Historisch Archief 1877-1940
11 Juli '15. No. 1985
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
verscheen in 1884, en baarde nog aljopzien
door de inleiding, waarin hij zijn opvattingen
omtrent poëzie en de wetenschappelijke
beteekenis van woord en klank voor het dicht
werk uiteenzette.
Zijn inzichten zette hij nader uiteen in
zijne studie Traite du Verbe," later in uit
gebreider vorm uitgewerkt en onder den
titel Un methode a l'oeuvre," verschenen
terwijl hij zijn techniek van de woordbehan
deling, zijn Poésie scientifique", gelijk hij
ze zelf noemde, praktisch deed kennen in
een aantal geschriften, die geleidelijk het
licht zien. De poëzie" aldus schreef Ren
Oh il zelf tot karakteriseering van zijn
kunst moet afhangen van een kunst van
synthese, trillend in een algemeene ontroe
ring, door een woord gewekt inhouden
als het ware de gesuggereerde som van de
kennis en haar ontroeringskracht."
Krijgs-relazen
I Noodlot
Maanden achtereen heeft de Keizer en
Koning, steeds hopende dat zich als poor
ten der overwinning voor hem zouden
openen de beide duistere poorten zijns
rijks, die tragisch daveren onder het her
haaldelijk en vruchteloos gebons zijner
legers, van het Westen naar het Oosten en
van het Oosten naar het Westen den langen
weg afgelegd van het ongeduld en van den
twijfel aan ziehzelven, welke ook de goden
plaagt, die aan hunne godheid sterven,
daarbij lager dalend dan de menschen.
De treinen voerden te midden der andere
treinen, die met hun glanzend oogenpaar
verblindend voortglijden langs de rechte
riggels, zijn waggon mede, grijs beschilderd
en beschermd door de armelijke, zorgelijke
beschutting van het Roode Kruis. En wan
neer hij uitstapte, in grijs uniform, evenals
de gewoonste zijner luitenants, in een of
ander stadje achter het gevechtsterrein, waar
zijn lijfwacht zelfs de verdachte bescherming
van de duisternis van hem verwijderde, ging
hij, zoekende naar nachtrust van het eene
huis naar het andere, haast uit vrees, of hij
zelf wel zou weten waar zijn vorstelijk hoofd
zich ter ruste kon leggen
De lichttorens spreiden, de onrust
vergrootend, hun lichtsluier boven Berlijn uit;
neen, laten zij die slapen kunnen, ook hun
slaap genieten! Onze vliegers vindt men
slechts waar de strijd de lucht doet da
veren, en zij vliegen niet boven het Roode
Kruis!...
Ach, laten we toch terugdenken en dat
ook hij terugdenke ! aan den eersten tijd,
dat de eerste Keizer, van wien Europa over
nam den lust tot veroveren, zich slechts
vertoonde met den gouden adelaar op het
hoofd en het zwaard in de hand, zijn oogen
naar de verbaasde wereld gericht, om, in
de houding van den noorschen oorlogsgod
Baldur, die ook de god der ontwaking van
de natuur in het voorjaar is, te verklaren, dat
het zijn hoogste streven was, dat de aarde
slechts van hem den vrede had te ver
wachten. Na dit verklaard te hebben met
gansch zijn ziel, van ouder tot ouder met
heerschzucht behept, wenschte hij zich een
volk, waarvan het geheel een weerspiegeling
zou zijn van zijn eigen ziel, waarin hij be
hagen zou kunnen scheppen. Voorzeker,
voortreffelijk zich assimileerend in alles wat
stoffelijke macht is, wist hij zijn volk als
massa voorspoedig te maken door de ont
wikkeling van een vernuftig industrialisme,
dat iets wonderbaarlijks in zich had. En op
wonderbaarlijke wijze slaagde hij volgens
zijn levenbeginsel er in uit de bereidwillige
imiiiiiiuiiiiii
Geen gesternte. Slechts een nieuw treur
spel in verzen in vier bedrijven getiteld
Deborah."
Bent u collega? Bent u k in de kunst".
Ja... ik ben uw collega... ik ben als u,
ook in de kunst".
Welnu, dan zal ik u het grootste geheim
mijns levens openbaren. Ik ben een miskend
kunstenaar".
Dat ben ik ook, hoewel geen schoenen
poetsend, doch nog altoos ze latend poet
sen, ondanks dan de bijna vereeni de po
gingen mijner gezamenlijke collega's in de
poëzie, de letterkunde en het journalisme."
Wij zijn bijna lotgenooten. Want ook ik
ben door mijn collega's tot het schoenen
poetsen gebracht".
Vriend en lotgenoot, zet uw voet op den
schemel. En laat ik mij bukken en de
schoenen poetsen. Onderwijl verhaalt gij mij
uw' levensgeschiedenis."
Gratis ?"
Hoe bedoelt u ?"
Ik kan geen dubbeltje missen."
Ik denk aan geen betaling."
En de sigaar?"
Behoef ik evenmin terug te hebben."
Dan, Welaan."
Hij zette zijn rechtervoet op de bak, ik
bukte mij en na zijn broekspijpen te hebben
opgeslagen, begon ik zijn schoen in te smeren
en daarna te poetsen. Onderwijl vertelde
de man.:
Transport- en Zee-Verzekering met
MOLEST (Oorlogsrisico).
BLOM & VAH DER AA, Assurantiebezorgërs.
AMSTERDAM, BEURSPLEIN No. 5 Telegram-Adres: BLOMA.
Telefoon Noord: 2247, 2192, 7783, 6704 en 3174.
TAMINIAU'S
? JAM ?
BOUWT TE NUKSPEET.
Mooie boschrflke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
MH. .DE VELUWE", Nunspeet.
RANDSTINS DE CHAMPAGNE
Rerrier-Jouel
." 'V '?&p|rnay.
Con.ceS'sionmures.v,
Sauter & Polfs, Maastricht.
- American -?
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp : JEAN MULOER, Sloterdijk.
vernietiging van elke individualiteit een
organisme te vormen, dat er nog prat op
ging door zijn oogwenk in beweging ge
bracht te worden. Edoch ongetwijfeld heeft
hij met te groole overhaasting, ten einde
uiting te geven aan zijn geheime neiging,
geconstateerd, dat voor de handhaving van
den nieuwen voorspoed en bovendien tot
bescherming van den vrede zelven,
Duitschland tegelijkertijd moest worden een leger,
het eerste aller legers ! En ten einde uitweg
te geven aan de overproductie dienden de
vlaggen van zijn vloot zich op alle zeeën
te weerspiegelen de eerste aller vloten!
Maar nu en dan sprak de Keizer tot de
wereld, gelijk de zon soms plotseling een
straal doet dalen op de planten, die door
een onweers-voorgevoel worden ter neder
gedrukt. Hij componeerde muziek, hij mengde
zich stoutmoedig in tooneelzaken, bij beeld
houwde en schilderde! Om Europa te waar
schuwen, dat werkelijk beheerscht werd door
zijn streven naar vrede, had hij het beeld
van Boeddah geschilderd, tronend boven de
massa Aziaten, die het westen met hun
verborgen krachten bedreigden. Hij vreesde
enkel den vrede omdat daaruit de mogelijk
heid voortvloeide, dat Frankrijk meer aan
dacht aan zijn land zou schenken, in de eer
ste plaats natuurlijk aan Elzas-Lotharingen,
dat hij ons misschien ja, misschien!
wilde teruggeven. Wonderlijke verwachting!
Een oogenblik heeft hij niettemin de ge
dachte gehad de overwinning van 1870 on
gedaan te maken!
Maar het was waarlijk niet overbodig,
dat men in het roerige duister, doorschicht
door de bliksemstralen der wapenfabrieken,
neerhurkte gereed voor- den sprong op de
afzichtelijke kudden der stalen kanonnen,
verraderlijke dieren, die hun leven ontleenen
aan de wreede ziel der menschen, welke ze
hebben doen worden en het was waarlijk
niet overbodig, dat de oorlogsschepen, de
vrachtschepen vooruitgaand of wel volgend,
in den heimelijken concurrentiestrijd steven
den naar anderen gebieden en eilanden
In gansch Europa moest ook de vrede zich
vervormen tot een gewapenden vrede. En
de Keizer sprak van zijn zwaard, dat reeds
half uit de schede was getrokken, en van
het kruit, dat men droog moet houden:
want de trots van den Ueber-mensch had
hem dra doen duizelen. In zijn gedachte
strekie zich met zijne schepen, die den oceaan
doorploegden, het gebied van het Duitsche
rijk over gansch de aarde uit, de dieren,
die voor hun eigen scheppers gevaarlijk
kunnen worden, l uilden voor het
wereldkeizersschap. En toen bepeinsde hij ze allen
IIMMIIIIIIIIHimillllllMlIII
Ik ben een schilder. Van mijn jeugd af
zag ik alles alleen uit pittoresk oogpunt.
Zelfs toen ik eens door mijn vader over de
knie gelegd werd en er met een rotting van
langs kreeg, viel mijn oog in den spiegel,
ik zag de beweging en alle pijn en angst
waren verdwenen. Slechts dacht ik aan n
ding: Dat zoo te kunnen in lijnen uitdruk
ken, de hand met de rottingsnel op en neder
gaande." Ik zocht toen reeds instinctief het
lot der Rembrandttieke naetureelste
bewegelijckheit. Echter, toen ik ouder werd, week
ik van dat principe af. Ik werd naar de
academie gezonden, studeerde ijverig, werkte
zelfs naar het levend model, maar vond geen
bevrediging. Eindelijk, toen ik de academie
had verlaten, vond ik op een dag in mijn
klein atelier schilderend, opeens mijn eigen
weg, mijn eiifen kunst. Ik zag niet meerde
uiterlijke liniën der dingen op de
alledaagsche wijze, maar elke uiterlijke linie was
voor mij afschijnsel van een innerlijke lijn
en deze lijn was het, die ik poogde zicht
baar te maken.
Het gevolg was, dat mijne teekeningen
en mijne schilderijen door niemand werden
begrepen en door bijna allen uitgelachen en
bespot. En toch, hoezeer ik er onder leed,
hoe veel armoede, honger en miskenning
mijn deel ook werden, het was mij volslagen
onmogelijk de dingen anders te zien, dan
ik ze zag. Keek ik naar een boom, dan zag
ik den boom in vlakken verdeeld. Keek ik
VRAAGT
TANDMIDOtUEN
in te lijven, om een nog onmetelijker vrede
aan de wereld te brengen.
Op een gegeven oogenblik van ons leven,
verkeeren wij onder de gelukkige of ver
schrikkelijke gevolgen van onze handelingen
en bedoelingen van voorheen...
Vredebrenger! Tot op het uiterste oogen
blik bracht Europa hem de hoogste hulde,
dat het van hem, trots alles, den vrede ver
wachtte. In de laatste onheil volle minuut
drong van de zijde van alle volkeren een
roep tot hem, hem vragende om het gebaar,
dat naar zij zeiden enkel van hem was te
verwachten. Hij begreep niet, dat de wereld
zich zoowel tot hem als tot God richtte.
Als een nieuwe keizer, ontsproten uit de
legende, was hij Lohengrin geweest,
Lohengrin, die tot ons kwam in het bootje, ge
trokken door den statigen, blanken zwaan.
Helaas, er is een zwaan, waarvan de prach
tige doodstrijd is verheerlijkt door den
klaren en heerlijken dichter Stephane
Mallarmé. Daarbij bewaart het gansche leven
een angstig zwijgen, en de starre winter
houdt het gevangen in zijn ijzige woestijn,
en roerloos blijven de vleugelen, die de
wind droeg naar het schpone en onsterflijke!
Gevangen en gedood zijn zij, die vleugelen.
II Overal en nergens
Krachtens besluit der regeering zal voort
aan geen vergunning meer aan een familie
worden verleend om een der hunnen we
der te doen opgraven, die behoorde tot de
mannen welke in den strijd zijn gesneuveld
en die thans vereend in denzelfden roem en
onder dezelfde grafheuvels op het veld van
eer hun laatsten slaap slapen. Dit is nood
zakelijk, zegt het besluit, uit een gevoel van
gelijkheid. Elke gemeenschappelijke grafstede
zal echter met vrome toewijding worden
onderhouden en de namen der dooden, die er
onder rusten, zullen zooveel mogelijk ver
gaard worden.
Hadden we niet een zekere ergernis
in ons voelen opkomen, zelfs een vage
neiging tot verzet, toen men ons verhaalde,
dat een zeer rijke echtgenoote machtiging
had verkregen het lijk van haar man, dat
zij begraven wist in een gemeenschappelijk
graf, daaruit weder op te delven? Zij had
intusschen die machtiging slechts verkregen
dan op voorwaarde, dat, als zij het stoffelijk
overschot van haar man weghaalde, zij ook
lijkkisten zou geven voor al de anderen, een
twintigtal, die door haar toedoen op het
naar een gelaat, dan zag ik dat gelaat ook
in vlakken verdeeld, echter niet meer in
de anatomische of in de teekenkundige
maar in de innerlijke vlakken, die daar
van volkomen afweken. En ten laatste
werd dat zoo sterk, dat ik ook de huizen,
de straten, de grachten, de luchten in zulke
vlakken verdeeld zag. Ik schilderde ze cons
ciëntieus na, even nauwkeurig de met het
zielsoog geziene dingen naconterfeitend,
zooals ik vroeger, gelijk de anderen, de met
het lichamelijk oog geziene dingen zoo nage
maakt. Men noemde mij een cubist, de col
lega's lachten mij uiten geen sterveling kocht
mijn werk. Ten laatste was ik dakloos en
broodeloos en behoorde tot de zwervers.
Toen kon ik niet meer werken. Ik had zelfs
geen papier en houtskool met r en toch, zoo
ellendig als ik was, ik voelde de dringende
behoefte om de dingen, aanschouwd naar
hun innerlijke anatomie weer te geven. Ik
kon niet anders en zou zelfmoord hebben
gepleegd als ik dien drang des harten was
tegengegaan.
Een arme kerel, die 's nachts met mij op
een bank in 't Prins Hendrik plantsoen had
geslapen, raadde mij aan om met een
schoenenbak op de brug te gaan staan. Er zijn
veel Belzen in de stad", zeide hij, en die
zijn nogal netjes op derlui voeten."
Het denkbeeld lokte mij eerst niet aan,
maar de honger drong en ik deed den grooten
stap ik werd schoenpoetser. Welnu, let
LIBERTY
METZaCO AMSTERDAM 's CRAVENHACE
BIZONDERE AANBIEDING
BLOUJE VAM WASCHBARe.WITTE
VOILE MET HAMDBORDUURSEL
Fi.D.95
STALEN
FRAMCO
l M MATEM
1Z-H-16-18
BLOUSE VAN BEDRUKTE
coTTon vo l L. e
Fl4.95
OPRUIMI
IIIIIUtMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimillllllllimlIllllllllmillLMIIimillHmHIIIIIIIIimilMmilMMIIIIIIHIMIIIIimilll
kerkhof van het naburige dorp zouden
worden ter aarde besteld. Die vrouw was
rijk
Oh, wie begrijpt het niet! Zoon, echtge
noot, vader, zijn op een morgen wegge
trokken; op een bepaalden dag in het militaire
register geboekt, zijn zij uit het dagelijksche
leven heengegaan, alle zonder duidelijk aan
te wijzen reden weggerukt uit de atmosfeer
van den huiselijken kring en de gemeen
schappelijke gewoonten.
Zij zijn heengegaan, gelijk in een droom
gebeurt, zonder voorbereiding voor wat er
ging gebeuren, met een gevoel van doffe
verbazing, zonder te trachten iets te be
redeneeren. Zij zijn vertrokken, alsof het geen
werkelijkheid was alsof zij morgen weer
ter plaatse zouden zijn en opnieuw weder
het bestaan zouden leiden volgens de ge
wone en bekende regelen. En plotseling is
de tijding gekomen, van een of anderen
kant, van overal, van nergens en die ook in
geen logisch verband schijnt te staan met
het verleden, dat nog zoo kort is geleden:
Hij, dien ge lief hadt, is dood!... Is hij
dood ? Maar waar heeft dat sterven dan
plaats gehad?
We kennen een rouwende vrouwe, waar
van het gelaat verstijfd is in een soort van
ontzetting, wier blik voortdurend naar elders
waart, in de verte, verder dan het eigen
leven staart, wier blik als 't ware gevangen
is in het onbegrepene van haar smart! Zij
is niettemin helder van geest, zij verricht
met zorg haar werk, maar wie tracht
haar te troosten over het verlies van haar
man, dien herhaalt zij met een ietwat schorre
stem : ge weet, dat hij niet zal terugkeeren.
Nooit, niet waar!" En men gevoelt, dat zij
in de allereerste plaats aldus voor zichzelve
spreekt, pogend een beteekenis aan deze al
te gruwzame woorden te geven, pogend
ook te begrijpen, goed te begrijpen, .dat dit
waar is, werkelijk waar...
Oh, hoe is het mooglijk nauwkeurig aan
te geven, op welke plek der uitgestrekte
slagvelden hij is gestorven, voor eeuwig en
altijd is blijven liggen! En dan met de tril
lende vingers niet zijne oogleden te hebben
dichtgedrukt en niet de kaarsen voor de wake
te hebben ontstoken, hem niet in zijn kist
te hebben zien liggen gelijk men hem ge
durende het leven niet weder zal zien onder
den grafsteen, waarbij men knielt in de
oogenblikken,dat het harte krijt in de woestijn!
Wijd zullen de armen en boezems zich
openen naar de vier windstreken en de lip
pen zullen in het luchtruim, dat geen ant
woord geeft, kussen verspreiden, en nooit
zal men te weten komen, waarheen ze ge
richt hadden moeten zijn.
Ik weet dit en die wetenschap verscheurt
mijn ziel. En toch wensch ik dat mijn droeve
wreedheid mij worden vergeven. Ik bewon
der om haar hooghartige deugd de beslissing
mi IHIIII umi lint uu t mum u
nu op 't geen u doet en denk dan aan 't geen
ik zeg."
Hij stak mij zijn linker voet toe om uit
te borstelen en ik borstelde ijverig.
Toen ik het eerste paar schoenen te
poetsen kreeg, en de glans er op kwam,
merkte ik opeens, dat in de spiegeling van
het gebogen vlak der schoenen, de
vlakverdeeling van 't zich daarin spiegelende heelal
juist zoo was als ik ze zag met mijn moderne
oogen, mijn oogen van twintigste eeuwer...
Ik moet als een bezetene gepoetst hebben,
want mijn klant trok zijn voet ten laatste
van de bak en gaf mij een kwartje en zei:
Mannetje, met zooveel ijver als jij verdiende
je een beter beroep."
Maar het was weder wanbegrip. Ook mijn
eerste klant in de schoenpoetserskunst zou
mij niet begrijpen. Menschen begrijpen zoo
heel weinig van elkander. Want zie, terwijl
ik poetste, had ik opeens de wijze ontdekt
waarop ik voor mijn kunst propaganda
zou kunnen maken niet alleen, maar ook de
wijze, waarop ik mij met hart en ziel aan
mijn werk zou kunnen geven... En let nu
op... Elkeen die hier zijn voeten op mijn
bak zet, poets ik twee cubistische spie
gels op zijn schoenen. En met deze cubi
stische spiegels loopt hij door de stad, laat
de geheele stad, laat al wat rondom hem is,
in die spiegels naar cubistische wijze, zich
afbeelden. Hij kijkt er naar, anderen kijken
er naar en op deze wijze wordt men lang:
van de regeering der Republiek. Met
nstemmigen aandrang, geheel staande buiten
het alledaagsche egoïsme, hebben wij in een
gezamenlijk gevoel van gelijkheid onze leven
den aan het vaderland gegeven. Nu is het nog
de plicht ons tevens te kanten tegen het
egoïste en smartelijke vouwen der beide ar
men wij moeten berusten in de hoogste
gave, de gave onzer dooden. Ook zij hadden
ons gelijkelijk lief en toch, als het in een
oogenblik van mirakel mogelijk ware, dat
zij hunne lippen openden en ons konden
aanzien met de teederheid, door de eeuwig
heid nog vergroot, weet ge wat ze ons
dan zouden vragen ? Laat ons zij aan
zij slapen, denzelfden slaap, die ons bij de
vervulling van dezelfde taak heeft over
meesterd".
Op de huwelijkspenningen, welke aan
jonggehuwden worden uitgereikt, leest men
het opschrift: Gij zult niet scheiden wat
God heeft vereend". Zoo zult gij op het
veld van eer, indien zij gevallen zijn uit
dezelfde liefde, die het ras zal redden, niet
van elkaar scheiden hen, die samengebracht
zijn door het lot, dat ver boven onze snik
ken van droefheid is verheven.
Maar iemand zeide mij: Is het u ook
bekend, dat op sommige plaatsen zij in
alle haast met hunne paarden zijn begraven?"
Reeds langen tijd heb ik mijn ontroerde
geest doen luisteren naar al wat leeft en in
verschillende graden van ontwikkeling denkt.
Daaruit heb ik de eenheid van leven geleerd.
Luistert dus naar het gebed voor het paard",
dat vór den stormaanval de Russische rui
ters aanheffen: En ook voor hen, o Heer,
voor deze nederige schepselen, die met ons
den last des daags dragen en hun onschul
dig leven voor het vaderland offeren, doen
we een beroep op de teederheid uws harten;
want gij hebt aan menschen als aan dieren
uw heilbelofte gedaan, en onmetelijk is uw
goedheid, o Heer, meester, redder der we
reld. Heer, heb medelijden!"
En mogen zij, gegaan en gevallen onder
hetzelfden gebed, thans, in heilige eenheid,
blijven rusten zonder gescheiden te worden,
onder de grafheuvels, waar naar ons weten,
iedere naamlooze doode alle namen draagt,
welke alle smarten hebben uitgeroepen!
niiiiiiiiiiiMiiiiiiiimiiiiiiMMlHliiimiimiiiimiiiiiMHliiH iiimmummi
zamerhand gewend aan de cubistische be
schouwingswijze. Want het is slechts een
zaak van wennen. Zoodra men zich er aan
gewend heeft de vlakken te zien naar hun
innerlijken bouw in stede van naar hun
uiterlijken bouw, zoodra men van de physieke tot
de psychische aanschouwingswijze is overge
gaan, kan men de physieke aanschouwings
wijze nog slechts navoelen zooals men een
roman waardeert, die uw moeder in haar
jeugd boeide...
Ik had net de andere schoen van mijn
collega gepoetst en ik zeg het niet zonder
zelfvoldoening, de wereld die zich in de neuzen
spiegelde, was volkomen cubistisch. En dit
gaf mij zulk een buitengewoon, zulk een
bovenmatig genot dat ik sedert, waar ik
kon, ook schoenen heb gepoetst.
Mag ik het eerlijk bekennen.. ? Indien
iemand een goeie standplaats voor mij weet,
waar ik mijn collega geen concurentie aan
doe, dan verplicht hij mij zeer door ze mij
te noemen...
Want ik ben voor het cubisme gewon
nen ... ook ik wil gaan schilderen, ook ik
verlang naar de borstels en de bak"!