Historisch Archief 1877-1940
11 Juli '15. No. 1985
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Elizabeth von Arnim *)
Wat moet er een pijnlijke verwarring van
gevoelens zijn in het leven van vrouwen,
die door haar geboorte afkomstig uit een
oorlogvoerende natie, door haar huwelijk
tot de vijandige partij behoorenl
In dit geval verkeert tegenwoordig Gravin
Elizabeth von Arnim, meer bekend als de
schrijfster van Elizabeth and her german
garden".
Dit boek, bij den aanvang der nieuwe
eeuw verschenen, werd nooit in het
Nederlandsch vertaald, maar door ons
Engelschlezende publiek genoten en zeer gewaar
deerd. De voornaamste bekoring lag in den
fijnen, diepen zin voor natuurschoon, geuit
in een even fijnen, min of meer mondainen,
maar nochtans natuurlijken, oorspronkelijker!
trant. Het verhaal, in dagboekvorm geschre
ven, droeg zoozeer den stempel van echt
heid, dat de intuïtie der lezers, en vooral
de lezeressen, er aanstonds een biecht in
zag: een stukje auto-biografie van een hoog
staande, voornaam-ontwikkelde vrouw van
Britsche afkomst, maar goed thuis in de
Duitsche wereld.
In Duitschland was het beperkte
Engelschverstaande publiek, om die reden, natuurlijk
extra-nieuwsgierig naar haar juisten naam.
Tot prinsessen toe werden met het
Elizabethschap gedoodveifd. Doch eer, een jaar
later, Elizabeth's tweede bundel A lonely
summer" (een even mooie variatie op den
eersten) verscheen, was het geheim opgelost
en wist, in de Berlijnsche salons, ieder wat
omtrent haar te vertellen.
Het stond vast, dat men te doen had met
eene der vele gravinnen von Armin, en dat
haar meisjesnaam was geweest miss
Beauchamps, (wat tot sommiger verwondering,
meer Fransch dan Engelsen klonk, totdat
iemand naar vermoedelijk Normandische
voorouders heenwees). En het landgoed met
den seringen-rijken tuin wist men nu ook
precies te liggen, namelijk in het noorden
van Pommeren. Het heet Nassenheide, wat
wel eenigzins aan een moeras doet denken,
doch in zijn tegenwoordigen toestand even
min een moeras is als Nassau, dat toch
oorspronkelijk ook een nasse Aue" moet
geweest zijn. Nassenheide behoort thans tot
de best-geëxploiteerde Pommersche goe
deren en de eigenaar tot de meest vooruit
strevende agrariërs", die kennis neemt van
alle internationale bewegingen op
wetenschappelijk-landbouwkundig gebied. Waarom
hij, in zeker voorjaar, tijdelijk verdwenen
was, en zijn gezin zulk een paar eenzame
zomers tusschen seringen en lathyrussen
had bezorgd? Er was een verhaal van een
duel in omloop; en daarmee werd in ver
band gebracht het epitheet van man des
toorns", hem door zijne gemalin op de eerste
bladzij van haar eerste boekje toegeslingerd.
Dat was nu niet heel mooi van haar; want
een duel is iets wat iemand in Duitschland
dagelijks overkomen kan. Maar daar het
echtpaar later weer rustig samenwoonde,
en de man in een van Elizabeth's latere
werken voldoende van den blaam van toor
nigheid gezuiverd werd, achtte de publieke
opinie zich omtrent haar bevredigd. Gaande
weg hield men op, zich met haar particulier
leven te bemoeien, en besloot verder alleen
dankbaar te genieten van wat haar pen
opleverde.
En dat is, in den loop der jaren, niet
weinig geweest.
Veelgelezen werd haar reisbeschrijving
over het eiland Rügen. Dit mooie eiland is,
van Berlijn uit, een geliefkoosd doel voor
*) The Pastors Wife, by the author of
Elizabeth and her german garden", etc.
London, Smith Elder and Co., 1914.
De Veldkrekel
Naarmate de vogels verstommen, worden
de insecten luidruchtiger. Niet alleen ver
vullen zij de lucht met het geruisen en ge
gons van hun vlugge bewegingen maar ook
met velerlei geluid, dat zij, min of meer
willekeurig, voortbrengen uitangst of vreugd
of uit verlangen.
Die geluiden zijn, voor zoover wij weten,
haast nooit vocaal; de ademhalingswerk
tuigen der insecten zijn weinig geschikt om
een krachtigen luchtstroom voort te brengen.
Daarentegen hebben zij een hoogen graad
van volkomenheid bereikt in het voort
brengen van rasp- en vijlgeluiden. Zelfs
hebben zij daardoor het muzikaal gevoel der
menschen kunnen bekoren. Anakreon heeft
liederen gewijd aan cicade en krekel en hun
muziek meer geprezen dan die van nachtegaal
en leeuwerik.
Ik heb weer eens een poosje een krekel
in huis gehaald, maar kan het met Anakreon
niet eens zijn. Mijn beest wekt door zijn
voortdurend gesjirp wel den indruk, dat hij
vroolijk en tevreden is, maar de kwaliteit
van zijn geluid komt op zijn hoogst die van
het geroep van hongerige jonge musschen
nabij. Ook is hij natuurlijk noch vroolijk
noch tevreden, maar juist verlangend en
onbevredigd. Als ik straks genoeg van hem
gezien heb en ik laat hem vrij, dan wordt
het er voor hem nog niet veel beter op,
want in onze duinstreek heeft hij geen kans
een soortgenoot te ontmoeten. Hier wonen
geen krekels.
Komt ge echter in Muiderberg, in 't Gooi
of op menige andere plaats beoosten de Vecht
en bezuiden de Waal, dan kunt ge krekels
te zien krijgen zooveel ge maar wilt en
misschien hoort ge ze meer dan u lief is.
Misschien ook wel minder dan ge zoudt
wenschen, want het geluid van onzen veld
krekel is een van die, welke, naarmate wij
een dagje ouder worden, buiten het bereik
van ons gehoor gaan vallen. Het zijn de zeer
een zomeruitstapje. Elizabeth maakte dien
tocht alleen met haar kamenier, bezocht
alle bekende punten, beleefde eenige avon
turen, hield gesprekken (tot over moderne
filosofie toe) met medetoeristen, die zij op
haar weg ontmoette, en doet van dit alles
verslag in vermakelijken trant. Alweer, in
de eerste plaats, haar innige ontvankelijkheid
voor natuurschoon; daarnaast hare geestige
opmerkingen over de haar omringende
Duitsche menschenwereld, die zij met een
Engelsch oog ziet.
Op dit thema levert zij de meest verras
sende variaties. Een harer boeken draagt
den titel Fraulein Schmidt and Mr.
Anstruther", voor een Nederlandsche vertaling,
zeer oneigenlijk tot Levensblijheid" ver
draaid. De humoristische details, voorna
melijk in zoover zij de tegenstelling van
landaard betreffen, zijn kostelijk.
Voorts kwam er een roman: The Princess
Priscilla's Fortnight", waarvan de inhoud,
voor tooneel bewerkt, eenige jaren geleden
ook ten onzent op de planken is verschenen,
onder den naam Priscilla's vlucht". De
dochter van een Duitsch groothertog, van
het Serenissimus-type, verveelt zich deerlijk
in haars vaders kleingeestige omgeving,
vlucht naar Engeland, werpt zich daar in
socialen arbeid", doet in hare onnoozelheid
gekke dingen, en wordt gelukkig nog, juist
bijtijds, teruggebracht door haar trouwen,
verstandigen minnaar, dien zij nu, na haar
escapade, veel beter waardeert dan toen hij
haar, bij wijze van verrassing, als bruidegom
werd opgedrongen.
Omgekeerd genieten wij de
weldadigheidspogingen van een naar Duitschland
overgestoomd Engelsch meisje, in den roman
The Benefactress". Hier vormen de
kaleidoscopische gegevens, die het onderwerp
oplevert, de aardigste, meest bevredigende
figuren. Wie een waarlijk verfrisschenden
roman wenscht te lezen,schaffe zich dezen aan.
En nu The Pastors Wife". Ingeborg was
de dochter van een Engelschen bisschop.
Haar Zweedsche naam, erfenis van een
Zweedsche grootmoeder, dient als stilzwij
gende explicatie van het feit, dat ditmaal
de geestigheid der schrijfster zich even
erbarmeloos tegen Engelsche eigenaardig
heden als anders gewoonlijk nog meer tegen
Duitsche keert. Maar de Duitsche komen
er ook niet malsch af. Althans, de heldin,
die in arren moede uit haar ouderlijk huis
weg loopt, en meent in een huwelijk met
een Oostpruisisch predikant een levenslus
tiger bestaan te zullen vinden, komt leelijk
bedrogen uit. Het blijft een open vraag,
waar het leven vervelender is: in het bis
schoppelijk paleis te Redchester of in de
landelijke pastorie te Kökensee. Om aan
beiderlei soort van verveling te ontkomen,
laat zij zich bijna schaken door een Engelsch
schilder. De Eer waarde Robert Dremmel, haar
echtgenoot, is zoozeer in zijn eigen aange
legenheden verdiept, dat hij van dat gevaar
niets bemerkt. Hij doet, uit liefde voor zijn
gemeente, aan landbouwexperimenten (even
als Graaf Arnim!). Hieraan dankt ons land
de vermakelijke bijzonderheid, dat de
Dremmels op hun huwelijksreis een dag in
Amsterdam stil hielden: For an infinite
respectful visit to the eminent Hugo de Vries."
Ik kan niet zeggen dat, van Elizabeth's
verschillende werken, dit laatste mij het
verkwikkelijkst aandoet.
Een harer vroegere Engelsche recensenten
heeft haar eens een maliciously
entertaining author" genoemd. Dit malicieuse"
element nu, dat in haar vroegere verhalen
slechts af en toe te voorschijn kwam, in
kleine boosaardigheden, die zij zich eigenlijk
schaamde, treedt hier nu veel meer op den
voorgrond. Haar geestigheid is minder warm
en weldadig en verzoenend geworden,
speculeert meer op de sympathie van de
latente vitzucht harer lezers. Het is soms
meer of men met Bernard Shaw te doen
heeft, dan met de beminnelijke tuinierster,
die, al lathyrus-bewonderend, versjes dicht
voor hare drie dochtertjes, April, Mei en Juni.
Maar onderhoudend is zij, als altijd. En
gelijk heeft zij, ook in deze scherpe
teekening van het door haar onderhanden ge
nomen gebied. Wie zelf eenige ondervinding
hooge geluiden, die ons deze poets bakken.
Hoe hoog een krekel wel zingt we
noemen het toch maar zingen weet ik
niet, maar stellig hooger dan het goudhaantje
en die zingt tot achtgestreept. Ik ken namelijk
menschen, die het goudhaantje nog wél en
de krekel niet meer kunnen hooren. Het
geluid dat de vleermuizen maken schijnt
even hoog te liggen als dat van den krekel,
de sprinkhaanrietzanger zingt iets lager,
maar toch nog hoog genoeg, om aan zestig
jarige heeren teleurstellingen te bezorgen.
't Moet een raar gevoel zijn, als het zoo
stil om je heen gaat worden; ik ben maar
blij dat ik al die dieren nog ieder jaar
kan hooren.
Het lijkt niet gemakkelijk, om een krekel
te zien te krijgen. Je betreedt een terrein,
waar hun schrille geluid de ooren verdooft,
maar er is op den grond in uw nabijheid
geen levend wezen te zien en overal, waar
ge gaat, schijnt geen krekel te bestaan. Dat
komt, doordat ze zich bij het gedruisch van
voetstappen dadelijk in hun diepe holen
terugtrekken. Maar als ge geduldig bij die
holen op den grond gaat liggen, ziet ge al
gauw in de donkere opening een zwarte
kogel glimmen en al heel gauw zit sinjeur
voor den ingang te fiedelen. Ja, als hij het
goed te pakken heeft, dan stapt hij lang
zaam nog een eindje verder en klautert met
zijn hakige pooten in den warwinkel van
planten omhoog, om uit de hoogte zijn lied
te laten schallen.
Zijt gij gewoon, om op uw wenken
beheeft van het Noordoost-Duitsche landleven,
kan zich terdege verplaatsen in de gevoelens,
die deze uitheemsche heldin'' in zulk een
Oostpruisische pastorie moest bezielen.
En wie zich in boeienden vorm wil laten
verhalen hoe het er ten naastebij in het
thans zoo veel besproken land van Von
Hindenburg uitziet, kan het hier van de meest
karakteristieke zijde leeren kennen.
GEERTRUIDA CARELSEN
w w w
Brief van Suzy aan Suzette
A Madame D'HERVÈZE
28a. Rue des Mathurins
Paris
Amst., 10 Juillet 1915
Ma chèrie,
Ik had je in mijn laatsten brief beloofd,
je wat van de Hollanders te vertellen. Maar
ik smeek je, sta mij toe, dat in een volgenden
te doen. Het gaat eenvoudig niet!
Er is iets over mij gekropen, dat ik niet
goed analyseeren kan, iets zóweemoedigs,
zoo aangrijpends, dat ik een gevoel heb,
of ik er niet meer bovenop kan komen.
Ik zie je verschrikte oogen. Waarop
Suzy ! in 's hemelsnaam, wdir bovenop ?
Suzette, Suzelte, ik verlang naar Parijs,
ik verlang zoo ontzettend naar Parijs. Maar
o schande! ik durf er haast niet voor uit
te komen niet naar het ernstige Parijs van
tegenwoordig, met hare atmosfeer van wel
dadigheid en liefdezorgen, met haar heir
van verpleegsters en roode kruisvaandels.
Neen, naar dat Parijs verlang ik vandaag
niet. Maar naar het anderei Naar de
flonkerende, dol verheugde wereldstad van
vór Augustus 1914; naar het schaterende,
feestvierende Parijs met hare magic-cities
en Luna Parks, met hare schitterende wed
rennen en gekostumeerde bals, waar men
met evenveel onverschillige luchtigheid van
den eenen indruk op den anderen gleed,
als in de vermaarde Tango van de Corte"
naar de media luna"; naar het Parijs,
subliem van gratie en altijd levendige be
koring, maar ook soms een beetje belache
lijk door de buitensporigheden van het
snokisme, waar men de wereld onderstboven
leerde bezien, en zeker om die reden nergens
anders zich kon tehuis gevoelen.
O Suzette! ik voel mij van daag of ik
ook weer op mijn hoofd sta!
Want ik denk in deze nachtmerrie-tijden,
met verrukking aan de vreeselijk lichtzinnige
komedies, waar ik toen bij gaapte met een
verveeld blaségemoed, aan de helgekleurde
losse kostumes, die de couturier Poiret
lanceerde, en die altijd kostumes, nooit
japonnen zijn geweest; ik denk aan de
zilverwit, oranje, paarsblauw, zeegroen
gepoederde hoofdjes van onze vriendinnen,
aan de armbanden, die zij boven den elle
boog of om den enkel droegen, aan de
mollige, geparfumeerde weelde van vertrek
ken en auto's...
Ik hoor je uitroepen: Ah! tu m'enbêtes,
dat komt allemaal immers wel weer terecht.
Zó'n gezegde van je, Suzette chèrie, zou
mij goed doen; evenals ik zou herademen
en weer hoop vatten, bij het zien van je
laatste nieuwe tailleur, en de nuance ind
finissable" van je nieuwe laarsjes en hand
schoenen of de zeer opvallende, hevig
onlo§ische deuk van je chapeau de chez Lewis"?
Vog altijd 100 f r. voor een
vorm-zonderiets-erop, of zijn de prijzen gedaald?!)
Eén luchtig zinnetje, ne gracieuse geste
van jou... en ik ben weer de oude, opti
mistische Suzy.
Suzette, Suzette, als een klein stout kind,
dat huilt om de maan, die niemand hem
geven kan, roep ik om Parijs, strek ik mijne
armen uit naar het Zuiden, vliegt mijn hart,
over België heen vers la France adorable."
Wat ben ik wuft en veeleischend, niet
waar? Bij eene allerliefste Hollandsche
familie gelogeerd, Schipmager heeten de
menschen (prononcez : Chippemagère!), heb
ik slechts af te wachten wat de toekomst
brengen zal. En Holland is zóaardig, zegt
iedereen, zeggen de vreemdelingen, zeggen
ook de Hollanders! Waar je kijkt, mooie,
Schema van een voor- Het oor van de krekel
vleugel van de krekel; aan de buitenzijde
bij r de rasp, bij t een van de scheen van
trilvlies den voorpoot
diend te worden en mist ge daardoor on
gelukkiglijk het geduld, om eens een minuut
of tien te wachten, neem dan maar een
lange grasspriet, zoo'n pijpdoorsteker, en
wurm daarmee in 't gat. Niet lang duurt
het of de krekel komt te voorschijn en on
danks zijn grimmig uiterlijk kunt ge hem
gerust beetpakken. Door hun harde huid
zien alle insecten er min of meer gepant
serd uit; de krekel spant de kroon; hij ziet
er uit of hij zoo pas afgeleverd is uit een
kunstsmederij. Uit het gebombeerde voor
hoofd puilen een paar ronde oogen vooruit,
daarvoor staan op kunstige voetstukken de
vette weiden, vette mooie koeien, dito dito
menschen.
Ondanks al dat heerlijke, eindig ik toch
dezen brief, met een kus... en een snik.
Ah Paris! Charpentier's Louise heeft het al
vór mij gezegd.
Je SUZY
Salade op den dagelijkschen disch
De Vegetarische bode" heeft onder haar
artikel een vertaald stukje uit Te Healthy
Life", getiteld: De weg naar gezondheid
door gebruik van salade", waarin o. m.
lezenswaardigs over het toebereiden van salade
voor den disch het volgende wordt gezegd:
Alle salade-groenten moesten op sierlijke
en smakelijke wijze worden toegediend.
Salade moet met groote zorg worden
gewasschen, herhaalde malen telkens in zuiver
water. Zoo mogelijk moest dit wasschen
worden gedaan door de vrouw des huizes
zelve, of anders toevertrouwd aan een ver
antwoordelijk perspon, die volkomen nauw
gezet is in dergelijke zaken. Gedurende het
wasschen moeten de bladeren goed schoon
gemaakt en nagezien worden; zij moeten
worden afgescheurd, niet afgesneden. Bij
zeer koud weder kan het verstandig zijn een
weinig warm water in de kom te doen, die
men gebruikt, anders is het
schoonmaakproces allesbehalve een aangename bezigheid.
Als het gedaan is, kan men de bladeren
een uur lang laten weeken, of 's nachts (niet
langer) fn koud water laten liggen, waarin
een weinig citroensap is toegevoegd, om de
salade mooi bros te krijgen.
Groene groenten, die niet voor onmid
dellijk gebruik noodig zijn, worden het best
bewaard in een koelen kelder in een
vochtigen linnen doek. Zij moeten niet al te lang
in het water blijven staan.
Alvorens op te dienen, moeten de groene
bladeren in een emmertje van ijzerdraad
gedaan en verscheidene malen rondge
slingerd worden, om wat er nog aan vocht
aan is kwijt te raken; ook kan daartoe een ver
giet worden gebruikt. De huisvrouw die
salade opdient in een kom op welks bodem
een hoeveelheid water ligt, toont dat zij de
kunst niet verstaat.
Hier volgen de namen van eenige fijnere
soorten van saladen die het geheele jaar in
verband met het jaargetijde kunnen worden
verkregen, alle kunnen rauw worden ge
geten : kropsla, andijvie, waterkers, sterkers,
komkommer, selderij, chirory (gebleekt),
prei, voorjaars-uien, spinazieblaadjes, jonge
worteltoppen, jonge biettoppen, jonge
knoltoppen, kervel, zuring, molsla, veldsla,
OostIndische kersbladeren, tomaten, radijs,
posteleintoppen, aspergetoppen, doperwtjes en
groote boonen (indien jong en zacht.)"
Naar ons voorkomt kunnen velen met deze
wetenschap haar voordeel doen.
Zijn er nu onder onze lezeressen pok
dames die bijzonder lekker salade kunnen
aanmaken ? Het schijnt ons toe dat hierin
toch het zwaartepunt ligt voor het smakelijk
opdisschen van salade-groenten.
Wij plaatsen gaarne ten algemeene nutte
eenige raadgevingen dienaangaande.
E. M. R.
* * *
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden:
Koninginneweg 93, Haarlem.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiniiimi
,J. a
iTr.iïr<iiïiclil!iJJJililfl
Doei Uw inkoopen
in hei JMagazijn.
DEBIJfNKORF
AMSTERDAM
6OAFDEELINCEN
LUNCHROOM
LEESBIBLlOTM EEK
Groote sorteering.
Prima kv/aliteiten. /^/==^\ Billjjke prijzen.
lange zwarte sprieten en daarbij zijn nog
een drietal kleine oogjes te zien. Rondom
de mondopening is een heel arsenaal van
haken en tangen en hefboomen, dat zijn
lippen en kaken met groote tasters, die ge
allemaal in werking kunt zien, door hem
een grassprietje of zoo iets in den mond te
duwen. Ondertusschen zit hij u te duwen
met zijn sterk gespierde groote achterpooten,
die tot springen zijn ingericht. Met de
voorpooten graaft hij en daarin zit ook zijn oor
eventjes onder wat men zijn knie of elleboog
zou kunnen noemen, in 't stuk van den poot,
dat scheen heet. Aan de buitenzijde van die
scheen vindt ge een ovale opening, die een
viiezigen bodem heeft, aan de binnenzijde is
een dergelijke opening, maar kleiner en
rond. Het microscopisch onderzoek toont
aan, dat deze trommelvliezen in verbinding
staan met talrijke zenuwuiteinden, afkom
stig uit een zenuwknoop.
Het muziekinstrument zelf draagt hij op
den rug, want dat wordt gevormd door de
voorvleugels. Die zijn heel ongewoon van
vorm, ze bestaan uit een gedeelte, dat in
rust den rug bedekt en een ander stuk, dat
daarmee een rechten hoek maakt en de
zijden van 't lichaam bekleedt. ;Het rugstuk
is heel vreemd geaderd, dicht aan den
schouder ligt een driehoekig gebogen ader
stuk, dat zeer belangrijk is, want daar be
vinden zich aan de onderzijde de rasptandjes,
die voor het geluid zorgen. De aderen laten
op de vleugels een paar dunne gladde plekken
vrij, die blijkbaar gemakkelijk kunnen trillen.
Krekeitje zingend
De Veldkrekel
Als nu 't dier gaat zingen, neemt hij een
heel aardigen stand aan. Hij tilt de vleugels
een eind omhoog, zoodat de zijdelingsche
lappen niet meer tegen het lichaam sluiten
en schuift ze dan zeer snel heen en weer
over elkander, 't Is duidelijk te zien, dat
daarbij die vleugels ook op en neer vibreeren
en dadelijk ontstaat het schrille geluid.Veel
inspanning schijnt het onzen vriend niet te
kosten, hij houdt het met plezier een uur
aan een stuk vol, in gevangenschap even
goed als in de vrije natuur. In het
insectarium van Artis zijn er tegenwoordig een
aantal te zien, ze zingen den heelen dag.
De wijfjes zingen niet, maar ze komen
wel op den zang af, met al de bekende
gevolgen, dat behoef ik eigenlijk niet eens
te vertellen. Sommigen komen naar zoo'n
mannetje toe, hooren hem aan en nemen
verder geen notitie van hem. Anderen komen
bij twee mannetjes en dan gaan die dikwijls
allerhevigst met elkaar vechten, meestal op
leven en dood en dan vreet de overwinnaar,
als 't kan, den overwonneling op. Wat 't
wijfje dan doet, [blijft nog steeds onzeker.
Soms "accepteert zij 't mannetje en dan wil
het nog al eens voorkomen, dat zij aan 't
eind der historie haar minnaar opvreet,
zooals dat ook bij vele spinnen gebruikelijk
is. Overigens heeten die krekels vegetariërs
te zijn, maar ik heb toch ook wel gezien,
dat ze bladluizen aten, die waren trouwens
toch nog groen. Waar veel krekels voor
komen, houden zij het grasland werkelijk
duchtig kaal. Hun holen houden zij netjes
schoon; Gilbert White vertelt, dat zij hun
uitwerpselen deponeeren op een platform
in de nabijheid. Daar moet ik toch eens
naar uitkijken.
De huiskrekel lijkt in menig opzicht op den
veldkrekel, maar is slanker, bleek van kleur
en heeft lang niet zoo'n gezelligen ronde kop.
Hij zingt vooral 's avonds en 's nachts, maar
ook wel overdag. Een van mijn mooiste
Zondagmorgen-herinneringen is wel die van
een bezoek aan een groote grofsmederij aan
den Kinderdijk. Daar zaten in de groote
werkhal, waar het de de heele week geda
verd had van mokers en machines, de witte
krekeitjes vredig te zingen op de aambeelden.
Een boschkrekel hebben wij ook, maar die
is nog al zeldzaam. Hij is zwart, met gele
vlekjes aan zijn kop.
JAC. P. THIJSSE