De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 27 juni pagina 3

27 juni 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

27 Juni '15. No. 1983 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND stelt in staat tot zulk een afdoende, bloedlopze manier van benadeeling van den vijand, dat het een heele opoffering zou zijn geweest om van eenigerlei wijze van benadeeling afstand te doen. Op zichzelf beschouwd is dit ook wel begrijpelijk. Maar Engeland zou zich nooit tot een verklaring als die van Parijs hebben laten vinden, als de toenmalige Regeering er geen voordeel in had gezien. En dit voordeel bestaat ongetwijfeld zoodra dit Rijk niet zelf in den oorlog is betrokken. In de groote oorlogen, waar Engeland buiten stond, wisten de oorlogvoerende partijen dan ook zeer goed, dat de engelsche vloot stond achter de diplomatieke vertoogen, waarin erkenning van de rechten als neu trale staat werd geeischt. Reeds dadelijk bij het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog sprak uit elke han deling der Engelsche Regeering de oude historisch geworden geest. Mocht zulk een handeling inbreuk maken op een bestaand traktaat, dan had vriend en vijand zich daarbij neer te leggen, omdat het belang van Enge land dit eischte. Mocht zulk een handeling aanleiding geven tot het nemen van ver geldingsmaatregelen door den vijand, zooals bijv. de Duitsche duikbooten oorlog er een is tegen de uithongeringspolitiek der Gealli eerden, dan vindt men de eigen handeling geoorloofd, doch de vergelding niet. In dezen vorm brengt de suprematie ter zee van Enge land meer verwijdering dan noodig schijnt. Wat Nederland betreft, kan onomwonden worden toegegeven, dat, zoolang er een suprematie ter zee moet bestaan, het bezit daarvan door Engeland voor onze onafhan kelijkheid geen gevaar zal opleveren; daar voor zelfs een waarborg zal zijn. Want in den loop der eeuwen is bewezen, dat zij in die handen niet enkel is een gevaar voor hen, die macht zoeken, maar ook dat zij het voortbestaan van sommige kleine natiën als een der voorwaarden beschouwt om zich te kunnen handhaven. En dit zou al heel gauw moeielijk worden als het geheele oostelijk deel der Noordzee zich eens in de macht bevond van een groote en eerzuchtige vastelands mogendheid. Wij moeten echter ook verder zien en ons afvragen of in de wijze, waarop vooral in den tegenwoordigen oorlog van die opper macht ter zee wordt gebruik gemaakt, voor de vrede in West-Europa niet een even groot gevaar schuilt als men in en buiten Enge land in de laatste jaren in het optreden van Duitschland heeft gezien. Want waar wij ons, als klein land, eenvoudig bij hebben neer te leggen, of wat wij in ons eigen belang als recht moeten erkennen, is voor een mach tig rijk als Duitschland een heel andere zaak. De Duitsche natie vraagt voor zich om waarborgen tegen storing van zijn handels verkeer en van den aanvoer van levensmid delen. Zij wil evenals andere groote mogendheden koloniën bezitten en zich dit bezit verzekeren. En zij zal er zich be grijpelijkerwijze nooit bij willen neerleggen, en zal als zij er thans toe mocht worden ge dwongen er toch op den duur altoos weer tegen in verzet komen, dat Engeland, dat in zielental der bevolking ver in de min derheid is, van zijn oppermacht ter zee kan gebruik maken om haar daarin elk oogenblik te dwarsboomen of het reeds verkregene te ontnemen. Zijn deze door een machtig rijk niet ten onrechte ver langde waarborgen langs vreedzamen weg niet te verkrijgen, dan grijpt Duitschland natuurlijk naar het door de historie aan gewezen wapen, nl. het bezit van een zeer sterke vloot. En het is even begrijpelijk, dat anderzijds zulk een vloot zal worden be schouwd als een zógeduchte factor voor verbreking van het politiek evenwicht, dat men haar invloed zal willen neutraliseeren. Al is de terzijde stelling door Engeland van de meeste verdragen op het gebied van het maritieme deel van het volkerenrecht op het oogenblik ongetwijfeld in Engelands belang, zoo is het dus zeer de vraag of zoodoende het tot stand komen van een be teren toestand in West Europa wordt be vorderd en voor de toekomst beperking van militaire uitgave zal worden verkregen. Want zelfs al acht men daarvoor noodig, dat het z.g. Duitsche militairisme wordt bezworen; zoo zal daarmede noodwendig gepaard moe ten gaan een ommekeer in de wijze, waarop van de suprematie ter zee kan worden gebruik gemaakt. Of er voldoende redenen zijn om, in te genstelling met het Duitsche militairisme," te spreken over Engelschen marinisme," kunnen wij gerust in het midden laten. Maar dit neemt niet weg, dat in Engeland reeds sedert eenigen tijd de voorstanders van zekere oude conservatieve opvattingen omtrent het optreden ter zee, een zeer grooten invloed hebben. Dit bleek eenige jaren geleden bij de oppositie tegen de zeerechtdeclaratie van Londen en teekende zich kort daarop even eens af in de door de Admiraliteit getroffen maatregel tot het bewapenen van koop vaardijschepen, zonder dat de gezagvoerder en de bemanning bij het personeel der marinereserve behoefde te worden ingelijfd. Tegen dezen maatregel is van andere zijde o.a. ook in Nederlandsche vak bladen en tijdschriften met klem opge komen, omdat die bewapening in oorlogstijd enkele ruimten wit, on. .laarr., 6cboorteplaats en dergelijke kleinigheden in te vullen :n zich op deze wijze het werk, zelfs voor confectie-necrologiën, te gemakkelijk ge maakt. Ik bezit nog eenige van deze for mulieren. Zij waren nogal eenvormig. Het was als 't ware altoos 't oude liedje. .... werd te... in het jaar... geboren. Zijn vader was een eenvoudig, practisch man, zijn moeder al vroeg gedrukt door zorgen voor 't groote gezin van tien kinderen en ziekte. De jonge... groeide in armoede op, onderscheidde zich van zijn broeders en zusters door zijn fantastischen geest en zijn gemis aan besef van de werkelijkheid des levens. Nu volgden een paar staaltjes van menschenliefde, dierenliefde, onzinnige opofferingsgezindheid, sterk ontwikkelden familiezin enz. enz. Het jongemensch leerde op school traag, was ongehoorzaam, weer barstig, ondeugend, werd van school ge jaagd, was de vertwijfeling van vader en moeder, liep weg van huis, beproefde twaalf ambachten, kreeg dertien ongelukken enz. enz. Dan kwam een tijd van studie en arbeid, de ontwikkeling van het sociaal instinct, een ongelukkige liefde, een tijd van tegenspoed en neerslachtigheid, het huwelijk, een tijd van geluk en arbeid, de zorgen voor 't gezin, de botsing van zijn nieuwe denkbeelden met de practische" maatschappij, de armoede, de miskenning, de vereenzaming, de toeTransport- en Zee-Verzekering met NIOIEST (Oorlogsrisico). BLOM & VAN DER AA, Assurantiebezorgers. AMSTERDAM, BEURSPLEIN No. 5 Telegram-Adres: BLOMA. Telefoon Noord: 2247, 2192, 7783, 6704 en 3174. BOUWT TE HUNSPEET. Mooie boschrfiketerrelnen. Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen M?. .DE VELUWE", Nunspeet. GRANDS VINS DE 'CHAMPAGNE Rerrier-Jouet Cori.cessionriajresiv, Sauter & Polls, Maastricht. - American -? Eau de Cologne wordt het MEEST gevraagde Merk. Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk. gelegenheid zou bieden tot gewelddadig verzet tegen een volkomen gewettigd onder zoek door vijandelijke oorlogsschepen. AI was de bedoeling van het bewapenen ook uitsluitend om zich tegen zoodanig onder zoek te verzetten, als het door daartoe niet gerechtigde schepen zou worden uitgeoefend, zoo is het dan ook reeds een feit, dat van af koopvaardijschepen op onderzeebooten is geschoten. Verzet tegen gewettigd onderzoek is in strijd met het volkenrecht, is te vergelijken met het optreden van franc-tireurs te land, lokt noodwendig represaille-maatregelen uit, vooral wanneer, zooals in dit geval, de Regeering er de middelen toe verschaft. De Engelsche Regeering heeft dit blijkbaar niet kunnen inzien, of niet willen inzien, en is in dezen oorlog zelfs verder gegaan. Het aantal door de Regeering bewapende koop vaardijschepen (niet te verwarren met de onder de oorlogsvlag varende als hulp kruiser dienstdoende schepen) nam steeds toe; hun gezagvoerders zijn openlijk en blijkbaar met goedvinden der Engelsche Regeering tot ongewettigde oorlogsdaden aangezet. Pogingen om zich te onttrekken aan een onderzoek door Duitsche duikbooten waren reeds kort na het begin van hun actie aan de orde van den dag en het ligt voor de hand, dat Engeland's tegenstanders zich tegen dergelijke opvattingen omtrent den zeeoorlog op hiinne wijze trachten te verweeren. Hoewel wat den vorm betreft daarmede niet in elk opzicht te vergelijken, is er in de niets en geen enkel traktaat ontziende wijze, waarop door Engeland van zijn su prematie ter zee in dezen oorlog opnieuw wordt gebruik gemaakt, toch wel degelijk iets wat in den geest overeenkomt met het geen men Duitsch militairisme" noemt. En met alle waardeering voor het goede, dat er in die supprematie voor het europeesch evenwicht ligt opgesloten, mag pok van neutralen kant deze schaduwzijde wel eens in het licht gesteld worden. Ook met een ter zee overmachtig Enge land kan er zijn een vrije zee, waarop de particuliere eigendom wordt geëerbiedigd, zoowel in vredes- als in oorlogstijd; een zee, waarop niemand overhcerscht en dus ook niemands rechten worden onderdrukt. Alleen zózal zich op den duur ook een machtige natie bij zulk een suprematie kunnen neerleggen. NEPTUNUS" DE HUISDOKTER Bestaat in onzen tijd nog behoefte aan den passing zijner ideeën door handige uitbuiters er. fielten, zijn lichamelijke ondermijning, zijn erkenning op 't uiterste oogenblik en zijn dood", juist op 't moment, dat het opkomend geslacht" hem ging erkennen. Zoodra iemand zijn necrologie en zijn standbeeld had gekregen, veranderde hij volgens contract met Arwlright van naam en woonplaats en begon een nieuw en beter" leven met behulp van zijn procenten van den opbrengst van de exploitatie zijner werken. Van mij nu werd geeischt, dat ik meer variatie in de levensbeschrijvingen" zou brengen en niet zonder genoegdoening vertel ik hier, ddt ik daar zoo wonderwel in slaagde, dat mij ook werd opgedragen, de redevoeringen, uit te spreken bij de ont hulling der standbeelden etc. der groote mannen, te vervaardigen. Zij werden betaald met een dollar per stuk en gratis papier, terwijl ik eens van een dankbare doode", die een ruitersstandbeeld had gekregen, een vulpen ten geschenke ontving, die bijna niet lekte. Deze doode" had het middel gevon den om meel met blauwsteen te vermengen, zonder dat het brood daarvan gebakken, zanderig smaakte, en hem had het lot van zoovele uitvinders getroffen, hij werd mis kend, tot hij zoogenaamd stierf" en zijn standbeeld kreeg op een onbebouwd ter rein aan den rand der stad. Om het stand beeld liet de [gemeente een plantsoen VRAAGT TANDMIDDELE.N geneeskundige, dien men vroeger den naam huisdokter" gaf, en, zoo ja, wat heeft dan eigenlijk zoo'n huisdokter nog te beteekenen ? Die vragen zijn gewettigd. Immers in de laatste jaren heeft zich het medisch spe cialisme zoo uitermate sterk vertakt, dat het allen schijn heeft, alsof voor den algemeenen geneeskundige, voor den man die van alles verstand moet hebben, maar van niets ge noeg weet", geen plaats meer is. Op zijn hoogst is de huisdokter nog bruikbaar om zijn patiënten te raden, tot welken specialist zij zich in een bepaald geval moeten wen den; dat bespaart teleurstelling en kosten. Om de juistheid van deze uitspraak van het publiek te overwegen, hebben wij in de eerste plaats na te gaan, wat het essentieel onderscheid is tusschen den specialist en den huisarts. Zonder twijfel zal de specia list, de goede wel te verstaan, in het onder deel, waarvan hij zijn uitsluitende studie heeft gemaakt, het verder gebracht hebben dan de medicus, die van alle onderdeden min of meer op de hoogte behoort te zijn. Naast meer kennis zal hij meer vaardigheid in het herkennen en behandelen bezitten, zoodat zijn onderzoek en behandeling door den patiënt minder onaangenaam zal worden gevonden. Tegenover dit voordeel staat ook een nadeel. Op den duur wordt de specialist min of meer eenzijdig, hetgeen ten gevolge kan hebben, dat hij steeds de oorzaken der klachten, die een patiënt tot hem voeren, zoekt juist binnen het enge gebied, waarop hij zich beweegt. Want velen onder onze patiënten zijn al zoover gegaan met de uitschakeling van hun huisdokter, dat zij zelfs hem niet meer raadplegen over den specialist tot wien ze zich zullen wenden, doch ook in dezen zelfstandig beslissen. En nog een ander nadeel staat er tegen over: bijna altijd neemt de specialist zijn patiënt waar onder voor den laatste on gunstige omstandigheden. Doel van beiden, van specialist en huis arts, is: den patiënt te brengen tot de levens voorwaarden, die voor zijn geluk en voor de duurzaamheid daarvan het gunstigst zijn. Dat het herstel van een geschokte ge zondheid eene der voornaamste is, behoeft eigenlijk niet afzonderlijk gezegd te worden. Maar ik vestig er de aandacht op, omdat ik den nadruk wil leggen op de talrijke j gevallen, waarin van werkelijk herstel geen sprake wezen kan, waarin de afwijking van zoo groote beteekenis is, dat de patiënt gedoemd is, er aan te gronde te gaan. Dan komt de medicus te staan voor een gansch andere, oneindig veel moeielijkere, maar toch ook veel dankbaarder taak: het op voeden van den zieke tot een, die den last van het leven dragen kan. Dit toch heeft ons de ervaring ruimschoots geleerd: het komt niet in de eerste plaats aan op het leed, dat iemand heeft, maar op de kracht, waarmede hij dat leed draagt. En wat is dan voor iemand, wien de last des levens drukt en steeds zwaarder drukimiHiiimiimiiiiiiiiiiMiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii aanleggen, aan het plantsoen bouwden specu lanten huizen en binnen twee jaar steeg de grond er tot het vierdubbele der waarde. Ook werd het meel nu in groote hoeveel heden uitgevoerd en de z.g. gestorven uit vinder werd alleen van de procenten een gezeten man. Toen gaf de man mij uit dankbaarheid voor de necrologie en de ont hullingsrede, een vulpen. Hoeveel groote mannen, hoeveel stand beelden dankt Amerika aan Tim Arwlright! Maar Arwlright en zijn aandeelhouders deden hun moeite niet voor niets. Want zij breidden hun zaken steeds uit en ten laatste kon elkeen, die zich de luxe wilde veroorloven, een standbeeld, een necrologie en een ont hullingsrede verkrijgen. Millionnairs bestel den ze soms bij het dozijn, te plaatsen in twaalf verschillende Amerikaansche steden en wie volgens een extra tarief betaalde, behoefde niet eens quasi dood te gaan. Na de onthulling bleek dan de doode groote man, slechts schijndood te zijn geweest en ik heb herhaaldelijk lieden een pijp rookend zien zitten op een gedenkbank, te hunner eere na hun vermeenden dood opgericht. Want nietwaar, men kan toch niet iemands standbeeld weder verwijderen, omdat hij per toeval blijkt niet dood te zijn ? Eenige jaren heb ik op de aangenaamste wijze in dienst van Arwlright en de Ame rikaansche groote mannen gewerkt. Toen kwam ik op het onpractische idee zelf k LIBERTY MEUBELRFDEELJNG Wij stellen Ier bezichtiging een serie NIEUWE MODELKRMER5 waarin tuij een voorbeeld geven van een smaakvolle uuoninginrjchhng, bestaande uit EETKRMER.ZITMMER eSLRRPKRMER in Engelsche stylcn. welke uuij geheel compleet met inbegrip van muurbekleeding, Perzische tapy ten. gordynen, lampen ehaarden franco In Nederland plaatsen voor o FI. Een catalogus mei" afbeeldingen en beschryving dezer kamers zenden uiij franco op aanvraag Tol" een bezoek aan deze nieuuie modelkamers noodigen beleefd uil M F T"17 /r? Leidschesfeat C l/.S IS/ Rmsterdöm Eeniöe verreöenuioordiöers in Nederland ken gaat, van meer belang dan dat hem geleerd wordt, die drukking minder te ge voelen? Om hem dat te leeren, is wel in eerste plaats noodzakelijk, dat men bekend zij met de bijzondere beteekenis, die verschillende andere levensomstandigheden voor den zieke hebben en dan weer het allereerst de be teekenis van de omgeving, waarin de zieke leeft. Wie, buiten zijn naaste familie en zijn intiemste vrienden om, zal beter diekennis be zitten dan de man, die ten allen tijde en onder allerlei omstandigheden heeft kennis gemaakt met die omgeving, de huisdokter? Hij toch is de man, wiens hulp en bijstand men inroept onder alle moeielijkheden die het leven bieden kan. Van gebrek aan harmonie draagt hij evengoed kennis als van de zakenmoeielijkheden; financieele bezwaren als oorzaak van zenuwachtigheid" en overspanning" worden hem evengoed duidelijk als de gespannenheid van familieverhoudingen. Ik durf wel zeggen, dat alles, wat van nadeeligen invloed is op de lichamelijke, maar voornamelijk op de geestelijke gezondheid van zijn patiënten, aan hem wordt toever trouwd. En, waar hij beschikt over zoovele gegevens voor de kennis van den gemoeds toestand zijner patiënten, daar zal hij ook de aangewezen man zijn, om op dien ge moedstoestand wijzigend, verbeterend, in te werken. Ik weet zeer goed, dat de huisarts, die aldus zijn taak opvat, een heel zwaar leven heeft. Hij wordt geraadpleegd over tal van aangelegenheden, die met zijn vak, zijn wetenschap, niet te maken hebben, en toch verwacht men van hem, juist van hem, goe den raad. De grootere menschenkennis, die hij door zijn praktijk heeft opgedaan, komt hem goed te pas, want juist deze wordt zoo herhaaldelijk te hulp geroepen. En met behulp van deze zal het hem dan ook menigmaal gelukken, iemands paden anders te leiden; anders: meer in de richting van geluk. Hoe vaak zal hij den stoot ertoe geven, dat ver broken banden weder worden aangeknoopt, dat begane fouten worden hersteld, dat het dreigend gevaar voor scheiding wordt afge wend. Inderdaad, de huisarts, die werkelijk prijs stelt op die eervolle functie, zal menig maal de eenige zijn, die in staat is, terug te winnen wat dreigde verloren te gaan, dood te willen gaan en een standbeeld plus necrologie en inhuldigingsrede te verwerven. Er was een mooi standbeeld ten voeten uit over, omdat de man, die quasi dood zou gaan, op straat werd overreden en werkelijk een dag later aan de wonden overleed. Zijn erfgenamen konden het standbeeld niet be talen. Zoo kreeg ik het voor een prikje en had slechts op den sokkel mijn naam te laten beitelen en den naam van den doode te laten wegbikken. Ik schreef mijn eigen levensbericht en een fraaie rede voor de inhuldiging van mijn standbeeld. Hoe ik in uitgekozen bewoordingen zoovele dierbare dooden had herdacht. Welk een vaardigheid ik bezeten had in het varieeren van de levensomstandigheden der groote mannen. In welk een kernachtige taal ik de ver diensten van de groote dooden in het licht had gesteld. Hoe ik altoos duidelijk had weten uiteen te zetten, dat de miskenning van den grooten man tijdens zijn leven niet een gevolg was geweest van de stompzin nigheid, de domheid, de ijdelheid en de achterlijkheid van zijn tijdgenooten, maar dat de groote man zijn tijd zoo ver vooruit was geweest, dat zelfs het Amerikaansche volk hem niet had kunnen volgen in de stoute vlucht zijner fantaisiën. Hoe het Amerikaansche volk in mij had te betreuren een groot biograaf, een diepzinnig stylist, een kenner van den psyche van menschen en tijden en dat het standbeeld, 't welk mijn levensvreugde te verwekken, waar voort durende somberheid dreigde. Want, en hiervan is het groote publiek niet meer doordrongen, de voornaamste taak van den arts, van den huisarts in het bij zonder, is het opvoeren van zijne patiënten tot de grootste hoogte van het voor hen bereikbare geluk. Nu kom ik terug op' wat ik boven zei, dat de specialist bijna altijd zijne patiënten waarneemt onder voor hen ongunstige om standigheden. Immers maar zelden zal hij in de gelegenheid zijn, de plaats te leeren kennen, die een patiënt inneemt in zijn huiselijken kring. Het is volstrekt niet altijd waar, dat de schijnbaar voornaamste ook inderdaad als de voornaamste wordt be schouwd. Hoe vaak draait het geheele ge zinsleven niet om een ander dan juist vader of moeder! En zelfs, al is te dien opzichte de familieverhouding volkomen correct, dan nog zijn er tal van factoren van het huiselijk geluk - of van huiselijk leed die vol komen ontsnappen aan de waarneming van hem, die niet te allen tijde met algeheel vertrouwen in den familiekring wordt wel kom geheeten. Dit laatste nu is het voor recht van den goeden huisarts, en in dit opzicht staat haast elk specialist ver bij hem achter. Voor den specialist wordt elke patiënt meer een geval", al of niet interesrant, en maar zelden leert hij van den zieke diens volle menschelijkheid, zoo ten goede als ten kwade, kennen. Dat wil zeggen, dat hij ook veel zeldzamer dan de huisdokter in staat zal zijn, op het gemoedsleven van den zieke belangrijk wijzigend in te werken. Voor vele jaren las ik de uitspraak van een fransch collega, dat de dokter somtijds genezing, dikwijls leniging en altijd troost kan brengen. Wanneer zulks waar is mij zijn deze woorden uit het hart gegrepen dan zou ik het brengen van genezing en van leniging willen beschouwen als de bij zondere verrichting van den specialist. En voor den huisarts zou ik bewaard willen zien alle drie de voorrechten: het brengen van genezing in enkele gevallen, van leniging in talrijkere en van troost in nagenoeg alle. Of in onzen tijd, die toch zoo arm is aan waarachtig geluk, nog plaats gebleven is voor een goed huisarts?? R. v. E. trekken voor den nazaat vereeuwigde, slechts een bescheiden hulde was van een groot volk aan een zijner groote zonerg ... Arwlright weigerde het standbeeld te doen onthullen en de rede te laten uitspreken omdat ik... geen Amerikaan was. Het streed tegen zijn nationalistisch principe. Hij be hoorde tot de aanhangers van de geestelijke Monroe-leer onder den zinspreuk: Amerika voor de Amerikanen. Toen heb ik mijn betrekking opgezegd. Ik heb, toen mijn spaarduitje op was, daar later veel spijt van gehad. Ten laatste heb ik zelfs mijn standbeeld ver onder den prijs moeten verkoopen aan iemand, die het ge bruikt heeft tot versiering van zijn tuin en daar het in den vorm was van een Romeinsch veldheer, liet hij er op zijn beurt mijn naam weder afbikken en er Scipio" op zetten, omdat hij rijk was geworden met den ver koop van kogeltjesblauw, dat onder dezen naam in Amerika een bekend merk is ge worden. Echter, naar het algemeen oordeel, zijn de levensberichten" en de onthullings-reden voor groote mannen in Amerika tegen woordig veel eenvormiger gesteld, dan toen ik er op fatsoenlijke wijze mijn brood mede verdiende. Zij zouden kunnen wedijveren met de Levensberichten" van de Maatsch. tot bev. van de Nederl. Letterkunde te Leiden. Waarschijnlijk gebruikt Awlright weer de formulieren van mijn voorganger.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl