Historisch Archief 1877-1940
27 Juni '15. No. 1983
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
stelt in staat tot zulk een afdoende,
bloedlopze manier van benadeeling van den
vijand, dat het een heele opoffering zou
zijn geweest om van eenigerlei wijze van
benadeeling afstand te doen. Op zichzelf
beschouwd is dit ook wel begrijpelijk.
Maar Engeland zou zich nooit tot een
verklaring als die van Parijs hebben laten
vinden, als de toenmalige Regeering er geen
voordeel in had gezien. En dit voordeel
bestaat ongetwijfeld zoodra dit Rijk niet
zelf in den oorlog is betrokken.
In de groote oorlogen, waar Engeland
buiten stond, wisten de oorlogvoerende
partijen dan ook zeer goed, dat de engelsche
vloot stond achter de diplomatieke vertoogen,
waarin erkenning van de rechten als neu
trale staat werd geeischt.
Reeds dadelijk bij het uitbreken van den
tegenwoordigen oorlog sprak uit elke han
deling der Engelsche Regeering de oude
historisch geworden geest. Mocht zulk een
handeling inbreuk maken op een bestaand
traktaat, dan had vriend en vijand zich daarbij
neer te leggen, omdat het belang van Enge
land dit eischte. Mocht zulk een handeling
aanleiding geven tot het nemen van ver
geldingsmaatregelen door den vijand, zooals
bijv. de Duitsche duikbooten oorlog er een
is tegen de uithongeringspolitiek der Gealli
eerden, dan vindt men de eigen handeling
geoorloofd, doch de vergelding niet. In dezen
vorm brengt de suprematie ter zee van Enge
land meer verwijdering dan noodig schijnt.
Wat Nederland betreft, kan onomwonden
worden toegegeven, dat, zoolang er een
suprematie ter zee moet bestaan, het bezit
daarvan door Engeland voor onze onafhan
kelijkheid geen gevaar zal opleveren; daar
voor zelfs een waarborg zal zijn. Want in
den loop der eeuwen is bewezen, dat zij in
die handen niet enkel is een gevaar voor
hen, die macht zoeken, maar ook dat zij
het voortbestaan van sommige kleine natiën
als een der voorwaarden beschouwt om zich
te kunnen handhaven. En dit zou al heel
gauw moeielijk worden als het geheele
oostelijk deel der Noordzee zich eens in de
macht bevond van een groote en eerzuchtige
vastelands mogendheid.
Wij moeten echter ook verder zien en ons
afvragen of in de wijze, waarop vooral in
den tegenwoordigen oorlog van die opper
macht ter zee wordt gebruik gemaakt, voor
de vrede in West-Europa niet een even groot
gevaar schuilt als men in en buiten Enge
land in de laatste jaren in het optreden van
Duitschland heeft gezien. Want waar wij
ons, als klein land, eenvoudig bij hebben neer
te leggen, of wat wij in ons eigen belang
als recht moeten erkennen, is voor een mach
tig rijk als Duitschland een heel andere zaak.
De Duitsche natie vraagt voor zich om
waarborgen tegen storing van zijn handels
verkeer en van den aanvoer van levensmid
delen. Zij wil evenals andere groote
mogendheden koloniën bezitten en zich
dit bezit verzekeren. En zij zal er zich be
grijpelijkerwijze nooit bij willen neerleggen,
en zal als zij er thans toe mocht worden ge
dwongen er toch op den duur altoos weer
tegen in verzet komen, dat Engeland, dat
in zielental der bevolking ver in de min
derheid is, van zijn oppermacht ter zee
kan gebruik maken om haar daarin elk
oogenblik te dwarsboomen of het reeds
verkregene te ontnemen. Zijn deze door
een machtig rijk niet ten onrechte ver
langde waarborgen langs vreedzamen weg
niet te verkrijgen, dan grijpt Duitschland
natuurlijk naar het door de historie aan
gewezen wapen, nl. het bezit van een zeer
sterke vloot. En het is even begrijpelijk, dat
anderzijds zulk een vloot zal worden be
schouwd als een zógeduchte factor voor
verbreking van het politiek evenwicht, dat
men haar invloed zal willen neutraliseeren.
Al is de terzijde stelling door Engeland
van de meeste verdragen op het gebied van
het maritieme deel van het volkerenrecht op
het oogenblik ongetwijfeld in Engelands
belang, zoo is het dus zeer de vraag of
zoodoende het tot stand komen van een be
teren toestand in West Europa wordt be
vorderd en voor de toekomst beperking van
militaire uitgave zal worden verkregen. Want
zelfs al acht men daarvoor noodig, dat het
z.g. Duitsche militairisme wordt bezworen;
zoo zal daarmede noodwendig gepaard moe
ten gaan een ommekeer in de wijze, waarop
van de suprematie ter zee kan worden
gebruik gemaakt.
Of er voldoende redenen zijn om, in te
genstelling met het Duitsche militairisme,"
te spreken over Engelschen marinisme,"
kunnen wij gerust in het midden laten. Maar
dit neemt niet weg, dat in Engeland reeds
sedert eenigen tijd de voorstanders van zekere
oude conservatieve opvattingen omtrent het
optreden ter zee, een zeer grooten invloed
hebben. Dit bleek eenige jaren geleden bij
de oppositie tegen de zeerechtdeclaratie van
Londen en teekende zich kort daarop even
eens af in de door de Admiraliteit getroffen
maatregel tot het bewapenen van koop
vaardijschepen, zonder dat de gezagvoerder
en de bemanning bij het personeel der
marinereserve behoefde te worden ingelijfd.
Tegen dezen maatregel is van andere
zijde o.a. ook in Nederlandsche vak
bladen en tijdschriften met klem opge
komen, omdat die bewapening in oorlogstijd
enkele ruimten wit, on. .laarr., 6cboorteplaats
en dergelijke kleinigheden in te vullen :n
zich op deze wijze het werk, zelfs voor
confectie-necrologiën, te gemakkelijk ge
maakt. Ik bezit nog eenige van deze for
mulieren. Zij waren nogal eenvormig. Het
was als 't ware altoos 't oude liedje. ....
werd te... in het jaar... geboren. Zijn
vader was een eenvoudig, practisch man,
zijn moeder al vroeg gedrukt door zorgen
voor 't groote gezin van tien kinderen en
ziekte.
De jonge... groeide in armoede op,
onderscheidde zich van zijn broeders en
zusters door zijn fantastischen geest en
zijn gemis aan besef van de werkelijkheid
des levens. Nu volgden een paar staaltjes
van menschenliefde, dierenliefde, onzinnige
opofferingsgezindheid, sterk ontwikkelden
familiezin enz. enz. Het jongemensch leerde
op school traag, was ongehoorzaam, weer
barstig, ondeugend, werd van school ge
jaagd, was de vertwijfeling van vader en
moeder, liep weg van huis, beproefde twaalf
ambachten, kreeg dertien ongelukken enz. enz.
Dan kwam een tijd van studie en arbeid,
de ontwikkeling van het sociaal instinct, een
ongelukkige liefde, een tijd van tegenspoed
en neerslachtigheid, het huwelijk, een tijd
van geluk en arbeid, de zorgen voor 't gezin,
de botsing van zijn nieuwe denkbeelden met
de practische" maatschappij, de armoede,
de miskenning, de vereenzaming, de
toeTransport- en Zee-Verzekering met
NIOIEST (Oorlogsrisico).
BLOM & VAN DER AA, Assurantiebezorgers.
AMSTERDAM, BEURSPLEIN No. 5 Telegram-Adres: BLOMA.
Telefoon Noord: 2247, 2192, 7783, 6704 en 3174.
BOUWT TE HUNSPEET.
Mooie boschrfiketerrelnen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
M?. .DE VELUWE", Nunspeet.
GRANDS VINS DE 'CHAMPAGNE
Rerrier-Jouet
Cori.cessionriajresiv,
Sauter & Polls, Maastricht.
- American -?
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
gelegenheid zou bieden tot gewelddadig
verzet tegen een volkomen gewettigd onder
zoek door vijandelijke oorlogsschepen. AI
was de bedoeling van het bewapenen ook
uitsluitend om zich tegen zoodanig onder
zoek te verzetten, als het door daartoe niet
gerechtigde schepen zou worden uitgeoefend,
zoo is het dan ook reeds een feit, dat van
af koopvaardijschepen op onderzeebooten is
geschoten.
Verzet tegen gewettigd onderzoek is in
strijd met het volkenrecht, is te vergelijken
met het optreden van franc-tireurs te land,
lokt noodwendig represaille-maatregelen uit,
vooral wanneer, zooals in dit geval, de
Regeering er de middelen toe verschaft.
De Engelsche Regeering heeft dit blijkbaar
niet kunnen inzien, of niet willen inzien, en
is in dezen oorlog zelfs verder gegaan. Het
aantal door de Regeering bewapende koop
vaardijschepen (niet te verwarren met de
onder de oorlogsvlag varende als hulp
kruiser dienstdoende schepen) nam steeds
toe; hun gezagvoerders zijn openlijk en
blijkbaar met goedvinden der Engelsche
Regeering tot ongewettigde oorlogsdaden
aangezet. Pogingen om zich te onttrekken
aan een onderzoek door Duitsche duikbooten
waren reeds kort na het begin van hun actie
aan de orde van den dag en het ligt voor
de hand, dat Engeland's tegenstanders zich
tegen dergelijke opvattingen omtrent den
zeeoorlog op hiinne wijze trachten te
verweeren.
Hoewel wat den vorm betreft daarmede
niet in elk opzicht te vergelijken, is er in
de niets en geen enkel traktaat ontziende
wijze, waarop door Engeland van zijn su
prematie ter zee in dezen oorlog opnieuw
wordt gebruik gemaakt, toch wel degelijk
iets wat in den geest overeenkomt met het
geen men Duitsch militairisme" noemt. En
met alle waardeering voor het goede, dat
er in die supprematie voor het europeesch
evenwicht ligt opgesloten, mag pok van
neutralen kant deze schaduwzijde wel
eens in het licht gesteld worden.
Ook met een ter zee overmachtig Enge
land kan er zijn een vrije zee, waarop de
particuliere eigendom wordt geëerbiedigd,
zoowel in vredes- als in oorlogstijd; een
zee, waarop niemand overhcerscht en dus
ook niemands rechten worden onderdrukt.
Alleen zózal zich op den duur ook een
machtige natie bij zulk een suprematie
kunnen neerleggen. NEPTUNUS"
DE HUISDOKTER
Bestaat in onzen tijd nog behoefte aan den
passing zijner ideeën door handige uitbuiters
er. fielten, zijn lichamelijke ondermijning,
zijn erkenning op 't uiterste oogenblik en
zijn dood", juist op 't moment, dat het
opkomend geslacht" hem ging erkennen.
Zoodra iemand zijn necrologie en zijn
standbeeld had gekregen, veranderde hij
volgens contract met Arwlright van naam en
woonplaats en begon een nieuw en beter"
leven met behulp van zijn procenten van
den opbrengst van de exploitatie zijner
werken.
Van mij nu werd geeischt, dat ik meer
variatie in de levensbeschrijvingen" zou
brengen en niet zonder genoegdoening
vertel ik hier, ddt ik daar zoo wonderwel
in slaagde, dat mij ook werd opgedragen,
de redevoeringen, uit te spreken bij de ont
hulling der standbeelden etc. der groote
mannen, te vervaardigen. Zij werden betaald
met een dollar per stuk en gratis papier,
terwijl ik eens van een dankbare doode",
die een ruitersstandbeeld had gekregen, een
vulpen ten geschenke ontving, die bijna niet
lekte. Deze doode" had het middel gevon
den om meel met blauwsteen te vermengen,
zonder dat het brood daarvan gebakken,
zanderig smaakte, en hem had het lot van
zoovele uitvinders getroffen, hij werd mis
kend, tot hij zoogenaamd stierf" en zijn
standbeeld kreeg op een onbebouwd ter
rein aan den rand der stad. Om het stand
beeld liet de [gemeente een plantsoen
VRAAGT
TANDMIDDELE.N
geneeskundige, dien men vroeger den naam
huisdokter" gaf, en, zoo ja, wat heeft dan
eigenlijk zoo'n huisdokter nog te beteekenen ?
Die vragen zijn gewettigd. Immers in de
laatste jaren heeft zich het medisch spe
cialisme zoo uitermate sterk vertakt, dat het
allen schijn heeft, alsof voor den algemeenen
geneeskundige, voor den man die van alles
verstand moet hebben, maar van niets ge
noeg weet", geen plaats meer is. Op zijn
hoogst is de huisdokter nog bruikbaar om
zijn patiënten te raden, tot welken specialist
zij zich in een bepaald geval moeten wen
den; dat bespaart teleurstelling en kosten.
Om de juistheid van deze uitspraak van
het publiek te overwegen, hebben wij in de
eerste plaats na te gaan, wat het essentieel
onderscheid is tusschen den specialist en
den huisarts. Zonder twijfel zal de specia
list, de goede wel te verstaan, in het onder
deel, waarvan hij zijn uitsluitende studie
heeft gemaakt, het verder gebracht hebben
dan de medicus, die van alle onderdeden
min of meer op de hoogte behoort te zijn.
Naast meer kennis zal hij meer vaardigheid
in het herkennen en behandelen bezitten,
zoodat zijn onderzoek en behandeling door
den patiënt minder onaangenaam zal worden
gevonden.
Tegenover dit voordeel staat ook een
nadeel. Op den duur wordt de specialist
min of meer eenzijdig, hetgeen ten gevolge
kan hebben, dat hij steeds de oorzaken der
klachten, die een patiënt tot hem voeren,
zoekt juist binnen het enge gebied, waarop
hij zich beweegt. Want velen onder onze
patiënten zijn al zoover gegaan met de
uitschakeling van hun huisdokter, dat zij
zelfs hem niet meer raadplegen over den
specialist tot wien ze zich zullen wenden,
doch ook in dezen zelfstandig beslissen.
En nog een ander nadeel staat er tegen
over: bijna altijd neemt de specialist zijn
patiënt waar onder voor den laatste on
gunstige omstandigheden.
Doel van beiden, van specialist en huis
arts, is: den patiënt te brengen tot de levens
voorwaarden, die voor zijn geluk en voor
de duurzaamheid daarvan het gunstigst zijn.
Dat het herstel van een geschokte ge
zondheid eene der voornaamste is, behoeft
eigenlijk niet afzonderlijk gezegd te worden.
Maar ik vestig er de aandacht op, omdat
ik den nadruk wil leggen op de talrijke
j gevallen, waarin van werkelijk herstel geen
sprake wezen kan, waarin de afwijking van
zoo groote beteekenis is, dat de patiënt
gedoemd is, er aan te gronde te gaan. Dan
komt de medicus te staan voor een gansch
andere, oneindig veel moeielijkere, maar
toch ook veel dankbaarder taak: het op
voeden van den zieke tot een, die den last
van het leven dragen kan.
Dit toch heeft ons de ervaring ruimschoots
geleerd: het komt niet in de eerste plaats
aan op het leed, dat iemand heeft, maar op
de kracht, waarmede hij dat leed draagt.
En wat is dan voor iemand, wien de last
des levens drukt en steeds zwaarder
drukimiHiiimiimiiiiiiiiiiMiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii
aanleggen, aan het plantsoen bouwden specu
lanten huizen en binnen twee jaar steeg de
grond er tot het vierdubbele der waarde.
Ook werd het meel nu in groote hoeveel
heden uitgevoerd en de z.g. gestorven uit
vinder werd alleen van de procenten een
gezeten man. Toen gaf de man mij uit
dankbaarheid voor de necrologie en de ont
hullingsrede, een vulpen.
Hoeveel groote mannen, hoeveel stand
beelden dankt Amerika aan Tim Arwlright!
Maar Arwlright en zijn aandeelhouders deden
hun moeite niet voor niets. Want zij breidden
hun zaken steeds uit en ten laatste kon
elkeen, die zich de luxe wilde veroorloven,
een standbeeld, een necrologie en een ont
hullingsrede verkrijgen. Millionnairs bestel
den ze soms bij het dozijn, te plaatsen in
twaalf verschillende Amerikaansche steden
en wie volgens een extra tarief betaalde,
behoefde niet eens quasi dood te gaan. Na
de onthulling bleek dan de doode groote
man, slechts schijndood te zijn geweest en
ik heb herhaaldelijk lieden een pijp rookend
zien zitten op een gedenkbank, te hunner
eere na hun vermeenden dood opgericht.
Want nietwaar, men kan toch niet iemands
standbeeld weder verwijderen, omdat hij
per toeval blijkt niet dood te zijn ?
Eenige jaren heb ik op de aangenaamste
wijze in dienst van Arwlright en de Ame
rikaansche groote mannen gewerkt. Toen
kwam ik op het onpractische idee zelf k
LIBERTY
MEUBELRFDEELJNG
Wij stellen Ier bezichtiging een serie
NIEUWE MODELKRMER5
waarin tuij een voorbeeld geven
van een smaakvolle
uuoninginrjchhng, bestaande uit
EETKRMER.ZITMMER eSLRRPKRMER
in Engelsche stylcn. welke uuij
geheel compleet met inbegrip
van muurbekleeding, Perzische
tapy ten. gordynen, lampen ehaarden
franco In Nederland plaatsen voor
o FI.
Een catalogus mei" afbeeldingen
en beschryving dezer kamers
zenden uiij franco op aanvraag
Tol" een bezoek aan deze nieuuie
modelkamers noodigen beleefd uil
M F T"17 /r? Leidschesfeat
C l/.S IS/ Rmsterdöm
Eeniöe verreöenuioordiöers in Nederland
ken gaat, van meer belang dan dat hem
geleerd wordt, die drukking minder te ge
voelen?
Om hem dat te leeren, is wel in eerste
plaats noodzakelijk, dat men bekend zij met
de bijzondere beteekenis, die verschillende
andere levensomstandigheden voor den zieke
hebben en dan weer het allereerst de be
teekenis van de omgeving, waarin de zieke
leeft. Wie, buiten zijn naaste familie en zijn
intiemste vrienden om, zal beter diekennis be
zitten dan de man, die ten allen tijde en onder
allerlei omstandigheden heeft kennis gemaakt
met die omgeving, de huisdokter? Hij toch is
de man, wiens hulp en bijstand men inroept
onder alle moeielijkheden die het leven
bieden kan. Van gebrek aan harmonie draagt
hij evengoed kennis als van de
zakenmoeielijkheden; financieele bezwaren als oorzaak
van zenuwachtigheid" en overspanning"
worden hem evengoed duidelijk als de
gespannenheid van familieverhoudingen. Ik
durf wel zeggen, dat alles, wat van
nadeeligen invloed is op de lichamelijke, maar
voornamelijk op de geestelijke gezondheid
van zijn patiënten, aan hem wordt toever
trouwd. En, waar hij beschikt over zoovele
gegevens voor de kennis van den gemoeds
toestand zijner patiënten, daar zal hij ook
de aangewezen man zijn, om op dien ge
moedstoestand wijzigend, verbeterend, in te
werken.
Ik weet zeer goed, dat de huisarts, die
aldus zijn taak opvat, een heel zwaar leven
heeft. Hij wordt geraadpleegd over tal van
aangelegenheden, die met zijn vak, zijn
wetenschap, niet te maken hebben, en toch
verwacht men van hem, juist van hem, goe
den raad. De grootere menschenkennis, die
hij door zijn praktijk heeft opgedaan, komt
hem goed te pas, want juist deze wordt zoo
herhaaldelijk te hulp geroepen. En met behulp
van deze zal het hem dan ook menigmaal
gelukken, iemands paden anders te leiden;
anders: meer in de richting van geluk. Hoe
vaak zal hij den stoot ertoe geven, dat ver
broken banden weder worden aangeknoopt,
dat begane fouten worden hersteld, dat het
dreigend gevaar voor scheiding wordt afge
wend. Inderdaad, de huisarts, die werkelijk
prijs stelt op die eervolle functie, zal menig
maal de eenige zijn, die in staat is, terug
te winnen wat dreigde verloren te gaan,
dood te willen gaan en een standbeeld plus
necrologie en inhuldigingsrede te verwerven.
Er was een mooi standbeeld ten voeten uit
over, omdat de man, die quasi dood zou
gaan, op straat werd overreden en werkelijk
een dag later aan de wonden overleed. Zijn
erfgenamen konden het standbeeld niet be
talen. Zoo kreeg ik het voor een prikje en
had slechts op den sokkel mijn naam te
laten beitelen en den naam van den doode
te laten wegbikken. Ik schreef mijn eigen
levensbericht en een fraaie rede voor de
inhuldiging van mijn standbeeld. Hoe ik in
uitgekozen bewoordingen zoovele dierbare
dooden had herdacht. Welk een vaardigheid
ik bezeten had in het varieeren van de
levensomstandigheden der groote mannen.
In welk een kernachtige taal ik de ver
diensten van de groote dooden in het licht
had gesteld. Hoe ik altoos duidelijk had
weten uiteen te zetten, dat de miskenning
van den grooten man tijdens zijn leven niet
een gevolg was geweest van de stompzin
nigheid, de domheid, de ijdelheid en de
achterlijkheid van zijn tijdgenooten, maar
dat de groote man zijn tijd zoo ver vooruit
was geweest, dat zelfs het Amerikaansche
volk hem niet had kunnen volgen in de
stoute vlucht zijner fantaisiën. Hoe het
Amerikaansche volk in mij had te betreuren
een groot biograaf, een diepzinnig stylist,
een kenner van den psyche van menschen
en tijden en dat het standbeeld, 't welk mijn
levensvreugde te verwekken, waar voort
durende somberheid dreigde.
Want, en hiervan is het groote publiek
niet meer doordrongen, de voornaamste taak
van den arts, van den huisarts in het bij
zonder, is het opvoeren van zijne patiënten
tot de grootste hoogte van het voor hen
bereikbare geluk.
Nu kom ik terug op' wat ik boven zei,
dat de specialist bijna altijd zijne patiënten
waarneemt onder voor hen ongunstige om
standigheden. Immers maar zelden zal hij
in de gelegenheid zijn, de plaats te leeren
kennen, die een patiënt inneemt in zijn
huiselijken kring. Het is volstrekt niet altijd
waar, dat de schijnbaar voornaamste ook
inderdaad als de voornaamste wordt be
schouwd. Hoe vaak draait het geheele ge
zinsleven niet om een ander dan juist vader
of moeder! En zelfs, al is te dien opzichte
de familieverhouding volkomen correct, dan
nog zijn er tal van factoren van het huiselijk
geluk - of van huiselijk leed die vol
komen ontsnappen aan de waarneming van
hem, die niet te allen tijde met algeheel
vertrouwen in den familiekring wordt wel
kom geheeten. Dit laatste nu is het voor
recht van den goeden huisarts, en in dit
opzicht staat haast elk specialist ver bij
hem achter. Voor den specialist wordt elke
patiënt meer een geval", al of niet
interesrant, en maar zelden leert hij van den zieke
diens volle menschelijkheid, zoo ten goede
als ten kwade, kennen. Dat wil zeggen, dat
hij ook veel zeldzamer dan de huisdokter
in staat zal zijn, op het gemoedsleven van
den zieke belangrijk wijzigend in te werken.
Voor vele jaren las ik de uitspraak van
een fransch collega, dat de dokter somtijds
genezing, dikwijls leniging en altijd troost
kan brengen. Wanneer zulks waar is mij
zijn deze woorden uit het hart gegrepen
dan zou ik het brengen van genezing en
van leniging willen beschouwen als de bij
zondere verrichting van den specialist. En
voor den huisarts zou ik bewaard willen
zien alle drie de voorrechten: het brengen
van genezing in enkele gevallen, van leniging
in talrijkere en van troost in nagenoeg alle.
Of in onzen tijd, die toch zoo arm is aan
waarachtig geluk, nog plaats gebleven is
voor een goed huisarts??
R. v. E.
trekken voor den nazaat vereeuwigde, slechts
een bescheiden hulde was van een groot
volk aan een zijner groote zonerg ...
Arwlright weigerde het standbeeld te doen
onthullen en de rede te laten uitspreken
omdat ik... geen Amerikaan was. Het streed
tegen zijn nationalistisch principe. Hij be
hoorde tot de aanhangers van de geestelijke
Monroe-leer onder den zinspreuk: Amerika
voor de Amerikanen.
Toen heb ik mijn betrekking opgezegd.
Ik heb, toen mijn spaarduitje op was, daar
later veel spijt van gehad. Ten laatste heb
ik zelfs mijn standbeeld ver onder den prijs
moeten verkoopen aan iemand, die het ge
bruikt heeft tot versiering van zijn tuin en
daar het in den vorm was van een Romeinsch
veldheer, liet hij er op zijn beurt mijn naam
weder afbikken en er Scipio" op zetten,
omdat hij rijk was geworden met den ver
koop van kogeltjesblauw, dat onder dezen
naam in Amerika een bekend merk is ge
worden.
Echter, naar het algemeen oordeel, zijn de
levensberichten" en de onthullings-reden
voor groote mannen in Amerika tegen
woordig veel eenvormiger gesteld, dan toen
ik er op fatsoenlijke wijze mijn brood mede
verdiende. Zij zouden kunnen wedijveren met
de Levensberichten" van de Maatsch. tot
bev. van de Nederl. Letterkunde te Leiden.
Waarschijnlijk gebruikt Awlright weer de
formulieren van mijn voorganger.