Historisch Archief 1877-1940
6 Juni '15. No. 1980
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
of zulks door haar bemiddeling of recht
streeks door het Amsterdamsche Gemeente
bestuur geschiedt.
De commissie' is, nadat de betuigingen
van instemming waren ingekomen, begonnen
met het verspreiden van circulaires, aan
welken omvangrijken arbeid nog steeds hard
wordt gewerkt. De circulaire, gericht tot
een groot aantal Nederlanders en
Nedertandsche instellingen van wetenschap en
kunst, behelst een verzoek om zich reeds
thans bereid te verklaren na den oorlog
boeken uit hun eigen bibliotheken en exem
plaren der door hen geschreven of uitgegeven
werken af te staan. Bij de circulaire is een
formulier gevoegd, waarop ieder de titels
der af te stane boeken kan invullen, welke,
in een systematischen catalogus verwerkt,
aan de Leuvensche Universiteit na den oorlog
zal worden aangeboden om daaruit eene
keuze te doen. De aanvaarde werken zullen
dan later van de eigenaars worden opge
vraagd. Ter tegemoetkoming in de niet
onbelangrijke onkosten voor porto's, druk
werken, het samenstellen van den catalogus,
het te zijner tijd in huur nemen van een
localiteit tot het tijdelijk onderbrengen der
boekwerken, kunnen gelden worden ingezon
den aan den penningmeester mr. M. I. Duparc
(te's-Gravenhage, 77 van Blankenburgstraat).
Met de verspreiding der circulaire is men
nog lang niet gereed, maar ook al is
deze arbeid achter den rug, dan zal het
niet te verwonderen zijn, dat enkele
personen vergeten zijn. De commissie
spreekt als hare verwachting uit, dat ook
zij, die vergeten zijn, over dit onwillekeurig
verzuim niet ontstemd zullen zijn en alsnog,
indien zij werken willen afstaan, daarvan
kennis willen geven aan den len secretaris,
dr. M. P. Rooseboom, terwijl formulieren ter
invulling te verkrijgen zijn bij den 2en sec
retaris, mr. J. A. G. Verspyck Mijnssen.
De commissie heeft ook een brief gericht
aan enkele Ministers o.a. aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken, met verzoek om
werken te willen afstaan uit de Bibliotheek
van het Departement en een schrijven te
richten tot curatoren der Rijks Universiteiten,
der Technische Hoogeschool, den Bibli
othecaris der Koninklijke Bibliotheek, de
Koninklijke Akademie van Wetenschappen,
de Rijks Archivarissen en andere onder het
Departement van Binnenlandsche Zaken
ressorteerende lichamen, die in het bezit zijn
van bibliotheken om pp te willen geven, of
zich in hunne boekerijen dubbelen bevinden,
welke in aanmerking zouden kunnen komen
om eventueel bij het herstel der Leuvensche
Universiteit en Bibliotheek daaraan te kunnen
worden afgestaan. Minister Cort van der
Linden heeft onmiddellijk aan haar verzoek
voldaan.
Ook in Nederlandsch Indië is op instigatie
der commissie een sub-comitégevormd
onder leiding van het Lid van den Raad
van Indië, den heer W. J. Coenen, hetwelk
verder is samengesteld uit de H.H. J. Bijker,
Gen.-majoor, Chef van den Militair Genees
kundigen Dienst in Ned. Indië, mr. I. A.
? Nederburgh, President van het Hooggerechts
hof van Ned. Indië, dr. J. C. Koningsberger,
Directeur van 's Lands plantentuin te
Buitenzorg, dr. E. Morescp, wd. Directeur van
Onderwijs en Eeredienst, dr. J. Noordhoek
Hegt, wd. Chef van den Burgerlijk Genees
kundigen Dienst, en dr. H. J. van Lummel,
Leeraar in de wis- en natuurkundige weten
schappen aan de Koning Willem Hl-school
en secretaris van de Koninklijk Natuurkun
dige Vereeniging.
Wat nu het buitenland betreft, in de laatste
weken heeft het Instituut de France pok
zijnerzijds het initiatief voor een soortgelijke
?beweging genomen en heeft aan zijn
correspondeerende leden in het buitenland opge
dragen in denzelfden geest als het Leuven
sche Boekenfonds werkzaam te zijn. De
Nederlandsche commissie, hoewel overtuigd
dat het instituut in de allereerste plaats
geleid wordt door zuiver wetenschappelijke
overwegingen, heeft nochtans gemeend,
zoolang de oorlog duurt, niet rechtstreeks
met het instituut te kunnen samenwerken.
Des te meer stelt de commissie het op prijs,
dat het instituut zich bereid heeft verklaard
het werk in Nederland uitsluitend aan haar
over te laten, in de overige neutrale landen
zal dan de commissie met de vertegen
woordigers van het instituut concurreeren,
om na den vrede met hen samen te werken.
X. Y. Z.
Een heuglijke overweging"
Dezer dagen is opnieuw de
wenschelijkheid in 'het licht gesteld eener Monumenten
wet, waarvoor reeds zoolang geijverd is en
het ontwerp van particuliere zijde geheel is
voorbereid.
De gemeenteraad van Amersfoort had,
ondanks van vele zijden tegen zoodanig
voornemen was opgekomen, verleden jaar
besloten tot de afbraak der beide torentjes
die het laatste overblijfsel waren der
voorbegon ook te ontdooien en vertelde vreemde
zeegeschiedenissen en schipperanekdoten.
Van den Rijn en van Nederland en vreemde
landen.
Plotseling keek zij hem doordringend aan
en zei glimlachend:
Je hebt vroeger zeker ook gevaren, ben
je soms ook een Hollander?"
Hij knikte bedrukt en kreeg een onbe
hagelijk gevoel, omdat hij het zoo gauw
gezegd had. Hij voelde iets vreemds in zijn
bloed, als een vergif, dat hem verteerde.
Een heele poos later zei hij, met een
afwezige stem : Maar het is al lang gele
den en al bijna niet meer waar."
Op welk schip heb je gevaren?"
Op de Henriette."
En nog eens, als een echo:
, Henriette."
Zoo heette onze boot ook."
Dat weet ik."
Ken je mijn vader?"
Ja, eens heb ik hem gekend."
Wanneer?"
Toen was jij er nog niet!"
Maar mijn vader toch wel?"
Ja, je vader en je moeder."
Mijn moeder?"
Haar gezicht werd vaal als een licht in
den nevel.
Met gebroken stem snikte zij:
Mijn moeder is vroeg gestorven. Ik was
nog geen jaar oud. Grootmoeder zei, dat
een knecht haar in het water gestooten
heeft. Maar vader mag niet weten, dat ik
het weet Hij wordt woedend, wanneer
er over gesprokerwwordt."
MAISON CHIC
L. JORDAN
Amsterdam, Kalverstraat 115-117.
Deze weet noeÉope prijzen
Mantelcostuums, Paletots,
Blouses en Rokken,
Japonnen en Kinderjurken.
llplllllllllllHIIII
tlllllMIIIIIIIIKIHII
malige Kamper Binnenpoort. Zonder op zich
zelf beschouwd kunstwerken te zijn, ver
vulden deze een rol van zekere beteêkenis
in het stadsbeeld en hielden zij bovendien
de herinnering wakker aan de vroegere
ommuring der stad. Redenen te over om
op het behoud aan te dringen en, des noods
zelfs met zekere opofferingen, te trachten
eene zoodanige oplossing der aangevoerde
verkeersbezwaren te zoeken, dat de beide
torentjes konden worden gespaard.
De gemeenteraad van Amersfoort dacht
er anders over. Zijn besluit, eerst geschorst,
is thans op voorstel van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, bij Koninklijk Besluit
vernietigd wegens strijd met het algemeen
belang.
Dit bericht mag niet onopgemerkt voor
bijgaan. Het is, nu ons nog steeds eene
Monumentenwet ontbreekt, eene aanwijzing
dat de regeering niettemin bereid is, het
haar ten dienstf staande gezag ter bescher
ming van de gedenkteekenen van geschie
denis en kunst krachtig te doen gelden.
Alleen de omstandigheid dat de bedreigde
torentjes gemeentelijk eigendom waren, liet de
mogelijkheid van zoodanig ingrijpen toe.
Waren de torentjes daarentegen partikulier
eigendom geweest, gelijk het geval is met
zoovele, op zich zelf dan wel als onderdeel
van een stadsgezicht, belangwekkende oude
bouwwerken of fragmenten daarvan, dan
zou men denke bijv. aan de slooping
van het jachthuis te Poeldijk de bedrei
ging zijn uitgevoerd omdat de overheid over
partikulier bezit nog zeggingschap mist.
Amersfoort was dan weer een stap verder
genaderd tot de algemeene aesthische egali
satie en nivelleering, die geleidelijk bij
kans alle steden van ons land dreigt te
berooven van hetgeen zij nog overhielden van
hare vroegere kenmerkende schoonheid.
Het is niet de eerste keer dat de Kroon
in dien zin ingreep wanneer het behoud van
een kunstwerk op het spel stond.
In behandeling is thans nog het geschorste
besluit van den Elburgschen raad om een
stuk der oude vestingwallen te sloopen ter
wille van woningbouw, eenzelfde motief als
een paar jaar geleden ook werd aangevoerd
te Harderwijk, waar het laatste aangesloten
middeleeuwsche vestingfront in ons land
naar den grond gehaald werd. De woning
bouw ging niet door, evenmin als de, even
eens ter verdediging der slooping aange
voerde tramaanleg. De vernietiging is dus
volkomen doelloos geweest, zuiver vanda
lisme, in weerwil het aan waarschuwingen
niet had ontbroken.
Er bestaat soms reden te denken dat wij
nog niet zoo heel veel opschoten sinds in
1825 op voorstel van B. en W., de slooping
der prachtige Groote Houtpoort te Haarlem
eene verfraaiing der stad werd geacht!
De motiveering van het
vernietigingsbesluit verdient niettemin de aandacht, omdat
zij den aandrang zal versterken van hen die
zich in den vervolge verzetten tegen ge
meentelijke voornemens ter noodelooze ont
siering en verarming van het plaatselijk
schoon.
Het algemeene gedeelte der motiveering
is in de volgende zinnen vervat:
overwegende dat bedoelde torentjes deel
uitmaken van de vroegere vestingwerken
der stad Amersfoort en uit een bouwkundig
en historisch oogpunt merkwaardig zijn te
achten;
overwegende dat het in strijd met het
algemeen belang is, wanneer gemeentebe
sturen zoodanige gebouwen of gedeelten
van gebouwen vernietigen;
overwegende, dat mitsdien de slooping
dier torentjes niet kan worden toegelaten,
Dat zal wel," zei Krischau zeer beslist.
Hij zette de tanden in zijn onderlip en trok
zijn mond strak.
Dan fluisterde hij warm: Je moeder was
net zoo als jij nu bent."
Op hetzelfde oogenblik had hij berouw
van zijn gezegde. Maar het was er nu eenmaal
uit en hij kon het ook niet terugnemen, hoe
graag hij het ook zou willen.
Wil je mijn vader niet eens opzoeken?
Hij mag al weer praten."
In Krischau werd het nog donkerder en
hij schudde iets van zich af. Twintig jaren
van zijn zware leven.
Waarom antwoordt je niet?" vroeg het
meisje en zag hem aan.
Zijn gezicht vertrok zenuwachtig. Zijn
lippen bewogen. Was hij plotseling stom
geworden? Wou de tong niet meer mee?
Maar ineens, zooals het water van een ver
stopte bron, dat plots opspuit,stootte hij uit:
Je vader heeft haar in 't water gestooten.
Je vader, kindje. Niet de knecht. Hoe zou
hij ook. O, de mooie Henriette... Hen
riette. ..."
Nu was het uur gekomen.
Als een strijder voelde hij zijn macht. Zijn
hart bleef een oogenblik stil staan, zoo
vreeselijk w^s het uur.
Krischau lachte den doodenden lach van
een wreker. Het meisje was tot diep in haar
hart geschokt. Al het bloed was uit ha^r
gezicht geweken. Zij wankelde.
Krischau ving haar op en streelde over
haar blonde haren.
Zoo was je moeder, Henriette, zooals jij
nu bent."
llllllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUItllHIIHIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIlliiiuilllll
tenzij een ander, meer overwegend, algemeen
belang haar zou eischen;
dat, daargelaten of de aanleg van een
verbreeden verkeersweg- ats ztftk' een meer
overwegend belang zou kunnen worden be
schouwd, dit thans in ieder geval niet tot
rechtvaardiging van het raadsbesluit kan
strekken, omdat daartoe voorshands niet
kan worden overgegaan."
Deze motiveering is blijkbaar gegrondvest
op eene zeer ruime waardeering van werken
van geschiedenis en kunst; zij is daarbij zeer
algemeen en kan verstrekkend worden toe
gepast. Inderdaad rijst de vraag waarom
niet eene regeering, die zoo ruiterlijk de
waarde van oude bouwwerken, zelfs van
fragmenten, als algemeen belang erkent, niet
eene stap verder zou gaan door hare be
scherming ook uit te strekken over die,
welke zich in partikulier bezit bevinden en
derhalve nog in veel sterkere mate verdwijnen
en worden verminkt. Het algemeen belang
wordt daardoor zeker nog meer geschaad,
al ware het slechts wijl de partikuliere bouw
werken het in aantal verre winnen van de
openbare, en zij bovendien, hoewel soms
ook afzonderlijk beschouwd, bescheiden van
aard in hun onderling verband, toch een
belangrijke faktor zijn tot bepaling van het
artistieke type van stad en land.
Zal de regeering binnenkort eene zoodanige
konsekwentie trekken die reeds lang van haar
verwacht werd en in afwachting daarvan in
ieder geval zorgen, dat de gemeenten n
gedragslijn moeten volgen?
Dat niet Amersfoort wordt op de vingers
getikt, terwijl Franeker zich nog eens zou
mogen ontsieren gelijk dezen winter toen
ter werkverschaffing! besloten werd
een stuk van den hoogbegröeiden stadswal
te vergraven om met den afkomenden grond
een binnengrachtje, het Leeuwarder End,
te dempen, d.w.z. te herscheppen in een dorre
keienvlakte.
Of bestaat de illusie dat de gemeenten
de algemeene waarschuwing'derregeering ter
harte zullen nemen ? Ten eeerste om zich
eene dergelijke vernietiging harer besluiten
te besparen. Vervolgens door, onder verwijzing
naar de boven aangehaalde mptiveering, hare
burgerij 't zij door overtuiging, 't zij door
verordening op te wekken het aangevqerde
algemeen belang te betrachten, bij al hetgeen
zij stichten. Dat zou herinneren aan de dagen
van weleer, toen, naar meer dan eene inscriptie
getuigt, menige fraaie, rijke gevel werd ge
sticht uit burgerzin, met de vooropgezette
bedoeling' aan de stad relief te geven.
Ook de gemeentelijke arm reikt reeds ver,
zonder speciale wettelijke maatregelen. Dat
is genoegzaam gebleken o.a. door de goed
keuring der gemeentelijke
schoonheidsverorderingen van Laren (N.H.) en Leeuwarden
(wier voorbeeld zal gevolgd worden door
Haarlemmerliede en Spaarnwoude) door die
der reclame-verordeningen van Nijmegen en
Dordrecht.
Het hangt slechts af van den eigen goeden
wil, hoever de' gemeenten dien arm willen
uitstrekken. De erkenning van
regeeringswege der bouwkundige en historische waarde
als algemeen belang en men mag gerust
zeggen als zér veelzijdig, ook materiaal en
oeconomisch belang moge een prikkel
zijn voor de gemeentebesturen, om, veel
meer dan tot dusver, zich de bevordering
van dat belang aan te trekken.
Waar echter de ervaring, laatstelijk in een
stad als Amersfoort, leert dat illusies op dit
stuk misplaatst zijn, kan de omstandigheid
dat provincie en gemeente over ver-reikende
macht beschikken, toch den Staat niet vrij
stellen van ingrijpen door eene algemeene
wettelijke regeling in den zin der
boveniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiii
Langzaam gingen ze samen denzelfden
weg terug.
Uit de smalle weiden steeg de nevel op.
De boomen doofden uit en aan den hemel
stond een breede, zwarte wolk, die steeds
verder greep, met taaien wil als een
moordenaarshand. De grassen begonnen te beven,
de wind gierde. De vlammende adem der
hoogovens zwol en wentelde roode stroomen
als bloedbeken door den nacht. De kleine
ramen in dékolonie werden licht als kaar
sen, die aangingen. Het was heel koel.
Toen Krischau en Henriette door een
moerassige plek moesten, nam. hij haar hand
om er haar over heen te helpen. En toen
zij al voorbij waren, hield hij nog steeds
haar hand vast. En zij liet haar gaarne in
de zijne rusten.
Dat voelde hij.
Nu stonden zij voor haar huis. De wind
droeg een snik van zijn lippen weg.
Het meisje begreep hem. En het was,
alsof de laatste rest van vreemdheid van
haar afgleed als een kleed.
Heel zacht zei ze: Vaarwel!"
Krischau zweeg.
Toen kraakte het hekje.
IV.
Gedurende een week zagen zij elkaar niet.
Op een Zaterdag werd de oude Holst uit
het ziekenhuis ontslagen. Een kapitein, die
hem goed kende, bood hem vrijen overtocht
op zijn vrachtboot aan, d arom besloot hij
dienzelfden avond met Henriette te ver
trekken.
BOUWT TE HIMSKET.
Mooie boschrtjketerreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Tel ephoon. Inlichtingen
Mfl. DE VELUWE", Nunspeet.
-- American
-
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULOER, Sloterdijk.
LIBCRTY
6ASY CHAIRS
COMFORTAB6L iDCCORATlCF
GRANDS VINS DE CHAMPAGNL
Rerrier-Jouet
.«i W-?,
., , hpernay.
Coiict'ssioiiridirev- ,
Sauter & Polis,Maastricht.
TRADB
MARK.
Le Cognac Martell
est garant! comme tant Ie
prodnit naturel des vins
récoltés et distillés dans la
région de COGNAC.
Agents:
KOOPMANS en BRUINIER,
AMSTERDAM.
BYROM
seiaeeo MCT TAPESTRY : FI iso PM
MCT PAAROCHAAR G£3TOFF£RD
i« eiKen-noren OF MAHOHICHOUT
n.39.CATALOGUS VAM CA5Y CHAIRS
FRANCO OP AANVRAAG
MCTZ
AMSTCRDAM
VRAAGT
TANDMIDDCLEM
staande regeeringsoverwegingen. De vraag
om het behoud onzer monumenten van ge
schiedenisenkunst, mag niet langer inciden
teel maar moet principieel worden geregeld.
J. H. W. LELIMAN'
Kultur" ou Culture?
La France n'a pas d'ennemis en Hollande".
FREDERIK VAN EEDEN.
Eux, qui ne savent pas encor ce qu'est une
a m e,
Puisque pendant ces quarante ans,
A forger des engins et des complots
infames,
lis ont employétout leur sens;
Eux, qui ne sauraient pas crire ni
comprendre
Les mots JustlcÈet Liberté,
Et neuf mois, en Belgique et dans toute
la Flandre,
Ont vécu, sans tre invites;
Comment voudriez-vous qu'ils connaissent
l'Histoire
Du petit peuple hollandais;
Son passégrandiose, enspleilléde gloire,
du sol qu'il défendait?
Quand on prononce devant eux Ie nom
Guillaume,
lis pensent tout de suite au leur!
Mais il en vécut un dans ce bon vieux
royaume,
Bien moins bavard que l'Empereur!
Prince d'Orange, et non pas vassal
d'Allemagne,
Coeur noble et desinteresse,
II arraa son pays contre Ie roi d'Espagne,
Et mourut pour l'avoir osé.
La belle indépendance et Ie calme courage
Dans la race sont demeurés,
Son ame familiale en garde l'héritage,
Comme un depot riche et sacré.
Neutre ? Voyez comment derriére l'étiquette
D'une sage neutralité,
Le cerveau pense, Ie coeur bat et s'inquiète,
Etnu d'horreur ou de bonté.
En vain, Ie gros Voisin nerveux que tout
agace,
Trouvant les Hollandais meilleurs
Pour d'autres que pour lui, les presse et
les menace;
lis lui crient: Nous n'avons pas peur!
Na den middag vloog zij de kolonie door
naar de haven. Zij vroeg aan een stoker,
waar Krischau was. Die wist het niet. Zij
ging naar den signaalmast. De bank was
leeg.
Krischau was nergens.
Weer liep zij een eindje de kade af, toen
bleef zij een heele poos staan en keerde
eindelijk terug.
In haar gezicht was een vroege smart
gegrift. Maar eigenlijk voelde zij niets. Geen
smart, zij herinnerde zich alleen. En die
herinnering deed haar schreien, enkele
minuten.
Toen de boot vertrok, stond Krischau
verborgen aan den oever. Hij zag den ouden
man en het meisje op het achterdek staan.
Van de landingsbrug wapperden doeken,
daar stond een klein troepje hun een laatste
vaarwel toe te wuiven. De beide vrouwen,
die het meisje verpleegd hadden, bogen
voorover om goed te zien.
Krischau zag nog steeds het meisje en
den ouden man. Zijn gezicht werd nog
donkerder. Zijn borst brak en twintig jaren
van zijn leven vielen van hem af als puin.
En alleen de dag bleef, die was als deze
dag. En er was nog iemand, die wist ook
van dien verren dag. Hij bleef ook ditmaal
overwinnaar en stond op het dek als de
draak met de maagd.
Krischau beefde. Een heete verscheurende
woede huilde in hem.
Achter hem klonken zware stappen. Dat
waren de jaren, die weer terugkwamen.
Hij sloot de oogen en zonk neer onder
dien last. De purperen duisternis sloot zich
Nous avons vu ce que ta Kultur" fait des
hommes
Qui ne sont pas obéissants;
Et nous nous souvenons, mieux que toi, que
nous sommes
Germains, mais non pas Allemands!
Sache que nous avons une ame hollandaise
Pleine d'orgueil, que nous avons
Un esprit pondéré, Ie respect de nos aises
Qui s'émeuvent de tes fagons.
Sache que nous aimons, pour cette cause
même,
La République des Francais,
L'ame franchise est libre, et c'est donc elle
qu'aime
L'ame libre d'un Hollandais.
Et la science gaie, et la verve mutine,
La caresse dans les chansons,
La clarté, l'harmonie et la grace latines,
Elles aussi, nous les aimons.
Nous comptons des Frangais parmi nos
grands ancètres,
L'élite des vieux Huguenots
Un jour a recherche, loin des rigueurs d'un
Maitre,
La paix grave de nos canaux.
Nous avons accueilli ces fugitifs sublimes,
Ces inflexibles Protestants,
De même qu'aujourd hui, les dociles victimes
De tes procédés insultants.
En se nichant au coeur de notre petit monde,
Austère, calme et désuet,
Ces Frangais, abreuvés a la sour.ee profondë
Du Grand Siècle de Bossuet,
Ont apportéchez nous leur science classique,
Leurs modes et leur bel esprit,
Et tout ce qu'a produit cette ere héroique,
Ces bons Ftangais nous l'ont appris.
Oui, nous aimons la France et sa belle
lumière,
Hier et demain et toujours,
Quand se terminera l'horreur de cette guerre,
Que nous parlerons sans détour,
Pour boire au Vainqueur X, et a la paix
future,
Ah! qu'on nous offre en ce grand jour,
Au choix, un verre de Culture,
Et un de tes gros Bocks d'indigeste Koultour!
ADRIENNE LAUTÉRE
weer om hem heen. De oevers begonnen te
vliegen. De bedding van het kanaal werd
heel breed. Plotseling verscheen ergens een
wit zeil. Muziek juichte. Klokken jubelden.
Hij breidde zijn armen uit en riep:
Henriette... Henriette... Henriette..."
Driemaal herhaalde hij het.
En het onverwachte geschiedde.
Uit de golven kwam kreunend antwoord;
kreunend en gorgelend, als van een ver
drinkende.
Toen kwam een groote vreugde over hem.
Hij voelde, dat hij verstaan was. En hief
de armen omhoog en sprong neer in het
groene, schuimende dal.
Zwemmende riep hij nog iets.
Maar het klonk niet als hulpgeroep. Een
schipper maakte zijn boot van den kant los
en roeide met inspanning naar de plek toe.
Zijn ooren tuitten van den schellen roep,
hij hoorde alleen: Henriette... Henriette?"
Hij dacht: Waarom zou het niet hulpge
roep zijn. Was het waanzin of moord?
En de schipper voelde plotseling een
koude ontzetting en schreeuwde: bloed...
bloed...."
Hij roeide harder, maar Krischau verzonk,
voor de boot hem bereikte.
De man bekruiste zich.
Een reuzengolf hief het lichaam van Kri
schau nog eens op.
Henriette... Henriette...,"
Het was een gorgelen.
De derde golf was sterker dan het arme
gebroken hart. .'-'._?_ ? . :