte japon, kwam wel eens bij Drees boodschappen halen, maar haar spitse lippen lieten over 't stel" niets door, dan algemeenheden over den dienst der zonde", en 't Oordeel", dat over de Straat moest komen, waarbij zij echter meer speciaal Drees, wiens handel en wandel niet zér eerbaar was, in 't roode gezicht keek. Na verloop van een paar weken was men nog maar n sensatie rijker geworden: n.m. de elegante verschijning, eenige keeren per week, van een jong, voornaam-gekleed heer met opvallend knap uiterlijk. Hij vooral bracht al juffr. Coster's herinneringen te voorschijn, en 't ijdele mensch zélf aan 't huilen van aandoening. Zóchique zagen de heeren er in haar tijd" k uit, vertelde ze mistroostig aan juffr. den Beker en dan zoo'n beer van een man te moeten hebben!" Wie de chique verschijning was, hoe hij heette, waar hij vandaan kwam, bleef even eens een onoplosbaar geheim, soms logeerde hij er eenige dagen, dan was hij weer dagen lang weg. Alleen Lazarus" bleef. Dat noemen ze kameren," verklaarde juffr. Lanter omstandig, op 'n dag bij Drees op de stoep, zó'n del heet dan mintenee, en de meneer komt af en toe zoo'n schepsel is altijd lui, en doet niks as kaarten, en 's nachts geven ze feesten met champagne Da's dan toch allén die eene, de luitenant woont er immers," geeft Drees eenigszins norsch bescheid, en van cham pagne merken we k niks; 't is er altijd Transport- en Zee-Verzekering met NIOIEST (Oorlogsrisico). BLOM & VAN DER AA, Assurantiebezorgers. AMSTERDAM, BEURSPLEIN No. 5 Telegram-Adres: BLOMA. Telefoon Noord: 2247, 2192, 7783, 6704 en 3174. BOUWT TE NUNSPEET. Mooie boschrflketerrelnen.Spoor,Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen Mfj. .DE VELUWE", Nunspeet. -American - Eau de Cologne verrukkelijk en NIET duur. Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk. In- beide opzichten is het congres boven alle verwachting geslaagd. Wie zich zelf niet te hoogwijs of te voornaam van positie heeft gevoeld om zich in dit gezelschap te begeven en heeft kennis genomen van het geen daar voorviel, moet onder den indruk zijn gekomen van het organiseerend ver mogen en van het intellect, waarvan deze vergadering van vrouwen de blijken gaf. Van dit congres is een vloedgolf van idea lisme uitgegaan, die geen der toehoorders onberoerd heeft gelaten. Het congres was voor de vrouwenbewe ging een schitterende propaganda. Wat heeft mevrouw Wijnaendts Francken hiertegenover te stellen ? Zij kent het congres alleen uit de kranten verslagen. Dat zij er vandaan bleef, wordt met het zonderlinge argument verdedigd, dat voor wie gedurende een aantal jaren in de vrouwenbeweging verantwoordelijke posten hebben vervuld" de mogelijkheid niet open stond stilzwijgend toeschouwster te zijn". Er was echter nog een andere reden, waarom de schrijfster verplicht was om buiten het hek van den Dierentuin te blijven. Zij qualificeert zich als anti-Pruisisch-militarisme-gezinde Nederlandsche vrouw;" zij had een congres willen zien bijeenroepen met een ander doel, om te protesteeren tegen het gruwelijk onrecht, aan België bedreven. Doch zij geeft zich zelf geen rekenschap, dat juist op dien grondslag een internationaal congres onmogelijk was. Zij zou een congres moeten beleggen van vrouwen, die tot de landen der entente behooren, een partij congres, een oorlogscongres. De opzet, de bedoeling, de beteekenis van het gehouden congres is tot de schrijfster in het geheel niet doorgedrongen. Zij zal zich niet verbeelden, dat zij met hare gevoelens alleen staat, dat op het congres de harten niet klopten voor het leed en den moed der Belgen. Ware zij tegenwoordig geweest, zij had van het tegendeel zich kunnen overtuigen. Maar de leidsters van het congres hebben hierom mede aanspraak op hooge waardeering, omdat zij met werkelijk bewonderenswaardigen takt de geestesstroomingen zóhebben weten stil en netjes, de menschen leggen niemand wat in den weg, 't schepseltje komt af en toe het boekje brengen, dat al ingevuld is, en dan wijst ze maar wat 't is toch een stakkerd!" Drees, hoewel als- koopman (wat ieder leverancier er trouwens deed) het dubbele van den prijs nemend ('t gebeurde niet iederen dag, dat een officier in deze kale buurt kwam wonen) had als mensch toch iets van medelijden en sympathie in zijn lichtzinnig hart en uitte dat ook af en toe. Dat venijnige kreng van Lanter met 'r schijnheilige snoet" kon hij vooral niet goed uitstaan, laat ze maar naar d'r eigen familie kijken, d'r mooie zuster in Amster dam." Juffrouw Drees, een bigotte sloofster met veel te veel kinderen, was erg ontdaan over dien voorkeur van haar man, vooral sinds meester Bentinck haar verteld had, dat die meid van Lazarus" uit dat goddelooze Frankrijk kwam. De meneer op 37, in zijn schraal bestaan van penny-a-liner, de zachtmoedige droomer, die nooit begrip van het practische leven had kunnen krijgen de eenzame, zonder vriend of familie op de wereld; de 64-jarige met het hart en de ziel van een kind, had zich wonderlijk aangetrokken gevoeld tot het vreemde vrouwtje, dat hij eens in 't voorbijgaan aan de deur had zien staan uitkijken met gropte, verlangende oogen. Hij wist nog niets van de heele geschie denis, want het kwaadspreken had hij Mina streng verboden. Wat ging hem dat alles aan ? w 't Was hem dan ook volstrekt niet opge vallen, dat er beroering was gekomen in de nette" bedaardheid der Straat, en groep jes dames (wel is waar van de laagst-geplaatste ambtenaren) over de hekjes en op de stoepen stonden te praten, precies als doodgewone ordinaire" dienstmeiden, of wijven uit een achterbuurt, om de pomp. Hij had genoeg aan zichzelf, aan z'n hond, aan z'n hei, de wijde oneindigheid der stra lende hei met zijn eenzame sparren en be moste heuvelen ! de hei. waarvoor hij de heele straat met al haar inwoners vergat l Mina Pieper duldde hij; ze gaf hem geen zorg en ze was goedkoop, maar hij haatte haar schelle stem in 't geluidlooze huis, zooals hij afkeer had van de vunze lucht te beheerschen, dat het welslagen van het congres zonder conflicten was verzekerd. De voorname leiding van Miss Addams was onverbeterlijk. Had mevrouw Wijnnaendts Francken dit begrepen, zij zou zich niet hebben gewaagd aan een poging om het congres te kleineeren. Wat voert zij aan? De resoluties deugen niet; de vergadering was tot oordeelen niet bevoegd. In deze resoluties waren de gedachten neergelegd, welke in onze dagen worden verwerkt door allen, die zinnen op middelen om aan de oorlogsgruwelen een einde te maken en ze voor het vervolg te voorkomen. Wat daarin voor buitengewoon moeilijks is, valt niet in te zien. Resoluties, in een nog onvoldoende be werkte materie als de regeling der inter nationale verhoudingen op te stellen, zijn uit den aard der zaak weinig concreet. Tot wetsontwerpen kan men het nog niet brengen. Niets is gemakkelijker dan ze aan onrede lijke eischen te toetsen en dan triomfantelijk te wijzen op een tekort. Doch de voorbeel den, door mevrouw Wijnaendts Francken aangehaald, zijn niet zeer geschikt om den ernst van haar betoog te ondersteunen. Dat men als aanleiding tqt oorlogen het persoon lijk winstbejag bij het aanmaken van oorlogs tuig wil