De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 13 juni pagina 10

13 juni 1915 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 Juni '15. - No. 1981 Sanatogen Enkele lepels daags sterken zenuwen en lichaam. 2O.OOO Artsen erkennen dit schriftelijk. llllllllllimillHlIIIMIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl gen, om in 1904/5, na de tweede wijziging reeds tot boven het millioen tejklimmen. Sedert is het crescendo gegaan en vooral in de laatste vijf jaren, toen de onkostenrekening steeg van f 1.230.000 in 1909/10 tot en 1910/11 1911/12 1912/13 1913/14 1914/15 1.332.000 ??1.392.000 1.420.000 1.642.000 1.995.000 'Men ziet hieruit, dat de steeds toenemende diensten, door de Bank aan het publiek bewezen, gepaard zijn gegaan met klimmende lasten, zonder dat de aandeelhouders en laat ik er bijvoegen de beheerende be stuurders hun deel in die winsten noe menswaardig zagen vermeerderen. Laat ik besluiten met de woorden aan te halen, die de vorige President van de Bank, mr. N. P. van den Berg, in het verslag van 1903/4, na het tot stand komen van het nieuwe octrooi, neerschreef: Maar welke de loop van zaken later ook zijn moge, niet twijfelachtig is het, dat de ten slotte tusschen Bank en Regeering ver kregen overeenstemming buitenaf een gunstigen indruk heeft gemaakt, want bij de behandeling van het octrooi in den boezem der volksvertegenwoordiging is nog nimmer met zooveel waardeering over onze instel ling gesproken als dit nu laatstelijk het feval is geweest. Hierin ligt voor de toeomst der Bank een niet te miskennen moreele steun, en het tegenwoordig bestuur der Bank gaat die toekomst met het volste vertrouwen tegemoet, overtuigd dat, al staat u eene niet onbelangrijke vermindering van voordeelen te wachten, toch onder normale omstandigheden nog zal kunnen gerekend worden op uitkeeringen, die in den regel niet zullen behoeven achter te staan bij die van andere, van den Staat geheel onafhankelijke.particuliere crediet- en bankinstellingen." Dein bovenstaande woorden geconstateerde waardeering van de diensten der Bank, zal er, na de gestie in het zoo moeilijke boek jaar 1914/15, niet op verminderen! J. D. SANTILHANO IIIIIIIIINIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII XI.1 Ik zaag ditmaal door op het verschijnsel van den omgang. Hierbij speelt de standquaestie een groote rol, maar deze heb ik al in een eerder Caput Selectum aan het spit geregen. Men gaat om, men verkeert, men heeft ook verkeering, omdat de mensen voelhprens heeft om ze. uit te steken en omdat hij aan zich zelf niet genoeg heeft, ook al heeft een ander den buik vol van hem. Hij heeft be hoefte zich aan andere schepselen te wrijven, als aan een jeukpaal, en anderen op het lijf te hangen; behoefte zich zelf te voelen door zich aan andere te stooten of aan andere scherp te slijpen. Daarom hebben wij er dankbaar voor te zijn, dat niet n mensen werd geschapen, die alleen bleef, maar dat door de procreatie de multiolicatie wordt uitgevoerd de konijnen hebben dit heel sterk waardoor vele evenbeelden, als een zwerm sprink hanen, naast elkaar op hét aard-tooneel dooreen kwamen te wriemelen. In de bende en in de kudde, in de ge lijksoortigheid en in de gemeenschappelijk heid is de mensen in zijn element, wijl sport soort zoekt. Hij schept vermaak in zich zelf, in het gezin, in vrienden en fa milie en centrifugaal met steeds afnemende temperatuur ook in de vakvereeniging, de hockeyclub, in zijn nationaliteit, in de heele menschenpan en eindelijk in het heelal, vooral als hij pantheïstische kuren heeft. Maar hoe dichter bij en hoe meer gelij kend, des te nader ligt hem alles aan het hart, gelijk ook het hemd nader is dan de rok. Er zijn er, die niet aldus te werk gaan. Er zijn er die thuis de kinderen laten kraaien om in een slijterij een politiek stelsel te propageeren; die in eigen woning geen licht laten schijnen, omdat zij al hun schittering bewaren voor den «kansel, den naaikrans of het bitter-uur. Er zijn er ook, die een of meer der boven-aangeduide concentrische cirkels overslaan Maar ik laat mij door dezu'ken niet deconcerteeren. Zij zijn de uitzonderingen, waar door de regel, althans mijn regel, beteekenis krijgt. Men heeft er dus geen vrede mee zijne mee-menschen dit is geen bepaald e soort zooals kwee-peren, maar men gebruikt hier mede en mee en dergelijke door elkaar, zoodat men ook zouv kunnen zeggen wederwolf en weerhelft - in stille btschouwing gade te slaan, op de wijze van een stuur man aan den wal. Men heeft beenen en voeten, voorzooverre zij niet zijn afge schoten, en wil den boer op. De resultante verwant aan resultaat van deze psychische en lichamelijke krachten is de omgang. Men heeft zijn werk, zijn kwalen, zijn nesterijen, maar dit neemt niet weg, dat men dagelijks uit is op zijn rantsoen om gang, zooals men iederen dag ook uit is op zijn voedsel en zijn buit. Niet als de koeien in de wei graast men den godganschelijken dag en evenmin is men den geheelen dag bezig buit te sleuren en te scholven, gelijk de aalscholver. De dag van den mensen is rijk en vol schakeering. Hij bewondert ook de winkels en de voorjaarsbloemen, verwerkt een dagelijksche portie couranten en nieuwtjes, kijkt een paar uur verwezen en suf de wereld in en behalve dat hij nog vele andere stukjes uithaalt het is een wonder, dat een dag maar 24 uur heeft zwerft hij ook uit op omgang. Uit omgang loopen langs de straten man nen in koppels, twee aan twee, tegen elkaar opduwend en vrouwenparen, arm in arm, wegdrijvende in rokken, die elkaar van het trottoir af redeneeren en sputteren. Uit om gang loopen er ook menschen alleen, die de voorbij schuivende troepen in de gaten houden om er iemand van hun gading uit te pikken en te praaien. Dezulke zijn lastig, omdat men veelal juist geënterd wordt, als men, zelf alleen en daardoor een onbe schermde buit, net iemand anders in de peiling heeft of iemand of iets najaagt en dus van het grijpen van zijn prooi wordt afgehouden. Zoo wordt de visch met een smak opgeslokt, terwijl hij zelf een anderen visch achterna schiet. Men ziet op hoeken van straten oude breede besjes in ouderwetsche sjaal tegen over elkaar staan, de eene met den mond aan het oor van de andere, al maar in dat oor orakeltaal oreerend en de andere een en al overgave, sprakeloos en de bewerking ondergaande, als visisectie. Of ergens tegen een muur heeft een kruidenier of slager een slachtoffer te pakken met een zwarten dop op de bruine zijn hier uit de mode en geprikkeld door dit teeken van hoogeren rang houdt hij hem vast, als een hond een kluif en beredeneert den on gelukkige van voren, van links, van rechts, van achteren, al naar welken kant de ramp zalige tracht te ontvlieden. Men stapt op een tram om zijn prooi p te doen of schuift bij op een plantsoenbank naast andere bank-kluivers. Men kluift hier namelijk niet alleen balies, maar ook banken, stoepen, wachthuisjes en ook per rons, vooral toen er nog geen perronkaartjes waren. Men zit uit gezelligheid in een van de vele koffiehuizen, gezellig met andere aan een tafel, spreekt nauwelijks, rookt elkaar de oogen half dicht, totdat de gezellen ge maand worden een tweede consumptie te bestellen, op welk sein men uit elkaar stuift. Op alle deze wijzen kan de waarheid ontvonken, die immers, zooals het bij voor keur in het Fransen heet, ontspringt aan den schok der meeningen, zooals vuur is te slaan uit twee stukken hout, hetgeen intusschen bijna niemand, behalve den India nen, gelukt. Er is nog de conversatie en frequentatie van meerdere voornaamheid en bevangenheid, van patéen van witte dassen, waarin som mige bijna worden gekeeld.Erzijn de recepties, open avonden van de hoofden van district en gemeente; bazaars ten behoeve van ge vallen vrouwen of vallende ziekten en val lende sterren. Hier is geen gedachtenwisseling, doch men lispelt elkaar vaste phrasen toe er zijn er ongeveer tien verschillende , hinnikt van genot, als men een oogenblik door een hoogen hans wordt aangehouden en glijdt op de gladde parketten van den een naar den ander, gelijk de platte schollen in de vierkante watervakken van het aqua rium langs elkaar heen glijden, alsof zij niet voor elkaar bestaan. Wij kennen in Rome ook den hang naar omgang, maar niet zulke uitwassen, als het uitgaande jongmensch, die in een draaikolk geraakt van hors-d'oeuvre, décolletéen vi sites. Soms wordt zulk een sprinkhaan in eens balsturig en slaat over tot noodschoten, als het plaatsen van een bord in zijn tuin, waarop hij den volke kond doet, dat hij geen diners en soirees meer aanneemt. Er is op dit onderwerp nog veel te bor duren, maar ik heb reeds kruit genoeg ver schoten. PETRONIUS Verbetering Men maakt er mij attent op, dat de door mij in 't vorignummer besproken Atlantis-film gén Duitsche maar een Deensche is. Toch is de ..auctor intellectualis" er van, Gerhard Hauptmann, een Duitscher, en ik heb het te Berlijn verleden jaar uit den mond van een Duitsch geleerde gehoord, dat het ver gunning geven tot het opvoeren van deze film hem in de beste Duitsche kringen die nu in den oorlog overstemd zijn zeer kwalijk is genomen. Blijven mijne beschou wingen over 't genot vinden in dergelijke film onveranderd, de billijkheid eischt, dat ik hierbij erken, mij in zooverre vergist te hebben, en dus ook in mijn daaruit voort vloeiende conclusies, dat de regisseur van de film geen Duitscher maareen Deen blijkt te zijn geweest. H. BOREL In het gedicht van mevr. Lautère: Kultur ou Culture", opgenomen in het vorignummer, leze men regel 9: Comment voudriez-vous qu'ils connussent l'Histoire". VRAGENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag het mo to Leekenspiegel", en onder opgave van naam .en adres (die als vertrouwelijk zullen worden beschouwd.) J. W. H. te M. Wij hebben wormen in onzen regenbak, d.w.z. een paar cM. lange larven. Wat kunden we doen om daar af te komen ? Het ecnige afdoende middel is het water uit den regenbak weg te werpen en den bak goed schoon te maken. De oorzaak van het voorkomen van allerlei onzuiverheden en lagere dieren in het regen water is dat dit verzameld is op vuile daken en in vuile goten. Bezigt men het regen water als drinkwater, dan dient men 't door een grintfilter te reinigen alvorens het in den regenbak komt. Het regenwater is alsdan verplicht door het filter te stroomen, en laat medegevoerde verontreinigingen als bladeren enz. daarin achter. Dakgoten, regenbak en grintfilter dienen op geregelde tijden schoongemaakt te worden. Voor het reinigen van het filter haalt men het grint uit den bak en wascht dit goed schoon, waarna|het aan de zonnestralen wordt blootgesteld. J. Ph. M. te 's H. Zoudf U mij ook eenige inlichtingen kunnen verschaffen omtrent de techniek en bewerking van de z.g. Waschkrijtteekeningen"? Dit procédéis ons niet bekend; de ons ter beschikking staande boeken over repro ductie-methoden geven hieromtrent geen inlichtingen, terwijl ook kunstkoopers en kunstkenners ons omtrent deze methode geen opheldering kunnen geven. Waarschijn lijk is het woord afkomstig van het Duitsch en ontstaan uit het streven om het resultaat van meerdere methoden in een enkel woord te noemen. Ondankbaar Een Belg, heer Charles Sarolea, Krast, lees ik in Neerlandia, Voor 't Engelsen blaadje Everyman Een nijdig praatje met zijn pen. Dit is 't wat die geleerde sprak: De Ruyters natie is een wrak, Zoo rot als 't zwakke Portugal, Dat zinken moet en zinken zal." Maar, doctor Charles Sarolea, De Alpha en de Omega Van alle wijsheid, lieve man, Is dit: weet eerst en oordeel dan. En weet dan: in dit rotte wrak Vlood half uw volk, en 't gaf geen krak, Het zonk niet. Neen, een wrakker kiel Is een ondankbre menscheziel. THOMAS DE RIJMER Onze Puzzles Onze jongste puzzle heeft de geesten wél bezig gehouden! We hebben ten minste een aardig stapeltje antwoorden ontvangen en sommige inzenders hebben zich verdienste lijk gemaakt door meer dan n oplossing in te zenden. Nu, dat is zoo'n heksentoer nier, wanneer men weet, dat er goed gerekend 7040 op lossingen zijn te vinden ! Het vraagstuk luidde: In elk hoekje van onderstaande figuur: moet men n der getallen van l, 2 tot en met 16 plaatsen, zoodanig, dat op de vier horizontale rijen, de vier verticale rijen en de twee hoofddiagonalen telkens als som der getallen 34 komt. Deze opgave behoort tot de rubriek der Toovervierkanterr' en in wiskunstige krin gen is daarover jheel wat geschreven, o.a. door wijlen den Nederlandschen hoogleeraar Schouten. Een der 7040 antwoorden laten we hier volgen: 1 12 8 13 15 6 10 3 14 7 11 2 4 9 5 16 De rest schenken onze lezers ons wel, met het oog op de plaatsruimte! Het meerendee! van hen, die een foutieve oplossing hadden ingezonden hadden niet voldoende gelet op de gela len der diago nalen, enkelen hebben een fout in hunne oplossing simpel te wijten aan het feit, dat zij (wee keer eenzelfde cijfer gebruikten. Goede oplossingen ontvingen wij van: L. v. Zuylen te H., Th. Abhing te G., A. P. v. Hensbergen te G., J. Boissevain te A., W. Boogverst te U., J. J. ter Laag C?n. te L., H. N. Stakman te G., J. A. Bölger te G., Mej. Roelants te M., A. C. Addicks Visser., Letiy Diest Lorgion te G., G. van Rossum te R., J. R. van Roekei te E., J. Ross te G, J. Smit te A., Joh. Lam te W., A. Douwes te O., A. v. d. Bos te R., B. Luyten te R., W. v. d. Kieft te B., Lusken te G., W. de Wekker te S, E. M. G. te A., Vries, A. Buys te A., C. J. Pieren te D., Mevr. Zaayer te U., W. Schmidt te A. Lieve Hagens te A , Mevr. J. Westendorp Keizer te A., A. Blagemans Jr. 1e R., J. H. Tours te V., T. F. Oosterhoff te D., Mevr. W. A. J. v. Rossum-Jansen te A., C. P. M. Romme te A Besseling te D.. P. Neven te A, P. Bos' Eyssen te O., P. Pet te G., J. M. de Bouvrie" Addicks te A.. Mej. A. Leertouwer te D" XLjEh LoiEOÜE. VAM cJ . FRANSCHp MELODIE m '# ^ R -, t= -* -* 1?5 r-= H i 4 4 ' 4 4 1 -i 15 DE MAM OIE ALLES ZltrW/VT IH HET OORLOGSV&UO GE\ J' j-M h J' j. N J l J J N lw<|ë[d'I'<|é|vd|éd ë EEN AfIDER OOGCE-TUI GE Ko«r AUTUJO OP'DEH JUISTEM TUO llS 'TALUER-HEE-TSTE VAN PEN 5TRUD tilt) ZltT DE. & *v A LL -t 1 tl V-1 f= -^ \r* R / u r\ MM i t k / m i ii i ? ^ i H .j KUIMSTE KLE.lNIGHE.\0JOE OOG G E. TUI GE. De Ooggetuige" Hij is de man die alles ziet Wat in het oorlogsveld geschiedt, Wat hij ziet, ziet een ander niet, De ooggetuige. Komt altijd op den juisten tijd In 't allerheetste van den strijd. Hij ziet de kleinste kleinigheid, De ooggetuige! Hij kent den jongsten korporaal, Hij kent den oudsten generaal, Doet amicaal met allemaal, De ooggetuige. Hij is bij iedre heldendaad, Bij iedre barstende granaat, Op iedren kruiser die vergaat, De ooggetuige! Vernietigt men een kathedraal, Dan zit hij juist in 't kerkportaal Te schrijven over het schandaal. De ooggetuige. Schendt men de vlag van 't Roode Kruis En schiet men op een gekkenhuis, Dan is hij daar toevallig thuis, De ooggetuige! Hij is steeds waar een vliegmachien Zich neerstort op een Zeppelien, (Dat heeft hij dertien maal gezien) De ooggetuige. Wordt een spion gefusilleerd, Een oude dame geschoffeerd, Hij staat er bij en observeert, De ooggetuige! Hij is geen oogenblik vervaard, Bekijkt de dingen steeds bedaard, Want hij is kalm en zacht van aard De ooggetuige. Boort men een stoomboot in den grond En wordt een zuigeling gewond, Hij geeft het kind de borst terstond, De ooggetuige! Geen stinkbom jaagt hem van het front, Hij loopt in kogelregens rond, Wordt nooit gewond en blijft gezond, De ooggetuige. Zoolang als menschen van verstand Hem nog waardeeren in hun krant, Gaat hij niet dood, de looze kwant, De ooggetuige! (Alle rechten voorbehouden) iilmiiiilmmimiliiiMMiiiiiMlimiiiliMiimmiiMU P. J. Clements te L., J. C. Gross te A., J. C. Menger te B., de Weert*tte fA., C. L. Hoogeveen te R.' D. M. Jetten te R., M. P. S., Nelly Swyter te G., H. L. Vogel te G., P. van Hoogenveld te den H , A. Don Jzn. te VI., F. F. Schneider, M. Jenezon te R., Nollhenius te B., Meuleman te H., Mej. A. M. van Rijnberk te A., C. Wafelbakker te B , Mevr. Zoest-Bendien te H., A. Luteyn te A., J. A. Grootegoed te H., P. J. Laboyrie te 's G., D. H. Dijkman te H., D. J. Willebeek Ie Mair te A., S. de Jong te A., H. Geel te A., J. Stern te R. C. Feltkamp te A., A. Waterloo te S. C M. v. d. Zanden te H., W. Hasekamp te U., H. van Wermeskerken te 's G., en H. A. Honig D. Bij loting is de uitgeloofde prijs, een boek werk, ten deel gevallen aan Mej. A. Leer touwer te D. Inhoud der Juni-Tijdschriften De Beweging: Aart van der Leeuw, De Zonnestraal. Albert Verwey, De Dag. P. N. van Eijck, Mijmeringen. W. L. Penning Jr., Gedroomd Bezoek aan dr. Albert Verwey, den Vijftiger vandaag. Jacob Israël de Haan, Het Recht op Slechtheid. Karel Wasch, Vier Gedichten. Mine van der Schaaf, Drie Gedichten. W. van Bijgaarder, De Zee. Jacob Israël de Haan, Tijdzangen: Het wreede wachten. C. Pekelharing, Doen en laten der Menschen. Alles uit Eigenbelang. Jacob Israël de Haan, De Duitsche rechtsgeleerden en den Oorlog( vervolg). Albert Verwey, Boeken, Menschen en Stroomingen (j'Accuse). Boekbeoordelingen. De Vrouw en haar Huis: F. S. van BalenKlaar, Indrukken van het Internationaal Con gres van vrouwen. D. J. van der Ven, Uit den goeden ouden tijd Mevr. mr. E. M. Driebeek, Het werk onzer Nederlandsche vrouwen DamescomitéLimburg. Renéde Clerrq, Naar Holland. Margriet, Van vrienden buiten voor buiten-vrienden. H. v,.n Lingen, Geef geen sprookjes aan kinderen. A. de Graaff-Wüppermann, Kinderjuffrouwen. L. Wittig-Keijser, l afelversiering vuor een kerken maal tijd.?Kleedjes, motief: kersen Toiletkussen. Zomertoiletten. Kinderkleeding. Elck wat wils. Kalender van de week. Wat ge niet weet of mogelijk weet. Over knip pen en naaien. Nieuwe uitgaven. Berichten. Vragen des Tijds: Dr. G. W. Kern kam p, De Euiopeesche oorlog, IX. Allen weer baar. U. G. Schilthuis, DeNedeil ndsche graar handel en de ooilog, II. Mr. H. P. Marchant, Staatkundig Overzicht. Mr. dr. H. J. Tasman, Sociale Kroniek. Wederom uit voorraad leverbaar de verschillende typen ADL.E K-Automobielen. Prima materialen,zui vere afwerking en zeer nauwkeurig monteeren maakt de Adlerauto tot een der meest gewilde merken. GARAGE NEFKENS, Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd. De Levende Natuur: L. Dorsman Cn. Raderdiertjes. Jac. P. Thijsse, VoorOister wijk. M. A. Mimicry. - Een Graafwespkwestie. Vragen en korte mededeelingen. De Nieuwe Gids, Juni 1915: Jac. van Looy, De Bril. J. L. Walch, Antithese 3e bedrijf. G v. Hulzen, Aan 't lichtende strand. L. Simons, De oorlog en de pers. Frans Erens, Uit 't dagboek van een grensbewoner. H. P. Blok, De hedendaagsche opera. H. K. de Raaf, De Reinaert her steld. Dr. Aeg. W. Timmerman, De heer Greebe en zijn boekske". Cornelis Veth, Hogarth's geschriften. Joh. W. Broedeler, Tooneel-notitie. Ernst Krauss, Gedich ten. Wiegenliedchen. Nederland. Proza: J. B. Meerkerk, Karavanserai. E. G. van Bolhuis, de Hooghoeve- (slot). E. van Eek Rutgers, Tegenslag. Hessel Jongsma, De Twee strijd. Poëzie: J. van Melle, Regenavond. W. H. de Wijk, Verzen. >? De Tijdspiegel, S. H. E. Domela Nieuwenhuis Nijegaard, De crisis in Vlaanderen en de Vlaamsche beweging in verband met Groot-Nederland Prof. dr. G. K. Anton, Frankrijks Koloniale ontwikkeling onder de Derde Republiek. Prof. dr. S. R. Steinmetz, Indrukken uit het land der barbaren. Herman Middendorp, Parijsche Nocturnes. Raden Mas Moto Soeroto, Lente herinnering. J. J. F. Valckenier Kips-Malmberg, Verzen. A. H. van Engelen, Herdenken. J. Petri, Stille liefde. J. Petri, Verlangen. Onze leestafel. Tijdschriften. Ontvangen boeken. Elscvier's Geïllustreerd Maandschrift: Boerenkermis (plaat). - Karel van de Woestijne, Het hart van Pieter Brueghel. C. F. Gijsberti Hodenpijl, De houding van Napo leon III te Sedan en te Wilhelmshöhe. Ph. Zilcken, In en om Cairo (slot). Helene Swarth, Rust. Frits Hopman, De Proeftijd (slot). Emmy van Lokhorst, Phil's vierde liefde-drama. P. Otten, Dialoog. Kro niek: Boekbespreking. Louis v. d. Swaelmen, De, wtderopbouw van België. R. W. P. Jr., Kunst in Amsterdam. Etsen van Jan Sirks bij Caramelli (STessaro te Utrecht. Een tentoonstelling in het prentenkabinet. Tentoonstelling Jan Toorop.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl