De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 6 juni pagina 3

6 juni 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

6 Juni '15. No. 1980 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND of zulks door haar bemiddeling of recht streeks door het Amsterdamsche Gemeente bestuur geschiedt. De commissie' is, nadat de betuigingen van instemming waren ingekomen, begonnen met het verspreiden van circulaires, aan welken omvangrijken arbeid nog steeds hard wordt gewerkt. De circulaire, gericht tot een groot aantal Nederlanders en Nedertandsche instellingen van wetenschap en kunst, behelst een verzoek om zich reeds thans bereid te verklaren na den oorlog boeken uit hun eigen bibliotheken en exem plaren der door hen geschreven of uitgegeven werken af te staan. Bij de circulaire is een formulier gevoegd, waarop ieder de titels der af te stane boeken kan invullen, welke, in een systematischen catalogus verwerkt, aan de Leuvensche Universiteit na den oorlog zal worden aangeboden om daaruit eene keuze te doen. De aanvaarde werken zullen dan later van de eigenaars worden opge vraagd. Ter tegemoetkoming in de niet onbelangrijke onkosten voor porto's, druk werken, het samenstellen van den catalogus, het te zijner tijd in huur nemen van een localiteit tot het tijdelijk onderbrengen der boekwerken, kunnen gelden worden ingezon den aan den penningmeester mr. M. I. Duparc (te's-Gravenhage, 77 van Blankenburgstraat). Met de verspreiding der circulaire is men nog lang niet gereed, maar ook al is deze arbeid achter den rug, dan zal het niet te verwonderen zijn, dat enkele personen vergeten zijn. De commissie spreekt als hare verwachting uit, dat ook zij, die vergeten zijn, over dit onwillekeurig verzuim niet ontstemd zullen zijn en alsnog, indien zij werken willen afstaan, daarvan kennis willen geven aan den len secretaris, dr. M. P. Rooseboom, terwijl formulieren ter invulling te verkrijgen zijn bij den 2en sec retaris, mr. J. A. G. Verspyck Mijnssen. De commissie heeft ook een brief gericht aan enkele Ministers o.a. aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, met verzoek om werken te willen afstaan uit de Bibliotheek van het Departement en een schrijven te richten tot curatoren der Rijks Universiteiten, der Technische Hoogeschool, den Bibli othecaris der Koninklijke Bibliotheek, de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, de Rijks Archivarissen en andere onder het Departement van Binnenlandsche Zaken ressorteerende lichamen, die in het bezit zijn van bibliotheken om pp te willen geven, of zich in hunne boekerijen dubbelen bevinden, welke in aanmerking zouden kunnen komen om eventueel bij het herstel der Leuvensche Universiteit en Bibliotheek daaraan te kunnen worden afgestaan. Minister Cort van der Linden heeft onmiddellijk aan haar verzoek voldaan. Ook in Nederlandsch Indië is op instigatie der commissie een sub-comitégevormd onder leiding van het Lid van den Raad van Indië, den heer W. J. Coenen, hetwelk verder is samengesteld uit de H.H. J. Bijker, Gen.-majoor, Chef van den Militair Genees kundigen Dienst in Ned. Indië, mr. I. A. ? Nederburgh, President van het Hooggerechts hof van Ned. Indië, dr. J. C. Koningsberger, Directeur van 's Lands plantentuin te Buitenzorg, dr. E. Morescp, wd. Directeur van Onderwijs en Eeredienst, dr. J. Noordhoek Hegt, wd. Chef van den Burgerlijk Genees kundigen Dienst, en dr. H. J. van Lummel, Leeraar in de wis- en natuurkundige weten schappen aan de Koning Willem Hl-school en secretaris van de Koninklijk Natuurkun dige Vereeniging. Wat nu het buitenland betreft, in de laatste weken heeft het Instituut de France pok zijnerzijds het initiatief voor een soortgelijke ?beweging genomen en heeft aan zijn correspondeerende leden in het buitenland opge dragen in denzelfden geest als het Leuven sche Boekenfonds werkzaam te zijn. De Nederlandsche commissie, hoewel overtuigd dat het instituut in de allereerste plaats geleid wordt door zuiver wetenschappelijke overwegingen, heeft nochtans gemeend, zoolang de oorlog duurt, niet rechtstreeks met het instituut te kunnen samenwerken. Des te meer stelt de commissie het op prijs, dat het instituut zich bereid heeft verklaard het werk in Nederland uitsluitend aan haar over te laten, in de overige neutrale landen zal dan de commissie met de vertegen woordigers van het instituut concurreeren, om na den vrede met hen samen te werken. X. Y. Z. Een heuglijke overweging" Dezer dagen is opnieuw de wenschelijkheid in 'het licht gesteld eener Monumenten wet, waarvoor reeds zoolang geijverd is en het ontwerp van particuliere zijde geheel is voorbereid. De gemeenteraad van Amersfoort had, ondanks van vele zijden tegen zoodanig voornemen was opgekomen, verleden jaar besloten tot de afbraak der beide torentjes die het laatste overblijfsel waren der voorbegon ook te ontdooien en vertelde vreemde zeegeschiedenissen en schipperanekdoten. Van den Rijn en van Nederland en vreemde landen. Plotseling keek zij hem doordringend aan en zei glimlachend: Je hebt vroeger zeker ook gevaren, ben je soms ook een Hollander?" Hij knikte bedrukt en kreeg een onbe hagelijk gevoel, omdat hij het zoo gauw gezegd had. Hij voelde iets vreemds in zijn bloed, als een vergif, dat hem verteerde. Een heele poos later zei hij, met een afwezige stem : Maar het is al lang gele den en al bijna niet meer waar." Op welk schip heb je gevaren?" Op de Henriette." En nog eens, als een echo: , Henriette." Zoo heette onze boot ook." Dat weet ik." Ken je mijn vader?" Ja, eens heb ik hem gekend." Wanneer?" Toen was jij er nog niet!" Maar mijn vader toch wel?" Ja, je vader en je moeder." Mijn moeder?" Haar gezicht werd vaal als een licht in den nevel. Met gebroken stem snikte zij: Mijn moeder is vroeg gestorven. Ik was nog geen jaar oud. Grootmoeder zei, dat een knecht haar in het water gestooten heeft. Maar vader mag niet weten, dat ik het weet Hij wordt woedend, wanneer er over gesprokerwwordt." MAISON CHIC L. JORDAN Amsterdam, Kalverstraat 115-117. Deze weet noeÉope prijzen Mantelcostuums, Paletots, Blouses en Rokken, Japonnen en Kinderjurken. llplllllllllllHIIII tlllllMIIIIIIIIKIHII malige Kamper Binnenpoort. Zonder op zich zelf beschouwd kunstwerken te zijn, ver vulden deze een rol van zekere beteêkenis in het stadsbeeld en hielden zij bovendien de herinnering wakker aan de vroegere ommuring der stad. Redenen te over om op het behoud aan te dringen en, des noods zelfs met zekere opofferingen, te trachten eene zoodanige oplossing der aangevoerde verkeersbezwaren te zoeken, dat de beide torentjes konden worden gespaard. De gemeenteraad van Amersfoort dacht er anders over. Zijn besluit, eerst geschorst, is thans op voorstel van den Minister van Binnenlandsche Zaken, bij Koninklijk Besluit vernietigd wegens strijd met het algemeen belang. Dit bericht mag niet onopgemerkt voor bijgaan. Het is, nu ons nog steeds eene Monumentenwet ontbreekt, eene aanwijzing dat de regeering niettemin bereid is, het haar ten dienstf staande gezag ter bescher ming van de gedenkteekenen van geschie denis en kunst krachtig te doen gelden. Alleen de omstandigheid dat de bedreigde torentjes gemeentelijk eigendom waren, liet de mogelijkheid van zoodanig ingrijpen toe. Waren de torentjes daarentegen partikulier eigendom geweest, gelijk het geval is met zoovele, op zich zelf dan wel als onderdeel van een stadsgezicht, belangwekkende oude bouwwerken of fragmenten daarvan, dan zou men denke bijv. aan de slooping van het jachthuis te Poeldijk de bedrei ging zijn uitgevoerd omdat de overheid over partikulier bezit nog zeggingschap mist. Amersfoort was dan weer een stap verder genaderd tot de algemeene aesthische egali satie en nivelleering, die geleidelijk bij kans alle steden van ons land dreigt te berooven van hetgeen zij nog overhielden van hare vroegere kenmerkende schoonheid. Het is niet de eerste keer dat de Kroon in dien zin ingreep wanneer het behoud van een kunstwerk op het spel stond. In behandeling is thans nog het geschorste besluit van den Elburgschen raad om een stuk der oude vestingwallen te sloopen ter wille van woningbouw, eenzelfde motief als een paar jaar geleden ook werd aangevoerd te Harderwijk, waar het laatste aangesloten middeleeuwsche vestingfront in ons land naar den grond gehaald werd. De woning bouw ging niet door, evenmin als de, even eens ter verdediging der slooping aange voerde tramaanleg. De vernietiging is dus volkomen doelloos geweest, zuiver vanda lisme, in weerwil het aan waarschuwingen niet had ontbroken. Er bestaat soms reden te denken dat wij nog niet zoo heel veel opschoten sinds in 1825 op voorstel van B. en W., de slooping der prachtige Groote Houtpoort te Haarlem eene verfraaiing der stad werd geacht! De motiveering van het vernietigingsbesluit verdient niettemin de aandacht, omdat zij den aandrang zal versterken van hen die zich in den vervolge verzetten tegen ge meentelijke voornemens ter noodelooze ont siering en verarming van het plaatselijk schoon. Het algemeene gedeelte der motiveering is in de volgende zinnen vervat: overwegende dat bedoelde torentjes deel uitmaken van de vroegere vestingwerken der stad Amersfoort en uit een bouwkundig en historisch oogpunt merkwaardig zijn te achten; overwegende dat het in strijd met het algemeen belang is, wanneer gemeentebe sturen zoodanige gebouwen of gedeelten van gebouwen vernietigen; overwegende, dat mitsdien de slooping dier torentjes niet kan worden toegelaten, Dat zal wel," zei Krischau zeer beslist. Hij zette de tanden in zijn onderlip en trok zijn mond strak. Dan fluisterde hij warm: Je moeder was net zoo als jij nu bent." Op hetzelfde oogenblik had hij berouw van zijn gezegde. Maar het was er nu eenmaal uit en hij kon het ook niet terugnemen, hoe graag hij het ook zou willen. Wil je mijn vader niet eens opzoeken? Hij mag al weer praten." In Krischau werd het nog donkerder en hij schudde iets van zich af. Twintig jaren van zijn zware leven. Waarom antwoordt je niet?" vroeg het meisje en zag hem aan. Zijn gezicht vertrok zenuwachtig. Zijn lippen bewogen. Was hij plotseling stom geworden? Wou de tong niet meer mee? Maar ineens, zooals het water van een ver stopte bron, dat plots opspuit,stootte hij uit: Je vader heeft haar in 't water gestooten. Je vader, kindje. Niet de knecht. Hoe zou hij ook. O, de mooie Henriette... Hen riette. ..." Nu was het uur gekomen. Als een strijder voelde hij zijn macht. Zijn hart bleef een oogenblik stil staan, zoo vreeselijk w^s het uur. Krischau lachte den doodenden lach van een wreker. Het meisje was tot diep in haar hart geschokt. Al het bloed was uit ha^r gezicht geweken. Zij wankelde. Krischau ving haar op en streelde over haar blonde haren. Zoo was je moeder, Henriette, zooals jij nu bent." llllllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUItllHIIHIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIlliiiuilllll tenzij een ander, meer overwegend, algemeen belang haar zou eischen; dat, daargelaten of de aanleg van een verbreeden verkeersweg- ats ztftk' een meer overwegend belang zou kunnen worden be schouwd, dit thans in ieder geval niet tot rechtvaardiging van het raadsbesluit kan strekken, omdat daartoe voorshands niet kan worden overgegaan." Deze motiveering is blijkbaar gegrondvest op eene zeer ruime waardeering van werken van geschiedenis en kunst; zij is daarbij zeer algemeen en kan verstrekkend worden toe gepast. Inderdaad rijst de vraag waarom niet eene regeering, die zoo ruiterlijk de waarde van oude bouwwerken, zelfs van fragmenten, als algemeen belang erkent, niet eene stap verder zou gaan door hare be scherming ook uit te strekken over die, welke zich in partikulier bezit bevinden en derhalve nog in veel sterkere mate verdwijnen en worden verminkt. Het algemeen belang wordt daardoor zeker nog meer geschaad, al ware het slechts wijl de partikuliere bouw werken het in aantal verre winnen van de openbare, en zij bovendien, hoewel soms ook afzonderlijk beschouwd, bescheiden van aard in hun onderling verband, toch een belangrijke faktor zijn tot bepaling van het artistieke type van stad en land. Zal de regeering binnenkort eene zoodanige konsekwentie trekken die reeds lang van haar verwacht werd en in afwachting daarvan in ieder geval zorgen, dat de gemeenten n gedragslijn moeten volgen? Dat niet Amersfoort wordt op de vingers getikt, terwijl Franeker zich nog eens zou mogen ontsieren gelijk dezen winter toen ter werkverschaffing! besloten werd een stuk van den hoogbegröeiden stadswal te vergraven om met den afkomenden grond een binnengrachtje, het Leeuwarder End, te dempen, d.w.z. te herscheppen in een dorre keienvlakte. Of bestaat de illusie dat de gemeenten de algemeene waarschuwing'derregeering ter harte zullen nemen ? Ten eeerste om zich eene dergelijke vernietiging harer besluiten te besparen. Vervolgens door, onder verwijzing naar de boven aangehaalde mptiveering, hare burgerij 't zij door overtuiging, 't zij door verordening op te wekken het aangevqerde algemeen belang te betrachten, bij al hetgeen zij stichten. Dat zou herinneren aan de dagen van weleer, toen, naar meer dan eene inscriptie getuigt, menige fraaie, rijke gevel werd ge sticht uit burgerzin, met de vooropgezette bedoeling' aan de stad relief te geven. Ook de gemeentelijke arm reikt reeds ver, zonder speciale wettelijke maatregelen. Dat is genoegzaam gebleken o.a. door de goed keuring der gemeentelijke schoonheidsverorderingen van Laren (N.H.) en Leeuwarden (wier voorbeeld zal gevolgd worden door Haarlemmerliede en Spaarnwoude) door die der reclame-verordeningen van Nijmegen en Dordrecht. Het hangt slechts af van den eigen goeden wil, hoever de' gemeenten dien arm willen uitstrekken. De erkenning van regeeringswege der bouwkundige en historische waarde als algemeen belang en men mag gerust zeggen als zér veelzijdig, ook materiaal en oeconomisch belang moge een prikkel zijn voor de gemeentebesturen, om, veel meer dan tot dusver, zich de bevordering van dat belang aan te trekken. Waar echter de ervaring, laatstelijk in een stad als Amersfoort, leert dat illusies op dit stuk misplaatst zijn, kan de omstandigheid dat provincie en gemeente over ver-reikende macht beschikken, toch den Staat niet vrij stellen van ingrijpen door eene algemeene wettelijke regeling in den zin der boveniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiii Langzaam gingen ze samen denzelfden weg terug. Uit de smalle weiden steeg de nevel op. De boomen doofden uit en aan den hemel stond een breede, zwarte wolk, die steeds verder greep, met taaien wil als een moordenaarshand. De grassen begonnen te beven, de wind gierde. De vlammende adem der hoogovens zwol en wentelde roode stroomen als bloedbeken door den nacht. De kleine ramen in dékolonie werden licht als kaar sen, die aangingen. Het was heel koel. Toen Krischau en Henriette door een moerassige plek moesten, nam. hij haar hand om er haar over heen te helpen. En toen zij al voorbij waren, hield hij nog steeds haar hand vast. En zij liet haar gaarne in de zijne rusten. Dat voelde hij. Nu stonden zij voor haar huis. De wind droeg een snik van zijn lippen weg. Het meisje begreep hem. En het was, alsof de laatste rest van vreemdheid van haar afgleed als een kleed. Heel zacht zei ze: Vaarwel!" Krischau zweeg. Toen kraakte het hekje. IV. Gedurende een week zagen zij elkaar niet. Op een Zaterdag werd de oude Holst uit het ziekenhuis ontslagen. Een kapitein, die hem goed kende, bood hem vrijen overtocht op zijn vrachtboot aan, d arom besloot hij dienzelfden avond met Henriette te ver trekken. BOUWT TE HIMSKET. Mooie boschrtjketerreinen. Spoor.Tram, Electrisch licht, Tel ephoon. Inlichtingen Mfl. DE VELUWE", Nunspeet. -- American - Eau de Cologne wordt het MEEST gevraagde Merk. Imp.: JEAN MULOER, Sloterdijk. LIBCRTY 6ASY CHAIRS COMFORTAB6L iDCCORATlCF GRANDS VINS DE CHAMPAGNL Rerrier-Jouet .«i W-?, ., , hpernay. Coiict'ssioiiridirev- , Sauter & Polis,Maastricht. TRADB MARK. Le Cognac Martell est garant! comme tant Ie prodnit naturel des vins récoltés et distillés dans la région de COGNAC. Agents: KOOPMANS en BRUINIER, AMSTERDAM. BYROM seiaeeo MCT TAPESTRY : FI iso PM MCT PAAROCHAAR G£3TOFF£RD i« eiKen-noren OF MAHOHICHOUT n.39.CATALOGUS VAM CA5Y CHAIRS FRANCO OP AANVRAAG MCTZ AMSTCRDAM VRAAGT TANDMIDDCLEM staande regeeringsoverwegingen. De vraag om het behoud onzer monumenten van ge schiedenisenkunst, mag niet langer inciden teel maar moet principieel worden geregeld. J. H. W. LELIMAN' Kultur" ou Culture? La France n'a pas d'ennemis en Hollande". FREDERIK VAN EEDEN. Eux, qui ne savent pas encor ce qu'est une a m e, Puisque pendant ces quarante ans, A forger des engins et des complots infames, lis ont employétout leur sens; Eux, qui ne sauraient pas crire ni comprendre Les mots JustlcÈet Liberté, Et neuf mois, en Belgique et dans toute la Flandre, Ont vécu, sans tre invites; Comment voudriez-vous qu'ils connaissent l'Histoire Du petit peuple hollandais; Son passégrandiose, enspleilléde gloire, du sol qu'il défendait? Quand on prononce devant eux Ie nom Guillaume, lis pensent tout de suite au leur! Mais il en vécut un dans ce bon vieux royaume, Bien moins bavard que l'Empereur! Prince d'Orange, et non pas vassal d'Allemagne, Coeur noble et desinteresse, II arraa son pays contre Ie roi d'Espagne, Et mourut pour l'avoir osé. La belle indépendance et Ie calme courage Dans la race sont demeurés, Son ame familiale en garde l'héritage, Comme un depot riche et sacré. Neutre ? Voyez comment derriére l'étiquette D'une sage neutralité, Le cerveau pense, Ie coeur bat et s'inquiète, Etnu d'horreur ou de bonté. En vain, Ie gros Voisin nerveux que tout agace, Trouvant les Hollandais meilleurs Pour d'autres que pour lui, les presse et les menace; lis lui crient: Nous n'avons pas peur! Na den middag vloog zij de kolonie door naar de haven. Zij vroeg aan een stoker, waar Krischau was. Die wist het niet. Zij ging naar den signaalmast. De bank was leeg. Krischau was nergens. Weer liep zij een eindje de kade af, toen bleef zij een heele poos staan en keerde eindelijk terug. In haar gezicht was een vroege smart gegrift. Maar eigenlijk voelde zij niets. Geen smart, zij herinnerde zich alleen. En die herinnering deed haar schreien, enkele minuten. Toen de boot vertrok, stond Krischau verborgen aan den oever. Hij zag den ouden man en het meisje op het achterdek staan. Van de landingsbrug wapperden doeken, daar stond een klein troepje hun een laatste vaarwel toe te wuiven. De beide vrouwen, die het meisje verpleegd hadden, bogen voorover om goed te zien. Krischau zag nog steeds het meisje en den ouden man. Zijn gezicht werd nog donkerder. Zijn borst brak en twintig jaren van zijn leven vielen van hem af als puin. En alleen de dag bleef, die was als deze dag. En er was nog iemand, die wist ook van dien verren dag. Hij bleef ook ditmaal overwinnaar en stond op het dek als de draak met de maagd. Krischau beefde. Een heete verscheurende woede huilde in hem. Achter hem klonken zware stappen. Dat waren de jaren, die weer terugkwamen. Hij sloot de oogen en zonk neer onder dien last. De purperen duisternis sloot zich Nous avons vu ce que ta Kultur" fait des hommes Qui ne sont pas obéissants; Et nous nous souvenons, mieux que toi, que nous sommes Germains, mais non pas Allemands! Sache que nous avons une ame hollandaise Pleine d'orgueil, que nous avons Un esprit pondéré, Ie respect de nos aises Qui s'émeuvent de tes fagons. Sache que nous aimons, pour cette cause même, La République des Francais, L'ame franchise est libre, et c'est donc elle qu'aime L'ame libre d'un Hollandais. Et la science gaie, et la verve mutine, La caresse dans les chansons, La clarté, l'harmonie et la grace latines, Elles aussi, nous les aimons. Nous comptons des Frangais parmi nos grands ancètres, L'élite des vieux Huguenots Un jour a recherche, loin des rigueurs d'un Maitre, La paix grave de nos canaux. Nous avons accueilli ces fugitifs sublimes, Ces inflexibles Protestants, De même qu'aujourd hui, les dociles victimes De tes procédés insultants. En se nichant au coeur de notre petit monde, Austère, calme et désuet, Ces Frangais, abreuvés a la sour.ee profondë Du Grand Siècle de Bossuet, Ont apportéchez nous leur science classique, Leurs modes et leur bel esprit, Et tout ce qu'a produit cette ere héroique, Ces bons Ftangais nous l'ont appris. Oui, nous aimons la France et sa belle lumière, Hier et demain et toujours, Quand se terminera l'horreur de cette guerre, Que nous parlerons sans détour, Pour boire au Vainqueur X, et a la paix future, Ah! qu'on nous offre en ce grand jour, Au choix, un verre de Culture, Et un de tes gros Bocks d'indigeste Koultour! ADRIENNE LAUTÉRE weer om hem heen. De oevers begonnen te vliegen. De bedding van het kanaal werd heel breed. Plotseling verscheen ergens een wit zeil. Muziek juichte. Klokken jubelden. Hij breidde zijn armen uit en riep: Henriette... Henriette... Henriette..." Driemaal herhaalde hij het. En het onverwachte geschiedde. Uit de golven kwam kreunend antwoord; kreunend en gorgelend, als van een ver drinkende. Toen kwam een groote vreugde over hem. Hij voelde, dat hij verstaan was. En hief de armen omhoog en sprong neer in het groene, schuimende dal. Zwemmende riep hij nog iets. Maar het klonk niet als hulpgeroep. Een schipper maakte zijn boot van den kant los en roeide met inspanning naar de plek toe. Zijn ooren tuitten van den schellen roep, hij hoorde alleen: Henriette... Henriette?" Hij dacht: Waarom zou het niet hulpge roep zijn. Was het waanzin of moord? En de schipper voelde plotseling een koude ontzetting en schreeuwde: bloed... bloed...." Hij roeide harder, maar Krischau verzonk, voor de boot hem bereikte. De man bekruiste zich. Een reuzengolf hief het lichaam van Kri schau nog eens op. Henriette... Henriette...," Het was een gorgelen. De derde golf was sterker dan het arme gebroken hart. .'-'._?_ ? . :

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl