De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 27 juni pagina 7

27 juni 1915 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

27 Juni '15. No. 1983 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Fig. I. Doorsnede van een roteerende kwikzilverluchtpomp Fig. II. Tweede dwarsdoorsnede 1IIII1IIIIIMI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIMIIIHIIIIIIIIIIHU Technische Rubriek ?imiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiimiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiHMiiiiiiii Snelwerkende luchtpompen voor hooge verdunningen De moderne techniek, vooral die der electrische gloeilampen, eischt luchtpompen, die in korten tijd zoo'n sterke luchtverdunning teweeg kunnen brengen, dat practisch alle zuurstof uit het leeg te pompen vat ver dwenen is. Hierdoor is het mogelijk den ?draad van een gloeilamp onbeperkten tijd gloeiend te houden, zonder dat ze kan lijden door omgevende gassen. Bovendien moeten luchtpompen zoo geconstrueerd zijn, dat ze machinaal bewogen kunnen worden en niet te teer zijn. De ouderwetsche luchtpomp, in hoofdzaak bestaande uit een zuiger, die in een cylinder op en neer bewogen kan worden, geeft wel vrij snel een luchtverdunning van ongeveer 2 pCt., maar hoogere verdunning, die voor electrische lampen absoluut noodzakelijk is, kan alleen bereikt worden door middel van bijzonder geconstrueerde zuigerpompen, die ibovendien zeer langzaam werken. Van groot belang zijn de roteerende kwikzilverluchtpompen, waarvan in fig. l en 2 ?twee dwarsdoorsneden geteekend zijn. In hoofdzaak bestaat deze pomp uit een ijzeren cylinder (a), waar binnen een porceleinen irommel (ö) van bijzonderen kan ronddraaien; zoowel de trommel als de cylinder zijn voor meer dan de helft met kwikzilver gevuld. De ronde wand van den porceleinen trommel bestaat uit drie deelen, die de binnenruimte van den trommel in drie afdeelingen verdeelen. In fig. l is duidelijk te zien, dat de Onze Tooneelspelers Wi lem van der Veer Gij kent hem allen, nietwaar? Een pracht'kerel. Een bouw als van een antieken held, WlLLEM VAN DER VEER als van een Grieksch standbeeld. Rijzig, niet te dik, niet mager. Breedgeschouderd, veer krachtig. En op dien schoonen romp een leuke, goedige, jongenskop. Een klein hoofd, ":°t te klein. Kloeke, niet te fijne "'-'me, eenigszins droeve, ? - ,i.?0 OOgen .j,i, _». z.eKer niet grof, .. LJ& geheele kop is vriendelijk, gei.'-.u, lobbesachtigbijna. Geen hyper-aesthetische Dorian Gray, deze fiksche, mooie kerel. Niets kwijnends, niets precieus, niets gemaniëreerds; geen blague, geen ijdelheid, alles natuur wat er aan is. Bij de donkere oogen, de zielvolle prachtoogen, behoort de donkere, de zielvolle prachtstem. Wat een stem ! Niemand in Nederland op de planken heeft een stem als deze man met de stem als een klok". Bij zijn collega's is Wim van der Veer de man met de stem als een klok". Van de natuur heeft deze zeven en twintig jarige acteur alles meegekregen. En het heer lijkste, het verblijdende voor onze kunst is, dat hij nooit misbruik maakt van zijn uiterlijke schoonheid, dat die schoonheid niet aan hem is verkwist. Hij heeft niets van een fat. In geen enkel opzicht. Hij is de eenvoud zelve. Ook, vooral, in zijn werk. Ik heb hem nog nooit onnatuurlijk hooren spreken. Dat hatelijke, moderne verzengeteem, de valsche, zoetige extase, de geestdrift-galm waarmee men Vondel tot rhetoriek en den tekst van een sigarenzakje tot rhythmisch proza maakt, hij is er ganschelijk vrij van. Dit is een van onze grootste acteurs, deze zeven en twintig jarige, lobbesachtige jongen. En als hij hard werkt, als hij heel erg hard werkt, aan niets denkt dan aan het harde werk, dan wordt drie ruimten nooit met elkaar in verbinding staan, maar steeds door het kwik van elkaar afgesloten worden. In de eene platte wand van den trommel zijn drie openingen (A, B en C) aangebracht. Natuurlijk is in fig. 2 alleen de opening A zichtbaar, daar de andere twee buiten die dwarsdoorsnede liggen.) Het pijltje duidt de richting aan, waarin de trommel gedraaid moet worden. Zooals uit fig. 2 te zien is kan de lucht uit de lamp, die leeggemaakt moet worden, in de afdeeHng van den trommel komen, die in fig. l rechts boven het kwik is. Door ongeveer een kwartslag in de aangegeven richting te draaien, wordt deze afdeeling grooter, zoodat er lucht uit de lamp er heen zal stroomen; wordt nog iets verder gedraaid, dan duikt de opening A onder het kwik en wordt deze afdeeling van den trommel afgesloten van de lamp ; even daarna komt de afdeeling met de opening C er mee in verbinding, zoodat het wegzuigen van de lucht geregeld doorgaat. De lucht, die in de afdeeling A opgesloten is, wordt nu samengeperst en kan ontwijken door een opening in een spiraalvormige buis, die in den trommel aangebracht is ; in fig. 2 zijn rechts onder en boven in den trommel de doorsneden van deze buis met het vlak van teekening te zien a, b en c. De weggeperste lucht komt terecht in de ruimte tusschen den draaienden trommel en het omhulsel en gaat vandaar naar een snelwerkende luchtpomp die een verdunning veroorzaakt van ongeveer 2 centimeter kwik, hetgeen met behulpvan een vrij eenvoudige pomp snel gebeuren kan ; daarom staat het kwik in den trommel, iets hooger dan in het omhulsel. De buis D E is goed sluitend door den wand heen aan gebracht en staat door een zware caouthij nog eens een glorie van zijn land. Het is op het oogenblik een uitstekende gelegenheid om Willem van der Veer eens toe te spreken. Ook al viert hij geen jubileum. Hij heeft namelijk pas een mijlpaal bereikt op zijn weg als tooneelspeler. Dat is zijn creatie van de hoofdrol in Tolstoy's nagelaten drama : Het Licht Schijnt in de Duisternis. Hoe buitengewoon was het! Dit dramatisch niet zeer sterke werk, doordrongen van den heiligen geest van dien onvergetelijken apostel-kunstenaar Lyof Nicolajewitsj Tolstoy, heeft hij gedragen, ganschelijk gedragen. Tolstoy heeft al zijn goedheid, al zijn strijd, al zijn twijfel ge stort in de hoofdfiguur van dit autobiographische tooneelspel, dat misschien meer autobiographie is dan tooneelspel. Al de zielegrootheid, al den strijd en al den twijfel heeft Willem van der Veer voor ons doen leven in de rol van dien gelouterden grijs aard, die den schrijver zelven voorstelt. Al de warmte, de breed-menschelijke warmte, die Tolstoy heeft doen branden in die hoofdfiguur is naar buiten gestraald door middel van het breede, rustige, zeer-natuur lijke spel van dezen acteur. Van der Veer is misschien meer een man van het gevoel dan van het verstand. Hij is niet de man van hetfijn-speelsche vernuft, van den tintelenden spot, van de gladde eruditie. Zijn zin voor humor is nog weinig gedif ferentieerd. Toch wist hij van Matthijs de Sterke, ook na Alex Post, iets te maken van echten levenshumor, wist hij de tragiek der levenverzoening, die achter het mom van vroolijkheid vergetelheid zoekt, te be naderen, ja te bereiken. Zoo heeft hij voor iemand van zijn jaren prachtig-gaaf werk geleverd in de Heijermans stukken. Zijn Geert in De Hoop is een meesterstuk. Doch naast de man van het moderne realisme is hij de ideale vertolker in ons land voor het klas sieke genre. Wie heeft het nobele, breede gebaar als hij ? Wie heeft een stem als hij? Wie is vrij van rhetoriek als hij ? Natuurlijk zal hij zich nog meer en nog dieper moeten verinnigen, zal hij moeten zoeken wat hij nog niet bezit, zal hij leven moeten brengen in wat nog vlak is, zal hij moeten wroeten en graven. Doch hij zal er komen. Hij kan de Mounet Sully worden van ons landje. Wilt ge iets weten uit van der Veer's levensgeschiedenis ? Het is alles zeer een voudig. Hij is van Katholieke familie. Uit den burgerstand. Zijn vader wilde hem heb ben in eigen vak: ciseleur, bij het vervaar digen van Roomsen-Katholieke kerksieraden. Willem heeft goeden teekenaanleg. Doch de drang naar het tooneel zat er al vroeg in. Toen hij een jongetje was van 9 jaar speelde hij thuis al tooneel. Met een nichtje: De Fabrieksbaas. Zijn ideaal was van jongsaf het spelen van oude karakterrollen. En ziet, heeft hij thans niet die oude karakterrol in Tolstoy's stuk gespeeld op een wijze zooals het niet licht te verbeteren is ? Later als aankomende jongen, woonde hij in Haarlem. Als knaap van een jaar of vijftien was hij dol op de komedie." En dol met alles wat er mede in aanraking kwam. Zelfs met wat er maar in zeer verwijderde betrekking mede stond. Hij had een vriend, een barbier. Die speelde ook op bruiloften komedie", en ging wel met choucslang in verbinding met de lamp, die luchtledig gemaakt moet worden, of liever, die verder luchtledig gemaakt moet worden daar de grootste hoeveelheden lucht eerst dpor een eenvoudige snelwerkende pomp weggenomen zijn. De sterkte van de lucht verdunning wordt gecontroleerd door middel van een kleine geislersche buis die in ver binding staat met de lamp; in deze buis zijn twee platinadraadjes gesmolten, zoodat bij voldoende luchtverdunning een electri sche vonk kan overspringen. De werkman, met het toezicht bij het leegpompen van eenige lampen belast, sluit een electrischen stroom en controleert bij het begin van de werking van de kwikpomp of er een vonk overgaat. Hij doet dit herhaalde malen tot geen vonk meer overspringt en weet dan, dat voldoende luchtverdunning bereikt is; daarna wordt de glazen peer van de lamp dicht gesmolten, zoodat ook later geen lucht meer kan binnendringen. Evenals alle vroeger gevonden luchtpom pen berust de beschreven kwikpomp op het principe, dat een gedeelte der weg te nemen lucht in een volkomen gesloten ruimte ge bracht en daarna hieruit verdreven wordt. Op een totaal ander beginsel berust de zoo genaamde molekulairluchtpomp, die betrek kelijk kort geleden uitgevonden en in ge bruik genomen is. Deze pomp levert een merkwaardig bewijs voor de overeenstem ming van het beeld, dat de natuurkundigen gevormd hebben van de verschijnselen in gassen, met de werkelijkheid. De kinetische gastheorie onderstelt, dat een weegbare hoeveelheid van een gas op gebouwd is uit een enorm aantal gelijke molekulen (die we voor, het gemak als zeer miMiiiiimiimmiiiMiitMiMMMimiiiiiiiiiiiiiiHiimiHiiiiiiiimiiuiMiMii een stelletje acteurs van den zooveelsten rang den boer op. Die vriend werkte 's zomers te Zandvoort in zijn barbierszaak. Onze Willem was er ver zot op de barbierderij te helpen waarnemen, daar in Zandvoort. Zoo 'n vriend, die een halve acteur was, hè? Daar maakte hij in den winkel kennis met den heer Ijzerman, den Directeur van de Amsterdamsche Han delsschool. Die ontdekte zijn liefde voor het tooneel. En hij werd naar de Tooneelschool gestuurd door diens bemiddeling. De heeren van Riemsdijk en Cremer betaal den het reisgeld. Doch op de Tooneelschool ontdekte men zijn talent niet: na een jaar werd hij ontslagen. Toen kwam de praktijk. Bij de Tooneelvereeniging kwam de victorie. Ik zal nooit vergeten, toen ik hem het eerst zag spelen: Dat was in Björnson's Boven Menschelijke Kracht II. Het was werkelijk een openbaring. Van der Veer gaat het realisme bij Heijer mans vaarwel zeggen. Hij gaat naar het Nederlandsch Tooneel. In de plaats van Ko van Dijk komt hij. Het klassicisme heeft zijn hart. Zijn ideaal is nog eens te spelen King Lear. Moge ik mij in mijn hoogen dunk van hem niet vergissen! Als hij maar hard NlCOLAÏ IWANOWITS] SARIJNZEN in Tolstoy's Het Licht schijnt inde Duisternis werkt, zich gestadig verinnerlijkt, maar aan n ding denkt: n.l. aan zijn kunst, en al het andere vergeet, krijg ik gelijk. SIMON B. STOKVIS * Fig. III. Dwarsdoorsnede van den cylinder A kleine bolletjes denken), die voortdurend in beweging zijn en botsen tegen elkaar en tegen de wanden van het vat, waarin het gas besloten is; deze botsingen tegen den wand veroorzaken den druk, die het gas uitoefent. Proeven van allerlei aard hebben uitgemaakt, dat de snelheden der molekulen zeer groot zijn en afhangen van de tempe ratuur en van den aard van het gas. De snel heden der milliarden molekulen, die in een kubieke decimeter bevat zijn, zijn op een gegeven oogenblik volstrekt niet alle gelijk, maar wijken betrekkelijk weinig van een gemiddelde af. De gemiddelde snelheid voor de molekulen, waaruit de lucht is samenge steld (we denken voor het gemak, dat lucht uit n soort molekulen is samengesteld; dit is wel niet zoo, maar de gemiddelde snelheid der verschillende molekulen is bijna gelijk) ligt bij de gewone temperatuur in de buurt van 500 meter per sekunde. Om nu de molekulairluchtpomp te kunnen begrijpen, dienen we ook even na te gaan, wat er gebeurt, als een volkomen veerkrach tig lichaam (nemen we desnoods als voor beeld een billardbal) een vasten veerkrachtigen wand treft. Staat de wand stil (zooals de band van een billard) dan kaatst de bal terug van den wand onder denzelfden hoek, waaronder de wand getroffen werd. Beweegt echter de wand (zooals b.v. de pommerans van een billardqeue, die tegen een bal gestooten wordt) dan krijgt de bal een stoot in de richting van de beweging van den wand. Als we nu zorgen, dat de snelheid van den wand grooter is dan die van den bal, dan zal na de botsing de bal altijd gaan bewegen in de richting van de beweging van den wand. Fig. 3 stelt voor de doorsnede van een cylinder A, waarin in een massieve cylinder B zeer snel kan draaien; tusschen beide is een zeer kleine ruimte. Wordt nu de cylin der B rondgedraaid met zoo groote snel heid, dat een punt van den omtrek een grootere snelheid heeft dan 500 meter per secunde, dan zullen de luchtmolekulen zulke stooten ontvangen, als zij B bereiken, dat deze na de botsing zullen bewegen in de richting door het pijltje aangegeven; er ont staat dus een luchtstroom van links naar rechts, zoodat de druk links lager wordt dan rechts. Proeven hebben bewezen, dat dit drukverschil niet hooger kan worden dan de druk, uitgeoefend door lOmilimeter Herdenking door MAGDA PEETERS Een zware smart is over het huis gekomen. Een zwaar verdriet; tranen, en dan,... de stilte. Is het dat geweest wat Alma zag, wanneer hare droomend-wijde oogen in de verte keken. Was dat; dat iets, wat ik niet zien en kon, en waarheen hare grijsblauwe oogen staarden in den avond. Een stille, een diepe tragedie was de dag, wanneer de vreemde dood in huis is ge komen. Nu heerscht er in huis een stilte die ont zettend is; die vreemd aandoet als ge bin nenkomt. Misschien voel ik het zó, omdat ik weet dat er iets in gebeurde. Alma en hare moeder, en haar man ; want nu is Alma gehuwd; die zien er kalm uit, en gelaten. Het is volbracht, zij wachten niet meer, zij hebben de zekerheid. Vader slaapt in het oude kleine kerkhof bij de zee, waar in den nacht verlichte schepen langs varen. Hij slaapt in het kleine kerkhof waar groote rust woont, en waar wij vroeger zoo dikwijls op de oude grafsteenen, van een lang uitgestorven stam hebben gezeten in het kwijnen van late zomerdagen,... of bij wondere avondstilte. Ik herinner ze mij; zij leken op twee hunne-bedden, oeroude zware offer-steenen tusschen de vreemd geurende akeleien, de bleeke windrozen en het ander wild riekend kruid. Zij droegen allen twee een uitgesleten naam en een uitgesleten kruizeken. Wij noemden ze: onze grafsteenen. Daar hebben wij vaak zwijgend gezeten, want heel die bloeiende vredetuin was een wonder gebed dat ons omving en steeg in heilige stilte. Dan waren wij van de aarde los, dan was onze ziele vrij, in zuivere vreugd, in glanzende blijdschap wadend. En lang, nadat wij terug thuis waren, en heel den avond door voelden wij nog de zoete wijding, het stille licht in ons oot moedig hart. Lang bleven wij zwijgend luisteren naar wat verklong, naar wat verdroomde in ons; genietend de wijde gratie die God ons geschonken had. O ... die ver gane stonden, die rusten in den Vrede-Tuin. Daar lazen wij ook de verzen van Rilke over God en de heilige armoe. Die gedich ten, die schoon als gebeden zijn. Ik herinner mij: Des armen Haus, ist wie ein Altarschrein Drin wandelt sich das Ewige zür Speise, Und wenn der Abend kommt, so kehrt es leise Zu sich zürück in einem weiten Kreise, Und geht voll Nachklang langsam in sich ein. Des Armen Haus, ist wie ein Altarschrein. Ik voel ze nog die wijde avonden die we daar samen hebben doorgebracht. Schoone uren die langzaam aan ons voorbij zijn gekwikzilver. Theoretisch is dit ook te ver klaren. Wórdt nu echter de toevoerbuis bij C in verbinding gesteld met een ruimte waaruit de lucht reeds zoover verwijderd is, dat de druk ongeveer 5 milimeter kwik bedraagt, dan zal, als B met voldoende snelheid ronddraait, in weinige oogenblikken zooveel lucht weggeMomen zijn, dat de ruimte, die met C in verbinding staat prac tisch luchtledig is geworden. De lucht ont wijkt bij D. Om practische redenen kan de snelheid van den ronddraaienden cylinder niet al te hoog opgevoerd worden en daarom is de constructie van deze soort pomp iets anders, dan uit het voorgaande zou volgen. De cylinder is aan de gebogen oppervlakte voorzien van vrij diepe gleuven en hierin grijpen weer vaste ringen, die aan den wand bevestigd zijn. In doorsnede (zie fig. 4) ge lijken dus de boven- en onderkant iets op de tanden van een vork, waartusschen weer de tanden van een anderen vork grijpen. Nu zijn er in den omhullenden cylinder zulke openingen aangebracht, dat de lucht, die door l weggeslingerd wordt, naar 2 gaat en vanhier weer naar 3, zoodat ze ten slotte bij het midden 4 van den cylinder naar buiten gevoerd kan worden, waar echter geen hoogere druk dan 10 millimeter kwik mag heersenen, zoodat ook hier een speciale pomp in gebruik moet zijn, vór de mole kulairluchtpomp het werk kan voortzetten. Natuurlijk zijn alle maatregelen getroffen om bij de assen de buitenlucht zorgvuldig af te sluiten. Door de bijzondere eisenen, aan de afwerking gesteld, wordt de pomp nog vrij duur, maar de snelheid, waarmee ze werkt (ongeveer tien maal zoo snel als de eerstbeschreven roteerende pomp) ver goedt in ruime mate de hoogere prijs. Ze wordt steeds aangedreven door een kleine electromotor. J. F. v. O. Fig. IV. Inrichting waardoor de omwentelingssnelheid van den roteerenden cylinder niet te hoog opgevoerd kan worden gaan als bewust van hare stille majesteit, en van de gewijde vreugde die zij ons aandeën. Zij blijven in mijn herinnering als een zegen, een levenden zaligheid van licht, waaraan in donkre dagen mijn arm menschen hart zich laven kan. In den Vredetuin bij de groene zee, langs waar de schepen varen die naar vreemde landen gaan, slaapt Alma's vader nu tusschen de bloemen en het riekend kruid, onder de schaduw van wilde appelboomen; dicht bij het nederige kerkje waarvan het deurken nooit gesloten is, en waar een oude klok hangt die mij altijd denken doet aan het bonzen van een hart, wanneer zij aan het slagen gaat. Hoe dikwijls hebben wij niet op het doffe geslinger geluisterd in de donkerte. O vergane dagen, nog zoo nabij. Ik denk aan u; o ik denk aan veel dingen en aan zij die dees laatste tijden van ons zijn ge gaan: aan zij die al aangewezen zijn; en aan u, Alma. Moderne Fransche prenten Eisenloeffels kunsthandel exposeert mo derne Fransche prenten. Naar een represen tatief geheel is daarbij uit den aard der zaak niet getracht. Vertoond wordt wat momen teel in 't bereik is der firma. Daaronder van de meest beroemde namen : Legras, Meryon, Steinlen, Redon ; niet genoeg echter om van de beteekenis van een dezer een benaderend beeld te geven. Wat niet belet dat er van Meryon een merkwaardige ets aanwezig is. In langgerekten vorm verbeeldt zij een panorama van San Francisco. Men kan zich moeilijk een gelijkvormiger en kunstloozer huizen- en dakencomplex voorstellen. Het is als een reusachtige kinderbouwdoos van de allerprimitiefste soort. Maar voor dien aan blik deinst de energie van Meryon geen oogenblik terug. Hij geeft alles weer en vat alles samen met een zekerheid en stelligheid die nooit en nergens verflauwt. Hij is in de verten waar het krioelt van al maar rechte lijntjes even nauwkeurig en gedecideerd als op den voorgrond, waar de muurvlakjes, be licht en beschaduwd, maar altijd recht om lijnd, zeer goed te onderscheiden zijn. Hij spaart zich niets, als moest hij elk huisje ver antwoorden. En toch is het niet dor wat hij bereikt. Er zit een goote liefde, een einde loos geduld achter dit werk. Het is haast onpersoonlijk en toch voelt men dat er maar n was die dit maken kon, zoo roerloos en toch niet zonder ontroering. Het best vertegenwoordigd zijn Buhot en Bresdin. De reputatie van den eerste is ge vestigd. Hij is een romanticus met een uit gesproken illustratieven aanleg. Hij geeft graag een episode, een tafereel en werkt zijne voorstelling op den rand van zijn etsen fragmentarisch uit. Hij schijnt een geboren etser; zijn voordracht is speelsch en snaaksch, vol invallen waaraan hij zonder bedenken toegeeft. En zijn technische bekwaamheid is zoo groot, dat hij zich aan alles kan wagen. De ontscheping in Engeland, bij regen en wind, het scheepsdek vol figuurtjes is er een prachtig voorbeeld van. Van het Parijs uit de zeventiger en tachtiger jaren heeft hij meer dan een levensvol beeld bewaard en men ziet zijn etsen nu al om de kostuums,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl