De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 23 mei pagina 8

23 mei 1915 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Mei '15. No. 1978 Oorspronkelijke teekening van George van Raemdonck voor De Amsterdammer" IM WUNDERSCHÖNEN MONAT MAl" ... IIIHIIIIIIIIIII m m iiimini mm niiiiiiiiiiiiiiii nu i i iiiiniii imiiiiii m Minimin i H uu m m ui iiiiiiiiiiiiiiiini innn iiiim dingen vinden thans van hen een plaats, die geheel of ten deele tegen een tooneelschool zijn. Slechts twee der geheel positieve ant woorden : die van de heeren J. Holtrop en Adriaan van der Horst, worden er aan toege voegd. Het derde antwoord is van den Variét artiest Louis Davids, een fijn voelend kun stenaar. Daar de Variété-kunst veredeling behoeft, heb ik ook hem om oordeel gevraagd. Een nieuwe, door niemand dan haar gestelde eisch voor ontwikkeling voor het tooneel een niet te onderschatten eisch t stelt Mevrouw Anna Sablairolles, n.l. beoefening van SPORT. De heer Aug. Kiehl, behalve tooneelspeler in alle vakken, in de eerste plaats zanger en speler van operette», dienaar der luchtige kunst, is de eenige, die bij de keus van een directeur nadrukkelijk aanbe veelt : de zedelijkheid. De overige antwoorden, onder welke die van mevr. Chr. Poolman, H. Schwab, L. Chrispijn Jr., L. B. J. Moor, G. C. Verenet, J. Brandenburg Jr., juffr. Willy Bierlee e. a. zullen in het volgend nummer verschijnen. MEYER E. VAN BEEM 1. Een tooneelschool... zeer nuttig! maar niet voor on»land; waar moeten de stakkers naar toe? 2. De directeur moet een vakman tij n. 3. Vakman of vakvrouw. 4. Als het mogelijk is, dat tooneelspelen geleerd kan worden, dan alweer een vakman. 5. Figureeren \ en altijd flgureeren, en wel zólang mogelijk! en dan met een heel klein rolletje, eens zien of er wat van terecht kan komen; en anders ?.... schoenmaker of naaister worden! JULIA CUYPERS 1. Noodig ia een Tooneelschool niet; alleen dan nuttig ?wanneer men daar leert natuurlijk cometjie spelen". 2. Een tooneeldirecteur moet voldoen aan de eisenen, die men een bekwaam tooneelspeler stellen kan. 3. Voor directeur eener tooneelschool komt in aan merking een geroutineerd tooneelspeler of tooneelspeelster, mits niet aan een gezelschap verbonden, zoodat iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii de lessen geregeld kunnen plaats hebben. 4. Het onderwijs moet in hoofdzaak den leerlingen een zuivere en geen geaffecteerde uitspraak leeren. 5. Figureeren bij eenig tooneelgezelschap is aan te bevelen. Ie om plankenvastheid te krijgen, 2e omdat de leerlingen het spel der artisten ziende practisch veel kunnen leeren. LOUIS DAVIDS Jr. 1. Xoodig is een tooneelschool niet, evenmin nuttig Integendeel! gesprekken met ex-scholieren hebben me tot die conclusie gebracht. 2 en 3. Voor Directeur" eener tooneelschool lijkt me 't meest geschikt een uitnemend paedagoog, die geen verstand heeft van komediespelen. Hiermede meen ik ook vraag 3 beantwoord te hebben. 4. Het onderwijs zij aanschouwelijk" en gegeven door knappe, ervaren komedianten. Onderwijs dient ge geven te worden in n vak: komediespelen". Al het andere, als daar is, talen, dansen, schermen, aesthetica, litteratuur enz., is ook elders te leeren. 5 Natuurlijk flgureeren aan eenig tooneelgezelschap liefst zooveel mogelijk Zet de menschen direct mid den in het tooneelleven (Even onbescheiden zijn !). In 1904 ik was al meer dan 10 jaar op de planken diende ik bij de Jagers en heb toen meegefigureerd om Hubert Laroche van dichtbij te zien in King Lear" nooit heb ik met inniger ontroering mijn gage ont vangen dan dien avond van den flgurantenbaas. Ten slotte nog een algemeene opmerking: Ik zeide reeds: comediespelen dient (voor zoover het geleerd" kan worden) onderwezen door eerste krachten uit het vak, ieder op eigen terrein aangezien echter een acteur geen tijd heeft om zich aan het onderwij s geheel ?te geven" en ook nooit zal willen ophouden te spelen, (ze doen het zoo graag!) zal het m.i. een zeer wijze man moeten zijn, die het tooneelschoolvraagstuk kan oplossen, ALEX. PAASSEN Sr. 1. Ik acht een tooneelschool nuttig, maar niet in Nederland, waar, door de beperkte keuze van tooneeldirecties, en overproductie van leerlingen, het vinden van een engagement voor hen na verloop van eenige jaren onmogelijk zal worden. 2 Tooneelschooldirecteur zij een eerste rang tooneel speler in de kracht van zijn leven, een in alle opzich ten ontwikkeld man, die zijn beroep als tooneelspeler er aan zou willen opofferen. Waar is die te vinden '.' 3.'; Een Doctor in de letterkunde kan een zeer bekwaam en ontwikkeld man zijn, en toch niet geschikt voor tooneeldirecteur. Er zijn maar weinig van deze Doctoren op de hoogte van tooneel en tooneelspeel-kunde. 4. Vooral besta het onderwijs uit: veel komediespe len, wat opj eea tooneelschool hoofdtaak moet zijn, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiMiiiii iiiiiiiitiiiii en onderricht worde door bekwame acteurs en actri ces; verder Ned., Fransche, Eng. en Duitsche letter kunst door een letterkundige; geschiedenis van het tooneel, grimeeren, dansen, schermen, zingen door vakmenschen, costuumkunde dito. Wanneer men voor het toelatings-examen voor de tooneelschool als eisch stelde eindexamen H.B.S., zuivere uitspraak Ned. taal, gunstig voorkomen, zou men meer tijd kunnen besteden aan het komediespelen, door an dere lessen te doen vervallen, en zeker minder toevloed van ongeschikte leerlingen krijgen. 6. Om verschillende reden, die ik hier niet wil neer schrijven, acht ik het flgureeren niet bijzonder gewenscht. J. A. HOLTROP 1. Een tooneelschool is zeer noodig en hoogst nuttig. Oppervlakkige beschouwers zouden echter in den tegenwoordigen lijd tot een tegenovergestelde meening kunnen komen. 2. Uedirecteureener tooneelschool bezitte een breede, diepe n Blgennene ontwikkeling een voor alle uitingen van kunst gevoelige natuur, maar in het bizonder voor litteratuur, tooneelschrijf- en tooneelspeelkunst, beneven»van deze laatste een grondige technische kennis van alle onderdeelen. Hij zij daarbij eene vooral zér krachtige, doch tevens tactvolle persoonlijkheid, (want het is naar mijne overtuiging nóg gemakkelijker om bereids erkende, kuu6tennar< te leiden dan velen hunner, die wanen er voor in de wieg gelegd te zijn en 't dus moeten worden). Hij zij een rechtvaardig, hoog staand man, die weet wat hij wil. 3. Voor Directeur eener tooneelschool moge een weten schappelijk goed onderlegd kunstenaar of een artistiek man van de wetenschap het eerst in aanmerking komen. Als er onder de tooneeUpelers of -speelsters n te vinden is, die aan bovenstaande eisenen voldoet, dat men hem of haar dan kieze ot' trachte 1e winnen voor de functie. 4. Vór ajles dient de kunst van zeggen en spelen voortdurend beoefend te worden onder leiding van der zakekundige tooneelspelers, die de gave hebben om hunne leerlingen tot de grootst mogelijke liefde en eerbied voor hunne kunst te inspireeren. Dan wordt ook werklust geboren. Alles wat die kunst van zeggen en spelen kan bevorderen (als spreektecbniek en ademgymnastiek, dansen en rytbmiscne gymnastiek. Nederlandsche taak en dichtkunst) worde in de eerste plaats op een tooneelschool onderweien en beoefend. En als er dan nog tijd rest: algemeene geestesontwikkeling, be handeling in groote lijn der voornaamste Fransche, Duitsche en Engelsche tooneelschrijvers en hun stijl. 5. Gedurende de eerste studiejaren acht ik het beter de leerlingen niet te doen flgureeren bij tooneelgezelschappen, omdat het tijdverlies niet evenredig is aan 't geen er in 't algemeen van 't flgureeren te leeren valt. De praktijk heeft mij op dit punt zeer sceptisch ge maakt. Voor 't laatste studiejaar zou eene uitzondering kunnen worden gemaakt in sommige gevallen, waarover een bekwaam directeur gemakkelijk zelf zou kunnen oordeelen. Liever echter nog zag ik alle leerlingen steeds in staat gesteld om goede tooneelvoorstellingen zooveel mogelijk bij te wonen. De studeerende leert veel van zien. Jammer echter, dat jeugdige overmoed vaak zoo kritisch gestemd is. Afbrekende kritiek worde gestraft met tijdelijk verbod van toegang. Een wijze tooneeldirectie kan op deze manier nog veel bijbrengen tot de vorming van jonge tooneelspelers. ADRIAAN VAN DER HORST 1. Een tooneelschool?... beslist noodig.. Als de vak"menschen, die van oordeel zijn,'dat >'n tooneelschool, voor het op peil-brengen en houden van den doorsnee-tooneelspeler niet noodig is", zooals ik, twee jaar de leiding hadden gehad van een gezelschap der beste Zuid-Nederlandsche spelers met hunne uit stekende tooneelgayen, maar niet-voldoende geestbeschaving, zouden zij bekeerd zijn en het nut van de Tooneelschool en den invloed, die daarvan is uitgegaan iu Noord-Nederland, erkennen. 2. Een Tooneelschooldirecteur moet voldoen aan de eischen, waaraan in het algemeen elk Hoofd van een school tot voorbeiding voor een of andere kunst moet voldoen. 3. De Directeur der Tooneelscbool moet m.i. een kun stenaar zijn met niet te nzijdige kunstontwikkeling n leidereigenschappen; een tooneelspeler is niet bepaald noodzakelijk^ Voldoet hij aan de hiervoor genoemde eischen... dan een tooneelspeler in de eerste plaats, als hij de liefde voor eigen uitoefening van zijn kunst daarvoor opofferen wil. Anders een kunstenaar met dezelfde eigenschappen, met liefde en eerbied voor de tooneelkunst, die in een(ige) der leeryakken kan les geven, 't liefst een letterkundige. Leeftijd en geslacht ?werpen geen gewicht in de schaal. 4. De Tooneelschool moet onderwijs geven in: Stemvorming, voordracht (mér dan in de laatste jaren; de kunst van zeggen gaat er niet op vooruit tegenwoordig !) spel, (daarmee niet spoedig beginnen). De jongelui, die onlangs van de school wegliepen, vergissen zich, wanneer zij meenen, dat een Tooneelschool er is om tooneelroutine op te doen". Vór men practisch aan spel begint, dient men eerst een behoor lijke voorbereiding achter den rug te hebben. Verder: mimiek, plastiek, grimeeren, kostuumkunde, gymnastiek, schermen, dansen, dramatische letterkunde (voordracht) teekenen, beschavingsgeschiedenis, geregeld bezoek van musea en kunsttentoonstellingen onder deskundige leiding. 5. Zoolang de Direkties zich onderling nog niet ver bonden hebben, tus chentijds van de School afgegune leerlingen niet te engageeren, moeten aan het tusschentijds verlaten zonder geldige red n zeer bezwarende bepalingen verbonden worden. 6. Figureeren bij eenig gezelschap, uitstekend!... mits onder goede regie, bij voorkeur in kostuuwistukken of bij modern»werken, als de figuratie leerzaam kan zijn; natuurlijk moeten de lessen aan de School zoo weinig mogelijk daaronder lijden (de opoffering van eenige secondaire vakken gedurende enkele dagen beteekent weinig, in verhouding tot het nut van eenige goele figuratierepetities!); de leerlingen mogen dus niet mee op reis. AUQ. F. C. KIEHL 1. Een tooneelschool... noodig ? Neen" ! nuttig?, Ja" J 2. Een Tooneeldirecteur moet zijn een hoogstaand (oofc op zedelijk gebied) algemeen ontwikkeld en kunst zinnig man, gemanier_d en begaafd, met tact, om met groote menschen en jongelui van beiderlei kunne te kunnen omgaan. 3. Onverschillig ishet, uit welk vak van kunst of geleerd heid een tooneelschooldirecteur te kiezen, mits de ge kozene altijd een directeur is (geen directrice) en aan de eischen in 2 gesteld voldoet; niet of niet mér aan het tooneel verbonden is en het directeurschap niet als fcybaantje beschouwt. 4. Aan een tooneelschool moet onderwijs gegeven worden in de Ned. taal, in het daarin lezen! lezen! en nog eens lezen. Voorts: in Fransch, Duitsch, Engelsch, Solfège, schermen en dansen. De beide laatste vakken vooral niet veronachtzamen. Alle lessen worden gegeven door leeraren in het vak gediplomeerd en buiten het tooneel staande. 5. Ik ben beslist tegen figureeren aan welk gezel schap ook. HENRI MORRIËN Ben vór na < uurtalenten, vór praktische ontwikke ling. Tegen al wat schoolsch is. Alzoo: tegen Tooneel school. Hierdoor vervalt dus beantwoording vragen 2?5. HENRI POOLMAN 1. 'n Tooneelschool vind 'k wel nuttig, doch niet noodig. 2. Om aan de eischen te voldoen zou 'n directeur 'n man van gezag moeten zijn, b.v. 'n gepensioneerd officier tegelij k letterkundige. 3. Vakken van Onderwijs. Talen, schermen, plastiek, gymnastiek, classiek en modern komediespel, waar na tuurlijk vakmenschen voor vereischt worden. Ik geloof niet dat 'n acteur te vinden is, die zich geheel aan de school zou willen wijden; 'n acteur van 't een of ander gezelschap is ondoenlijk, die amper 'n paar uur disponibel heeft. 4. Figureeren voor schoolkinderen is uit den booze! Voelen ze eens de tooneelplanken,danis 't: Wegmet de schoolbanken!" HUBERT LA ROCHE i. Volgens mijne bescheiden meening is voor een klein land een Tooneelschool overbodig. Men zou jon gelui voor het Tooneel kunnen opvoeden, bij voorkeur hen, die de II. B. S. hebben afgelpopen, door hen par ticuliere les te laten nemen bij beroepskunstenaars en kunstenaressen, natuurlijk beroepsspelers vaneenigen naam. Bij voorkeur moeten de vrouwelijke leerlingen bij Damesartisten en omgekeerd de mannelijke bij Tooneelspelers in de leer gaan. UIIIIIIIIIIIIIIIIUUIIIIIIIIIIIIIIIIII Om nu het bewijs te leveren of er op dergelijke wijzevoor de leerlingen resultaten te bereiken zijn, zoo kunnen deze zich aan een jaarlijksch examen onder werpen, bestaande uit Juryleden, Letterkundigen Dichters, Geschiedkundigen en Tooneelspelers. Dit, wenschelijk, uitgaande van het Tooneelverbond t Een bevoegd leermeester of -meesteres zou zich hoog stens met twee leerlingen mogen bezighouden, omdat zijne eigene werkzaamheden te veel tijd innemen. Moet er nogtans eenl Tooneelschool; in stand worden gehouden, zoo ben ik van meening, dat het bestuurschap er van moet worden toevertrouwd aan een be voegd (Dame of Heer) Tooneelkunstenaar; omdat ik veronderstel dat deze menschen door ondervinding een spoedig oordeel kunnen uitbrengen of een leerling iets voor het vak presteert of niet. Mevrouw ANNA SABLAIROLLES Voor mij is het begrip Tooneelscftoo(" nutteloos en doelloos. Tooneelspelen is een gave" een kunst die niet geleerd, niet onderwezen kan worden. Om die gave te ontwikkelen is noodig: de leiding van een ontwikkeld, artistiek fijn voelend mensch. Onderwijs in spreken, zeggen alles zien onder leiding van een artist onderwijs in plastiek scher men dansen aan sport doen alles doen om het lichaam in schoonheid te doen ontwikkeien. Nooit figureeren vór men aan een tooneelgezelschap is verbonden. De uregisseur" is alles wat de tooneelspeler in wording noodig heeft. CORNELIS SCHULZE Volgens kort bericht, ia Cornelis Schulze in hoofd zaak dezelfde meening toegedaan als Mevr. Anna Sablai rolles: tGeen school!" HK. TEUNE 1. In den tegenwoordigen tijd, nu zoo vele tooneel spelers en tooneelspeelsters, zonder opleiding te hebben genoten, den gunst van het publiek genieten, zie ik niet in, waarvoor een tooneelschool noodig is. Wel echter zal zij steeds nuttig kunnen werken op de noodzakelijke algemeene ontwikkeling van den tooneelspeler, speciaal in vakken, die aan geen andere school worden onder wezen. 2. De Directeur van de Tooneelschool moet in de eerste plaats paedagoog zijn, een man, die weet te leiden en die vooral door zijn kunstzin de liefde voor de kunst in 't algemeen en voor de tooneelspeelkunst in 't bijzonder zijnen leerlingen weet bij te brengen. 3. Welk beroep of ambt de te kiezen Directeur uit oefent, zij onverschillig, indien hij voldoet aan de eischen in mijn vorig antwoord gesteld. 4. Het onderwijs aan eenTooneelschool moet gescheiden zijn in Vak-onderwijs, bestaande uit: les in Voordracht, Spel, Grimeeren, Costuumkunde, Spraakkunde, Scher men, Dansen en muziek en Elementair-onderwijs, bestaande in : Talen (Fransch, Duitsch, Engelsch), Let terkunde en Gymnastiek, eerstgenoemde natuurlek te geven door vakmenschen, laatstgenoemde door bij de wet bevoegden. Cn 5. Figureeren en kleine rollen spelen voor leerlingen der hoogste klasse is aan te raden, echter in beperkte mate. Het geven van speciale avonden door de geza menlijke leerlingen is uit den booze. M. VAN WARMELO Een Tooneelschool is niet noodig en niet nuttig. De eenige school voor toonee sceelkunst is het tooneel. Dit is zoo. omdat het terrein van techniekstudie van deze kunst en het terrein van de practijk van deze kunst volmaakt samenvallen en elkander dekken. Techniek van schilderen kan geleerd worden buiten de practijk van het atelier. Technük van muziek kan geleerd worden buiten de practijk van het orchest. Techniek va'i zang kan geleerd worden buiten de pr; ctijk van de concertzaal, enz. Technie!< van tooneelspelen kan alleen geleerd worden in de practijk van het tooneel. De eenige school voor den tooneelspeler is het tooneel, en zijn leermeester is de regisseur. De tooneelspeler heeft aldus zijn school en zijn meester ieder uur van den dag en vun zijn tooneelspelersleven bij en vór zich. En het goede voorbeeld ziet hij ge stadig vór zich in ds grooten in zijn kunst, die aan hetzelfde practische gezelschap verbonden zijn. Het onderwijs aan een school, dat uit den aard der zaak wordt gegeven door tooneelspelers en tooneel speelsters, l', dt vooriduren:! door de \eelvuldige afwe zigheid dier leerkrachten, wien, door hun practisch werkT de tijd ontbreekt tot geregeld lesgeven. Een tooneelschool, eindelijk, werkt op talentloozen alseen magneet op ijzervijlsel. De ongeroepenen worden er heen getrokken. Een slechte werking dus. Tot de tooneelspeelkunst moet men zich geroepen achten, al blijkt 't dan ook dikwijls, dat men niet Uitverkoren is. (Slot volgend nummer) J. H. RÖSSING lllllllllllllllllllHIIIMItllllllllllllltllllltllllllllllllllllllllllllllllllHIII GULDEN IS DB PRIJS VAN HET FONGEES RIJWIEL MODEL HOLLAND H (MET VEIJWIEL EN REMMEN f 6O.-). DB GEÏLLUSTREERDE PRIJSCOURANT VOOR 1915 WORDT OP AANVRAGE FRANCO TOEGEZONDEN. Eigen Filialen; Amsterdam, Naseaukade 500; Arnhem, Bafrkerstraat 5 ; Den Haag, Spui 45 en Eeinkeustr. 121; Groningen, Heereweg 85; Leiden, Breestraat 86; Middelburg, Lange Delft 19; Rotterdam, West-Nienwland 16; Utrecht, Kende 12. Kenüiagevingen voor l Verloving en Ondertrouw InvHatiëiv Programma'* Dankbetuigingen. Menu' Lwxcpapter en Corr. Kaarten lArtlattck 8temp«lw»rfc tOCI- i»STEENDRUKKRU |B. van Mantgem H*n*v«nHiel«r Stoft! *62. tol nMrul Imst 44444444444 4444 444* 44444 4444444 TERBOSD VAN NEBERL. KUNSTENAARS VEREENIGINGEN FEESTAVOND op 29 Mei in de zalen van het Concertgebouw Amsterdam -:- -:- -:- -:- -:- Aanvang 8 uur O.m. medewerking van concertgebouw-sextet (H.H. Cornelis, Klasen, Blanchard, Swager, Tak, de Groen,) a Capella koor onder leiding van SemDresden. (Dames Brandsma, Dresden, Kubbinga, v. d. Linde, Scholten en de H.H. Caro, van Kempen, Kubbinga, van Tulder), Louis Bouwmeester. E. Cornelis, T. Denijs, Ko Doncker, L. Davids en M. Morris, H. La Roche, D. Lobo, mevr. A. Loman, J. v. d. Pas, J. Pisuisse, W. Royaards, Hollandsen Strijkkwartet (Leijdendorf Mendes, Kinr, Canivez) en J, H. Speenhof. Een beperkt aantal kaarten af 5.?(incl. sted. bel. f 5.25)verkrijg baar bij de firma ALSBACH & DOYEK, Kalvèrstraat [Amsterdam. 444444444444*44*4444444441444444 i. V. TECHNISCH BUREAU v/h MOENS & BECK, AMSTERDAM, ROKIN 122. Importeurs TUI Haringgraatstaal. Brandrrij materiaal voor plafonds, Trijstaande wan den, trapbeschietingen, enz. in Kerken, Scholen, Kantoorgebouwen, Fabrieken, Schouwburgen, Woon huizen, Boerderijen, Stallen, ene. Monsters en nieuwe prospectus-prijscourant wor den op aanrraag gratis toegezonden. S5 MODELK-A-MJERS. VRAAGT CATALOGUS m\ BINNENHUIS MEUBEL5 RAADHUI55TRAAT4S-50 AMSTERDAM a

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl