De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 13 juni pagina 9

13 juni 1915 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

13 Juni '15. No. 1981 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO"R NEDERLAND Aan het slot van het artikel in het voor gaande nummer is reeds opgemerkt, dat de bruto-winst der Nederlandsche Bank over 1914/15 het record-cijfer van f 13.252.561 bereikt heeft. Dat daarmede het winstcijfer van eenig voorgaand jaar belangrijk over troffen wordt, kan uit het volgende blijken. In het jaarverslag over 1903/4, toen de bruto-winst f 5.706.000 bedroeg, teekende de toenmalige President daarbij aan: Die winst heeft thans f5.706.000 bedragen, op n na het tot dusver hoogst bekende cijfer, want over het boekjaar 1873/74, dus juist dertig jaren geleden, bedroeg zij f5.726.000. Maar in het boekjaar 1886/87 daalde zij tot f 2.489.000, terwijl het daaraan voorafgegane boekjaar en de twee daarop volgende boek jaren niet veel gunstiger waren. Het valt niet te loochenen, dat gedurende de laatst verloopen vijf jaren geheel abnormale om standigheden op de internationale geldmarkt zich hebben doen gelden, die ons bedrijf bijzonder loonend hebben gemaakt. Wat in dit opzicht nu de naaste toekomst ons brengen zal is volkomen onzeker; maar niet onzeker is het daarentegen, dat het u tegoed komende winstaandeel door de ruimere uitkeering aan het Rijk staat te verminderen, en op de te verdeelen netto-winst niet zonder invloed blijven kan." Met die laatste opmerking werd gedoeld op de bij de wet van 31 December 1903 tot verlenging en wijziging van het Octrooi der Bank vastgestelde gewijzigde winstverdeeling, waarover straks meer. Hier zij alleen opgemerkt, dat in de eerste 11 jaren van het sedert l April 1904 in werking ge treden gewijzigd Octrooi, de bruto-winsten der Bank, die van de voorafgaande 35 jaren belangrijk overtroffen hebben, zooals uit onderstaand staatje blijkt: Bruto-winst 1904/5 f 4.617.757 1905/6 4.736.641 1906/7 7.603.975 1907/8 1908/9 1909/10 1910/11 1911/12 1912/13 1913/14 1914/15 8.640.137 6.387.561 5.038.691 7.425.185 6.716.138 8.055.020 8.950.851 13.252.561 Werd dus in 1904 eene bruto-winst van f 5.706.000.?exceptioneel hoog geacht, in slechts drie van de daarop volgende elf jaren bleef zij beneden dat cijfer en steeg zij het buitengewone jaar 1914/l5buiten rekening latende in de overige 7 jaren belangrijk daarboven, om in het afgeloopen jaar zelfs het cijfer van f 13.252.000,?of ruim 132 pCt. meer te bereiken. Toch toonen de in die jaren aan aandeel houders uitgekeerde dividenden geene met de meerdere winst in verhouding staande verhoógingen en zijn zelfs belangrijk beneden de in de periode vór 1889 uitgekeerde dividenden gebleven. Dit is aan twee om standigheden te wijten, en wel: l", het ver meerderd aandeel van het Rijk in de winst der bank, gevoegd bij verhoogde onkosten, ten deele in verband met bij de opvolgende octrooi-wijzigingen opgelegde nieuwe werk zaamheden en verplichtingen en 2", wat meer bepaaldelijk 1914/15 betreft, de zeer aanzien lijke afschrijvingen, die het Bankbestuur ge meend heeft uit de bruto-winst te moeten bestrijden. Beschouwen wij het laatst genoemde punt het eerst, dan blijkt uit de winst- en verlies rekening van 1914/15, dat uit de bruto-winst van f 13.252.561 de volgende bedragen voor afschrijving gebezigd zijn: Afschrijving op binnenl. disconteeringen Afschrijving op buitenl. valuta Afschrijving op gebouwen en meubelen Aanvulling reservefonds . . f 972.730. 2.263.282. 246.134. 704.788. f 4.186\934^ Wat dit cijfer beteekent, kan uit het vol gende blijken. Uit de bankverslagen sedert 1864,65, toen het eerste gedrukte verslag uitgegeven werd, blijkt, dat het bedrijf der Bank in den loop der jaren slechts zeer geringe verliezen opgeleverd heeft. Dit feit kwam mij zoo opvallend voor, dat ik eenige jaren geleden begonnen ben aanteekeningen te houden van de sedert 1864/65 op disconteeringen en be leeningen door .de Bank geleden verliezen. En nu blijkt mij uit de aanteekeningen, dat in de 50 jaren van 1864/65 tot 1913/14 in het totaal per saldo slechts ca. f 2.000.000 of gemiddeld f 40.000.?per jaar uit dien hoofde behoefde afgeschreven te worden, een cijfer, dat in het niet verzinkt, wanneer men daar tegenover stelt, dat het gemiddeld opereerend kapitaal in die jaren van f 75 tot f 173 millioen geklommen is, en dooreen genomen ca. f 110 millioen per jaar beliep. Valt nu uit het feit, dat over het afge loopen jaar ruim f 4 millioen of meer dan het honderdvoudige van de voorafgaande 50 jaren moet afgeschreven worden, af te leiden, dat er werkelijk zulke groote ver liezen geleden zijn? Ofschoon het verslag daaromtrent niet in vele bijzonderheden treedt, is er toch alle aanleiding om aan te nemen, dat deze aan zienlijke afschrijvingen meer als voorzorgs maatregel dan als noodzakelijkheid moeten beschouwd worden. Vooral geldt dit de afschrijving van ? 2.263.282 op buitenlandsche valuta. Uit de toelichting in het verslag blijkt, dat deze post voor ? 339.770 bestaat uit afschrijving tengevolge der taxatie van de vorderingen wegens op 31 Maart nog in portefeuille zijnde door moratorium onbe- ' taald gebleven wissels." Ziet men nu verder, dat de geheele buitenlandsche wisselportefeuille op 31 Maart slechts ? 347.271 bedroeg en dat de balanswaarde daarvan door de afschrijving op ?7.501 teruggebracht is, dan volgt daaruit dat het bankbestuur zich er reeds op voorbereid heeft, dat er van het saldo dier portefeuille feitelijk niets terecht zal komen. Tegenvallen kan het dus onmogelijk, maar er is veel kans dat het nog meevallen zal en daarin eene slapende reserve schuilt, wanneer weder normale toestanden terugge keerd zijn. Het tweede deel van deze afschrijving ad ?1.923.511 wordt itt het verslag omschre ven als afschrijving op den koers van onze vorderingen in buitenlandsche valuta". Ziet men nu wederom, dat de totale balanswaarde van het tegoed bij Correspondenten in het Buitenland"/7.718,321 is of, voordat de afschrijving bewerktstelligd was,?9.641,832, dan volgt daaruit, dat op dit hoofd rond 20 pCt. afgeschreven is. Hoe sterk gedeprecieerd enkele buitenlandsche valuta ook zijn moge, is het toch wél aan te hemen, dat deze afschrijving zeer ruim genomen is en ook hier een flinke slapende reserve schuilt bij terugkeer tot normale toestanden. Hetzelfde geldt ook,; van de afschrijving op effecten (aanvulling reservefonds). Op een totaal in effecten belegd bedrag van ?8.300.000 is ruim zeven ton of ca. 9 pCt. afgeschreven, hetgeen den aard der beleg gingen van de Bank in aanmerking genomen zeer ruim gegrepen schijnt. Uit een en ander mag dus afgeleid wor den, dat de Bank een zoo ruim deel van de phenomenale winst van 1914/15 afgeschreven heeft, niet omdat het noodig was, maar om zich te sterken tegen nog niet te voorziene eventualiteiten. Mochten daarentegen binnen afzienbaren tijd weder normale toestanden ontstaan, dan zal ongetwijfeld een groot deel van het thans afgeschrevene weder ten goede komen aan de winsten van volgende jaren. Ter loops zij hier nog aangestipt, dat vermoedelijk nog eene aardige slapende reserve schuilt in den sterk aangegroeiden goudvoorraad, die natuurlijk tot kostprijs op de balans voorkomt en waarvan, zoodra goud weder vrijelijk naar het buitenland kan afvloeien, een aanzienlijk deel met winst zal gerealiseerd worden. Het zal wel geen betoog behoeven, dat deze afschrijvingspolitiek van de Bank niet anders dan toegejuicht kan worden, evenals de medewerking van de regeering, die als participitante voor een aanmerkelijk deel in de overwinst der Bank, daartoe hare instem ming heeft moeten verleenen en voor wie onder de bestaande omstandigheden het bin nenhalen van eene hoogere bate van een paar millioen lang geene onverschillige zaak zoude geweest zijn. Hierboven is reeds met een enkel woord aangestipt, dat, behalve de groote afschrij vingen, nog een andere factor medewerkt om de dividenden der aandeelhouders van de Bank, ondanks aanzienlijk hoogere bruto winst kleiner te doen zijn dan in vroegere jaren. Terwijl toch in de periode van 1864 tot 1889 bij veel kleinere winsten dividenden van 20 pCt. en meer (over 1873/74 zelfs 28.6 pCt.) geene zeldzaamheid waren, lieten de veel grootere winsten der laatste drie jaren slechts uitkeeringen van resp. 12,2,13.4 en 13.1 pCt. toe. Dit is voornamelijk het gevolg van het bij opvolgende herzieningen van het bankoctrooi vastgestelde verhoogde aandeel van den Staat in de winst. Aanvankelijk bleef de geheele winst aan aandeelhouders, onder aftrek alleen van 16 pCt. van de overwinst voor reserve en tan tièmes, nadat de aandeelhouders 5 pCt. dividend genoten hadden. Op die basis zoude de nettowinst over 1914?1915 ad f 7.775.000, eene uitkeering van 33.45 pCt. dividend, in plaats van de thans uitgekeerde 13.1 pCt. toegelaten hebben. Behalve eene kleine wijziging in 1871, toen de Bank zich in compensatie voor de vrijstelling van hare verplichting om den dienst der schatkist waar te nemen, ver bond f 100.000 per jaar aan het Rijk uit te keeren, bleef de toestand onveranderd tot aan de wijziging van 1888, toen bepaald werd, dat van de winst eerst 5 pCt. aan de aandeelhouders zoude gaan, van het dan overblijvende eerst 2 pCt. verder dividend en een daaraan gelijk (staand bedrag aan den Staat. Van het dan nog overblijvende zoude de Staat 2,3 en aandeelhouders 1/3 ontvangen, terwijl van het voor aandeelhou ders boven 5 pCt. dividend beschikbaar bedrag nogöpCt. aan tantièmes afging. Naar dezen maatstaf zoude de nettowinst over 1914/15 de uitkeering toegelaten hebben van ca. 16J-Ï pCt. dividend, in plaats van 13.1 pCt. Bij de octrooi-wijziging van 31 December 1903 kwam de thans van kracht zijnde winstverdeeling tot stand, waarbij het praenumerando aan aandeelhouders uit te keeren dividend tot 3J4 pCt. verlaagd werd en de Staat dadelijk voor V3 in de hoogere winst deelt. De tantièmes aan Directie en Com missarissen werden van 6 pCt. tot 3 pCt. van de overwinst gereduceerd, waartegen over echter staat, dat zij thans die lagere percentage over de geheele overwinst ge nieten, terwijl zij vroeger de hoogere per centage slechts over het aan aandeelhouders komende deel van de overwinst boven 5 pCt. dividend kregen, hetgeen bij hoog dividend iets voordeeliger, bij een lager winstcijfer onvoordeeliger voor tantième-trekkenden uitkomt. . Ten slotte zij nog opgemerkt, dat in ver band met de uitbreiding der operatiën van de Bank waaronder vele gratis bewezen diensten de onkosten-rekening gestadig gezwollen is. In 1864/65 nog slechts f 323.997 was de onkostenrekening in 1889/90, na de eerste octrooi-wijziging, reeds tot f676.267 gesteBe Twentsehe Bankyereeniging B. W. B l pus te i 11 &Cü. KAPITAAL: f 15.370.943.5O RESERVEN: f 6.943,236,86 HOOFilK 4WTOOI1; AMSTERDAM, Spuistraat 138/144. BIJ H Al¥TOiUBl¥; (voor wier verbintenissen De Twentsehe Bankvereeniging B. W. Bltjdenstein & Co., ten volle aansprakelflk is) AMSTERDAM, Prins Hendrikkade 139; LONDEN, B. W. Bipenstein & Go.. 55-56 Threadneedlestr.; ENSCEEDE, B. W. Blpenstein Junior; ALMELO, Ledeboer & Go. RENTE VOOR DEPOSITO'S: Dlraot ?pvtrderbaar l PQ. TIen dagen opzegging 1% Een Maand vast Gemiddelde prolongatie-koers met een maximum van 2 Drie Maanden ?pzegglng .... 3 pCt. Zes Maantfan .... 3 Een Jaar .... 4 dag der opzegging af wordt vi pCt. minder rente vergoed. SAFE BEPOSIT Heerengracht 531?537, ^vertoornW9Gonst.Huygenjftr., Willemsparkweg 80, verhuurt aan bl] haar geïntroduceerde personen SAFE LOKETTEN in hare Brand- en Inbraakvrije Kelders. Reglementen zijn aan bovenstaande kantoren verkrijgbaar. Q/ 's-Gravenhage. L Pandbrieven ' Ta 10 jaar opeischbaar a pari. Verkrijgbaar a loo8/* /0. - en Wijziging der Depositorente. Met Ingang van heden wordt de rente-vergoeding vastgesteld als volgt : Met n dag opzegging ... % pCt (Bedragen tot ?20.000 zijn terstond betaalbaar) Met 10 dagen opzegging . . % pCt Voor andere termijnen op nader overeen te komen voorwaarden. Open en gesloten bewaargeving vol gens reglement. SAFE DEPOSIT-INRICHTING, geopend: op werkdagen van 8?^ tot 5 uur. , beursvacantiedagen 8& 4 , Loketten van ?2.50 per maand (?10. per jaar) en hooger te huur voor bij de Directie bekende of geïntroduceerde personen. Amsterdam, 21 Mei 1915. Stand l Jan 1915: KAPITAAL: / 3.000.000. RESERVES: ? 250.000. HYPOTHEKEN: /17.123.103 26 PANDBRIEVEN ? 16.954.100.5 U/ ITLOOTBABE / PAMDBRIETEN /n in stukken van ' f 5000.?, f 1000. en f 500.?(halfjaarcoupon Januari?Juli) en f 100 (jaarcoupon Januari). Ver krijgbaar ten kantore der Bank (Ged. Oude Gracht 65) n door alle Commissionnairs in Effecten. Standaard Hipothitkbank, ti RottinSam Directie: Mr. H. H. 0. Oastendgfc en Jhr. H. F. Schuarbeque Boeye. De Bank verstrekt gelden onder eerste hypothecair verband en geeft 5 % PANDBRIEVEN uit onder controle van het Algemeen Administratie en Trustkantoor te Rotterdam. gevestigd te Utrecht, verstrekt credieten op billijke voor waarden. Geeft Schuldbrieven uit ren tende 41/s pCt. in stukken van ? 1OOO, ? 5OO en ? 1OO. Koers van uitgifte 98 pCt. De Directie CORNS. LOEFF. De Hollandsche Voorschotbank HAARLEM, JANSWEQ 42. Bijkantoren: Amsterdam, Damrak 99. Rotterdam, Wijnhaven 129a. 's-Gravenhap;e,Ged.Burgw.38 Maastricht, Breedestraat 24 De Bank verstrekt gelden tot elk bedrag met een minimum van ? 5OO en verkoopt 41/»pCt. schuldbrieven in stukken van ? 1000, ? 500, f 100 en ?50. Hou. Hypotheekbank v. Neder!. Volteekend Maatsch. Kapitaal ? 5.000.000 Reserve ?645.279.84 Geeft geld op eerste hypotheek zon der vooruitbetaling van rente. Inlich tingen te bekomen ten kantore der Bank, Gedempte Bierhaven 25, of b; hare Agenten. De Directie: Mr. W. v. ROSSEM | Mr. TH. REEPMAKER, Mr. N. P. C.V.WIJK BARBAROSSERIE, DOOR «g U A K K * K O iS S A |; Een bundel met de beste tooneelkritieken van dezen humorist-satiricus. §1 Ingenaaid ?0.90 ^Gebonden ? 1.25 «§ Omslag en band van LOUIS RAEMAEKERS. Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF, A'dam. |j Haatschippoi Kapitaal f50,000,600. - Reservefonds f 9.237.150 Hoofdkantoor AMSTERDAM. Agentschappen te '«-QRAVENHAOE en ROTTERDAM, Vestigingen la het Oosten t Bataria, Sotmbaia, Samarang, Bandoeng, Weltevreden, Cherlbon, Ttgal, Pekalongan, Djember, Solo, DJokjakarta, Tjilatjap, Padanfl, Medan,, Teblng-Tlnggl (Deli), Tandjwg Belet, KotaRadja, Palembang, Talok-Betong, Pontianak, Band]«r«a»lo, Makassar, Singapore, Penang, Rangoon, Hongkong en ShanghaJ. In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Trans ferten. Incasseeringen en Financieringen. Schriftelijke of Telegrafische Credieten. BeiscredietbrieTen. Deposito's. BekeningenCourant. Administratie ran Effecten en alle andere Bankzaken. OPGERICHT IN 1853 AMSTERDAM OPGERICHT IN 1853 Hoofdkantoor: Keizersgracht 277, Bijkantoor: Stadhouderskade 118 Maatschappelijk Kapitaal f 5.000.000, waarvan uitgegeven f 4.000.000 Reservefonds f803.000 Extra-Reserve f130.000 Agentschappen te Alkmaar, Arnhem, Deventer, Dordrecht, 's-Gravenhage, Groningen, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Zwolle. ) met l dag opzegging 3 pCt. ^, rente thans: voor l maand vast JtVz ,, J voor 3 maanden vast 4 ,, Cheques van deposanten kunnen kosteloos worden belaalbaar gesteld bij alle bovengenoemde Kantoren, alwaar uitvoerig Prospectus ver krijgbaar is. O/ Pand'ohrieven Gebouw der Bank. aflosbaar a pari bij jaarlijksche uitloting in 25 jaar, in stukken van ? 100.-, ?500.- en ?1000.?, worden tegen den koers van 99 pCt. uitgegeven door de Utrechtsche Hypotheekbank, UTRECHT Tel. 241. Drift 17. HYPOTHEEKBANK HOLLAND-AMERIKA. Utrecht. l* \ \ B»it UI 9: V ft * in stukken vait f IOO.?, f 35O.?, f 5«O.?en f lOttO.?tesren den koers van tOI pC't. LEVENSVERZEKERING ? BANK A AMSTFÏ? til l W l Lfll>9 Directeuren: M? N.LM.SMITSvwi OUEM.-JLJBONNIr\E.Adj.-Oir D A.AE.IJELTS. S T E R 3D A. 3VC Weekblad voor Nederland kost slechts f 1.65 per kwartaal B S /0Verzekerde pandbrieven der N.V. DE CKKDIKT-HYPOTHKKKBAWK te 's-Gravenhage, Noordeinde 43, waarbij elk bedrijfsrisico der Bank voor de houders is gedekt, zijn verkrijgbaar a 99 pCt. in stukken van .?, /SOO.?en ?100.?. De Directie: G. J. VAN INQEN. Mr. H. VAILLANT.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl