De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 30 mei pagina 11

30 mei 1915 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

30 Mei '15. No. 1979 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 De Asschepoester onder de Broodjes Nadruk verboden [Een gezichtspunt in Argentinië dat ns aangaat it Cr7«cöTBuenos-Ayres)| DE RAT : Hoe graag zou ik die kaas ook opknabbelen! Kracht^der gewoonte (The Bystander) Minister Posthuma en terwijl alle fijne zusters, het Kade/je, het Lange Fransche, het Knip j e, de Vlinder, het Duitsche Broodje, enz., afgunstig stonden te wachten, liet de Prins ze staan, ging regelrecht op Asschepoester toe en koos haar, het Bruine Broodje, tot Regeeringsbrood. En zij leefden gelukkig (Uit de Sprookjes van Moeder de Gans) Een gevaarlijke vrouw (Puck) Altijd ondersteld (Punch) APOTHEKER (tot zijn vrouw): Blijf in 's hemels naam weg, Roosje. Ik ben juist bezig mijn vermageringspillen te verkoopen. KAPITEIN: Nu, wat heb je vanden jongen te zeggen? MATROOS: Ik wandelde op 't achterdek, meneer, en daar noemt die jongen me een blikskaterschen idioot. Nou, hoe zou u het vinden een blikskaterschen idioot te worden genoemd, ondersteld altijd dat u het niet bent? Bij 't appèl van hel bataljon sportlui (na het commando nummeren"): ... zeven, acht, negen, tien, boer, vrouw, heer! Redacteur: Dr. A. G. OLLAND Doornstraat 12, Scheveningen Alle berichten,deze rubriekbetreffende,gelieve men te adresseeren aan bovenstaand (adres. BERICHT Men gelieve te letten op de tijdelijke adresverandering van den Redacteur. EINDSPELSTUDIE No. 14 (Verbetering) VAN C. C. W. MANN TE AMSTERDAM (Eerste publicatie) ZWART f g a b c d e WIT Wit: Kf7, Df5, Pd5. Zwart: Kd6, Dhl, pionnen a2 en h6. Wit speelt en wint. Oplossing over 14 dagen. In de vorige rubriek werd abusievelijk bovenstaande studie in een onoplosbaren stand gepubliceerd. We verzoeken onzen lezers aan de verbeterde opgave hun krachten te willen besteden. OPLOSSING PROBLEEM No. 16 VAN REINIER H. DE WAARD Wit: Ka8, De2,Td5, Pb5 en d3, pionnen a4 en f5. Zwart: Kc6, Dh6, Lel en g8, pionnen c4 en g7. 1. De2?e3, Kc6Xd5, 2. De3 -f3f. l Dh6xe3, 2. Td5-d6f. l Lg8Xd5, 2. Pd3?e5f. l , Lel?f2 (b4), 2. Pd3?b4f. l anders 2. Del?c5f. Een verdienstelijke tweezet met eenige fraaie zuivere matstellingen. Een vlekje is, dat de eerste zet den zwarten koning een vluchtveld ontneemt, maar daar tegenover staat het en p r i s e stellen der koningin. Goede oplossing ontvingen we van : M. L. Frijda te Arnhem, J. Rietman te Dieren, J. Koopmans, J. P. Klinkenberg te Amsterdam, W, Free te Oude Pekela, J. G. Arnoldus te Middelburg, D. Kikke te Edam, B. E. van Wijland te Hilversum, dr. M. B. Oerlemans te Heusden, H. Dolk, L. O. en H. J. Haas te Utrecht, J. S. en M. Dolman te Zeist, H. de Jonge van Eilemeet te Genève en G. A. C. te Antwerpen. Eenige oplossers gaven 1. De7 als eersten zet aan, doch dan is na 1... Kd5: geen mat op den 2den zet mogelijk. PROBLEEM No. 17 VAN CHR. CHR1STENSEN, KÖPENHAMN (Eerste prijs, Tidskrift för Schack, 1914) ZWART f g a bede WIT Wit: Kc2, Df8, Lf4, Pc3 en d8, pionnen a3, c6, g2, g3 en h4. Zwart: Kd4, Th6, Lc8, Pe8, pionnen a6, b7, c4, c7, e6, f5 en g4. Wit geeft mat in drie zetten. Oplossing over 14 dagen. HOE DR. E. LASKER MEESTER WERD In de laatst verschenen aflevering van de Wiener schachzei ung lezen we door welk merkwaardig toeval de wereldkampioen in 1889 te Breslau den meestertitel verwierf. Lasker's voornaamste tegenstander in het Hauptturnier te Breslau was Emil Rilter von Feijerfeil, thans de nestor van de Wiener schachgesellschaft",doch in 1889 een schaker, die toen reeds bijna 25 jaar tot de sterkste spelers van Weenen behoorde. In de partij, die Lasker met von Feijerfeil speelde, won laatstgenoemde een pion bij zeer goede stelling, zoodat volgens menschelijke be rekening, de overwinning hem niet meer ontgaan kon. Tot algemeene verwondering echter keerde zich in den namiddag, toen de 's morgens afgebroken pirtij werd voort gezet, het kiij^sgeluk tegen von Feijerfeil en Lasker won. Niemand die het begreep totdat meester Bauer, die in het meestertournooi meespeelde, tot de ontdekking kwam, dat bij de hervatting van het spel een pion te weinig op het bord geplaatst was. Von Feijerfeil had dit voor hem zoo noodlottige verzuim niet bemerkt en ook Lasker schijnt merkwaardigerwijze ontgaan te zijn, dat hij plotseling weer evenveel pionnen had als zijn tegenstander. Ware het noodlottig pionnetje niet spoorloos van het bord verdwenen, dan zou Lasker den meestertitel niet gewonnen hebben, dan zou hij niet terstond daarop in Amsterdam in het meestertournooi hebben mogen mee spelen, dan zou hij daar niet zijn beroemde overwinning *) op den Weenschen meester Bauer (gestorven in 1891) en den tweeden prijs (Burn 1) hebben kunnen behalen, dan zou hij niet onmiddellijk daarop in Engeland Blackburne tot een match hebben kunnen uitdagen en door zijn sch tterende over winning op deze, zich den weg naar den schaaktroon, zoo spoedig althans, gebaand hebben Kleine oorzaken groote gevolgen! Dat Lasker overigens in 1889, hoewel zijn spel reeds de kenmerken van het genie vertoonde, nog niet het volkomen meester schap beteikt had, blijkt uit de volgende partij, eveneens gespeeld in den wedstrijd te Amsterdam, 1889. Wit: Loman Zwart: Lasker 1. e4. e5, 2. Pf3, Pc6, 3. Lb5, a6, 4. La4, Pfö, 5. 0-0, d6, 6. Pc3, b5, 7. Lb3, Lg4, 8. h3, Lh5, 9. d3, Pd4, 10. Kh2, g5? 11. g4, Pg4:f? 12. hg4: Lg4: Zwart heeft nu een glad verloren spel. Door 13. Pe5: kon wit de partij fraai uitmaken, bijv. 13... Ldl:? 14. Lf7:f Ke7, 15. Pd5 mat. Op 13... Pb3: volgt: 14. Dg4: Pal: 15. Lg5 enz. Wit speelde echter 13. Lf7:f? en verloor nu door 13... KfT: 14. PgS-.f Dg5: 15. Lg5: Ldl: een stuk en de partij. Op 16. Tdl:zou volgen 16... Pf3f en 17... Pg5:. Zulk een prachtkans, den lateren wereld kampioen te verslaan, hebben in een ernstige partij slechts weinigen van Lasker's tegen standers gehad. ONREGELMATIGE OPENING iiiiMiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiniiiniiiiiiiiiniMiiiMiM 6. Pgl?f3 Lc8-b7 7. Pbl-c3 Pb8-d7 8. 0?0 O O 9. Pc3?e2 c7-c5 Beter is Pc5 om den looper te ruilen. 10. Pe2-g3 Dd8?c7 11. Pf3?e5 Pd7Xe5 Wederom foutief. De Schachzeitung geeft hier aan: 11... g6, 12. Pd7: Pd7: 13. f5, Lf6 met gelijk spel. 12. Lb2Xe5 Dc7?c6 13. Ddl?e2 Er dreigde d4. 13 a7?a6 14. Pg3-h5 Pf6Xh5 (Stand der partij na 14... Pf6Xh5) ZWART (gespeeld 26 Aug. 1889) Wit Zwart E. 1. 2. 3. 4. 5. J. H. Bauer d7?d5 PgS?f6 e7?e6 Lf8?e7 Lasker f2?f4 e2-e3 b2?b3 Lel?b2 Lfl?d3 Voor sterker houden wij Le2. Met 5. Ld3 bedoelt wit Pbl over c3 en e2 een voordeelige stelling op g3 te doen innemen. 5 b7?b6 Niet het beste. Zwart moet zoo lang mogelijk Pbt^c3?e2-g3 verhinderen. Beter was 5 a6, 6. Pf3, c5, 7. O O, 0-0. Op 8. Pc3 zou dan volgen b5! dreigende met c4. Speelt wit eerst 8. a4, dan volgt Pbd7, 9. Pc3, Dc7! en Pe2 kan weer niet wegens c4; *) Zie de partij in deze rubriek. d e WIT f g 15. Ld3Xh7f Schitterend gespeeld en volkomen correkt! 15 Kg8Xh7 Zwart moet het offer wel aannemen, daar op 15... Kh8 eveneens zou volgen 16. Dh5: enz. 16. De2Xh5f Kh7-g8 17. Le5Xg7 Zonder dit tweede offer zou het eerste niet correkt zijn. Wit heeft alles van te voren goed uitgerekend. 17 Kg8Xg7 Op 17.... f5 volgt 18. Tf3, De8, 19. Dh6 gevolgd door Tg3 en wint. 18. Dh5-g4f Kg7?h7 Tfl-f3 e6-e5 Tf3-h3f Dc6-h6 ThSXhGf Kh7Xh6 Dg4?d7 De pointe van de fraaie combinatie. Zwart heeft nu een glad verloren spel, hield den ongelijken strijd echter nog eenigen tijd vol om bij den Sisten zet op te geven. Annotaties naar jhr. D. v. FOREEST w 19. 20. 21. 22. 12e Jaargang 30 Mei 1915 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 11211, Amsterdam OPLOSSING PROBLEEM No. 6 VAN BL1JDENSTEIN" Stand. Zwart: 10, 11, 13, 17, 19, 30. Stand. Wit: 22, 27, 37, 39, 43. _Witj_39-34,_27-21 21 :5! Zwart: 30:49, 49:18 moet 2 slaan. Wederom een van die aardige kleine vraagstukjes. PROBLEEM No. 40 VAN DEN AUTEUR A. D. QUERIDO, AMSTERDAM Zwart (6 schijven l dam) l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (8 schijven) Stand. Zwart: 3, 8, 14 16, 20, dam op 30. Stand. Wit: 12, 17, 23, 29, 33, 38, 42, 43. PROBLEEM No. 8 VAN BL1JDENSTEIN" Zwart (4 schijven 2 dammen) l 6 ir 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (4 schijven l dam) Stand. Zwart: 7, 22, 27, 40, dammen op 26, 28. Stand. Wit: 25, 38, 39, 42, dam op 48. Oplossingen worden binnen 14 dagen ingewacht aan bovenstaand adres.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl