De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 6 juni pagina 5

6 juni 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

6.Juni '15. No. 1980 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vragen van den dag Oorlogsproblemen. Onder dezen titel las ik in een buitenlandsch blad beschouwingen over allerlei zeer uiteenloopende vraagstuk ken, die middellijk of onmiddellijk door den oorlog worden opgeworpen. Daaronder was er een, dat op 't eerste gezicht wellicht te gering van beteekenis zal schijnen, om er den naam van oorlogs probleem" aan toe te kennen, 't Was namelijk het vliegenvraagstuk. En ziet nu, welk bericht onlangs de N. R. C. overnam: In het Lagerhuis heeft de Engelsche regeering medegedeeld, dat er entomologen van wereldvermaardheid" naar het front zijn vertrokken om maatregelen te nemen tegen vliegen enandereinsekten, die tegen den zomer ziekten kunnen ver spreiden." Algemeen wordt in dezen aanstaanden zomer een ongekende menigte vliegen en muggen verwacht De vele onbegraven paardencadavers zijn uiterst geschikte teelplaatsen voor vliegen, terwijl de groote inundatieterreinen in België met hun stil staand water uitgezochte muggenbroednesten zijn. Waar nu de moderne weten schap telkens wijst op het feit, dat infecties meermalen door insecten en ongedierte worden overgebracht men denke aan de vlektyphus in Servië daar kan men er in komen, dat medici er reeds nu den nadruk op leggen, hoe gewenscht een verdelging op groote schaal van vliegen, muggen enz. zal zijn. Immers waar de geschiedenis leert, dat tot den gruwzamen nasleep van den oorlog epidemieën van infectieziekten behooren, daar dieut de moderne hygiëne alle krachten in te spannen, om deze tot een minimum te beperken. Geldt het bovenstaande zeker in de aller eerste plaats voor de oorlogslanden, ook de neutralen en daarmee ons vaderland, hebben zich uit te rusten tegen de gevolgen van den oorlog, voor zoover zij daartoe in staat zijn. Dezen winter waren er, in tegen stelling met gewoonlijk, zeer weinig bonte kraaien in ons land waar te nemen, ten gevolge van den strijd, die hun op de slag velden voedsel in overvloed opleverde. Zoo zullen er i»den komenden zomer ook meer vliegen zijn dar! gewoonlijk en zal het zaak zijn, vroeg en deugdelijk den strijd tegen hen aan te binden, den strijd tegen de be smettelijke ziekte, den strijd voor de hygiëne. Een strijd, die, zooals de deskundige aan wiens beschouwing het bovenstaande is ontleend, zegt, alleen resultaten kan ople veren, wanneer ieder gezin voor zichzelf maatregelen neemt. Dus... hoe bestrijden wij vliegen en muggen? Geen voorzorgen helpen, waar niet een absolute zindelijkheid heerscht. Etensresten worden onmiddellijk opgeborgen in kelder of kast en voorzien van vliegendeksels. De vuilnisbak wordt wekelijks uitgeschrobd en nagespeeld met een sterke creoline-oplossing; dit is een zér voornaam ding. De gewoonte aan te nemen, schillen en dergelijken voor vliegen begeerlijken afval te verbranden, voorkomt veel last van vliegen, evenals het geregeld aanharken van de aarde onder heesters en struiken. Hoopen afgevallen bladeren, die nat regenen en in rotting overgaan, zijn begeerlijke broed plaatsen. Men opene alle vensters des morgens vroeg en late het huis flink luchten. Tegen hét midden van den dag echter plaatse men horren voor de ramen, of waar men deze niet bezit, schaffe men eenige ellen z.g. muggengaas of muggentule aan. Met punaises bevestigd, kan dit even goed dienst doen, en bij slaapkamerramen, die geregeld dag en nacht open blijven, kan men