verwijderen door de fabricage tot staatsmonopolie terug te brengen is geen nieuw denkbeeld noch moeilijk te begrijpen. De nietigverklaring van geheime verdra gen, door de regeeringen gesloten, is ook zoo gek niet, en evenmin een bedenksel van het oogenblik. De schrijfster kan wel ver klaren, dat het eene al dwazer is dan het andere, maar daarom is het nog niet zoo. Dat zij een Gidsartikel van Mr. De Beaufort heeft gelezen, en nog een van Prof, Jelgersma, is in het geheel geen reden om naar het gezag van haar meening ons ootmoedig te buigen. Zelfs het Algemeen Handelsblad spreekt hierin niet voor ieder het beslissende woord. Mevrouw Wijnaendts Francken had wijzer gedaan met haar pen nog wat te laten rusten. Zij maakt den indruk, alsof het haar een doorn in het oog is, dat de Vereeniging voor IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII aan haar kleeren, en 't groezelige gezicht met de zeere oogjes... En nu ineens dit gezichtje met den hulploozen blik in de warme oogen een ge zichtje als hij nooit gezien had in zijn zor gelijk bestaan, waar nooit vrouwen in waren geweest. Dat gezichtje, dien bloemengeur, en dat in de straat! Dienzelfden dag, van de hei thuiskomend had Mina, ondanks het streng verbod, hem alles juist over haar verteld. Daar in de deur had ze gestaan, nog met de karbonade in een papiertje, die ze op den hoek gehaald had. Want meneer wilde geen noodeloos gebel. Eerst dorst ze nog niet beginnen, en draaide wat rond, uit angst, want meneer mocht eens boos worden, en ze had het er veel te goed en gemakkelijk zoo'ri goeie hals, een kind kan hem bedriegen! Maar nu had ze op den hoek te veel ge hoord, heerejennig nogan toe, zelfs de vrome juffrouw Schimmel had er gestaan, en gezegd, dat de heele straat erop aange zien werd, dit hoefde er niet bij te komen de straat was zonder dat al god deloos genoeg, zei ze. Drees mocht dan zeggen, dat ze 't geeneen lastig maakten, en 't ze dus niks anging -* larie, de mannen verdedigden zulk soort meest k nog, maar een ander hield z'n eer op, en moet werken voor de kost en dan zo'n vuile medam, met de verf dik op d'r gezicht, die alles maar liet versmeren in hui% te lui nog om de ruiten te zeemen, daar mocht dan zeker niks van gezegd worden? En die bleeke pierewiet met z'n vlekkerig gezicht merkfeekenen der zonde" noemde juffrouw Schimmel dat net of d'r ooit een officier, waar niet wat an mekeerde, in hun straat zou komen, al was hij met z'n keukenmeid getrouwd? Maar en daarom begon ze d'r over - nou had de slager gevraagd, wat haar meneer van dat schan daal zei die was zoo geleerd en van hooge komaf of 't eigenlijk niet angegeven mos worden an de pelisie; 't kon daar best 'n stille knip wezen dan zou die wel 't leger uitgejaagd worden, want daar benne ze nog vél meer op d'r ponteneur as gewone burgers. En de slagersjuffrouw had gevraagd, of haar meneer niet an den commandant van 't leger kon schrijven, die natuurlijk niks wist van zoo'n LIB6RTY 6ASY CHAIR5 COMFORTABEL iDeCORATieF BYRON" M£T TAPCMRY j Fl 4.50 PM M6T PAARDeHAAR CCSTOFFeCRD in ciKeh-rtüTef OF MAMOHICHOUT n 39CATALOGUS WVM CASY CHAIRS FRANCO OP AANVRAAG MCTZ E (s AMST6RDAM iiiiiimjMinTimrmimitimiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiMiiiiiiMii Vrouwenkiesrecht, die nu eenmaal de sterke, de goed geleide organisatie is, de organi satie van de daad, in het vrouwencongres een succes heeft behaald, zonder den steun van de geachte schrijfster. Maar dan moest zij deze 'gevoelens in zich zelf verwerken, en daaraan niet geven publiciteit. Het zal haar ten slotte toch ook wel te doen zijn om de vrouwenbeweging te steunen en ver der te brengen. Met haar kleine critiek geeft zij voet aan de tegenstanders, die de bewe ging gaarne verzwakt zien door jalousie en onderling krakeel. Mr. H. P. MARCHANT Scheveningen, 9 Mei 1915 Ingekomen Boekwerken J. W. BOERMAN en K. M. KNIP, Dieren in hun omgeving, Herkauwers, Knaagdieren, Vrienden der duisternis, Water- en Weide vogels, alle met losse platen. Groningen, J. B. Wolters. R. NOORDHOFF, Nederland in Woord en Beeld, Bloemenland: Bloembollenteelt bij Noordwijk aan Zee, met plaat. Groningen, J. B. Wolters. H. J. VAN GINKEL, De Verzoening van Godsdienst en Wetenschap I, Geest en Stof, 36 pag. f 0.25. Amsterdam, A. H. Kruyt. L. DE HARTOG?MEIJES, Het Kind en God, 164 pag. f 1.10 geb. f 1.50. Amsterdam, A. H. Kruyt. Dr. A. F. H. BLAAUW, Vroeg tot God, leesboek voor huisgezin, zondagsschool en en catechisatie (6e druk) 120 pag. f 0.30. Groningen, P. Noordhoff. Dr. J. G. VAN DILLEN, Duurtemaatregelen in de Zeventiende Eeuw, 23 pag. f 0.50. Amsterdam, A. H. Kruyt. Een drietal losse opmerkingen naar aanleiding van den grooten oorlog, 30 pag. Amsterdam, de Nieuwe Tijd", (niet in den handel). De gtoote denkers der eeuwen, Plato, Overzicht van zijn philosophie, De Staat, 456 pag. f 0.90 geb. f 1.25. Amsterdam, van Holkema en Warendorf. ERNST ZAHN, De apotheker van klein Westwil, vertaald door j. LOWENS, 322 pag. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur. stiekemerd. Toen kon ze toch d'r meneer niet affron teeren door te zeggen, dat die hals met al z'n geleerdigheid een onnoozel kind was, die maar zat te staren op de heiblommetjes, die hij geregeld meebracht, of met zijn hond praatte of versjes las, waar de heele tafel vol mee lei. Nee, ze had beloofd, dat ze 't vragen zou... En ze had het gevraagd! Meneer zat voor z'n schrijftafel en keek op. Nooit had hij het tanige wijfje zóafstootend gevonden, met de gore muts, waar de doffe haarslierten uitwarrelden; met dat andere gezichtje nog voor oogen; nooit, met dien zwoelen bloemengeur nog in de herinnering, had hem Mina's uien-petroleum-bleekpoeier-wasem zógehinderd. 't Is een fransche, meneer, en zij met d'r luitenant benne zoo kaal as ratten en zoo'n andere deftige meneer is d'r ook den halyen tijd een affront voor onze orden telijke straat van morgen het Kees, de groenboer, d'r lekker twintig cent voor 'n kooltje van zes afgenomen en die luitnant kookt en wascnt zeker, want d'r komt geen mensch in huis, en die lel is natuurlijk te lui, zóin een vuil huis getrokken. En nou vraagt de slager, of V geen raad weet, want zókan dat toch niet. Een sterke vuistslag op de tafel doet Mina uit haar geratel opschrikken; zelfs de hond gaat er van blaffen. Haar zachtzinnige, goedige hals van een meneer heeft haar ruw bij den arm gepakt, vloekend en razend op die pharizeeërs en lasteraars, die leu genaars en philisters. Nooit had ze hem driftig gezien, en nou... Als je nog eens over dat arme, vervolgde vrouwtje je vuilen mond open doet, kun je wel ophoepelen," had hij geschreeuwd en zeg dat maar in de straat, hoor!" En Mina was stilletjes naar de keuken geslopen, philosopheerend v/at voor moois zoo'n braaf mensch als haar meneer toch aan zoo'n del zag, dat hij er een orden telijke vrouw van uitschold. Dien middag braken er in de keuken van No. 37 twee kopjes van 't servies bij 't nijdig omwasschen. De wereld stond op d'r kop, en d'r meneer was heelendal van de wijs. Arme, vervolgde vrouwtje!"?ze mosten een heiligenbeeld van d'r maken! (Slot voW)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl