Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 Juni '15. - No. 1981
Sanatogen
Enkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaam.
2O.OOO Artsen
erkennen dit schriftelijk.
llllllllllimillHlIIIMIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl
gen, om in 1904/5, na de tweede wijziging
reeds tot boven het millioen tejklimmen.
Sedert is het crescendo gegaan en vooral
in de laatste vijf jaren, toen de
onkostenrekening steeg van
f 1.230.000 in 1909/10
tot
en
1910/11
1911/12
1912/13
1913/14
1914/15
1.332.000
??1.392.000
1.420.000
1.642.000
1.995.000
'Men ziet hieruit, dat de steeds toenemende
diensten, door de Bank aan het publiek
bewezen, gepaard zijn gegaan met klimmende
lasten, zonder dat de aandeelhouders en
laat ik er bijvoegen de beheerende be
stuurders hun deel in die winsten noe
menswaardig zagen vermeerderen.
Laat ik besluiten met de woorden aan te
halen, die de vorige President van de Bank,
mr. N. P. van den Berg, in het verslag van
1903/4, na het tot stand komen van het
nieuwe octrooi, neerschreef:
Maar welke de loop van zaken later ook
zijn moge, niet twijfelachtig is het, dat de
ten slotte tusschen Bank en Regeering ver
kregen overeenstemming buitenaf een
gunstigen indruk heeft gemaakt, want bij de
behandeling van het octrooi in den boezem
der volksvertegenwoordiging is nog nimmer
met zooveel waardeering over onze instel
ling gesproken als dit nu laatstelijk het
feval is geweest. Hierin ligt voor de
toeomst der Bank een niet te miskennen
moreele steun, en het tegenwoordig bestuur
der Bank gaat die toekomst met het volste
vertrouwen tegemoet, overtuigd dat, al staat
u eene niet onbelangrijke vermindering van
voordeelen te wachten, toch onder normale
omstandigheden nog zal kunnen gerekend
worden op uitkeeringen, die in den regel
niet zullen behoeven achter te staan bij die
van andere, van den Staat geheel
onafhankelijke.particuliere crediet- en bankinstellingen."
Dein bovenstaande woorden geconstateerde
waardeering van de diensten der Bank, zal
er, na de gestie in het zoo moeilijke boek
jaar 1914/15, niet op verminderen!
J. D. SANTILHANO
IIIIIIIIINIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
XI.1
Ik zaag ditmaal door op het verschijnsel
van den omgang. Hierbij speelt de
standquaestie een groote rol, maar deze heb ik
al in een eerder Caput Selectum aan het
spit geregen.
Men gaat om, men verkeert, men heeft
ook verkeering, omdat de mensen voelhprens
heeft om ze. uit te steken en omdat hij aan
zich zelf niet genoeg heeft, ook al heeft een
ander den buik vol van hem. Hij heeft be
hoefte zich aan andere schepselen te wrijven,
als aan een jeukpaal, en anderen op het lijf
te hangen; behoefte zich zelf te voelen door
zich aan andere te stooten of aan andere
scherp te slijpen.
Daarom hebben wij er dankbaar voor te
zijn, dat niet n mensen werd geschapen,
die alleen bleef, maar dat door de procreatie
de multiolicatie wordt uitgevoerd de
konijnen hebben dit heel sterk waardoor
vele evenbeelden, als een zwerm sprink
hanen, naast elkaar op hét aard-tooneel
dooreen kwamen te wriemelen.
In de bende en in de kudde, in de ge
lijksoortigheid en in de gemeenschappelijk
heid is de mensen in zijn element, wijl
sport soort zoekt. Hij schept vermaak in
zich zelf, in het gezin, in vrienden en fa
milie en centrifugaal met steeds afnemende
temperatuur ook in de vakvereeniging, de
hockeyclub, in zijn nationaliteit, in de heele
menschenpan en eindelijk in het heelal, vooral
als hij pantheïstische kuren heeft.
Maar hoe dichter bij en hoe meer gelij
kend, des te nader ligt hem alles aan het
hart, gelijk ook het hemd nader is dan
de rok.
Er zijn er, die niet aldus te werk gaan.
Er zijn er die thuis de kinderen laten kraaien
om in een slijterij een politiek stelsel te
propageeren; die in eigen woning geen licht
laten schijnen, omdat zij al hun schittering
bewaren voor den «kansel, den naaikrans of
het bitter-uur. Er zijn er ook, die een of
meer der boven-aangeduide concentrische
cirkels overslaan
Maar ik laat mij door dezu'ken niet
deconcerteeren. Zij zijn de uitzonderingen, waar
door de regel, althans mijn regel, beteekenis
krijgt.
Men heeft er dus geen vrede mee zijne
mee-menschen dit is geen bepaald e soort
zooals kwee-peren, maar men gebruikt hier
mede en mee en dergelijke door elkaar,
zoodat men ook zouv kunnen zeggen
wederwolf en weerhelft - in stille btschouwing
gade te slaan, op de wijze van een stuur
man aan den wal. Men heeft beenen en
voeten, voorzooverre zij niet zijn afge
schoten, en wil den boer op.
De resultante verwant aan resultaat
van deze psychische en lichamelijke krachten
is de omgang.
Men heeft zijn werk, zijn kwalen, zijn
nesterijen, maar dit neemt niet weg, dat
men dagelijks uit is op zijn rantsoen om
gang, zooals men iederen dag ook uit is
op zijn voedsel en zijn buit. Niet als de
koeien in de wei graast men den
godganschelijken dag en evenmin is men den
geheelen dag bezig buit te sleuren en te
scholven, gelijk de aalscholver.
De dag van den mensen is rijk en vol
schakeering. Hij bewondert ook de winkels
en de voorjaarsbloemen, verwerkt een
dagelijksche portie couranten en nieuwtjes, kijkt
een paar uur verwezen en suf de wereld in
en behalve dat hij nog vele andere stukjes
uithaalt het is een wonder, dat een dag
maar 24 uur heeft zwerft hij ook uit op
omgang.
Uit omgang loopen langs de straten man
nen in koppels, twee aan twee, tegen elkaar
opduwend en vrouwenparen, arm in arm,
wegdrijvende in rokken, die elkaar van het
trottoir af redeneeren en sputteren. Uit om
gang loopen er ook menschen alleen, die
de voorbij schuivende troepen in de gaten
houden om er iemand van hun gading uit
te pikken en te praaien. Dezulke zijn lastig,
omdat men veelal juist geënterd wordt, als
men, zelf alleen en daardoor een onbe
schermde buit, net iemand anders in de
peiling heeft of iemand of iets najaagt en
dus van het grijpen van zijn prooi wordt
afgehouden. Zoo wordt de visch met een
smak opgeslokt, terwijl hij zelf een anderen
visch achterna schiet.
Men ziet op hoeken van straten oude
breede besjes in ouderwetsche sjaal tegen
over elkaar staan, de eene met den mond
aan het oor van de andere, al maar in dat
oor orakeltaal oreerend en de andere een
en al overgave, sprakeloos en de bewerking
ondergaande, als visisectie. Of ergens tegen
een muur heeft een kruidenier of slager een
slachtoffer te pakken met een zwarten dop
op de bruine zijn hier uit de mode
en geprikkeld door dit teeken van
hoogeren rang houdt hij hem vast, als een
hond een kluif en beredeneert den on
gelukkige van voren, van links, van rechts,
van achteren, al naar welken kant de ramp
zalige tracht te ontvlieden.
Men stapt op een tram om zijn prooi p
te doen of schuift bij op een
plantsoenbank naast andere bank-kluivers. Men kluift
hier namelijk niet alleen balies, maar ook
banken, stoepen, wachthuisjes en ook per
rons, vooral toen er nog geen perronkaartjes
waren.
Men zit uit gezelligheid in een van de
vele koffiehuizen, gezellig met andere aan
een tafel, spreekt nauwelijks, rookt elkaar
de oogen half dicht, totdat de gezellen ge
maand worden een tweede consumptie te
bestellen, op welk sein men uit elkaar stuift.
Op alle deze wijzen kan de waarheid
ontvonken, die immers, zooals het bij voor
keur in het Fransen heet, ontspringt aan
den schok der meeningen, zooals vuur is
te slaan uit twee stukken hout, hetgeen
intusschen bijna niemand, behalve den India
nen, gelukt.
Er is nog de conversatie en frequentatie
van meerdere voornaamheid en bevangenheid,
van patéen van witte dassen, waarin som
mige bijna worden gekeeld.Erzijn de recepties,
open avonden van de hoofden van district
en gemeente; bazaars ten behoeve van ge
vallen vrouwen of vallende ziekten en val
lende sterren. Hier is geen
gedachtenwisseling, doch men lispelt elkaar vaste phrasen
toe er zijn er ongeveer tien verschillende ,
hinnikt van genot, als men een oogenblik
door een hoogen hans wordt aangehouden
en glijdt op de gladde parketten van den
een naar den ander, gelijk de platte schollen
in de vierkante watervakken van het aqua
rium langs elkaar heen glijden, alsof zij
niet voor elkaar bestaan.
Wij kennen in Rome ook den hang naar
omgang, maar niet zulke uitwassen, als het
uitgaande jongmensch, die in een draaikolk
geraakt van hors-d'oeuvre, décolletéen vi
sites. Soms wordt zulk een sprinkhaan in
eens balsturig en slaat over tot noodschoten,
als het plaatsen van een bord in zijn tuin,
waarop hij den volke kond doet, dat hij
geen diners en soirees meer aanneemt.
Er is op dit onderwerp nog veel te bor
duren, maar ik heb reeds kruit genoeg ver
schoten.
PETRONIUS
Verbetering
Men maakt er mij attent op, dat de door
mij in 't vorignummer besproken Atlantis-film
gén Duitsche maar een Deensche is. Toch
is de ..auctor intellectualis" er van, Gerhard
Hauptmann, een Duitscher, en ik heb het
te Berlijn verleden jaar uit den mond van
een Duitsch geleerde gehoord, dat het ver
gunning geven tot het opvoeren van deze
film hem in de beste Duitsche kringen
die nu in den oorlog overstemd zijn zeer
kwalijk is genomen. Blijven mijne beschou
wingen over 't genot vinden in dergelijke
film onveranderd, de billijkheid eischt, dat
ik hierbij erken, mij in zooverre vergist te
hebben, en dus ook in mijn daaruit voort
vloeiende conclusies, dat de regisseur van
de film geen Duitscher maareen Deen blijkt
te zijn geweest.
H. BOREL
In het gedicht van mevr. Lautère: Kultur
ou Culture", opgenomen in het vorignummer,
leze men regel 9:
Comment voudriez-vous qu'ils connussent
l'Histoire".
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het mo to Leekenspiegel", en onder opgave van
naam .en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
J. W. H. te M. Wij hebben wormen in
onzen regenbak, d.w.z. een paar cM. lange
larven. Wat kunden we doen om daar af te
komen ?
Het ecnige afdoende middel is het water
uit den regenbak weg te werpen en den
bak goed schoon te maken.
De oorzaak van het voorkomen van allerlei
onzuiverheden en lagere dieren in het regen
water is dat dit verzameld is op vuile daken
en in vuile goten. Bezigt men het regen
water als drinkwater, dan dient men 't door
een grintfilter te reinigen alvorens het in
den regenbak komt. Het regenwater is alsdan
verplicht door het filter te stroomen, en laat
medegevoerde verontreinigingen als bladeren
enz. daarin achter.
Dakgoten, regenbak en grintfilter dienen
op geregelde tijden schoongemaakt te worden.
Voor het reinigen van het filter haalt men
het grint uit den bak en wascht dit goed
schoon, waarna|het aan de zonnestralen wordt
blootgesteld.
J. Ph. M. te 's H. Zoudf U mij ook eenige
inlichtingen kunnen verschaffen omtrent de
techniek en bewerking van de z.g.
Waschkrijtteekeningen"?
Dit procédéis ons niet bekend; de ons
ter beschikking staande boeken over repro
ductie-methoden geven hieromtrent geen
inlichtingen, terwijl ook kunstkoopers en
kunstkenners ons omtrent deze methode
geen opheldering kunnen geven. Waarschijn
lijk is het woord afkomstig van het Duitsch
en ontstaan uit het streven om het resultaat
van meerdere methoden in een enkel woord
te noemen.
Ondankbaar
Een Belg, heer Charles Sarolea,
Krast, lees ik in Neerlandia,
Voor 't Engelsen blaadje Everyman
Een nijdig praatje met zijn pen.
Dit is 't wat die geleerde sprak:
De Ruyters natie is een wrak,
Zoo rot als 't zwakke Portugal,
Dat zinken moet en zinken zal."
Maar, doctor Charles Sarolea,
De Alpha en de Omega
Van alle wijsheid, lieve man,
Is dit: weet eerst en oordeel dan.
En weet dan: in dit rotte wrak
Vlood half uw volk, en 't gaf geen krak,
Het zonk niet. Neen, een wrakker kiel
Is een ondankbre menscheziel.
THOMAS DE RIJMER
Onze Puzzles
Onze jongste puzzle heeft de geesten wél
bezig gehouden! We hebben ten minste een
aardig stapeltje antwoorden ontvangen en
sommige inzenders hebben zich verdienste
lijk gemaakt door meer dan n oplossing
in te zenden.
Nu, dat is zoo'n heksentoer nier, wanneer
men weet, dat er goed gerekend 7040 op
lossingen zijn te vinden !
Het vraagstuk luidde:
In elk hoekje van onderstaande figuur:
moet men n der getallen van l, 2 tot en
met 16 plaatsen, zoodanig, dat op de vier
horizontale rijen, de vier verticale rijen en
de twee hoofddiagonalen telkens als som
der getallen 34 komt.
Deze opgave behoort tot de rubriek der
Toovervierkanterr' en in wiskunstige krin
gen is daarover jheel wat geschreven, o.a.
door wijlen den Nederlandschen hoogleeraar
Schouten.
Een der 7040 antwoorden laten we hier
volgen:
1
12
8
13
15
6
10
3
14
7
11
2
4
9
5
16
De rest schenken onze lezers ons wel,
met het oog op de plaatsruimte!
Het meerendee! van hen, die een foutieve
oplossing hadden ingezonden hadden niet
voldoende gelet op de gela len der diago
nalen, enkelen hebben een fout in hunne
oplossing simpel te wijten aan het feit, dat
zij (wee keer eenzelfde cijfer gebruikten.
Goede oplossingen ontvingen wij van:
L. v. Zuylen te H., Th. Abhing te G., A. P.
v. Hensbergen te G., J. Boissevain te A.,
W. Boogverst te U., J. J. ter Laag C?n. te
L., H. N. Stakman te G., J. A. Bölger te G.,
Mej. Roelants te M., A. C. Addicks Visser.,
Letiy Diest Lorgion te G., G. van Rossum
te R., J. R. van Roekei te E., J. Ross te G,
J. Smit te A., Joh. Lam te W., A. Douwes
te O., A. v. d. Bos te R., B. Luyten te R.,
W. v. d. Kieft te B., Lusken te G., W. de
Wekker te S, E. M. G. te A., Vries, A.
Buys te A., C. J. Pieren te D., Mevr. Zaayer
te U., W. Schmidt te A. Lieve Hagens te
A , Mevr. J. Westendorp Keizer te A., A.
Blagemans Jr. 1e R., J. H. Tours te V., T.
F. Oosterhoff te D., Mevr. W. A. J. v.
Rossum-Jansen te A., C. P. M. Romme te A
Besseling te D.. P. Neven te A, P. Bos'
Eyssen te O., P. Pet te G., J. M. de Bouvrie"
Addicks te A.. Mej. A. Leertouwer te D"
XLjEh LoiEOÜE. VAM
cJ .
FRANSCHp MELODIE
m '#
^
R
-,
t=
-*
-*
1?5
r-=
H
i 4 4
' 4 4 1
-i
15 DE MAM OIE ALLES ZltrW/VT IH HET OORLOGSV&UO
GE\ J' j-M h J' j. N J l J J N
lw<|ë[d'I'<|é|vd|éd ë
EEN AfIDER
OOGCE-TUI GE Ko«r AUTUJO
OP'DEH JUISTEM TUO llS 'TALUER-HEE-TSTE VAN PEN 5TRUD tilt) ZltT DE.
&
*v
A
LL
-t
1 tl
V-1
f=
-^
\r*
R
/
u
r\
MM
i
t
k
/
m
i
ii
i ?
^
i
H
.j
KUIMSTE KLE.lNIGHE.\0JOE OOG G E. TUI GE.
De Ooggetuige"
Hij is de man die alles ziet
Wat in het oorlogsveld geschiedt,
Wat hij ziet, ziet een ander niet,
De ooggetuige.
Komt altijd op den juisten tijd
In 't allerheetste van den strijd.
Hij ziet de kleinste kleinigheid,
De ooggetuige!
Hij kent den jongsten korporaal,
Hij kent den oudsten generaal,
Doet amicaal met allemaal,
De ooggetuige.
Hij is bij iedre heldendaad,
Bij iedre barstende granaat,
Op iedren kruiser die vergaat,
De ooggetuige!
Vernietigt men een kathedraal,
Dan zit hij juist in 't kerkportaal
Te schrijven over het schandaal.
De ooggetuige.
Schendt men de vlag van 't Roode Kruis
En schiet men op een gekkenhuis,
Dan is hij daar toevallig thuis,
De ooggetuige!
Hij is steeds waar een vliegmachien
Zich neerstort op een Zeppelien,
(Dat heeft hij dertien maal gezien)
De ooggetuige.
Wordt een spion gefusilleerd,
Een oude dame geschoffeerd,
Hij staat er bij en observeert,
De ooggetuige!
Hij is geen oogenblik vervaard,
Bekijkt de dingen steeds bedaard,
Want hij is kalm en zacht van aard
De ooggetuige.
Boort men een stoomboot in den grond
En wordt een zuigeling gewond,
Hij geeft het kind de borst terstond,
De ooggetuige!
Geen stinkbom jaagt hem van het front,
Hij loopt in kogelregens rond,
Wordt nooit gewond en blijft gezond,
De ooggetuige.
Zoolang als menschen van verstand
Hem nog waardeeren in hun krant,
Gaat hij niet dood, de looze kwant,
De ooggetuige!
(Alle rechten voorbehouden)
iilmiiiilmmimiliiiMMiiiiiMlimiiiliMiimmiiMU
P. J. Clements te L., J. C. Gross te A., J.
C. Menger te B., de Weert*tte fA., C. L.
Hoogeveen te R.' D. M. Jetten te R., M. P.
S., Nelly Swyter te G., H. L. Vogel te G.,
P. van Hoogenveld te den H , A. Don Jzn.
te VI., F. F. Schneider, M. Jenezon te R.,
Nollhenius te B., Meuleman te H., Mej. A.
M. van Rijnberk te A., C. Wafelbakker te B ,
Mevr. Zoest-Bendien te H., A. Luteyn te A.,
J. A. Grootegoed te H., P. J. Laboyrie te
's G., D. H. Dijkman te H., D. J. Willebeek
Ie Mair te A., S. de Jong te A., H. Geel te A.,
J. Stern te R. C. Feltkamp te A., A.
Waterloo te S. C M. v. d. Zanden te H., W.
Hasekamp te U., H. van Wermeskerken te 's G.,
en H. A. Honig D.
Bij loting is de uitgeloofde prijs, een boek
werk, ten deel gevallen aan Mej. A. Leer
touwer te D.
Inhoud der Juni-Tijdschriften
De Beweging: Aart van der Leeuw, De
Zonnestraal. Albert Verwey, De Dag.
P. N. van Eijck, Mijmeringen. W. L.
Penning Jr., Gedroomd Bezoek aan dr. Albert
Verwey, den Vijftiger vandaag. Jacob
Israël de Haan, Het Recht op Slechtheid.
Karel Wasch, Vier Gedichten. Mine van
der Schaaf, Drie Gedichten. W. van
Bijgaarder, De Zee. Jacob Israël de Haan,
Tijdzangen: Het wreede wachten. C.
Pekelharing, Doen en laten der Menschen.
Alles uit Eigenbelang. Jacob Israël de
Haan, De Duitsche rechtsgeleerden en den
Oorlog( vervolg). Albert Verwey, Boeken,
Menschen en Stroomingen (j'Accuse).
Boekbeoordelingen.
De Vrouw en haar Huis: F. S. van
BalenKlaar, Indrukken van het Internationaal Con
gres van vrouwen. D. J. van der Ven,
Uit den goeden ouden tijd Mevr. mr.
E. M. Driebeek, Het werk onzer
Nederlandsche vrouwen DamescomitéLimburg.
Renéde Clerrq, Naar Holland. Margriet,
Van vrienden buiten voor buiten-vrienden.
H. v,.n Lingen, Geef geen sprookjes aan
kinderen. A. de Graaff-Wüppermann,
Kinderjuffrouwen. L. Wittig-Keijser, l
afelversiering vuor een kerken maal tijd.?Kleedjes,
motief: kersen Toiletkussen.
Zomertoiletten. Kinderkleeding. Elck wat
wils. Kalender van de week. Wat ge
niet weet of mogelijk weet. Over knip
pen en naaien. Nieuwe uitgaven.
Berichten.
Vragen des Tijds: Dr. G. W. Kern kam p,
De Euiopeesche oorlog, IX. Allen weer
baar. U. G. Schilthuis, DeNedeil ndsche
graar handel en de ooilog, II. Mr. H. P.
Marchant, Staatkundig Overzicht. Mr. dr.
H. J. Tasman, Sociale Kroniek.
Wederom uit voorraad leverbaar
de verschillende typen
ADL.E K-Automobielen.
Prima materialen,zui vere afwerking en zeer
nauwkeurig monteeren maakt de
Adlerauto tot een der meest gewilde merken.
GARAGE NEFKENS,
Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd.
De Levende Natuur: L. Dorsman Cn.
Raderdiertjes. Jac. P. Thijsse, VoorOister
wijk. M. A. Mimicry. - Een
Graafwespkwestie. Vragen en korte mededeelingen.
De Nieuwe Gids, Juni 1915: Jac. van Looy,
De Bril. J. L. Walch, Antithese 3e bedrijf.
G v. Hulzen, Aan 't lichtende strand.
L. Simons, De oorlog en de pers. Frans
Erens, Uit 't dagboek van een
grensbewoner. H. P. Blok, De hedendaagsche
opera. H. K. de Raaf, De Reinaert her
steld. Dr. Aeg. W. Timmerman, De heer
Greebe en zijn boekske". Cornelis Veth,
Hogarth's geschriften. Joh. W. Broedeler,
Tooneel-notitie. Ernst Krauss, Gedich
ten. Wiegenliedchen.
Nederland. Proza: J. B. Meerkerk,
Karavanserai. E. G. van Bolhuis, de
Hooghoeve- (slot). E. van Eek Rutgers,
Tegenslag. Hessel Jongsma, De Twee
strijd. Poëzie: J. van Melle,
Regenavond. W. H. de Wijk, Verzen.
>? De Tijdspiegel, S. H. E. Domela
Nieuwenhuis Nijegaard, De crisis in Vlaanderen en
de Vlaamsche beweging in verband met
Groot-Nederland Prof. dr. G. K. Anton,
Frankrijks Koloniale ontwikkeling onder de
Derde Republiek. Prof. dr. S. R.
Steinmetz, Indrukken uit het land der barbaren.
Herman Middendorp, Parijsche Nocturnes.
Raden Mas Moto Soeroto, Lente herinnering.
J. J. F. Valckenier Kips-Malmberg, Verzen.
A. H. van Engelen, Herdenken. J. Petri,
Stille liefde. J. Petri, Verlangen. Onze
leestafel. Tijdschriften. Ontvangen
boeken.
Elscvier's Geïllustreerd Maandschrift:
Boerenkermis (plaat). - Karel van de Woestijne,
Het hart van Pieter Brueghel. C. F.
Gijsberti Hodenpijl, De houding van Napo
leon III te Sedan en te Wilhelmshöhe.
Ph. Zilcken, In en om Cairo (slot). Helene
Swarth, Rust. Frits Hopman, De Proeftijd
(slot). Emmy van Lokhorst, Phil's vierde
liefde-drama. P. Otten, Dialoog. Kro
niek: Boekbespreking. Louis v. d.
Swaelmen, De, wtderopbouw van België. R. W.
P. Jr., Kunst in Amsterdam. Etsen van
Jan Sirks bij Caramelli (STessaro te Utrecht.
Een tentoonstelling in het prentenkabinet.
Tentoonstelling Jan Toorop.