Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
27 Juni '15. - No. 1983
de stoffeering, de topografie een belang krij
gen, dat de pikantheid ervan wezenlijk ver
hoogt. Voor de losheid en puntigheid zijner
figuren heeft hij zeker iets aan de Japanners
te danken, wfer kunst in zijn beste jaren in
Parijs de aandacht ging trekken. Enkele
zijner meest serieuse kleine etsen deze
geheele serie is in fraaie drukjes aanwezig
geven Japansche kunstvoorwerpen en
prenten weer. Het aantal variaties zijner
platen schijnt buitengewoon groot en naast
een afdruk vol atmosfeer, vol fijne
tonaliteiten, waar omgeving en figuurtjes met een
charme vol gratie aangegeven zijn kan men
een andere leggen die af" is en al die mee
slepende kwaliteiten mist. Maar dat geeft
deze etsen eene bekoring te meer. Wie ze
begeert moet weten te onderscheiden.
Geheel anders is Bresdin. Hij staat buiten
het leven waar Buhot midden in staat. Zijn
romantiek is van een andere soort. Hij geeft
niet weer, maar herschept. Zijn eigen wereld
bevolkt hij met wat hij aan de werkelijke
ontleent. Er is iets kinderlijks in zijn visi
oenen, maar hij doorleeft ze en verbeeldt
ze met de naieveteit en de trouwhartigheid
van een kind. En omdat hij een groot
dierenvriend is wemelt het op sommige
prenten van dieren uit alle oorden. Hij heeft
ook veel geleden. De worsteling om het
bestaan, die Vincent belichaamd zag in den
wrong en de structuur der hoornen, schijnt
Bresdin in dien zelfden vorm verbeeld te
zien. Al zijn kwellingen van geestelijk en
lichamelijk lijden zijn tastbaar geworden in
het wringen en dringen en .werken van
de takken en twijgen zijner oerboomen. Hij
is daarin heviger dan Vincent, maar ook
meer bizar.
De heer Eisenloeffel, aan wien, meen ik,
de eer toekomt, Bresdins werk in ons land
te hebben geïntroduceerd, exposeert meest
kleine litho's en etsen van hem. Onder de
laatste een bijzonder fraaie Christus aan 't
kruis. Zijn werk heeft een veel grooter
innerlijke waarde dan dat van Bichot. Hij
behoort tot die kunstenaars, die een wereld
wisten te verbeelden binnen den omvang
van enkele centimeters. Maar ook tot die,
bij wie de schatten het minst aan de opper
vlakte liggen. Men moet hem veel kunnen
zien, om hem te leeren doorgronden.
H.
IIIIIIIIIlllllllllllimillllHIMIIIIIMMIIIIimiMIMIHIMIIimlIIIHIMinillimtl
Eene Ontsiering van
Amsterdam
Das eben ist der Fluch der bösen Tat
Dass sie fortzeugend immer Böses muss gebaren.
Zaterdag 1.1. was ten Stadhuize van Am
sterdam aan belanghebbenden" gelegenheid
geboden bij Gedeputeerden hunne bezwaren
in te dienen tegen de onteigeningen ten
behoeve van de uitbreiding van het
Centraalstation.
Wanneer het begrip, belanghebbende"
niet was opgevat in den engen zin der wet,
die in deze slechts stoffelijke belangen kent,
had het voor het Stadhuis zwart van de
klagers dienen te staan.
Immers allen wien de schoonheid van deze
Amsterdam ter harte gaat, zijn in belang
hebbend.
Het is den loop der jaren steeds duidelijker
geworden dat de spooraanleg, die van Rijks
wege aan de hoofdstad werd opgedrongen,
eene, helaas, onherstelbare misgreep was in
praktisch zoowel als in aesthetisch opzicht.
De ligging van het Centraal-Station aan het
Y, in plaats van aan de zuidzijde der stad
waar eene nieuwe wijk er zich vrijelijk om
had kunnen ontwikkelen, is de directe oor
zaak van vele yerkeersmoeielijkheden en
van de omvormingen die de binnenstad
nolens-volens zal moeten blijven ondergaan,
ten koste van hare eigenaardige schoonheid
en van schatten gelds. Amsterdam is een der
sprekendste voorbeelden ten gunste van
Prof. Gurlitt's stelling, dat men bij de ver
vorming van oude steden er op moet be
dacht zijn om het moderne leven om de
oude kern heen, en niet er door te leiden.
De fundamenteele fout is te Amsterdam niet
meer goed te maken. Men kan slechts
trachten hare gevolgen te verzachten. En
deze dreigen nu integendeel te verergeren.
Het bleek noodzakelijk om het emplace
ment van het Centraal-Station uit te breiden.
Het voornemen is nu om de noodige ruimte
te vinden door aanplempingen in Wester
en Oosterdok.
Het Westerdok is geen integreerend deel
van het stadsbeeld en de demping van een
regelmatige strook langs den bestaanden
spoordijk zal weliswaar het watervlak ver
kleinen, maar niet tot een aesthetischen
noodstand leiden. Geheel anders ligt hef
geval bij het Oosterdok.
Hier was ontworpen eene vergrooting van
het bestaande emplacement door aan de
zuid- of stadszijde van het Oosterdok aan
te plempen een, met de punt westwaarts
gerichte sector. Dit nu zou leiden tot eene
gevpellooze, brutale verminking van de
statige, monumentale watervlakte welke hen,
die de oude toestand met het open Y voor de
stad niet uit eigen aanschouwing kennen,
daarvoor nog eenige vergoeding biedt.
Men had het ongetwijfeld moeielijke vraag
stuk met geen mogelijkheid op eene plomper,
ongracieuzer wijze kunnen oplossen. Het is
weliswaar de gemakkelijkste, maar tevens
ook de meest geestlooze die men zich kan
voorstellen.
Dat plan was een kaakslag aan het pogen
om de schoonheid en het karakter van Am
sterdam te handhaven. Voor den totaal in
druk der stad is het van veel meer
beteekenis en veel dieper ingrijpend dan het
geheele verdwijnen van menige gracht of
van een reeks oude gevels zou zijn. Het
beteekent het verlies van een der mooi
ste en ruimste stadsgezichten, waar men
zich nog eenigermate de oude ligging van
Amsterdam kan voorstellen.
Het ontworpen plan maakte den indruk te
zijn ontstaan op de teekenplank, zonder
acht te slaan op de werkelijkheid en te zijn
ontsproten aan de meest eenzijdige utiliteits
overwegingen. Het is dientengevolge dan
ook geen plan van dezen tijd, die inmmers
ook voorutiliteitswerken het recht op schoon
heid erkent en zich bovendien rekenschap
geeft van zijne verantwoordelijkheid, over
tuigd, dat in de toekomst het
schoonheidselement steeds zwaarder zal wegen.
Toen verleden jaar ter uitbreiding van de
Nieuwmarkt gewezen werd op de mogelijkheid
om het aangrenzend deel van den
Kloveniersburgwal te dempen, hebben B. en W. onder
veler bijval tegen zoodanig voornemen gron
den van stadsschoen aangevoerd. Dat motief
heeft natuurlijk dieper beteekenis dan een
mooi gebaaren men wil zich dan ook overtuigd
houden, dat het gemeentebestuur zich reeds
krachtig verzette tegen de ontworpen
aanplemping in het Oosterdok aandringende op
eene aannemelijker oplossing, waarbij niet
alle voordeel aan het verkeersbelang was,
en het stadsschoen de lastendroeg. Of heeft
Amsterdam, dat in aesthetisch opzicht is
de stad der verzuimde mogelijkheden" nog
niet genoeg leergeld betaald?
In de 2e Kamer zijn bij de behandeling
der onteigening bezwaren geopperd en de
minister zeide de gebruikelijke overweging"
toe. Heeft die inmiddels plaats gevonden?
Is overleg gepleegd ook met deskundigen
op technisch en aesthetisch gebied buiten
den engeren kring der betrokken ambtena
ren? En heeft dat tot gevolg gehad dat
desnoods met eenig beleidvol geven en
nemen een aannemelijker oplossing ter
uitvoering zal worden aangewezen welke
beantwoordt aan de redelijke eischen van
spoorwegbedrijf en stadsschoon beide? Uit
de bij de overtuiging behoorende
teekeningen die ter visie waren gelegd, is zulks,
naar wij vernemen, niet gebleken.
De dan dreigende ontsiering dient tot
hoogen prijs zelfs te worden voorkomen
en wij vertrouwen dat het nog niet te laat is
om, zoo noodig, door een krachtigen aandrang
in die richting alsnog resultaat te bereiken. Of
zou het ongewettigd optimisme zijn te ver
trouwen, dat de overheid zelf zal inzien dat
zij, door zelf zulk een plan voor te stellen
en uit te voeren, hare moreele rechten ver
speelt tegenover anderen, die zij voor ge
ringer vergrijpen tegen de schoonheid op
de vingers tikt?
J. H. W. LELIMAN
De Turksche Kwestie
(Dr. JAPIKSE: De Turksche Kwestie.
Bruna's Historische Bibliotheek)
Dr. Japikse heeft een goed werk verricht
door het Oostersche vraagstuk nogmaals aan
de orde te stellen en in een niet al te ruim
bestek te behandelen. In een vlot geschreven
overzicht van nog geen tweehonderd blad
zijden heeft hij in een deeltje van Bruna's
Historische Bibliotheek de Turksche kwestie
uiteengezet. Zoo noemt hij zelf zijn boek ;
wij zouden den titel althans minder eng
hebben genomen en liever hebben gesproken
van de Balkan-kwestie of nog liever van
het Oostersche vraagstuk, zooals de geijkte
term nu eenmaal luidt. Maar dat is niet
anders dan een kwestie van naam; het is
wel degelijk het oude Oostersche probleem,
dat door Japikse is behandeld.
Zij, die er ook aan zullen gaan!
(Teekening voor de Amsterdammer", van Pol Dom)
De Gemobiliseerden: Wacht maar kameraad, over een paar weken zul je dat strooie hoedje wel afzetten! *)
) Noot van den zetter: Dat zal niét gaan!
i iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii IIIMMII iinui minimi t
Avondhemel
Zoo zuiver zachten teeris heel de lucht gelegen
Een gouden kleed gelijk en zonder zoom
ontstaan
aan stillenhemel.waaraleindloos mild enveege
geluideloos de lichte tinten ondergaan.
Het is alsof al'tschoon op eenen stond vergaarde
en't leven snel verleeftin onbewoord gebed.
Een rozerode schelp den lichten dag bewaarde
Een maaglijke fijne tros in witten schaal gezet.
Er hangt een schemerwaas van heel licht goud
in 't ranke
van heel d'omgeving in omhooge jaagt
een geel citroene zee haar stuifmeel t'bloesem
blanke
des puren hemels in.waar t'wegsmelt en
vervaagt.
Fluweelzwart golft de hei daaronder als een
deining
die voor het blank verbaasd,haarroeringliet
en thans
de sombre grondtoon vormt der stervende ver
schijning
waarin al 't schoons verzinkt der stondelijken
trans.
M. BEVERSLUIS;
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiimiiiiiMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiMinmiiiiiiiiiiiE.
Hij heeft dat gedaan met grondige kennis
van zaken en in het algemeen op juiste,
sobere wijze. Dat hij zich beperkt tot de
uitwendige machtsverhoudingen en de feiten,
die daaruit voortvloeien, sprak van zelf en
behoeft geen rechtvaardiging. Immers, ware
hij dieper op de toestanden van het Balkan
schiereiland ingegaan, hij zou de geschie
denis van ongeveer een eeuw bezwaarlijk
in een zoo beknopte ruimte hebben kunnen
behandelen.
Toch komt de vraag naar meer al lezende
telkens bij ons op. Wat zijn eigenlijk de
Jong-Turken en waaraan is hun onverwacht
en opvallend echec na de revolutie van 1908
toe te schrijven ?
Vanwaar de snelle groei van Griekenland?
Alleen met den naam Venizelos is toch nog
niet veel verklaard ? Wat is er in het intieme
leven van Servië voorgevallen,dat naSlivnitza
en Pirot, na den koningsmoord van Belgrado
de ongekende volkskracht verklaart, waarvan
het land in de laatste jaren en nog onlangs
blijk gaf ? Ter beoordeeling van de opmer
kelijke staatkundige feiten van de laatste
tien jaren zou men op de bovengenoemde
vragen wel eenig meerder antwoord willen
ontvangen dan dr. Japikse ons geeft.
Intusschen is het billijker in een boek te
erkennen wat het wel geeft dan ervan te
vragen wat het niet geeft en ook niet be
doelde te geven. En dan willen wij gaarne
erkennen, dat wij zelden zulk een heldere
en onpartijdige uiteenzetting van een uiterst
ingewikkeld probleem hebben gelezen als
die van dr. Japikse over de Turksche
kwestie. Helder het boek is in
eenvoudigen, wat drogen stijl geschreven; het boeit
en pakt zelden; maar het stuit ook niet door
ingewikkelde perioden. Bij uitzondering halen
wij deze op, die wij ter taal- en redekundige
ontleding gaarne aan onze lezers prijs ge
ven : Griekenland alleen, dat ook ter zee
belangrijke voordeden had behaald, en
behalve de aansluiting van Kreta, dat
in het begin van den oorlog en nu
voor goed met Griekenland vereenigd
was verklaard, ook die van verschillende
eilanden, waaronder Samos, had zien tot
stand komen, zette den oorlog voort" (blz.
172?173).
Onpartijdig alleen veroorlooft dr. Japikse
zich deze hoffelijkheid aan het adres van
Engeland, waar men gewoonlijk voor alles,
wat vrijheid heet, groote bewondering zegt
te koesteren" (blz. 123?124). Zulke dingen
moest men tegenwoordig liever aan de
Gartenlaube overlaten.
In de feitelijke uiteenzetting waardeeren
wij de juiste distributie der stof en de
logische compositie. Zonder schokken, met
rustige overgangen schrijdt het geschied
verhaal voort; de draad der historie wordt
geen oogenblik losgelaten voor uitweidingen
die minder ter zake doen. Ook de feiten
zijn in het algemeen juist voorgesteld.
Mogen wij echter daarop een paar
kantteekeningen maken. Het herverzekerings
verdrag tusschen Duitschland en Rusland is
niet in 1887 gesloten, maar in 1884 tot stand
gekomen en in 1887 vernieuwd (blz. 79).
Vorst Alexander van Bulgarije was niet
gehuwd met een kleindochter van koningin
Victoria; alleen is er ernstig sprake geweest
van zijn verloving met een ^dochter van
Keizer Frederik (dus een kleindochter van
Victoria); maar Bismarck heeft ter wille
van Rusland dat huwelijk belet (blz. 88). Te
Murzsteg is het bekende programma over
Macedonië niet vastgesteld door de Rus
sische en Oostenrijksche ministers, maar door
de Keizers zelf (blz. 111). Dat zijn kleinig
heden. Opvallender is deze bewering: Met
de Hellenen vormen de Roemenen het
Romaansche element in Zuid-Europa." De
bedoeling is duidelijk; maar dr. Japikse
drukt die bedoeling wel zeer onhandig uit.
Bovenstaande opmerkingen moeten in de
eerste plaats bewijzen, dat wij het boek
van dr. Japikse met groote belangstelling
hebben gelezen. En dat het die belangstel
ling verdient, zal de geneigde lezer ook wel
hebben begrepen, zonder dat wij het op
zettelijk waar maken.
H. BRUGMANS
Kennisgevingen voor
Verloving en Ondertrouw
InvUatlËQ, Programma's
Dankbetuigingen, Menu's
Lazcpapicr en Corr. Kaarten
Arttittek Stempel w* rk
BOEK. U STEENDRUK*?KiJ
B. van Mantgem
H*fflc * r»r e l * r
Singel 562. toet aMMral Imst.
iiiiiiiimiJiiMMiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
ELECTRISCHE SPOORWEG MAATSCHAPPIJ
Treinen iedere 10 minnten in beide richtingen
geven aansluiting naar BLOEMENDAAL en OVER
VEEN met gratis rit op de Stadslgu te HAARLEM.
ABONNEMENTSPRIJZEN:
Amsterdam?Haarlem .... ? 7,50 per maand
Amsterdam?Zandvoort . . . -11,
Haarlem?Zandvoort .... - 4,50
Voor andere trajecten zie de gratis verkrijgbare
MHenstrej/elitiff.
TIENRITTENBOEKJES:
Amsterdam?Haarlem ? 2,75
Amsterdam?Zandvoort - 4,
Haarlem?Zandvoort - 1,50
mimiiiiimi
CIIEMir.RAl-ISCHK KlINSTINRICHTING
% DIRK SCHNABEL
CLICHÉ'S
VOOR ZWAKT- EN KLEURENDRUK
ONS NIEUW PROCÉDÉIS
KOPERDIEPDRUK
r.usuiiKT VOOR I;I.K PAPIER.
VORMEN.
Een Handboek voorDamea
BEWERKT DOOR
JOHANNA VAN WOUDE.
let litnwite ei volledigste kandhoek der
Etiquette.
In prachtband ?2.50, In satijn ?2.90
Uitgave v. Van Holkema & Warendorf,
Amsterdam.
D. OBERINK & Co., AMSTERDAM
PRINSENGRACHT 456 %U-IDSCHESTRAAT
TELEFOON NOORD 1452
TOEPASSINGDERELECTRIC1TEITOPELK GEBIED
ROOKT:
BOKin
128-BO
De superieure 3 cents Sigaar.