Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
27 Juni '15. No. 1983
Uit de portefeuille met teekeningen, die dr. Kerbert ontving ter gelegenheid van zijn jubileum
Teekening va Lizzy Ansingh
Teekening van J. van Oort
Dr. Kerbert recipieert...
... en toen kwamen de dieren, stammende
uit de Aziatische oerwouden en de
Egyptischen rivieren; de Afrikaansche en van de
Amerikaansche heuvelen; en al die anderen,
wien in vroege jeugd was bijgebracht, dat
de gastvrijheid van Artis het dorado is voor
al, wat daar zingt en zwemt en graast. Zij
schaarden zich om hunnen directeur, die
goed voor hen is en de groote, sterke,
gedweëe aap Mafoeka, de speeimakker van
.alle kinderen en de schrik van alle juffers,
zeide nog eens, wat niet meer behoefde te
worden verteld, dat zij hunnen directeur
liefhebben en dat hunne nakomelingschap,
die in Artis het levenslicht zal zien hem zal
beminnen, zooals hunne voorvaderen dat
deden, voor zoover die alweer in den
genootschaptuin zaten opgeborgen toen zij hun
kroost wierpen.
Het grappige penteekeningetje van Benjamin
Prins, in teere kleurtjes en rake lijntjes op
gevat, heeft dat verhaaltje geïllustreerd en
wie de keurige collectie etsen,
pastelteekeningen, krabbels en houtskoolschetsen is
wezen zien, (zij ligt immers nog tentoon
gesteld in Artis), en wie dr. Kerbert kent,
die heeft het gevoeld, dat de kunstenaar
hier hulde bracht in de eerste plaats aan
den vriend der dieren.
Op vijftig verschillende manieren hebben
onze kunstenaars den Artisdirecteur gehul
digd altijd weer mét en door het dier.
Sprak daar niet Lizzy Ansingh's
roomkleurige lorre, die zijn juichkreet liet vastleggen
op het menie-roode lintje; zwiepen, feestelijk
gestemd, niet Wierink's leeuwen den staart
en kijkt loos niet van der Poli's wolf als
snuift hij van verre den feestelijken atmos
feer?
Na de dieren kwamen de menschen. Een
volgorde, welke indruischte tegen alle
menschelijke wellevendheid. Ditmaal echter
werd volgens de dosis bescheidenheid ge
rekend en ook in Artis bleef het dier nog
in discretie steeds den mensch de baas. Hoe
Bij 't Licht van de Oorlogsvlam
VIII Autokratie en demokratie
De massa, de menigte, het volk, kan als
zoodanig niet leiden, niet heerschen, geen
richting bepalen. Er is steeds een algemeene
behoefte aan sterke individuen die Richting
geeven, persoonen met een krachtige neiging
tot activiteit en een vast, oorspronkelijk ge
voel van richting. Zulke helden zijn voor de
massa noodig als brood. Men ziet er steeds
naar uit, en hunkert naar de kans om de
latente neiging tot vereeren, tot eerbiedige
aanhankelijkheid, tot trouwe loyauteit, tot
geestdriftig volgen vrijen loop te laten.
Men zou kunnen zeggen dat de
constitutioneele vorsten een soort noodzakelijke
surrogaten zijn, die bij ontstentenis van
waarachtige helden, den dienst doen van
bliksem-afleiders, waarlangs de hooge span
ning van heldenvereering, die altijd in| een
meenigte bestaat, eenen uitweg kan zoeken.
Als zoodanig kan men het erfelijk monar
chisme een tijdelijk recht van bestaan toe
kennen. Maar het blijft altijd een gevaarlijk
surrogaat. Gevaarlijk zoowel voor de per
sonen van wie verwacht wordt dat ze rich
ting zullen geven zonder eenigen waarborg
dat ze er toe in staat zijn, als ook voor de
richting-looze massa, die vroeg of laat tot
het inzicht komt, dat de gewaande helden en
voorgangers niet meer zijn dan dummies"
bekleed met uiterlijke praal maar niet be
antwoordend aan de diepe behoefte des
volks.
De gevaarlijke gevolgen zijn grenzenlooze
inbeelding en eigenwaan bij de individuen
aan wie het heidendom aldus wordt opge
drongen, en ordeloosheid en bandeloos
heid bij de massa, zoodra ze bemerkt,
dat haar innige behoefte aan loyauteit en
eerbiedige trouw onvoldaan blijft, door de
onwaarde en ongeschiktheid der
aangeweezen persoonen. Dit verklaart alle onheilen
der revoluties, de op een slechte regeering
volgende anarchie met al haar verschrikkin
gen. De kudde, zich in haar leider bedroogen
achtend, verwerpt alle leiding en komt tot
welsprekend trouwens waren de beesten in
hun bescheiden stilzwijgendheid; of de men
schen in hunne welsprekendheid steeds even
bescheiden zijn gebleven ? In ieder geval
wel zij, die officieele woordvoerders waren.
Was daar niet allereerst prof. Derkinderen,
die in een touchant speechje, dezen zilveren
jubileummensch Kerbert huldigde namens
een keurbende van onze teekenaars en schil
ders, die gastvrijheid vonden in den
Artistuin; was er niet professor Max Weber,
die namens het Artisbestuur de erkentelijk
heid uitsprak jegens de kunstenaars voor
wat zij den directeur hadden bereid. Die
sprak over Kerberts werklust, zijn opge
wektheid en minzaamheid. Kwamen er
niet buurt- en andere vereenigen en bekende,
bekwame stadgenooten om den directeur
te zien. Wellicht ook om gezien te worden?"
Waren ze er niet uit de medische-, de onder
wijs-, de handels-, de kunst- en de mili
taire wereld? Hebben ze't niet allen verteld,
ieder op zijn wijze; joviaal, kordaat,
afgeafgebeten, omslachtig, zelfbewust en... be
scheiden, dat dr. Kerbert ook hun vriend is.
Want waarom zouden zij het in dezen
moeten afleggen bij de dieren?
Ja, waarom? A. E. Z.
Teekening van Benjamin Prins
DE JUBILARIS TEMIDDEN ZIJNER GETROUWEN
een stampede", een wilde horde-vlucht
waarbij alles onder den voet geloopen wordt.
Volgens de materialistische opvatting, die
geen absoluute Richting erkent, is het voor
een Leider voldoende als hij sterk is en zijn
eigen Richting weet door te drijven.
Dit beteekent een erkenning van het goed
recht der autokratie. Waar de macht tot
heerschen is daar geeft de materialist ook
het recht.
Maar voor hem die een absoluut trans
cendent Recht aanneemt, is het niet voldoende
dat de heerscher zijn eigen Richting weet
dór te zetten. Die Richting behoort ook
samen te vallen met het Rechts-besef der
meenigte. De Leider behoort zich door Liefde
en sympathie met de meenigte n te voelen.
Alleen dan wordt zijn leiding niet gevoeld
als een dwang, maar als een weldaad en
een zeegen. Ook de anarchist in goeden
zin verwerpt niet de Leiding door den
genialen Enkeling, maar hij verwerpt den
dwang, die heerschen wil zonder te vragen
naar des volks gevoelens, hij verwerpt het
gezag dat trouw en vereering eischt uit
eigen willekeur, en zich niet door diepe,
natuurlijke liefde-banden met het volk ver
bonden voelt.
Dezelfde verwerping kenmerkt de
demokratische gezindheid, die thans vrijwel alle
beschaafde volkeren bezielt.
Het mooge waar zijn, dat de kudde haar
leiders nog niet kan kiezen, met een vrij
en zuiver oordeel. Het staat toch ook vast,
dat alle volken hun intuïtief massaal besef
willen doen gelden, en dat ze geen leiders
meer willen dulden die niet, behalve hun
organiseerend vermoogen, ook gevoel en
begrip hebben voor de diepe, waarachtige
neigingen der menschheid.
Van oudsher werden de leidende persoonen
gevonden door de hulde, de eerbied, de
erkenning door de meenigte. De sterken en
wijzen toonden, uit eigen drang, hun wijs
heid en krachten, de meenigte bracht hulde
en volgde, verheugd en eerbiedig.
Trouw en gehoorzaamheid aan den leider,
loyauteit, innige, alles te booven gaande
verknochtheid was een hoofddeugd in alle
feudale organisaties, zoowel bij de
Europeesche ridderschap als in Japan. De vereering
van Napoleon toont hoe diep die deugd nog
wortelt. Ze wordt, niet ten onrechte, gevoeld
als iets heiligs, onmisbaar voor de ontwik
keling der menschheid. Zooals in de wil
dernis, bij de jonge dieren, gehoorzaamheid
aan de ouders het noodzakelijkst instinct is,
welks ontbreeken terstond onverbiddelijk
met den dood gestraft wordt, zoo is ook bij
den mensch gehoorzaamheid aan de geniale
leiders een onmisbare deugd. De eisch van
gehoorzaamheid in de Katholieke Kerk zou
dan ook volkoomen gewettigd zijn, als de
door haar aangeweezen leiders inderdaad de
door goddelijke bevoorrechting verkoorenen
waren.
Maar hier begint de moeijelijkheid. De
meenigte wil graag volgen, maar niet meer
blindelings. Ze voelt in zich het vermoogen
tot erkenning, de behoefte om een eigen
oordeel te doen gelden. Ze verdraagt veel,
met aandoenlijk geduld, maar worden haar
waereldlijke heerschers aangeweezen, als
Hendrik de achtste van Engeland, of gees
telijke als Paus Alexander de zesde, dan
wordt het haar te kras en begint ze te
rebelleeren.
Ze ziet in, dat een organisatie, die de meest
verdorven en beestachtige individuen aan
haar hoofd kan stellen, zeeker niet de rechte
is. Ze breekt los in oproer en anarchie en
zoekt naar een nieuwe vorm van organisatie,
die beter waarborgen geeft, dat de Leider
aan haar innerlijke verlangens zal voldoen.
Dit is het democratisch streeven, dat gesta
dig voortgang maakt, ook al schijnen de
revoluties te mislukken. De nieuwe orga
nisatie is nog niet gereed, en de oude zoekt
zich door tegemoetkooming te handhaven.
Maar alom ziet men dat de republiekeinsche
organisatie, waarbij de Leiders door de
meenigte gekoozen worden, ondanks alle
bezwaren en tegenstand veld blijft winnen,
en steeds beter en volkoomener functioneert,
zoowel op waereldlijk als op geestelijk ge
bied. Ik acht het zelfs een heerlijk en
verPetrus Stuyvesant
Haagsche Kunstkring
Het is den beeldhouwer, Toon Dupuis,
gelukt karakter aan de portretbuste van dezen
ouden Hollander te geven. Er spreekt vast
heid van wil uit dit gelaat en tegelijk een
zekere zachtheid. Deze laatste eigenschap
komt weliswaar weinig overeen met zijn
levensbeschrijving; doch hoe kon hij deze
eigenschap ook toepassen in het regelen
van een uit allerlei ongelijksoortige elementen
samengestelde bevolking ?
Dupuis had slechts weinig gegevens ter
zijner beschikking. Nu weet ik niet of een
overvloed daarvan wel zoo heel voordeelig
is voor een schilder of beeldhouwer, die een
portret te maken heeft van iemand die hij
niet gekend heeft. Mij dunkt dat de taak
om een beeld van den Stadhouder Koning
Willem de Derde te maken weinig verge
makkelijkt is door zijn aan duidelijkheid
weinig te wenschen overlatend portret in
het Mauritshuis. Intusschen had het, bij ge
brek aan gegevens voor de hand gelegen,
dat Dupuis een Hollandsch 17de eeuwsch
type als punt van uitgang genomen had.
Het deed ons genoegen, dat de beeldhouwer
zich hiervan vrij heeft weten te houden. De
lange, smalle heus, het langwerpige ovaal
van het aangezicht geven persoonlijkheid
aan dit portret. Het profiel is wel is waar
wat in de lengte getrokken, wat nog ver
sterkt wordt door het sluik langs de slapen
neerhangende haar; men ziet de buste
het gunstigst van voren.
Wat de over elkaar geslagen armen be
treft, waardoor Dupuis beteekenis heeft
trachten te geven aan het altijd min of meer
conventioneele verloop van schouders en
en bovenarm, de oplossing hiervan is niet
heel gelukkig. In de eerste plaats verlengt
het de buste te veel, en doordat hij de
armen wegmoffelt onder de mantel, op een
wijze zooals een oud vrouwtje de handen
onder haar schort neemt, verzwakt het de
lijn van de buste. Wij twijfelen overigens
niet of Dupuis zal zijn bedoeling in dezen,
een volgende maal op mooier wijze kenbaar
maken. In ieder geval, zooals deze in brons
gegoten buste in den Haagschen Kunstkring
opgesteld staat, maakt zij een goeden indruk.
De verschillende plannen zijn breed gehou
den, de monumentale rust wordt niet ver
stoord door onnoodige détails.
Q. H. MARIUS.
De geschiedenis van Petrus Stuyvesant
is, in grove lijnen gevolgd, deze:
Van 1646 tot 1664 was hij
DirecteurGeneraal van Nieuw Nederland, en voerde
daar een vrij despotisch bewind. Slechts op
aandrang van zijn Hollandsche superieuren,
de bewindhebbers van de West-Indische
Compagnie, ging hij ertoe over, den
BoerenReeckels", zooals hij de kolonisten placht
te noemen een vertegenwoordigend lichaam
toe te staan, bestaande uit Burgemeester,
Schout en Schepenen. Ook over dat lichaam
heerschte stijfkoppige Piet" met vrij grooten
willekeur,
Toen ontbinding van het college niet hielp
in sommige geschillen, dreigde hij met arbi
trale correctie, en wie zich daartegen ver
zette, kon met de stukken van het proces
naar de Heeren Majoren in Holland gaan,
om daar te appeleeren.
Pas in 1653 werd de hoofdplaats der
kolonie officieel Nieuw Amsterdam" ge
doopt.
De nieuwe zijden vlag werd op
Stuyvesant's huis geheschen, en de feesten duur
den vier dagen achtereen.
Men verhaalt ook hoe in de stad, die voor
n vierde uit kroegen bestond, de vreugde
zóhoog steeg dat de trompetters van den
Edelen Gouverneur hunne instrumenten kapot
hadden geblazen, zoodat deze op stadsreke
ning moesten worden hersteld.
Materieel ging Nieuw-Amsterdam onder
Stuyvesant's bestuur zeer vooruit.
In 1646 telde de hoofdplaats niet meer
dan 300 wapendragende inwoners. Met de
bevolking van Renselaerswijk inbegrepen.
kon men het zielental van Nieuw-Nederland
op 2000 stellen.
In 1660 was dit aantal tot 10,000 gestegen.
Zooveel vreemdelingen hadden er zich ge
vestigd, dat in 1658 de plakkaten tegen de
smokkelarij onder Stuyvesant's bewind
werden er 24 plakkaten van dergelijke strek
king uitgevaardigd in het Fransen en
Engelsch vertaald moesten worden.
Bij de overgave van Nieuw-Amsterdam
wonderlijk feit, dat iri een enkele eeuw een
groot en machtig volk als het Amerikaansche
er in geslaagd is, een zósterke eenheid te
vormen, dat ze uit haar tachtig millioen
burgers met opmerkelijk zuiver oordeeld en
waardigste tot Hoofd en Leider weet te
kiezen.
De publieke opinie in de Vereenigde Sta
ten" zoo zegt de president der Columbia
Universiteit Nicholas Murray Butler is fei
telijk eenstemmig in de overtuiging, dat de
waereld-vreede veiliger is, als buitenlandsche
betrekkingen en buitenlandsche politiek be
paald en gecontroleerd worden
doorverteegenwoordigers van het volk, dan wanneer
ze geheel worucn toevertrouwd aan dynas
tieën en diplomaten, hoezeer ook bemind
en begaafd."
Men kan we' stellig zeggen, dat nooit de
superioriteit der
republiekeinsch-demokratische rechts-orde beeter aan 't licht is
gekoomen dan in deezen oorlog. De dynasten die
den krijg hebben voorbereid en aangesticht,
tot zelfbehoud en uit vrees voor het
demokratische deel hunner onderdanen, zullen be
vinden, dat ze hiermee hun ondergang hebben
verhaast, al schijnt aanvankelijk, onder den
invloed der oorlogs geestdrift, hun toeleg te
zijn gelukt.
Het dynastieke koningschap, overblijfsel
van het oude priester-koningschap, heeft
alleen dan een zeekere zin en waarde, wan
neer een heerschend ras de oorspronkelijke
bewooners van een land onderdrukt en zelf
gering in aantal maar verreweg superieur is
in eigenschappen. Dan vereischt de staats
orde, dat dit heerscher-ras, of een geslacht
er van, dat geacht wordt van goddelijken
oorsprong te zijn, zich zuiver en onvermengd
bewaart. Vandaar de broeder- en zuster
huwelijken der Egyptische Faraonen, de
strenge straffen op kasten-vermenging in
Indië, de aanbidding van den Mikado in
Japan, en zoo voort.
Maar deeze toestand is nagenoeg nergens
meer houdbaar in de Waereld. Zelfs tusschen
neegers en blanken is de afstand niet groot
genoeg om een volkoomen scheiding te
aan de Engelschen in 1664 werd de zijden
vlag nedergehaald en later door een der
Engelsche dames als bedsprei gebruikt.
Stuyvesant stierf op vergevorden leeftijd
op zijn bowerie" in Nieuw-Nederland en
heeft niet de tijdelijke herovering van
NieuwAmsterdam in 1673 door Evertsen beleefd.
Ondanks zijn despotieke karakter was hij
de beste Gouverneur, die Nieuw-Nederland
gehad heeft. Hij was een man van hooge
moraliteit, hetgeen van niet n zijner voor
gangers gezegd kon worden. De bevolking
Buste van Toon Depuis
PETRUS STUYVESANT
kon steeds op hem vertrouwen. Ook bij de
Engelschen en Indianen was hij zeer gezien.
Niet ten onrechte verklaarden Burgemeester
en Schepenen, bij zijn vertrek naar Holland,
waar hij ontboden was om over de overgave
der kolonie aan de Engelschen verantwoor
ding al te leggen, dat hij een reghten
lyffhebber ende patriot deser provincie ende
een voorstander der Gereformeerde Religie"
was.
iiiiiiiiMiiiiiimiiiimmiiiiimiiiiimMiimiMiimiMimiMiitiiiiiiiiiHiimi
Bloesemboom
Een kroon van sneeuw, een dichte blanke
bloesemwade
waarin een zwaar gezeur van bijen gaat een
geur
van dwelmend lentezoet en schaduw op de
paden
uit schuimig dak gedaald, zooals ik vaak
bespeur,
wen van den lagen kim, een bank komt aan te
glijen
van zonneweeld' ontstaan, en schaduw geeft
uit licht,
dat ik niet zeker wist of t'lachen werd of
schreien
zoo liet de lucht zich zien en ook dat
vreemd gezicht,
lag onder 't rossig blank te wachten en bij
wijle
wen er een zwoele zucht sloop zachtjes om
den kroon
werd zwanger heel de lucht en gingen
schelpjes zeilen
naar 't zilverwit der gracht.die kaatste al het
schoon.
En achter t'al het blauw van zeer screenen
hemel
waartegen elke bloem zich bevend teekent,
rijk
is t'levend schilderij van t'levenloos gewemel
en heel mijn ziel aanbidt dit smetloos
koninkrijk.
BEVERSLUYS
* * *
kunnen handhaven. Adels-geslachten, zoo
onbetwistbaar superieur, dat zij het recht en
het vermoogen tot heerschen als onfeilbaar
erfdee' ~ouden bezitten, bestaan er in geen
volk. Geniale menschett, geschikt tot leiden
en bestuuren, worden in nagenoeg alle rassen
der Wae«>id gebaoren, en meer en meer wordt
de - .. .igte geschikt hen met Oordeel des
onderscheids te kiezen.
Deezen oovergang beleeven wij nu. De
autokratische vorsten, die een schijn en
leugen geworden instelling willen handhaven
tot eigen machts-voldoening, zoeken heil in
een waereldkrijg, die voor hen zelfmoordend
zal worden. De constifutioneeie vo--'
zooals de koningen van Enpe1' '
van Itaiü; v<»rv"
naar Jiun kitt^....
eener republiek. Men zegi,
^niet onwaarschijnlijk, dat er onder hen ...,
die verklaard hebben, des noods bereid te
zijn, zich tot die waardigheid te laten kiezen.
De hoofdzaak waar het op aan komt, is
deeze, dat geen mensch meer zal beschouwd
worden als god-gezalfde, staande buiten het
gemeene recht, maar dat ieder leider of
regeerder zijn bestuur onderwerpt aan de
kritiek des volks en na voldane plichten
terugkeert in de rangen der meenigte, als
eenvoudig mensch en gewoon burger.
Hoezeer deeze zeede nuttig en gewichtig
blijkt, wordt wel beweezen door het feit,
dat men in de groote Amerikaansche repu
bliek aan geen president, hoe voortreffelijk
ook, een periode van beheer langer dan acht
jaren heeft toegestaan. Zoo sterk is men
daar blijven gevoelen, dat het verheffen van
een mensch tot blijvend, onaantastbaar
heerscher oover zijn meedemenschen eeven
gevaarlijk en verderfelijk is voor de ge
meenschap als voor het uitverkooren individu.
FREDERIK VAN EEDEN
e *