Historisch Archief 1877-1940
16 Mei '15. No. 1977
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
La Franco ne croyait pas que Ie droit de
la force fut Ie seul que reconnussent les
natipns modernes. Elle comptait que, tot ou
faro, la question d'Alsace-Lorraine, avec les
questions analogues, serait soumise au
trlbunal des nations, et que, quelque jour, dans
un monde qui disait apprécier la culture
grecque et la religion chrétienne, la justice,
elle aussi, serait admise a regier les différends
des hommes. Et elle travaillait a développer,
chez elle et parmi les nations, les idees de
justice et d'humanité.
Le même principe qu' hier ils s'appliquaient
a défendre par des moyens pacifiques, les
francais Ie soutiennent aujourd hui, les armes
a la main.
Ils ne se sont pas demandés'il leur eüt
téplus avantageux d'accepter la tutelle
de leurs puissants voisins, puisqu'ils y
eussent perdu l'honneur. Etant donnéla
maniere, dont leurs adversaires ont suscitë
et conduisent cette guerre, ils ont conscience
de défendre, avec les droits de l'homme en
général, Ie droit des nations a I'indépendance,
5 la dignitéet au libre développement de
leur génie propre. Et cette conscience r
veille en eux l'ardeur de 1792, tandis qu'une
calme appréciation des conditions de la lutte
leur inspire une constance et une patience
que nulle difficulté, ne pourra briser. Rien
ici qui ressemble au généreux, mais tém
raire et mobile emportemerit qu'on attribue
aux Francais d'autrefois. Les
FrangaiS'd'aujourd'hui ont pour devise d'être in
branbables, comme Ie droit et comme la vérité.
Permettez-moi d'invoquer, a eet gard, les
lettres que, chaqne jour, m'envoient, du
front, les jeunes savants confiés, en temps
ordinaire, a ma direction. Tous sont pleins
d'entrain, de décision et de bonne humeur.
Parmi les obus qui clatent a cötéd'eux,
ils me racontent ce qu'ils font, ils me disent
leurs impressions, avec une tranquillit
d'esprit et une lucidité, pareilles a celles
qu'ils possédaient ici même, dans leur
cabinet d'étude. On sent qu'ils sont heureux
de combattre pour une cause
incontestablement juste et belle, et qu'ils ont la
certitude que ce même sentiment, dominant dans
tous les coeurs, parmi la population civile
comme dans l'armée, donnera a Ia France
la persévérance et l'énergie nécessaires pour
pousser la guerre jusqu'au bout.
Oui, la France est demeurée la nation
jeune et enthousiaste qui lutte pour une
idee. Mais elle est désormais aussi réfléchie
qu'elle est ardente; et, selon un de
sesproverbes populaires, c'est en s'aidant
ellemême, inlassablement et de toutes ses forces,
qu'elle appelle a soi l'aide du ciel.
linilllllllllllHIII'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIIIIIIIIIII
In de Ruimte"
(Zie het nummer van 9 Mei)
Knaagtandjes peuzelen aan het sship;
het sterke schip voert hen goedmoedig
mee: ze hooren bij den inhoud.
ANONYMUS
*, *
Mag ik even een antwoord geven op me
vrouw Wijnaendts Francken's woorden uit
de nauwte?"
Het Vrouwen-vrede-congres" heeft altijd
geheeten, ook in het voorloopig pro
gramma, Internationaal Congres van
Vrouwen." Alleen de volkomen oningewijden
legden uit ongetraind combinatie-vermogen
het woord Vrede', in den titel van het
Congres.
Twee van de ruim tachtig
adhaesie-betuigende vrouwen hebben zich inderdaad
teruggetrokken; ik had een genoeglijk praatje
met haar... op een thee uitgaande van het
Congres, waarbij het mij voorkwam, dat het
terugtrekken nog veel had van een misver
staan aan beide zijden.
Waarom is de eisch in het voorloopig
lllllllllltUIIIIIIIIIIIIIIMII
iiipiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiBiiiraiiiiii?
't SCHANDAAL VAN LAZARUS
DOOR
JEANNETTE WINK-NIJHUIS
II
De eerstvolgende dagen is de straat in
een toestand van wandelende razernij
niemand blijft thuis of, zoo thuis, in den
salon" of boven-voorkamer. De schoon
maak schiet slecht op, en de meeste man
nen krijgen een boterham of opgewarmd
kliekje tot middagmaal. De kinderen, wien
dit tot nu toe verboden was als ordinair",
moesten nu ju/st op straat spelen, en" den
mannen, voor zoover ze aan den
spoorwagen" hun brood verdienden, werd allerlei
detective-werk opgedragen.
Ze wisten geen van allen iets naders
omtrent dat rare stel van Lazarus" dien
naam hield hij !
Aan 't huis was ook niets te ontdekken,
de gordijnen hingen strak gesloten voor de
vuile ruiten niet eens eerst gezeemd,
geen krimmeltje schoongemaakt, en dat in
een huis, dat een half jaar leeg gestaan heeft !
't Was Godgeklaagd zu'k soort was
altijd te lui om te werken!"
De knecht van Hevelink, die in huis nog
werk had, lachte eens dubbelzinnig, snoof
eens bedenkelijk maar rookte verder
zwijgend en eerbiedig de sigaren van
meneer den luitnant".
Een luitenant in uniform kan toch maar
zóniet uit de lucht vallen waar lag hij
in garnizoen ? had hij soms verlof wegens
ziekte? hij zag er geel en miserabel
genoeg uit!
De geminachte kellners-mevrouw (ze
woonde op 5) won in aanzien, maar ze
wist niets, en kon toch niet gaan verzinnen ?
't enige resultaat van haar spionnage
achter bij de tuinschutten was de weten
schap, dat die juffer geen stom woord
Hollandsch verstond; dat had de knecht van
programma van een wapenstilstpnd zoo
weerzinwekkend voor
anti-Pruisisch-militaristisch-gezinde Nederlanders ?"
Alleen, wanneer ze in losgelaten emotio
naliteit aannemen, dat het ongehinderd einde
van den oorlog per se het Pruisisch .mili
tarisme" overwinnen zal!
Och, mijn lieve droomere, bij oorlpg heb
ben ook de sterkste aanvals-mlddelen een
zwaar woord mee te spreken!
Die eisch trouwens van het voorloopig
program is ten Congresse in deze vorm
en inhoud niet aangenomen. Hij was vór
dien veranderd.
Het verdonkeremanen van het gloeiend
protest der~Fransche vrouwen" zou inder
daad zedelijk ongeoorloofd zijn geweest, als
niet door en in ontzaglijke drukte (het
protest kwam eerst zeer laat in) de draag
wijdte van den inhoud door de twee
secretaressen was over het hoofd gezien.
Mevrouw Van Biema-Hijmans gaf mij deze
verklaring, die spoedig daarop, naar betee
kenis gelijk, als verdediging in de groote
bladen werd geplaatst.
Protest van de Fransche vrouwen! is me
dat onlogisch generaliseeren. De Fransche
vrouwen konden niet vertegenwoordigd
worden door deze onderteekenaarsters;
en... Fransche vrouwen (let op, niet de
Fransche vrouwen) zonden
adhaesiebetuigingen in telegrammen en brieven.
De dwaze eisch nietig verklaring van
alle bestaande geheime verdragen" wordt
eveneens voorgestaan door den Internatio
nalen Anti-Oorlog-Raad, waarvan niet
vrouwen-onbeholpenheid maar intellect van be
kende mannen de leiding draagt.
We hebben niet bepleit, o
buitenstaanster, dat het volk en niet de vorst zal te
beslissen hebben in zake oorlog..." maar
wel, dat de verantwoordelijkheid van die
beslissing door regeering en volksvertegen
woordiging gezamenlijk zal worden gedra
gen. Een principe, niet bepaald gloednieuw
bij een constitulioneelen regeeringsvorm.
En ten slotte:
Voelt men waarlijk niet hoe belachelijk
men zich maakt door het stellen en aanne
men van zulke resoluties?" *)
Florence Nightingale was belachelijk in
de oogen van zorgzame mama's, toen ze
bepleitte dat zieken-verplegen niet onvrou
welijk was.
Harriet Beecher Stowe was belachelijk in
de oogen der Zuidelijken", toen ze ver
klaarde, dat het blanke ras niet was uitver
koren als slavenhouders over de
donkerkleurigen.
Columbus was belachelijk voor het
Spaansche intellect, toen hij beweerde, dat de
aarde niet eindigde, waar ze wel eindigde.
En ook Luther was... vul zelf verder in.
Heil den belachelijken, die durven! De
toekomst zal lachen, of toejuichen; wie weet
het? Maar zij zetten het spel voor de toe
komst op. Die is het wel waard, dat nieuwe
krachten in het ensemble" optreden.
Gesteund door qualiteit en quantiteit gaan
wij vrouwen rustig op ttet sterke schip.
Knaagtandjes voeren we mee, dat weten we.
Maar ook duikbootengevaar zou onzen moed
niet breken.
Leiden,
9.5.'15
W. VAN ITALLIE
VAN EMBDEN
*) N.l. uitnoodiging aan de Conferentie
der mogendheden, die het vredesverdrag
zullen opmaken, om een verklaring af te
leggen voor de noodzakelijkheid van invoe
ring van vrouwenkiesrecht in alle landen.
* * *
Kleine Kritiek
De plaats van de pittige leading werd
verleden week ingenomen door een opstel
van mevrouw Wijnnandts
Francken-Dyserinck, een opstel in de ruimte."
Wat bovenal treft in dlit opstel, is het
volstrekt gemis aan begrip van de betee
kenis van dit congres. Deze was tweeërlei:
het was een demonstratie van den omvang
en de waarde der internationale vrouwen
beweging en het was de uitdrukking van
de behoefte om in dezen tijd van ruwheid
en scepticisme te getuigen van het hooge
idealisme, waarmede het vrouwelijk gemoed
is vervuld.
dien transportwagen k al gezegd, en was
dus geen nieuws, dat ze nooit buiten kwam,
en de luitnant alles beredderde, dat de ach
terkamer zeker slaapkamer was, er stond
een allemenschelijk groot ledikant, maar
verder niks op de vloer of an den muur...
Toen ze met haar observatie zoover geko
men was, werd er een groezelig laken voor
't raam gehangen, om 't inkijken te beletten.
No. l, aan d' anderen kant, leverde
heelemaal geen nieuws op: daar woonde de
vrome familie Schimmel, die den halven
tijd doorbracht met orgelspel en psalmge
zang. Voor de reclame", spotte e straat,
want meneer Schimmel was boekhouder op
een orgelfabriek. Ze hadden met hun
wereldsche" buren heel geen omgang.
Juffrouw Schimmel, met haar dikke bril
en strak-zwarte japon, kwam wel eens bij
Drees boodschappen halen, maar haar spitse
lippen lieten over 't stel" niets door, dan
algemeenheden over den dienst der zonde",
en 't Oordeel", dat over de Straat moest
komen, waarbij zij echter meer speciaal
Drees, wiens handel en wandel niet zér
eerbaar was, in 't roode gezicht keek.
Na verloop van een paar weken was men
nog maar n sensatie rijker geworden:
n.m. de elegante verschijning, eenige keeren
per week, van een jong, voornaam-gekleed
heer met opvallend knap uiterlijk. Hij vooral
bracht al juffr. Coster's herinneringen te
voorschijn, en 't ijdele mensch zélf aan 't
huilen van aandoening. Zóchique zagen
de heeren er in haar tijd" k uit, vertelde
ze mistroostig aan juffr. den Beker en dan
zoo'n beer van een man te moeten hebben!"
Wie de chique verschijning was, hoe hij
heette, waar hij vandaan kwam, bleef even
eens een onoplosbaar geheim, soms logeerde
hij er eenige dagen, dan was hij weer
dagen lang weg. Alleen Lazarus" bleef.
Dat noemen ze kameren," verklaarde
juffr. Lanter omstandig, op 'n dag bij Drees
op de stoep, zó'n del heet dan mintenee,
en de meneer komt af en toe zoo'n
schepsel is altijd lui, en doet niks as
kaarten, en 's nachts geven ze feesten met
champagne
Da's dan toch allén die eene, de
luitenant woont er immers," geeft Drees
eenigszins norsch bescheid, en van cham
pagne merken we k niks; 't is er altijd
Transport- en Zee-Verzekering met
NIOIEST (Oorlogsrisico).
BLOM & VAN DER AA, Assurantiebezorgers.
AMSTERDAM, BEURSPLEIN No. 5 Telegram-Adres: BLOMA.
Telefoon Noord: 2247, 2192, 7783, 6704 en 3174.
BOUWT TE NUNSPEET.
Mooie boschrflketerrelnen.Spoor,Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mfj. .DE VELUWE", Nunspeet.
-American
-
Eau de Cologne
verrukkelijk en NIET duur.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
In- beide opzichten is het congres boven
alle verwachting geslaagd. Wie zich zelf niet
te hoogwijs of te voornaam van positie
heeft gevoeld om zich in dit gezelschap te
begeven en heeft kennis genomen van het
geen daar voorviel, moet onder den indruk
zijn gekomen van het organiseerend ver
mogen en van het intellect, waarvan deze
vergadering van vrouwen de blijken gaf.
Van dit congres is een vloedgolf van idea
lisme uitgegaan, die geen der toehoorders
onberoerd heeft gelaten.
Het congres was voor de vrouwenbewe
ging een schitterende propaganda.
Wat heeft mevrouw Wijnaendts Francken
hiertegenover te stellen ?
Zij kent het congres alleen uit de kranten
verslagen. Dat zij er vandaan bleef, wordt
met het zonderlinge argument verdedigd,
dat voor wie gedurende een aantal jaren
in de vrouwenbeweging verantwoordelijke
posten hebben vervuld" de mogelijkheid niet
open stond stilzwijgend toeschouwster te
zijn".
Er was echter nog een andere reden,
waarom de schrijfster verplicht was om
buiten het hek van den Dierentuin te blijven.
Zij qualificeert zich als
anti-Pruisisch-militarisme-gezinde Nederlandsche vrouw;" zij
had een congres willen zien bijeenroepen
met een ander doel, om te protesteeren tegen
het gruwelijk onrecht, aan België bedreven.
Doch zij geeft zich zelf geen rekenschap,
dat juist op dien grondslag een internationaal
congres onmogelijk was. Zij zou een congres
moeten beleggen van vrouwen, die tot de
landen der entente behooren, een partij
congres, een oorlogscongres. De opzet, de
bedoeling, de beteekenis van het gehouden
congres is tot de schrijfster in het geheel
niet doorgedrongen.
Zij zal zich niet verbeelden, dat zij met
hare gevoelens alleen staat, dat op het
congres de harten niet klopten voor het
leed en den moed der Belgen. Ware zij
tegenwoordig geweest, zij had van het
tegendeel zich kunnen overtuigen. Maar de
leidsters van het congres hebben hierom mede
aanspraak op hooge waardeering, omdat zij
met werkelijk bewonderenswaardigen takt
de geestesstroomingen zóhebben weten
stil en netjes, de menschen leggen niemand
wat in den weg, 't schepseltje komt af en
toe het boekje brengen, dat al ingevuld is,
en dan wijst ze maar wat 't is toch
een stakkerd!"
Drees, hoewel als- koopman (wat ieder
leverancier er trouwens deed) het dubbele
van den prijs nemend ('t gebeurde niet
iederen dag, dat een officier in deze kale
buurt kwam wonen) had als mensch toch
iets van medelijden en sympathie in zijn
lichtzinnig hart en uitte dat ook af en
toe. Dat venijnige kreng van Lanter met
'r schijnheilige snoet" kon hij vooral niet
goed uitstaan, laat ze maar naar d'r eigen
familie kijken, d'r mooie zuster in Amster
dam." Juffrouw Drees, een bigotte sloofster
met veel te veel kinderen, was erg ontdaan
over dien voorkeur van haar man, vooral
sinds meester Bentinck haar verteld had,
dat die meid van Lazarus" uit dat
goddelooze Frankrijk kwam.
De meneer op 37, in zijn schraal bestaan
van penny-a-liner, de zachtmoedige droomer,
die nooit begrip van het practische leven
had kunnen krijgen de eenzame, zonder
vriend of familie op de wereld; de 64-jarige
met het hart en de ziel van een kind, had
zich wonderlijk aangetrokken gevoeld tot
het vreemde vrouwtje, dat hij eens in 't
voorbijgaan aan de deur had zien staan
uitkijken met gropte, verlangende oogen.
Hij wist nog niets van de heele geschie
denis, want het kwaadspreken had hij Mina
streng verboden. Wat ging hem dat alles
aan ? w
't Was hem dan ook volstrekt niet opge
vallen, dat er beroering was gekomen in
de nette" bedaardheid der Straat, en groep
jes dames (wel is waar van de
laagst-geplaatste ambtenaren) over de hekjes en op
de stoepen stonden te praten, precies als
doodgewone ordinaire" dienstmeiden, of
wijven uit een achterbuurt, om de pomp.
Hij had genoeg aan zichzelf, aan z'n hond,
aan z'n hei, de wijde oneindigheid der stra
lende hei met zijn eenzame sparren en be
moste heuvelen ! de hei. waarvoor hij de
heele straat met al haar inwoners vergat l
Mina Pieper duldde hij; ze gaf hem geen
zorg en ze was goedkoop, maar hij haatte
haar schelle stem in 't geluidlooze huis,
zooals hij afkeer had van de vunze lucht
te beheerschen, dat het welslagen van het
congres zonder conflicten was verzekerd.
De voorname leiding van Miss Addams was
onverbeterlijk.
Had mevrouw Wijnnaendts Francken dit
begrepen, zij zou zich niet hebben gewaagd
aan een poging om het congres te kleineeren.
Wat voert zij aan? De resoluties deugen
niet; de vergadering was tot oordeelen niet
bevoegd.
In deze resoluties waren de gedachten
neergelegd, welke in onze dagen worden
verwerkt door allen, die zinnen op middelen
om aan de oorlogsgruwelen een einde te
maken en ze voor het vervolg te voorkomen.
Wat daarin voor buitengewoon moeilijks is,
valt niet in te zien.
Resoluties, in een nog onvoldoende be
werkte materie als de regeling der inter
nationale verhoudingen op te stellen, zijn
uit den aard der zaak weinig concreet. Tot
wetsontwerpen kan men het nog niet brengen.
Niets is gemakkelijker dan ze aan onrede
lijke eischen te toetsen en dan triomfantelijk
te wijzen op een tekort. Doch de voorbeel
den, door mevrouw Wijnaendts Francken
aangehaald, zijn niet zeer geschikt om den
ernst van haar betoog te ondersteunen. Dat
men als aanleiding tqt oorlogen het persoon
lijk winstbejag bij het aanmaken van oorlogs
tuig wil verwijderen door de fabricage tot
staatsmonopolie terug te brengen is geen
nieuw denkbeeld noch moeilijk te begrijpen.
De nietigverklaring van geheime verdra
gen, door de regeeringen gesloten, is ook
zoo gek niet, en evenmin een bedenksel van
het oogenblik. De schrijfster kan wel ver
klaren, dat het eene al dwazer is dan het
andere, maar daarom is het nog niet zoo.
Dat zij een Gidsartikel van Mr. De Beaufort
heeft gelezen, en nog een van Prof, Jelgersma,
is in het geheel geen reden om naar het
gezag van haar meening ons ootmoedig te
buigen. Zelfs het Algemeen Handelsblad
spreekt hierin niet voor ieder het beslissende
woord.
Mevrouw Wijnaendts Francken had wijzer
gedaan met haar pen nog wat te laten rusten.
Zij maakt den indruk, alsof het haar een
doorn in het oog is, dat de Vereeniging voor
IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
aan haar kleeren, en 't groezelige gezicht
met de zeere oogjes...
En nu ineens dit gezichtje met den
hulploozen blik in de warme oogen een ge
zichtje als hij nooit gezien had in zijn zor
gelijk bestaan, waar nooit vrouwen in waren
geweest. Dat gezichtje, dien bloemengeur,
en dat in de straat!
Dienzelfden dag, van de hei thuiskomend
had Mina, ondanks het streng verbod, hem
alles juist over haar verteld.
Daar in de deur had ze gestaan, nog met
de karbonade in een papiertje, die ze op
den hoek gehaald had. Want meneer
wilde geen noodeloos gebel.
Eerst dorst ze nog niet beginnen, en
draaide wat rond, uit angst, want meneer
mocht eens boos worden, en ze had het er
veel te goed en gemakkelijk zoo'ri goeie
hals, een kind kan hem bedriegen!
Maar nu had ze op den hoek te veel ge
hoord, heerejennig nogan toe, zelfs de
vrome juffrouw Schimmel had er gestaan,
en gezegd, dat de heele straat erop aange
zien werd, dit hoefde er niet bij te
komen de straat was zonder dat al god
deloos genoeg, zei ze. Drees mocht dan
zeggen, dat ze 't geeneen lastig maakten,
en 't ze dus niks anging -* larie, de mannen
verdedigden zulk soort meest k nog, maar
een ander hield z'n eer op, en moet werken
voor de kost en dan zo'n vuile medam,
met de verf dik op d'r gezicht, die alles
maar liet versmeren in hui% te lui nog
om de ruiten te zeemen, daar mocht dan
zeker niks van gezegd worden?
En die bleeke pierewiet met z'n vlekkerig
gezicht merkfeekenen der zonde" noemde
juffrouw Schimmel dat net of d'r ooit
een officier, waar niet wat an mekeerde, in
hun straat zou komen, al was hij met z'n
keukenmeid getrouwd? Maar en daarom
begon ze d'r over - nou had de slager
gevraagd, wat haar meneer van dat schan
daal zei die was zoo geleerd en van
hooge komaf of 't eigenlijk niet
angegeven mos worden an de pelisie; 't kon
daar best 'n stille knip wezen dan zou
die wel 't leger uitgejaagd worden, want
daar benne ze nog vél meer op d'r
ponteneur as gewone burgers. En de
slagersjuffrouw had gevraagd, of haar meneer
niet an den commandant van 't leger kon
schrijven, die natuurlijk niks wist van zoo'n
LIB6RTY
6ASY CHAIR5
COMFORTABEL iDeCORATieF
BYRON"
M£T TAPCMRY j Fl 4.50 PM
M6T PAARDeHAAR CCSTOFFeCRD
in ciKeh-rtüTef OF MAMOHICHOUT
n
39CATALOGUS WVM CASY CHAIRS
FRANCO OP AANVRAAG
MCTZ E (s
AMST6RDAM
iiiiiimjMinTimrmimitimiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiMiiiiiiMii
Vrouwenkiesrecht, die nu eenmaal de sterke,
de goed geleide organisatie is, de organi
satie van de daad, in het vrouwencongres
een succes heeft behaald, zonder den steun
van de geachte schrijfster. Maar dan moest
zij deze 'gevoelens in zich zelf verwerken,
en daaraan niet geven publiciteit. Het zal
haar ten slotte toch ook wel te doen zijn
om de vrouwenbeweging te steunen en ver
der te brengen. Met haar kleine critiek geeft
zij voet aan de tegenstanders, die de bewe
ging gaarne verzwakt zien door jalousie en
onderling krakeel.
Mr. H. P. MARCHANT
Scheveningen, 9 Mei 1915
Ingekomen Boekwerken
J. W. BOERMAN en K. M. KNIP, Dieren
in hun omgeving, Herkauwers, Knaagdieren,
Vrienden der duisternis, Water- en Weide
vogels, alle met losse platen. Groningen,
J. B. Wolters.
R. NOORDHOFF, Nederland in Woord en
Beeld, Bloemenland: Bloembollenteelt bij
Noordwijk aan Zee, met plaat. Groningen,
J. B. Wolters.
H. J. VAN GINKEL, De Verzoening van
Godsdienst en Wetenschap I, Geest en Stof,
36 pag. f 0.25. Amsterdam, A. H. Kruyt.
L. DE HARTOG?MEIJES, Het Kind en God,
164 pag. f 1.10 geb. f 1.50. Amsterdam,
A. H. Kruyt.
Dr. A. F. H. BLAAUW, Vroeg tot God,
leesboek voor huisgezin, zondagsschool en
en catechisatie (6e druk) 120 pag. f 0.30.
Groningen, P. Noordhoff.
Dr. J. G. VAN DILLEN, Duurtemaatregelen
in de Zeventiende Eeuw, 23 pag. f 0.50.
Amsterdam, A. H. Kruyt.
Een drietal losse opmerkingen naar
aanleiding van den grooten oorlog, 30 pag.
Amsterdam, de Nieuwe Tijd", (niet in den
handel).
De gtoote denkers der eeuwen, Plato,
Overzicht van zijn philosophie, De Staat,
456 pag. f 0.90 geb. f 1.25. Amsterdam, van
Holkema en Warendorf.
ERNST ZAHN, De apotheker van klein
Westwil, vertaald door j. LOWENS, 322 pag.
Amsterdam, Maatschappij voor goede en
goedkoope lectuur.
stiekemerd.
Toen kon ze toch d'r meneer niet affron
teeren door te zeggen, dat die hals met
al z'n geleerdigheid een onnoozel kind was,
die maar zat te staren op de heiblommetjes,
die hij geregeld meebracht, of met zijn hond
praatte of versjes las, waar de heele tafel
vol mee lei. Nee, ze had beloofd, dat ze
't vragen zou...
En ze had het gevraagd! Meneer zat voor
z'n schrijftafel en keek op. Nooit had hij
het tanige wijfje zóafstootend gevonden,
met de gore muts, waar de doffe
haarslierten uitwarrelden; met dat andere gezichtje
nog voor oogen; nooit, met dien zwoelen
bloemengeur nog in de herinnering, had
hem Mina's
uien-petroleum-bleekpoeier-wasem zógehinderd.
't Is een fransche, meneer, en zij met d'r
luitenant benne zoo kaal as ratten en
zoo'n andere deftige meneer is d'r ook den
halyen tijd een affront voor onze orden
telijke straat van morgen het Kees, de
groenboer, d'r lekker twintig cent voor 'n
kooltje van zes afgenomen en die luitnant
kookt en wascnt zeker, want d'r komt geen
mensch in huis, en die lel is natuurlijk te
lui, zóin een vuil huis getrokken. En nou
vraagt de slager, of V geen raad weet, want
zókan dat toch niet.
Een sterke vuistslag op de tafel doet Mina
uit haar geratel opschrikken; zelfs de hond
gaat er van blaffen. Haar zachtzinnige,
goedige hals van een meneer heeft haar
ruw bij den arm gepakt, vloekend en razend
op die pharizeeërs en lasteraars, die leu
genaars en philisters.
Nooit had ze hem driftig gezien, en nou...
Als je nog eens over dat arme, vervolgde
vrouwtje je vuilen mond open doet, kun je
wel ophoepelen," had hij geschreeuwd en
zeg dat maar in de straat, hoor!"
En Mina was stilletjes naar de keuken
geslopen, philosopheerend v/at voor moois
zoo'n braaf mensch als haar meneer toch
aan zoo'n del zag, dat hij er een orden
telijke vrouw van uitschold.
Dien middag braken er in de keuken van
No. 37 twee kopjes van 't servies bij 't nijdig
omwasschen. De wereld stond op d'r kop,
en d'r meneer was heelendal van de wijs.
Arme, vervolgde vrouwtje!"?ze mosten
een heiligenbeeld van d'r maken!
(Slot voW)