het den gelieelen zomer desnoods laten zitten. Om de kinderledikantjes hier te lande worden nog veej te weinig de Indische klamboe's ge bruikt. Met geringe kosten zijn deze aan te schaffen en iedere Indische familie zal daartoe In Terpenland De trein was veel te laat in Leeuwarden en we wilden met ons rijwiel voor het vallen van den nacht te Ferwerd aankomen. Ook was de wind Noordoost en vrij sterk, zoo kwam het dat we dubbel gevoelig waren voor alle bijzonderheden van den weg, die van invloed konden zijn op onze snelheid. Met den wind in ons voordeel, hadden we misschien niet eens gemerkt, dat we bij elk dorp eventjes te klimmen hadden. Maar nu voelden we heel duidelijk de stijging bij Stiens, nog duidelijker die bij Hyum en Hollum en Marrum en ten slotte die bij Ferw.erd, want al die dorpen liggen op Ter pen. Zoo komt het, dat al hun torens zoo ver over de vlak te zien, vooral de massieve steenklomp van Ferwerd, een duidelijke baak voor hen, die de Amelander wadden beva ren. In den avond wandelden wij nog even naar de zware zee dijk, ; die na den terpentijd het land bevei= ligt. Buiten den dijk lag nog een paar kilo meter oer groen land, daarach= ter pas blonk de Waddenzee en daarachter gaarne inlichtingen geven. Wat bespaart men zichzelf niet den hygiënischen kant der zaak zelfs buiten beschouwing gelaten en den kinderen in de eerste plaats, een ellende, wanneer de nacht aldus ongestoord voorbij gaat. Tegen zonsondergang komen gewoon lijk zwermen, muggen naar binnen zweven en men. zorge dus, bijtijds den toegang af te sluiten. De onsmakelijke plakrollen, waaraan de vliegen bij tientallen blijven kleven en een kleverigen dood sterven, zullen bijvoorbeeld in keukens toch soms onmisbaar zijn. De bekende glazen vliegerivangers, waarin de beesten verdrinken, vuile men met wat bier, zeepsop of azijn, dat de marteling be kort. De blauw gazen kokers waar de vliegen dagen lang in rond loopen, en van honger eindelijk omkomen vind ik onnoodige marteldingen, waar zooveel andere bestrijdings middelen bestaan. Versch geplukte walnootblaren voor 't raam, een paar muskusplantjes in de ven sterbank, of deze tweemaal daags met wat insectenppeder bespuiten, 't houdt alles de vliegen uit ons huis. Een spons in een diep bakje, hierop een halve theelepel lavendelolie, en daarop kokend water gegoten, ver jaagt de vliegen. Dagelijks giete men versch water op de spons en eens per week vernieuwe men de lavendelolie. De veel gesmade voorjaarsschoonmaak kan grooten dienst bewijzen, als wij zorg dragen de uit hun overwinteringshoekjes opgeschrikte en verjaagde muggen en andere insecten te vernietigen. Zij zijn wellicht de toekomstige ouders van een talrij k nakroost! Zoo kan dus ieder voor zich deze door de hygiëne geeischte maatregelen nemen, en aldus in stilte medewerken aan de voorko ming van de schadelijke gevolgen eener zomerplaag. A. DE G.?W. Goed voorgaan doet goed volgen Toen op 10 Juni 1914 de door 1100 afgevaardigden bezochte vergadering van vrouwen uit Denemarken, Zweden, Noor wegen, Finland en IJsland samenkwam in het Concertgebouw te Kopenhagen in tegenwoordigheid van bijna alle Deensche ministers, toen voelden de belegsters en toen zag het publiek plotseling zeer duidelijk het groote feit, dat vrouwen zoowel als man nen daar in die vergadering thuis hoorden, dat vrouwen het recht hadden gehoord te wor den over de belangen van land en maat schappij en dat zij niet alleen het recht maar ook de bekwaamheid daartoe hadden. Het was een openbaring voor achterlijken in de politiek, een bevestiging van hun in zicht voor de welingelichten, een blijde zekerheid voor de vrouwen uit de vier Noordsche rijken. Wel hadden de vorige week de konservatieven in den Deenschen Rijksdag nog door niet mede te stemmen over de voorgenomen Grondwetswijziging het aannemen van de nieuwe Grondwet met vrouwenkiesrecht erin weten te ver tragen, maar niemand in heel Denemarken twijfelde er aan, of de toekenning van het volledig burgerrecht aan de vrouw was slechts een kwestie van tijd. Daarop kwam het uitbreken van den wereldbrand in Augustus. De Godsvrede, die overal tusschen de verschillende politieke partijen met min of meer oprechtheid maar in elk geval feitelijk tot stand kwam, werd ook in Denemarken gesloten. Zoo zijn nu de twee partijen, die tegen de Grondwetsher ziening waren, met de drie, die er vór waren, tot een vergelijk gekomen, en op 23 April 1915 hebben de beide Tings van den Rijksdag met groote meerderheid de nieuwe Grondwet aangenomen, die algemeen kiesrecht en verkiesbaarheid aan mannen e(n vrouwen geeft. Geen kleingeestige vrees of terughoudendheid, die laffe beperkingen maakt voor de vrouw, als daar zijn : wél kiesrecht voor gemeenteraden en niet voor het parlement, of wél kiesrecht maar geen verkiesbaarheid, of het indirekt binden van het vrouwenkiesrecht aan welstand door er voor haar capaciteitseischen aan te verbin den, neen hier werd oprecht en ruiterlijk gehandeld. Men kan zeker zijn, dat de daartoe bijeengeroepen Rijksdag de Grondwetsher ziening bevestigen zal en dat de koning haar op 5 Juni den dag, waarop Dene marken elk jaar de invoering van de conde schaarsche lichten van Ameland. De vuurtorens hadden hun licht gedoofd en dat maakte het landschap niet minder indruk= wekkend. In 't buitenland zelf waren een paar kleine lage heuveltjes te zien, ophoo gingen rondom de dobben of drinkputten voor 't vee, eigenlijk ook echte, kleine, hedendaagsche terpen, 't Is van veel belang dat 't water in die dobben zoet blijft en wanneer het bij hooge stormvloeden soms verzout, dan moeten zij geledigd en opnieuw met zoet water gevuld worden, 's Avonds in onze gelagkamer hoorden wij daar heele verhalen over, ook hoe het vee dan moet worden gered en wat voor vreemde gasten uit de dierenwereld in den wintertijd op 't wad verschijnen. Op 't smalle strookje buiten den dijk lijkt het leven nog veel op dat van de dagen, toen de oudste terpen werden aangelegd, een honderdtal jaren voordat Plinius er van gewaagde. Den volgenden dag gingen wij de hoogste terp van Nederland bezoeken, dat is die van Hooge Beintum, een stijf kwartiertje beoosten Ferwerd. Een enkel koolzaadveld prijkte in volle bloei, een roggeakker schoot De Terp van Hooge Beintum. Kleeding van de maand Teekening voor de Amsterdammer", van Rie Cramer A Japon. van amandelgroen taffetas. Rok met vijf banen. Mouwen van mousseline de soie. B Costuum van zandkleurige serge. Man tel en rok geboord met donkerder zijden tres. Mantel om het middel verscheidene malen ingehaald. stitutie van 1849 viert zal sanctioneeren. Zoo toont de Deensche regeering, dat zij noodzakelijke hervormingen in de landswetgeving niet stopzet wegens den oorlogs toestand, en dat zij weet, waarin een klein land groot kan zijn. En wij zeggen: goed voorgaan doet goed volgen. De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht zal de invoering der nieuwe Grondwet in Denemarken met een plechtige bijeenkomst in den Haag op 5 Juni vieren. Zoodra men weet, dat de wet door 's konings handteekening is bekrachtigd, zullen de Nederlandsche voorstandsters(ers) van Vrouwenkiesrecht de Deensche vrouwen gelukwenschen, en de Deensche mannen huldigen om hun rechtvaardigheidszin. MARTIN A G. KRAMERS Helpen wij Dendërmonde! Men schrijft ons: Bij al het leed, dat het lieflijke Vlaanderen teistert, dat zijn volk, zijne kunst, zijn natuurschoon vernietigt, schreit meer dan alles ten hemel : DENDËRMONDE ! Wij kunnen niet vergeten^ dat daar hongersnood geleden wordt ! Ik zie Dendërmonde, dat eens zoo mooie stedeke, voor me," schrijft A. Hans, de ge voelige Vlaamsche letterkundige, die met zijn hartebloed de wonden van zijn volk, van zijn land, teekent. Het is eene bewoonde ruïne. De straten zonder huizen; ik hoor den wind gieren boven en in de bouwvallen, den regen neerslaan . . . En zou ik niet uit alle macht meeroepen om ontferming over de doodongelukkigen, die terugkeerden naar hun eens zoo vroolijke, welvarende, nu als neergebliksemde stad ! . . . 't Is een tijd van veel ellende, van veel gruwel, van veel wreedheid. Maar, 't is ook een tijd van veel liefde, veel barmhartigheid, veel heerlijks . . . Laat toch 't verhevene nog net in zijn aren, daarnaast golfde nog korte gerst en haver, de rest was aardappelenland, waar uit de grijze klei de jonge schrompelige plantjes juist te voorschijn kwamen. Weinig boomen rond de boerderijen, alleen dicht loover rondom de kerktorens. Kieviten vlogen hier en daar boven de akkers, een troep zeemeeuwen kwam aankoersen van het Wad. Hier en daar zong een enkele leeuwerik, maar het drukst was nog de rietzanger, die hier in het Noorden van ons land genoegen neemt met het ijle rietgewas en de enkele wilgjes langs de vrij smalle kleisloten. Het duurde niet lang, of we zagen het witte wegje dat steil tegen die Beintumer hoogte op leidt en weldra stonden we bij 't kleine kerkhof, het oude kerkje en 't kleine buurtje dat geheel bedekt wat er nog van de hoogte is overgebleven. De terp is na melijk bijna geheel afgegraven, die terpaarde is nog al veel geld waard, en vooral sinds die terpen door de fiscus belast worden naar hun kubieken inhoud en naar hun oppervlakte en dan nog al volgens een speciaal tarief is men druk aan 't afgraven gegaan. Die Fiscus mocht wel eens wat meer om de gevolgen van zijn daden denken, ook in onze dagen nu hij het gemunt schijnt te hebben op de mooie groote landgoederen, waar men zoo heerlijk wandelen kan. Hier in Hooge Beintum is men zoo vlij tig of liever gretig aan het afgraven gegaan, dat het kleine kerkje ging verzakken en dat is zonde en jammer, want 't is een van de alleroudste die er bestaan. De Zuidmuur van den toren is dicht begroeid met muurvarentjes en de toppen der boogramen zijn volgemetseld met mooie ronde slijknesten van de huiszwaluwtjes. Kauwtjes vliegen af en aan om den torenspits en elke los liggende lei geeft toegang tot het nest van een spreeuw of van een torenzwaluw. In de kerkhofhaag en in den pastorietuin nestelen spotvogeltjes en zoo is dan deze terp thans een toevluchtsoord voor de vogels uit de buurt. Langs een smal pad wandelden wij om de huizen heen langs den steilen afgravingsrand en konden van de noordzijde over den verren hoogen zeedijk heen de witte duinen boven 't gruwelijke zegevieren !" Zoo schrijft de Vlaamsche dichter, lijdende met duizenden, over al het leed! Helpen wij spoedig Dendërmonde! Kunnen wij vrouwen dit doen? Ja het ligt in onze macht. Wij kunnen giften verzamelen, wij kunnen afstaan van onze kleeding en dekking, wij kunnen breien en naaien om daar in het verwoeste plaatsje in 't hoog noodige te voorzien. Wij zullen daarmede een goed werk ver richten. SCMej. Marie1! Berdenis van Berlekom, Celebesstraat 13, 's-Gravenhage, stelt zich gaarne bereid giften te ontvangen. Ons Kookboek EEN [ MAKKELIJKE TAART (ZONDER BLOEM) Klop het geel van 4 eieren met een kop suiker, roer daarin 3/4 kopje aardappelmeel en een volle theelepel bakingpowder". Hier (in Amerika) gebruiken we Royal Bakingpow der, om gebak te [doen rijzen. Daarna het wit van de 4 eieren tot schuim geslagen en mis schien een scheutje amandel-extract of vanille-extract. Giet het beslag in twee ondiepe ronde vormen, die vooraf met boter bestreken zijn, en bak het in een oven, die al ge warmd is. Het is gaar in zoowat 10 minu ten. Nu heeft men dus 2 lagen cake en wij garneeren die op de volgende wijzen: 1. Met Jam: Bestrijk de eene laag met een lekkere, niet te zoete jam, plaats de andere laag erop en glaceer de oppervlakte. 2. Met Room: Maak room, door wat melk en eigeel met suiker, vanille en wat maizenaüaan te dikken, niet al te stijf. Strijk dat tusschen de cakes, waarna men de opper vlakte weer glaceert en vór het afkoelt er hier en daar een nootje of wat hazelnootjes insteekt ter versiering. N.B. De icing", zooals wij hier het glazuur noemen, maakt men door een eiwit met veel poedersuiker te slaan tot het stijf wordt, waarna men het met een lepel of mes op de taart uitspreidt. Men kan deze icing" ook door een extract of essence een smaakje geven. 3. Met aardbeien en slagroom: Des zomers garneeren wij deze cake-lagen het liefste met versche aardbeien en met slagroom geklopt met een tikje suiker en wat vanille-extract. Deze taart is goedkoop, daar er geen boter of melk bij gebruikt wordt, het bereiden gaat heel vlug. Hij kan in een half uurtje gemaakt worden. FR. v. E.?W. MAÏZENA VLA Kook l Liter melk met 2 volle lepels maïzena en 3 eierdooiers, tot het eenigszins gebonden is. Roer er daarna de 3 stijf ge klopte eiwitten door met Va pot abrikozenof aardbeien-jam (liefst een geleiachtige soort.) Dien het voor in een vlakom. A. B. ?5" S" * Aan belangstellenden Zaterdag 5 Juni, en Zondag en Maandag daaropvolgend van 10?5 uur, zal worden gehouden de jaarlijksche tentoonstelling op de Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor meisjes, Gabriël Metsu-straat 16. Daar deze school de eenige van dien aard voor meisjes is in ons land, en het veel zijdige werk der leerlingen doorgaans het bezichtigen ten volle verdient, meenen wij onze lezeressen hierop attent te moeten maken en hopen er later op terug te komen. Mej. H. T. Uw stukje zullen wij gaarne plaatsen. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden: Koninginneweg 93, Haarlem. iiiMiimiiimiMMiiiiiiimiiMiiiMiimiiMiiiliimiiiiniiMMHiiiiiiiiuii Doet Uw inkoopen in hei Magazijn DEBIJENKORf AMSTERDAM 6O AFDEELINCEN LUNCHROOM LEESBIBLIOTM EEK Groote sorteering. Prima kwaliteiten. X^SsX Billijke prijzen /^(ÉE^A J r -' U MiMiiiiiiiiiiitiiiMiiiiiiMliliiiiiiiHiiiiliiiHiiiiiillllliiliiiMiiiliiiiiillliihiiiiitMiMtlMiiiiiijiiiiiiititiliilninitiiiiiiiiiniiiiiMiniiiiiiiiiMirhllliuiitiHluiir van Ameland zien blinken, want volgens de bewoners staan we hier elf meter boven volzee. Van de Oostzijde gezien verrijst het restant van de Hooge Beintumer terp dan ook hoog boven de akkers, vooral de hooge iepen van 't kerkhof, die zwaar naar de zuidzijde overhangen maken een werkelijk grootschen indruk. Een deel van de afgraving is geschied onder wetenschappelijk toezicht en vele merkwaardigheden en kostbaarheden die toen voor den dag zijn gekomen vindt gij mooi uitgestald in het Friesche museum te Leeuwarden. Een half uurtje verder, in Oosterbeintum, is nog een afgraverij in vollen gang en daar togen wij heen, om uit eigen aanschouwing ook iets te leeren omtrent het leven en bedrijf van de oude terpenbouwers. De weg daar heen leidde heel plezierig langs Harsta-State, een oude huizinge met zeer eerwaardige lindelaan, oud plantsoen en groote boom gaarden. Onder de linden bloeide hetdubbelbloemige Haarlemsch klokkenspel, een van de plantjes die aan buitenplaatsen een brevet geven van oudheid en aanzienlijkheid. De Friezen van de kleistreek mogen hun oude Staten en Stinzen wel in eere houden, het zijn de mooiste parken die er bestaan, een heerlijke afwisseling tusschen de akkers en weiden. In Oosterbeintum hadden we 't druk. De afgraving had steilen kanten blootgelegd, samen meer dan honderd meter lang en mijnheer Schuiling, onze terpen-specialiteit wees ons gauw, waar we alzoo op te letten hadden. Duidelijk waren de drie lagen te zien; de onderste laag van blauwe klei,daar boven de mestlaag en eindelijk de laag van grijze of gele klei. Hier en daar lagen donkeren plooien, overblijfsels van vroegere drinkput ten. Eeuwen lang hebben hier op dezen heuvel menschen gehuisd en alle mogelijke afval alles wat ze kwijtraakten kwam naar de gewoonte dier tijden op en in den grond terecht, diégestadig, opzettelijk en onop zettelijk werd opgehoogd. In den korten tijd, dat wij er snuffelden, vonden wij natuurlijk niet zulke mooie sieraden van goud en ko ralen, als er in 't Friesche museum te zien zijn, maar wij ontdekten toch de overblijf selen van smulpartijen in de vorm van; schelpen van mosselen en kókkels en een, menigte potscherven uit verschillende tijd perken. De vriend van den mensch, de gej trouwe, hond was vertegenwoordigd door een paar heup- en dijbeenderen en heel on* deraan in de mesthoop vlak tegen de blauwe klei aan, vond ik een halve onderkaak van! een kat, blauwgekleurd door de eigen aardige phosphor-ijzer-verbinding, het vivij aniet, dat zich hier in ,den loop der tijden ontwikkelt. Er bestaat over de dierenwereld der ter^1 pen een zeer mooie verhandeling van den heer A. F. van Giffen (onderzoekingen ver-r richt in het Zoologisch Laboratorium der Rijksuniversiteit Groningen, Die Fauna der Witrten, Leiden E. J. Brill 1913). Daarin staat dat na overblijfselen van geiten die van de kat het minst worden aangetroffen, dus ik was nog al blij met dat kaakje. Schapenbotten worden het meest gevonden en van de wilde dieren hert, eland, oeros, everzwijn, vos en ree, ook roerdompen, reigers, zeearenden en walvisschen. Voor een kenner en liefhebber is het nog altijd. zeer de moeite waard om de afgraving van zoo'n terp eens bij te houden en alle vond-1 sten zorgvuldig te registreeren. Zeer voldaan dwaalden we van Ooster beintum naar Blya en vandaar weer naar Ferwerd en toen op 't wiel met een gunstig windje weer naar Leeuwarden. Onderweg hielden we nog even stjl bij Cornjum, om de terp te zien waar de berentanden zijn gevonden, maar daar was de afgraving al gevorderd tot aan den rand en die is natuur lijk het .armst. Onderweg vonden we nog gelegenheid om te zien 'hoe het land van de oude Middelzee, waar de Parochie's liggen, duidelijk verschilt van 't terpenlancL Als een echte indijking is het nagenoeg heelemaal vlak. Aan gene zijde, waar de Bierums liggen, vallen de terpen weer dui delijk1 in 't oog. Het aardigst is nog wel, dat Leeuwarden zelf op een paar terpen ligt en dat een van de hoogste stukken de naam draagt van ... Bij de Putten". ; JAC. P. THIJSSE '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl