Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Juni '15. - No. 1982
die schuldsoort door de aanhoudende ver
wisseling van Uitgestelde in Werkelijke
Schuld eene meer krachtige verbetering van
laatstgenoemde schuldsoort in den weg,
totdat het in werking treden van het
Amortisatie-syndicaat in 1823 die vermeer
dering van de Integralen stuitte en zelfs
voor eene vermindering van het
m'arktmateriaal deed plaats maken.
De 3 pets. Engelsche Geconsolideerde en
de 5 pCt. Fransche Inschrijvingen stonden
einde 1816 nog slechts respectievelijk ca. 63
en 54. Men ziet daaruit, dat de beëindiging
van de troebelen*, waaraan Europa gedurende
een kwart eeuw bloodgesteld was en die het
zoozeer verarmd hadden, niet onmiddellijk
tot een krachtig herstel leidde, maar slechts
zeer langzaam verbetering bracht.
Er was echter eene belangrijke uitzonde
ring, nml. de 5 pCt. Rusland bij Hope & Co.,
de bij het tegenwoordig geslacht nog wel
bekende Oude Russen. Na in April 1815 tot
50 pCt. gedaald te zijn, waren zij
onmiddelIflk na de overwinning bij Waterloo reeds
tot 65 pCt. gestegen, om in October verder
tot 75 pCt. te verbeteren en aan het einde van
1816 een prijs van 85 pCt. te kunnen bedin
gen. .Daartoe bestond echter eene speciale
aanleiding. De Russische regeering hoe
groot hare tekortkomingen in andere opzich
ten ook zijn mogen heeft er steeds
zorg voor gedragen, hare Staatscrediteuren
met de noodige egards te behandelen. Ook
zjj zag zich door de gebeurtenissen van 1812
genoodzaakt, de rentebetaling op hare schuld
te staken, maar reeds einde October 1815
kon zij een voorstel aanbieden, dat alleszins
aannemelijk was en ongetwijfeld er veel
toe bijgedragen heeft om de reputatie van
de oude Russen" aan de Amsterdamsche
Beurs hoog te houden en de voorliefde van
het Nederlandsch beleggend publiek voor
Russische fondsen te verklaren.
Bij annonce in de Prijscourant van l No
vember 1815 konden de heeren Hope & Co.
nml. aan de Geïnteresseerdens" bekend
maken, dat voor het beloop der coupons,
verschenen primo January 1813, 1814, 1815
en te verschijnen primo january 1816 door
het Hof van Rusland nieuwe Obligatiën zul
len worden afgegeven" en wel: voor de
coupons, verschenen primo January 1813
boven en behalve het beloop hunner coupons
15 pCt. voor 3 Jaren Intressen"; voor de
coupons 1814 10 pCt. en voor die van 1815
5 pCt. extra voor interest op de interest.
Het heeft Zijne Keizerlijke Majesteit verder
behaagd, boven en behalve deze Interessen,
nog de volgende Premiën, betaalbaar in
Obligatiën, over de Houders der Coupons
te doen verdeelen, als over
de coupons v. 1813, eene premie v. ?100.000
. , . 1814, , , - 75.000
, , . 1815, - 50.000
. , , 1816 . - 25.000
te zamen ?250.000
De houders der coupons kregen dus niet
alleen de achterstallige intrest betaald, maar
ook over het geheele tijdperk der in gebreke
blijving eene rentevergoeding van 5 pCt.
per jaar en bovendien als consolatie-prijs
voor het wachten eene extra-premievan ca.
1% pCt. over het bedrag der coupons.
Woensdag j.l. heeft de Koninklijke
Petroleum-Maatschappij haar 25 jarig bestaan
herdacht.
In verband met de tijdsomstandigheden
is van openlijk feestbetoon afgezien, hetgeen
niet wegneemt, dat in de voornaamste dag
bladen op min of meer uitvoerige wijze de
aandacht is gevestigd op den merkwaardigen
levensloop van de 25 jarige.
Na in de eerste vier jaren van haar be
staan met ernstige tegenspoeden te kampen
te hebben gehad, heeft zij in de daaropvol
gende 21 jaren eene vlucht genomen, onge
kend in de annalen van Nederlandsche
ondernemingen. Op gepaste wijze zijn daarbij
in herinnering gebracht de verdiensten van
den eenigen oprichter, die nog in functie
is als lid van het bestuur, den heer G. C. B.
Dunlop, die, vooral in de eerste zorgvolle
jaren, het grootste deel van de daarmede
gepaard gaande last en verantwoordelijk
heden te dragen had. Aan hetgeen daarom
trent elders reeds gezegd is, behoef ik niets
toe te voegen.
Alleen komt het mij niet onbelangwek
kend voor met een enkel woord het resultaat
mede te deelen van eene becijfering aan
wijzende wat de Koninklijke in die 25 jaren
voor hare aandeelhouders opgeleverd heeft.
Mij stellende op het standpunt van iemand,
die bij de oprichting een aandeel Konink
lijke" genomen heeft, bij de opvolgende
kapitaalsuitbreidingen voor zijn deel daarin
heeft deelgenomen, dan blijkt uit eene
eeniiiiiiiiiiiiiiiiuirHiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Hoe Amsterdam de vijftigste
verjaring van den Slag bij
Waterloo vierde
Volksfeesten ter herdenking van een of
ander gewichtig feit komen te onzent niet
vaak voor. Ons volk, hoe nationaal het zich
ook moge voelen, schijnt over het algemeen
te kalm van aard om zich voor historische
gedenkdagen warm te maken.
De wijze, waarop in den lande de
Onafhankelijkheidsfeesten zijn herdacht, ligt nog
in ieders geheugenis. Tentoonstellingen
vormden het voornaamste gedeelte van het
programma en mocht al in een enkele ge
meente de burgerij zich aaneengesloten
hebben om door een volksfeest het gewichtige
feit te herdenken, in de meeste gemeenten
was zulks niet het geval. En wat Amsterdam
betrof, kon van een algemeene feestviering
nauwelijks worden gesproken. Het Koninklijk
Bezoek in September 1913 onderscheidde
zich slechts in geringe mate van de gewone
jaarlijksche officieele bezoeken.
Wij twijfelen er dan pok aan of de viering
van de honderdste verjaring van den Slag
bij Waterloo, de Amsterdammers wat meer
in opgetogenheid gebracht zoude hebben,
zelfs al stonden geene buitengewone tijds
omstandigheden als de tegenwoordige, een
dergelijke viering in den weg.
Intusschen was dat bij het vijftigjarig
feest anders. Het scheen, dat de herinnering
aan het gewichtige wapenfeit nog diep in
het volksleven van dien tijd gegrift was.
Kwam het misschien door het feit, dat er
nog zoovelen, die den slag hadden mede
gemaakt, in leven waren ? Zeker is het
alihans, dat zich in Juni 1865eenalgemeene
drang openbaarde om de herinnering aan
den 18en Juni 1815 luisterrijk te herdenken.
Qeen ijdele fraze was het in de feestrede
voudige berekening, dat zoodanig aandeel
houder thans de gelukkige bezitter van ruim
f 18.000.?aandeelen Koninklijke" zoude
zijn. De op die aandeelen ontvangen divi
denden hebben hem bovendien in staat
gesteld reeds lang onder toevoeging van
een rente van 5 pCt. op het in de aandeelen
gestorte kapitaal dat kapitaal geheel af
te schrijven en nog een saldo van ruim
f 45.000 over te houden. Voorzeker een
record, waarvan de wederga moeielijk bij
eenige binnenlandsche of buitenlandsche
onderneming te vinden is.
J. D. SANTILHANO
Toen de Jan Pietefsz. Coen
uitvoer ...
Ter gelegenheid van.den proef tocht
van de Jan Pietersz. Coen, het nieuwe
schip van de Mij Nederland, zijn door
den heer K. vanLenneprfe volgende
dichtregelen gevormd, en door hem
zelven voorgedragen aan den
feestelijken maaltijd, die plaats gehad heeft.
Wie 's lands geschiedenis bijkans geheel
vergat,
Sinds hij als jonge knaap nog op de school
bank zat,
Alwaar hij onder meer de vele data leerde
Die 't rijk historieblad van 't Vaderland bevat,
En bij diezwaretaaktoendikwijlsdespereerde,
Herinnert zich naar 'k hoop n datum uit
dien schat,
Ook zonder dat hij zoekt In boek of oud
geschrift.
't Jaar Zestien Negentien moet hem zijn
heele leven,
Al ging van 't geen hij wist, het grootste
deel op drift
Uit zijn herinnering, toch steeds zijn bij
gebleven,
En als met gouden pen, neen diamanten stift,
In onuitwischbaar schrift daar diep zijn
ingegrift.
Dat jaar op 30 Mei zag Bantams hoofd
stad zwichten
Voor 't koen beleid van Jan, den zoon van
Pieter Coen.
Op 't puin van Jakatra, en tusschen tropisch
groen
Ontstond Batavia. Daar viel wat groots te
stichten,
Coen zag de toekomst in en zou die taak
verrichten,
Al gaf de vijand hem ook nog zoo veel te doen.
Zoo hebben wij dan voet en heerschappij
bekomen
In 't rijk Javaansche land, dat voortaan U
behoort!"
Schrijft bij de Compagnie, en, gaat hij
moedig voort:
Ontsiet en vrees 't geweld Uws vijands
niet; genomen
Werd Jacatra door mij, ik plantte daar uw
vlag,
Aanschouwt mijnheeren toch wat weinig
moeds vermag."
Reeds vroeger in dat jaar had Coen zijn
nood geklaagd,
Dat hij in Soendastraat door 'd
Engelschman belaagd,
Gedwongen was den strijd uit kruidgebrek
te staken.
Vol ergernis verwijt hij, die zijn leven waagt,
Den heeren aan 't bewind, hoe slecht zij er
voor waken,
Dat hij voldoende krijgt van 't geen hij
dringend vraagt.
Ziet nu eens, schrijft hij hun," hoe veel er
wordt verloren
Door uwe karigheid. Bij God ik zweer u dat
De Compagnie nog nooit een vijand heeft
gehad,
Die haar meer schade deed, het klink u
hard in d' ooren,
Dan al d' onwetendheid en onbedachtzaam
heid,
Die onder u regeert," zoo doet hij forsch
zich hooren.
Aan deze krachtfiguur, den stichter onzer
macht,
In 't overzeesch gebied, dien gordel van
smaragd
Ginds om den evenaar, in 't verre land der
tropen,
Zij op dit nieuwe schip met dankbaarheid
gedacht.
Met zijnen forschen naam kwaamt gij dit
vaartuig doopen,
Waarmede, zeer terecht, hem hulde wordt
gebracht.
Een volk dat n van zin zijn groote man
nen eert,
immiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiimiimiilimiiiiiiiiiim iiiiiiiiiiiui
gehouden op Zondagochtend den 18en Juni
1865 in de Oudezijdskapel door Ds. J. P.
Hasebroek, toen deze zeide: Het is heden
de vijftigste verjaardag der Overwinning van
Waterloo. Een overwinning, die Nederland
van den rand des afgronds, waaraan het
zweefde, als door een wonder heeft gered.
Een overwinning, waarbij voor ons meer dan
het leven, waarbij voor ons het belang van
land en volk, van gade en kroost, van natio
nale onafhankelijkheid en zelfstandigheid, ja,
in de gevolgen ook van godsvrucht en deugd,
op het spel stond, en als met n slag van
het zwaard, zegevierend gehandhaafd werd.
Zouden wij dat vergeten ? Eer vergete onze
regterhand zich zelve!" En in gelijken zin
spraken ook de andere predikanten, o. w.
Ds. K. F. Ternooy Apèl in de Noorderkerk,
Dr. E. Laurillard in de Amstelkerk en Ds.
J. J. L. ten Kate bij de avondgodsdienst
oefening in de Westerkerk.
In de eerste plaats was de dag verheven tot
een dank- en biddag. Dit lag ook trouwens
in de historische lijn; de 18e Juni was reeds
krachtens eene Ministerieele aanschrijving
van 29 Mei 1829 tot een officieelen
Junibiddagverklaard. In die aanschrijving noemde
de Regeering den 18en Juni den Gedenkdag
der volkomen vestiging onzer Onafhanke
lijkheid", en naar 's konings begeerte, hem
wijdt tot een biddag, waarop voortaan, ook
zonder nadere wenken, heel Neêrland zich
zal vereenigen ter verheerlijking van Hem,
Wiens machtige arm dit heil beschikte".
Na de ernst de vroolijkheid. Het begon al
Zondagsavonds met vele toepasselijke con
certen. In het Park, in het Paleis voor Volks
vlijt, dat eerst kort te voren geopend was
(en juist in die dagen reeds in minder gun- i
stige finantieele omstandigheden verkeerde)
in den Tuin de Nederlanden, in Eik en
Linden, enz. Overal was het prachtig ver
sierd en geïllumineerd. Men speelde
geleHun prachtig voorbeeld volgt, hen tracht
te evenaren,
Behoeft niet moedeloos de toekomst in te
staren;
Het heeft die in zijn hand; zijn welvaart
wordt vermeerd,
Het groeit in aanzien snel; wordt dit ons
niet geleerd
Door 's lands geschiedenis van lang ver
vlogen jaren ?
Directie, die dit schip den eerenaam van Coen
Verleend hebt, u zij dank voor 't geen gij
wildet doen
Ter nagedachtenis van een der groote helden
Der Zeventiende eeuw. Laat, als een
krijgsklaroen,
Sirenetoon het volk op Java doen bevröen
De wederkomst van Coen, er zijn terugkeer
melden.
Maak op de wereldzee bekend zijn grooten
naam,
In 't vaderland geëerd, verkondig er zijn faam
En toon den vreemdeling hoe uitermate
krachtig
Coen's geest in U nog leeft. U trof nooit zijn
verwijt
Van groote karigheid,van onbedachtzaamheid,
Gij kent de leus van Tromp 't en sal wel
gaen" waerachtig!
Gij handelt naar die leus en gaat bewust
uw weg.
Bij alles wat gij doet wordt eerst met overleg
Gewikt, gewogen ook, maar is 't besluit
genomen
Dan is 't een goed besluit; getuige dit de
bloei
Van Uwe maatschappij, haar tonnenmaat,
de groei
Van uw geheel bedrijf, zoo snel omhoog
gekomen;
Getuige 't ook dit schip, het grootste ooit
gebouwd
Op Goedkoops goede werf, het grootste
ooit aanschouwd
Met Hollands vlag in top, in 'tverrelnsulinde.
Gaat voort op dezen weg, daarvan niet
afgekeerd;
Zorgt, als er zorgen zijn, dat gij niet
despereert.
Doet naar den geest van Coen,
Gij zult u wel bevinden.
12 Juni 1915
Kleinigheden
Onlangs verklaarde generaal Carranza de
haven Progreso van de provincie Yucatan
voor geblokkeerd, omdat hij een opstand
wilde onderdrukken die in die provincie
uitgebroken was.
In Europa, waar ieders aandacht nog
steeds gespannen wordt door de
reuzenstrijd, die zich afspeelt, had niemand aan
dacht voor zoo'n kleinigheid in dat verre
land. In Noord Amerika was dit echter
geheel anders en oogenblikkelijk werd door
het ministerie van handel het departement
van buitenlandsche zaken ervoor gespannen
om die blokkade te doen opheffen, daar een
der vitale belangen van Noord-Amerika door
deze blokkade bedreigd werd. Dit is dan
ook de reden, dat president Wilson een
zókrachtige preséie uitoefende, dat uitvoer
uit Progreso weldra weer mogelijk was en
ongetwijfeld zou bij niet toegeven van
Carranza de Amerikaansche vloot in die
streken opgetreden zijn om te probeeren
den toestand te regulariseeren.
Uit die haven wordt n.l. de oogst van
hennequen" uitgevoerd. Dit artikel, dat
ook wel sisalhennep" heet, bestaat uit de
zeer sterke vezels van de bladeren der
agave sisalana. Het is het eenige artikel,
dat uit Yucatan uitgevoerd wordt en het is
niet overdreven te zeggen, dat geheel
Yucatan ervan leeft. De cultuur van de
sisalagave is zeer eenvoudig en evenzoo
de bereiding van den vezel eruit, daar deze
verkregen wordt door de bladeren door een
soort mangel te persen, waardoor het blad
moes eruit gaat en de vezels overblijven,
die na drogen in de zon voor de verzending
tot pakken bijeen gebonden worden. In 1913
was de oogst 145.000000 Kg. ter waarde
van f 50.000.UOO, die bijna geheel naar
NoordAmerika gaat. Hiervan gaat 70 pCt. naar
de International Harvester Cv en wel door
tusschenkomst van n enkele firma.
Bijna die geheele oogst strekt voor het
genheidscomposities, o. a. van den
toondichter A. Berlijn een historisch-dramatische
fantasie voor groot dubbel orchest"; een
andere compositie gaf een drastische voor
stelling van den slag met kanon-en geweer
vuur. Bamberg senior droeg coupletten voor
met muziek van Samethini. ten zekere Julius
had een feestgedicht vervaardigd, getiteld
Der Gartner Wilhelm, eine Erinnerung an
Waterloo". Lierzangen verschenen er bij de
vleet. Zelfs Asmodee, het satyrieke blaadje,
gaf een feestnutnmer uit met het portret
van Koning Wiilem 11 (den held van
QuatreBras) onder het motto Weg met Napoleon,
Leve Wiilem Twee!" en het niet al te ver
heffende onderschrift: Een woord van
Asmodee aan deAmsterdammers, die nog
hart in het iijf hebben."
Het bal in den Tuin der Nederlanden, waar
de typografen, leden der Nderlandsche druk
pers toegang hadden, was buitengewoon
druk bezocht.
De groote feestdag was Maandag 19Juni.
In de meeste buurten der stad waren
eerebogen met groen, opschriften en zinnebeel
dige voorstellingen verrezen. H e t moment
van den dag was de groote Triomftocht.
Het Edel-Achtbaar' Bestuur dtrstad had
de regeling daarvan opgedragen aan
Bestuurderen der Typographische Vereeniging
De Nederlandsche Drukpers."
De deelnemende corporatiën kwamen bijeen
's morgens om 10 uur in het Paleis voor
Volksvlijt. Op dat uur kondigde Cornelis
van Uden, beurtschipper op Tiel, door kanon
schoten den aanvang van het feest aan. Na
eenige officieele plichtplegingen en opstel
ling van den stoet werd om 12 uur het sein
tot vertrek gegeven, alweder door kanon
schoten gelost door de zooeven genoemden
beurtschipper. De stoet bestond uit 34 num
mers, onder welke zes zegewagens.
Onder de deelnemers waren het gansche
maken van een soort touw, dat uitsluitend
dient als bindgaren voor korenschoven. Dit
bindgaren is juist in de Vereenigde Staten
onmisbaar, omdat daar bijna de geheele
oogst verkregen wordt op machinale manier.
Groote oogstmachines of zelfbinders maaien
het graan en maken het automatisch tot
schoven, die met dat bindtouw vastgebonden
worden. Ontbreekt het bindtouw, dan kunnen
die machines niet werken en moet de geheele
graanoogst door handwerk verkregen worden
hetgeen door gebrek aan werkkrachten niet
mogelijk is. Was dan ook de uitvoer
van hennequen niet tijdig begonnen, dan
zou de hoeveelheid touw, die voor den
oogst gefabriceerd moet worden, niet groot
genoeg geweest zijn en de blokkade van
Progreso zou tot gevolg gehad hebben een
verlies van honderden millipenen in de Ver
eenigde Staten en natuurlijk ook funeste
gevolgen hebber, gehad voor de rest van de
wereld.
Natuurlijk kan gevraagd worden of dan
het noodige touw niet van elders en uit
ander materiaal verkregen kan worden.
Misschien, als vele maanden tevoren po=
gingen aangewend werden om een grootere
oogst van hennep of manillahennep te
krijgen, dat dan de touwhoeveelheid iets
vergroot kon worden, maar dit zou vooreerst
alleen tegen veel hoogere prijzen kunnen
gebeuren en het zou nog te bezien staan
of de hoeveelheid voldoende zou zijn. Als
men bedenkt, dat geheel Yucatan ongeveer
350.000 inwoners telt, kan men begrijpen,
dat de regeering der Vereenigde Staten
dergelijke groote belangen niet wil laten
opofferen aan het plezier van eenige
revolutionnaire roovers. J. F. v. O.
iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
A. J. S. te M. Kunt u mij raad geven om
mieren uit een (pro>isie)kast te verdrijven?
Wij hebben al het eetbare uit de kast ver
wijderd, naphtalineblokjes er in gelegd, doch
het ongedierte komt steeds weer. De nesten
kunnen wij niet vinden, hoeveel moeite er
reeds voor gedaan is.
Een afdoend middel om mieren te ver
drijven wordt genoemd het overvloedig en
herhaaldelijk overgieten met brieschend"
kokend water, waarin een goede dosis ge
wone soda is opgelost. Mocht dit middel
voor uwe kast bezwaren opleveren, probeer
dan eens uw plagen te verdrijven door ge
durende een etmaal een bord met zware
teerolie in uw kast te zetten. Dampen van
zware teerolie zijn een snelwerkend vergif
voor mieren.
Andere middelen tegen mieren zijn: Het
inspuiten van hunne gangen met carbolzuur;
ze lokken met suiker of honig in een glas
of bord met water, ze dan dooden met
kokend water en dan alles, bord met suiker
en doode mieren, weer op de plaats zetten,
dan verdrijft zegt men de lucht van
het ontwijkende mierenzuur alle andere
mieren. Men kan ook de bezochte plaatsen
begieten met een aftreksel van notenblaren,
naphta of petroleum, of houtskool, zaagsel,
koffiedik of keukenzout strooien op de
plaatsen waar ze zich het meest vertoonen.
Ook voor witte peper schijnen ze veel ont
zag te hebben. In Zwitserland verdrijft men
mieren met tomaten-bladeren.
Is het nest te bereiken, dan vol gieten
met teer of uitbranden met kokend
sodawater.
B. te A., Kunt U mij den weg aangeven
om te bekomen een werkkring in Ned-Indië
of bij welk bureau of lichaam ik me daar
toe moet vervoegen?
Uw vraag is te vaag gesteld om juist
beantwoord te kunnen worden. Wend u,
met opgave van in Uw bezit
zijnde akten en diplom a's, tot het
Arbeidsbureau van de Vereeniging Oost
en West", Heulstraat 17 te 's-Gravenhage,
waar aan personen die bij landbouw, nijver
heid of handel, van uit Nederland in de
Nederlandsche Koloniën of omgekeerd een
betrekking of werkkring zoeken, dan wel
werkkrachten behoeven, de gevraagde be
middeling verleend en de noodige inlichtin
gen verschaft worden.
Door dit bureau wordt uitgegeven een
serie brochures: Staats- en particuliere
beMHUIIIIIIIIIIIIIIIimlIIIIIIIMIlU
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiii
personeel van 's Lands Marinewerf, verte
genwoordigers der verschillende corpsen, te
Amsterdam in garnizoen, de oudstrijders van
1813-1815 en die van 1830, de stad-hoorn
blazers, de jongelingen der AmbacTitsschool
met banier- en attributen en allen uit het
typografen- en tabaksbewerkersbedrijf hier
ter stede Op de eerste zegewagen stond de
Nederlandsche Maagd. De tweede wagen
stelde voor de vestiging van > Koningschap
in 't Huis van Oranje ; de vierde wagen was
de Vrede". De hoofdfiguur in den optocht
was De Triomfwagen Waterloo".Het onderste
gedeelte stelde voor een Romeinsche zege
wagen, aan de voorzijde verheven met een
Pedestal, waarop de buste van Wiilem II,
omgeven door een Trophée van
Oranjevlaggen en 2 stukken geschut; achter de
Buste stond de krijgsgod Mars in
romeinsche wapenrusting, aan het onderdeel der
Buste het wapen van Wiilem II, in het
midden van den wagen de Leeuwenberg
van Waterloo ; op de vier zijden Monumenten
met de namen der verschillende veldheeren.
Op den wagen stonden 2 Nederlandsche, 2
Engelsche en 2 Pruisische militairen met
hunne banieren en wapens, de namen
van Wiilem van Oranje, Wellington en
Blücher. De wagen werd, gelijk de andere,
getrokken door 6 paarden; ieder koppel
paarden stelde voor een kor.inrijk, en wel:
Nederland, Engeland en Prnisen, allen ver
sierd met panachen, schabrakken met wapens,
en geleid door 2 Nederlandsche, Engelsche
en Pruisische militairen.
Een in die dagen bekende persoonlijkheid,
de heer F. W. Wienkamp, wiens borst ver
sierd was met 39 medail es voor het redden
van menschenlevens, zoowel bij brand als
uit het water, diende ook ter opluistering
van den stoet.
De man scheen er zeer mede vereerd, want
eenige dagen later verscheen een in warme
trekkingen in onze overzeesche bezittingen",
die U bij eiken boekhandelaar bestellen kunt.
Daarin verschenen tot nu toe: de bestuurs
ambtenaar in N.-I.; de geëmployeerde bij
de Java-suikerindustrie; de rechterlijke amb
tenaar in N.-I.; de ingenieur in N.-I.; de
ambtenaar bij het boschwezen in N.-I.; de
ambtenaar bij het onderwijs in N.-I.; de
vooruitzichten voor den Nederlandschen arts
in N.-I.; de ambtenaar bij den dienst der
in- en uitvoerrechten en accijnzen in N.-I.;
de ambtenaar bij de gouvernementsmarine
in N.-I. Een afdeeling van de Vereeniging
Oost en West" is ook in Uwe woonplaats
gevestigd.
Geachte redactie!
Het artikel Oorlogstucht en Vredestucht"
van de hand van Habé" in No. 1890 van
De Amsterdammer, trof mijn aandacht en ben
ik het grootendeels met den schrijver eens.
Wat echter betreft het laatste gedeelte
waar de schrijver zegt: dat het begin onzer
mobilisatie een tijdperk is geweest van bit
tere ontgoocheling en, dat het met de
krijgstucht in die dagen bitter treurig was gesteld"
meen ik niet te kunnen onderschrijven. Zelf
ben ik Landweerman en dus vanaf l Augustus
onder de wapenen en bij het
Landweerbataljon, waar ik bij dien, is me nimmer
hiervan gebleken. Integendeel, we hadden
het besef onzen plicht te doen en dit doen
we tot heden nog. Echter moet ik den schrij
ver toestemmen dat zich symptoomen ver
toonen om het met de tucht niet zoo nauw
te nemen" en hoewel ik en velen met mij
dit afkeuren, bestaat hiervoor een reden,
die zijn oorzaak vindt in een door het
Legerbestuur genomen maatregel een maatregel die
tegen het rechtsgevoel van ieder indruischt.
Ik bedoel de landbouwverloven. Er zijn
compagnieën waar van de 200 man er 150
met zulk verlof gaan resp. van 6, 8, 14 en
21 dagen. Daar in het geheel slechts 18
pCt. met verlof mogen, zijn de
niet-landbouwers ongeveer vijf weken van verlof
verstoken, waarbij dan nog komt de tijd
die ze moeten wachten als ze juist vór
de intrekking van het verlof weer terug
gekomen zijn; voor hen worden de vijf
weken er 6 a 8.
Wat moet nu de zakenman aanvangen
die met moeite zijn personeel aan het werk
kan houden, doordat hij ns in de 10 dagen
een dag of, als men de reis er af rekent,
ruim een halven dag, zijn zaken kon blij
ven behartigen? Zijn zaken sluiten hoewel
tegen zijn zin, dit is het eenige middel.
Hoe is de gemoedsstemming van den min
der ontwikkelde die door deze omstandig
heden tal van weken niet in de gelegen
heid is de zijnen te bezoeken?
De stemming is bitter en terecht. Eenige
groot-landbouwers in Zeeland verklaarden
mij persoonlijk dat zij gén gebrek hebben
aan veldarbeiders, terwijl een van hen mij
woordelijk zegde: nu komen er straks twee
van mijn knechts met landbouwverlof, het
wieden is reeds uitbesteed, ik weet waarlijk
niet wat ik de menschen moet laten doen."
De veldarbeiders zeggen zelf dat het niet
noodig is, dat ze bij den boer gaan werken daar
deze werkvolk genoeg kan krijgen; en hun,
die 14 dagen verlof krijgen in 2 termijnen,
spijt het dat ze dit verlof krijgen omdat...
ze nu wel zullen moeten werken daar de
vergoeding van het rijk dan vervalt. Met
deze gegevens wendde ik me tot een groot
landeigenaar met eigen boerenbedrijf, die
ook in 'connectie staat met het bemid
delingsbureau voor den landbouw", met het
verzoek mij zijn meening omtrent de door
mij verzamelde gegevens kenbaar te maken.
Deze antwoordde mij: Het is precies zoo
als de door u verzamelde gegevens aan
duiden."
Is het dan te verwonderen dat er onte
vredenheid gaat komen? Temeer waar met
een weinig goeden wil de verloven allen
zouden kunnen doorgaan. Ik zelf vraag me
af: waarom wordt een dergelijke regeling
niet geheel overgelaten aan de heeren Com
pagniescommandanten? Waar een wil is, is
een weg. En werkelijk de goede geest bij
ons, Landweermannen is sedert l Augustus
nooit verloren gegaan, doch nu...
G.
bewoordingen gestelde advertentie tot dank
betuiging in het Algemeen Handelsblad.
Aan muziek ontbrak het niet in den stoet;
behalve eenige muziekkorpsen waren er twee
zangvereenigingen, nl. Zanglust en Vriend
schap, die om beurten nationale liederen
deden weerklinken. De optocht ging door
het hartje van de oude stad, langs de grach
ten om ten slotte in de Plantage in den tuin
van Eik en Linden te worden ontbonden.
's Avonds was er opnieuw feest. De stad
gaf een groot vuurwerk op den Amstel. In
het Paleis voor Volksvlijt zong een koor
van 800 kinderen der Stadsarmenscholen
onder leiding van Johan M. Coenen een
toepasselijke compositie.
Dat Waterloo" in die dagen ook als
reclamemiddel vele diensten verrichtte be
hoeft nauwelijks betoog ; de annonces spre
ken van alle mogelijke artikelen, die gedu
rende die dagen met het epitheton georneerd
werden. Wat dunkt u evenwel van een glas
Waterloo-champagne?
De Amsterdammers vierden het feest op
20 en 21 Juni nog dunnetjes na, om eerst
tegen het einde van die week in hun ge
wone doen terug te keeren. Op Zondag 25
Juni hadden in alle zomertuinen er be
stonden in die jaren vele van die soort in
herhalingen van de toepasselijke muziekuit
voeringen plaats ; overigens bleef het daarbij.
Een andere vermeldenswaardige vorm van
herdenking was de oproeping van het Hoofd
bestuur van het fonds ter aanmoediging en
ondersleuning van den gewapenden dienst,
in welks kas gedurende die dagen op milde
wijze bijdragen vloeiden. Amsterdam ver
loochende ouk toen geenszins zijn liefdadigen
aard. S. BOTTENHEIM
* SS 9