Historisch Archief 1877-1940
18 Juli '15. No. 1986
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÜOR NEDERLAND
Siehe*-- dortjschiaft dein Gott nun steigt
er ans Licht. M*
Und aus allen Wurzeln' und Fasern deines
Seins treibt er und drangt er ins blühende,
schrankenlose All.
Bist du ein Gott was braucht du einen
Götzen?
Bist du kein Knecht was brauchst du
einen König?
Bist du kein Beschrankter, was brauchst
du Schranken und Pfahle und Vaterlander ?
Sind nicht auch drüben Berge und Baume,
Blüten und Früchte heilige Erde?
Blickt nicht auch drüben aus ewigen
Himmel eurer heiligen Sonne Vater-Auge?
Sind nicht auch drüben Brüder und
Menschen?
Auf denn, Brüder, fort mit den Pfahlen !
Weg mit den Grenzen !
Schreitet hinüber ! Freut euch der anderen
Art!
Kommet herüber! empfanget von
anderer Art!
Züchtet miteinander höhere Art.
Wirket und schaffet alle an Einem, am
Guten, am Grossen !
Schreitet und wandelt ber Grenzen und
Weiten l
Seid ihr die Menschen^ die Herren der
Erde: nun, so ergreifet die narrende Erde,
die weite, die grenzenlose Welt!
Ergreift sie, das Vaterland der Menschen.
Und ihr werdet die liebea. Und werdet
lieben alle ihre Söhne. Und in wundersamen
Schauern werdet ihr begreifen das grössere
Land:
das ber alles erhabene, heilige Vaterland
des Menschen.
Er stand still und verzückt.
Drüben meinten sie: der Einsame wurde
irr, und sahen ihn nicht mehr. Hüben
aber riefen sie: Verrater! und führten ihn
vor ihren König. Hier aber geschah ein
Wunder: dieser König war ein Mensen. Und
er rief : Lasst ihn, Knechte ; Er ist der einzige
von euch, der wie ein König denkt.' Und
zum Einsamen sprach er: Lebe du als König
neben mir, und lass mich neben dir leben
als ein Mensch. Der Einsame aber sprach :
Mache du zu Königen deine Knechte, zu
Brüdern deine Feinde, dann lebe mit Menschen
als ein Mensch.
Sie standen Auge in Auge.
Zu dieser Stunde haben zwei Menschen
sich verstanden.
Der Einsame stieg zurück auf seinen Berg.
llllltllimtllllllMIIIIHIMIIIIHMIHIIIIllllMIIHIIIIIIIimilltllllllHIIIIIIIIIIII
De Mijnendienst bij onze Marine
Een merkwaardige Dagorder van den
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht
werd voor eenigen tijd bekend gemaakt.
Wij zullen dezen hier niet in zijn geheel
copiëeren, maar er alleen op wijzen dat door
Z. Ex. zeer geroemd werd de ijver en de
toewijding, waarmede het personeel van den
mijnendienst bij de Marine, ondanks de groote
gevaren, haar werk volbrengt.
Hoe aangenaam deze Dagorder, behalve
voor het betrokken personeel, ook voor het
Nederlandsche volk moge zijn, meenen wij
ons toch te moeten afvragen of hij bij dit
laatste wel de belangstelling en waardeering
heeft gewekt, die hij verdient en zouden
naar aanleiding er van gaarne iets naders
er van zeggen.
Een kleine zeemogendheid als Nederland
is nu eenmaal niet in het bezit van eene
vloot, volkomen in staat om het land te
verdedigen.
Daartoe dient de vloot voor een aanzien
lijk gedeelte gesteund te worden door het
aanleggen van mijnversperringen in de zee
gaten, waarvan de ligging en de inrichting
alleen bekend zijn aan de officieren, die er
rekening mede moeten houden.
Technische beschouwingen overzeemijnen
zijn voor eenigen tijd in dit blad gegeven en
men kan aannemen dat de behandeling van
die mijnen door het groote publiek als een
gevaarlijk werkje wordt beschouwd ; toch
is het de moeite waard op enkele zaken
nog wat meer de aandacht te vestigen.
Zoo meenen wij al dadelijk te mogen
constateeren dat de taak van deze categorie
van uitvoerders der defensie meestal niet
een dankbare is.
In dezen mobilisatietijd heeft men gelegen
heid gehad de krijgsvoorbereidingen te land
en ter zee waar te nemen en ieder heeft er
dan ook nog den mond vol" van, hoe vlug
alles in zijn werk is gegaan en welk een
gerustheid dit in den lande heeft gewekt.
Maar de versperring van de zeegaten door
lllllHHlllliliiliMiitlllll
IN HET KOFFIEHUIS
(Eene waarachtige geschiedenis uit het
Vluchtelingenleven)
DOOR
ERNEST TILEMAN
Zij, die de Vlaamsche provincies kennen,
weten, dat nergens wellicht het
vereenigingsleven zoozeer ontwikkeld is als daar. Vooral
in de kleine steden zijn er weinigen te vinden
welke niet van de eene of andere sociëteit"
deel maken. Hier is het eene zang,
tooneelof fanfarenmaatschappij ; daar een boog
schutters-, visschers- of duivenmelkerskring;
elders zijn het de liefhebbers van kegelbaan
en diergelijken. Dan zouden we nog kunnen
spreken van de vereenigingen van socialen
of landbouwkundigen aard, van de
geitenbonden enz.
Die neiging naar het vereenigingsleven
is ook den uitwijkeling in Nederland bijge
bleven.
Eenige dagen na de inneming van Ant
werpen, kwamen in een Hollandsen Koffie
huis te X iederen namiddag vier-, soms
vijf- blijkbaar welgestelde Franschsprekende
Antwerpenaars bijeen. Natuurlijk werden
de oorlogstoestanden daar druk besproken.
ledere gedeeltelijke of schijnbare overwin
ning der bondgenooten, gaf aanleiding tot
luidruchtige en ingewikkelde
gedachtenmijnen, wat ziet men daar eigenlijk van ?
Zijn er wel mijnen gelégd ?
Het zijn slechts de bewoners van enkele
havenplaatsen die in de gelegenheid zijn
de mijnenleggers van de Koninklijke Neder
landsche Marine te zien en zij hebben
op de dekken de reeksen van die afschuwe
lijke bollen met eigen oogen kunnen aan
schouwen, maar was dat nu alles wel cht?
Hoorde ik toch in de eerste dagen van
de mobilisatie mijn vriend Nurks, in zijn
gewone stemming van alles afkeuren, niet
opmerken, dat er misschien wel stroop in
die dingen zat?
Stroop!
De gebeurtenissen hebben ons helaas wel
anders geleerd!
Den 6den Augustus van het vorige jaar
zonk in de Wielingen bij Vlissingen het
Noorsche stoomschip Tysla", tengevolge
van het stooten op een mijn.
Behalve drie menjchen, die vermoedelijk
door de ontploffing het leven lieten, kon de
bemanning gered worden door, wonderlijk
spel van het toeval!, de Nederlandsche
mijnenlegger Hydra."
De kommandant van dit vaartuig, de
luitenant ter zee Ie klasse, W. C. A. Vink,
liet daartoe geen poging onbeproefd, al
moest dit, in een mijngebied met de meeste
omzichtigheid plaats vinden, zooals ieder
zeeman begrijpt.
Met dit ongeval was de vraag beant
woord of er mijnversperringen gelegd waren.
Althans de Schelde, dat alom in den lande
zoo bekende teere punt voor onze defensie,
bleek toen.en misschien nog vroeger,versperd,
en het Nederlandsche volk kon er uit zien
dat de activiteit van het personeel van den
Mijnendienst aldaar, onder leiding van den
reeds genoemden kommandant Vink van de
Hydra", gesteund door de kommandanten
Wijt en Mans van Hr. Ms. Triton" en
Zeemeeuw", niets te wenschen overliet.
En een eventueele vijand zou zich nog
wel even bedenken alvorens een aanval op
onze kust te ondernemen.
Maar het gevaar, waaraan uit den aard
der zaak het personeel van dezen dienst
bloot stond, had toen ook al de bijzondere
aandacht moeten trekken.
Volgt men de desbetreffende berichten in
de bladen, dan vraagt men zich onwille
keurig af, of in dezen mobilisatietijd het
personeel van den Mijnendienst niet een
bijzonder gevaar loopt, in vergelijking met
de andere takken van onze lands-defensie.
Ettelijke berichten van ongevallen met
koopvaardijschepen, tengevolge van mijnen
in andere gedeelten van de Noordzee, hebben
sedert de Tysla" bewezen hoe gevaarlijk
het is in deze mijnenvelden te verkeeren.
Als wij ons wel herinneren hebben zich
in den Russisch-Japanschen oorlog ook onge
vallen voorgedaan bij de Oorlogsmarine
tijdens werkzaamheden aan de mijnversper
ringen, en nu hebben wij helaas bij onze
Marine ook reeds de ramp te betreuren van
den 19den Januari op de Schelde ter hoogte
van Nieuwesluis, welke aan 5 slachtoffers
tijdens het vervullen van hunnen plicht het
leven kostte.
Waar dit ongeluk, plaats greep bij het ver
richten van onvermijdelijke werkzaamheden"
aan onze eigen mijnversperringen niet werd
veroorzaakt door drijvende mijnen, blijkt
voldoende dat met het leggen der mijnen,
het werk van den Versperringsdienst geens
zins is afgeloopen en dit blijkt ook uit den
genoemden Dagorder van den Opperbevel
hebber van Land- en Zeemacht, waarin ge
sproken wordt van werkzaamheden, noodig
voor het nazien en verwisselen van de mijn
versperringen in de Nederlandsche ze gaten."
Trouwens, waar men in den laatsten tijd
zooveel leest over internationale bepalingen,
waaraan deze mijnen hebben te voldoen,
van den nadeeligen invloed van stormen etc.,
dan behoeft dit geen verwondering te baren,
vooral wanneer misschien de tand des tijds"
in dezen langdurigen oorlog ook een woordje
meespreekt.
Tegelijk ligt er in opgesloten dat het een
zorgzaam beleid en de uiterste oplettendheid
vereischt om deze onvermijdelijke werk
zaamheden uittevoeren.
Maar nu hebben de feiten van de laatste
maanden bewezen, dat de werkingsfeer van
dezen Versperringsdienst nog voor een aan
zienlijk deel moest worden uitgebreid.
Algemeen bekend mag verondersteld wor
den het gevaar dat de losgeraakte, en dan
in hoofdzaak, buitenlandsche mijnen aan de
scheepvaart op de groote zee, en niet min
der op onze vreedzame kusten kunnen ver
oorzaken en voor eenigen tijd is in dit
Weekblad reeds gewezen op het goede
werk, dat de Engelsche Admiraliteit doet,
inzake het vernietigen of verwijderen van
mijnen langs de Engelsche kust.
wisselingen en dan werden de Duitschers
telkens verwenscht lijk het behoort. Zij
waren, zoo scheen het, op de hoogte van
de gewichtigste besluiten van den Franschen
en Russischen Generalen staf en 't was
bijna, of generaal Joffre had aan een hunner
ietwat van zijne plannen toevertrouwd.
Ook ernstige problemen echter werden
niet zelden in bespreking gebracht. Blijven
wij hier of gaan we naar Frankrijk of En
geland," die vraag stond gedurende ruim
acht dagen aan de dagorde. Du choc des
idees jaillit la lumière," meenden zij niet
ten onrechte... Eindelijk waren zij het eens
over een grondgedachte, welke voortaan als
basis diende waarop zij hunne verdere plan
nen bouwden: in Frankrijk waar iedereen
soldaat is, moest er ongetwijfeld in den
handel behoefte zijn aan werkkrachten. En
op zekeren namiddag, toen de vier
kamaraden meer dan gewoonlijk hunnen dorst
hadden gelescht, kwam van lieverlede in
hunnen geest het gedacht op eene
vereeniging te stichten, wier voorzitter, in naam
der sociëteit, in onderhandeling zou treden
met den Franschen consul, om zoo mogelijk
op een Fransch schip naar Havre te stoomen.
Daar zij vluchtelingen waren zou dit wel
kosteloos geschieden; hadden de Belgen in
't begin van den oorlog de Fransche Repu
bliek niet gered?
En al dadelijk gingen de vier vrienden
over tot de benoeming van het voorloopig
bestuur. Daar we geen namen mogen noe
men, kunnen we enkel zeggen dat mr. A.
tot voorzitter, B. tot ondervoorzitter, C. tot
schrijver en D. tot penningmeester werd
gekozen.
's Anderdaags stond het in de krant te
lezen: Une sociétévient d'être fondée a
X, sous la dénomination de Club des Réfu
giés Belges," Réunion au local De Witte
BOUWT TE HUHSPEET.
Mooie boschrljke terreinen. Spoor,Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mfl. DE VELUWE", Nunspeet.
GRANDS VINS DE CÜAMPAGNrj
Rerrier-Jouet
Sauter & Polfs, Maastricht.
- American
-Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
TAMINIAÜ'S
- JAM
TBADB
MABBL
Le Cognac Martell
est garanti comme tant Ie
prodnit naturel des Tin s
récoltés et distillés dans la
région de COGNAC.
Agents:
KOOPMANS en BRUINIER,
AMSTKRDAM.
IIIMIMIIlmlMIIIIMIMIIlmlIllimlIIIMMmlIllllmlIltltlllMlimlIllllllllllll
Dit betrof echter in hoofdzaak verankerde
mijnen, maar in niet minder mate wordt dit
goede werk door de Nederlandsche Marine
gedaan, ten opzichte van drijvende mijnen,
zij het dan op eenigszins bescheidener schaal
omdat het alleen onze kusten betreft.
Deze mijnen behooren gedesactiveerd te
zijn en in de meeste gevallen is dit ook
gebleken zoo te zijn, zoodat de in zee,
of in onze zeegaten aangetroffen drijvende
mijnen, over het algemeen als niet gevaarlijk
voor de scheepvaart geacht kunnen worden.
Daar echter om de een of andere reden
het desactiveer-mechanisme niet of ge
brekkig kan hebben gewerkt, wat natuurlijk
altijd mogelijk is, blijft gevaar bestaan en
het is bekend dat, wat de open zee betreft,
daarom aangeraden wordt zooveel mogelijk
bij dag te varen.
De ronddrijvende mijnen kunnen echter
ook de Nederlandsche zeegaten en de kust
onveilig maken, waarom het zeer te waar
deeren valt dat onze Nederlandsche Admi
raliteit onmiddellijk maatregelen nam om dit
gevaar af te wenden, door order te geven
dat de schepen en torpedobooten van de
marine en de door hen in gebruikgenomen
vaartuigen de drijvende mijnen, die zij op
zee zouden ontmoeten, door geschut- of
geweervuur tot zinken moesten brengen.
Moeilijker was echter het onschadelijk
maken der mijnen, die aan land spoelden.
Deze toch drijven dikwijls aan op plaat
sen, waar op korten afstand gebouwen of
kostbare werken staan, die bij het ontploffen
van de mijn aan groote vernieling zouden
bloot staan, behalve het gevaar voor
menschenlevens.
Dit is bewezen den 6en December te
Vlissingen, toen daar een mijn sprong aan
het badstrand en, hoewel nog op
aanmerkelijken afstand van gebouwen, toch nog
vrij groote schade aanrichtte.
Anderszijds leest men van het doen
sprinRuiter", lundi et mardi a 3 heures.
* * *
Den volgenden Dinsdag had dus in gemeld
lokaal de aangekondigde vergadering plaats.
Een dertigtal uitgewekenen waren reeds
aanwezig, toen ik op het vastgestelde uur,
met een vriend binnentrad. Achter de be
stuurstafel zaten de heeren A, B, C en D
met ernstige, strakke, recht-voor-zich-uit
kijkende gezichten. De kastelein deed papier
en inkt aanbrengen, en hij zelf plaatste, recht
vór den voorzitter eene elektrische schel,
en ook een groote mooie bloementuil. Dit
mocht hij wel doen voor de vier Antwer
penaars welke zooveel klanten in zijn koffie
huis lokten.
De voorzitter, een man van rond de veertig,
reeds ietwat kaalhoofdig, bleek een
oudbureauchef te zijn. Eene niet onsympatische
verschijning. Het meest interessante bestuurs
lid echter was de schrijver op de sekretarie.
Deze een dikke steviggebouwde man met
bruinachtig kroezelig haar was eveneens de
type van een Burokraat. Wangen, neus en
ooren bloedrood. In zijn oogen lag een uit
drukking van zachtheid en goedaardigheid.
Vermoedelijk was die man niet alleen goed
voor zichzelven dit zag men wel wanneer
hij glimlachend de groote Münchenpot met
langzaam gebaar aan de lippen bracht
doch ook voor zijne medemenschen. Volgens
mijn gezel, oud-student in wijsbegeerte en
niet zelden in philosophische beschouwingen
verdiept, behoorde die man oogenschijnlijk
tot dit soort zeldzame en benijdenswaardige
stervelingen, welke zooveel mogelijk slechts
de aangename en vroolijke zijde van het leven
aanschouwen, en, onbewust misschien door
hunne levenswijze en levensaanschouwing
de paradoxale theorieën van Leibnitz wel
ietwat staven waar deze wijsgeer zegt dat
onze wereld de volmaakste aller mogelijke
LIBERTY
GEÏLLUSTREERDE OPRUIMIMCSCATALOCUS FRAMCO
JOnCEME.I5JE5JAPOM VAM
WASCH8ARE WITTE COTTOM
CRAPE MET SMOCKWERK
EJ1 HAMOBOROUURSEU
c Fl.
JAP OM VAM FRAAIE
COTTOri CRAPE
M EL T
MAMDBOR
DUURSEL. VERSIERD
r FI.
OPRUIMING
METZ&CO «iGRAVEMHAGE AMSTERDAM
gen van mijnen aan den Hoek van Holland,
aan de zuidzijde van den Waterweg, waarbij
tal van ruiten sprongen van de woningen
aan de noordzijde van de rivier.
Een mijn, die den 3en Maart jl. tot ont
ploffing werd gebracht pp 800 meter afstand
van West-Kapelle, vernielde nog een groot
aantal ruiten in het dorp; o. a. aan de Open
bare school, die midden in het dorp staat,
werden allén 17 ruiten schoon uitgeslagen.
Dat zulke, met groote hoeveelheid spring
stof gevulde voorwerpen met de noodige
omzichtigheid behandeld moeten worden,
ligt voor de hand en dat ondeskundigen er
zoo verre mogelijk van moeten blijven, is
helaas bewezen in het treurige geval bij
Zierikzee, en daarna, met minder ernstigen
afloop, nog eens bij Zandvoort.
In de gevallen waar mijnen te dicht bij
de bewoonde wereld aan de kust drijven,
dienen deze dus door deskundig personeel
onschadelijk te worden gemaakt en aan wie
kon dat gevaarlijke werk nu beter worden
toevertrouwd dan aan het personeel van
den Marine Mijn-versperringsdienst?
Natuurlijk. Voor den leek is dit een vrij
eenvoudig probleem, maar de aandacht mag
er wel even op gevestigd worden, dat het
hier in hoofdzaak betreft het behandelen
van buitenlandsche mijnen, waarvan de in
richting uit den aard der zaak geheim was
en waardoor het werk zooveel gevaarlijker
werd. Dit behoeft zelfs voor den leek niet
duidelijk gemaakt te worden. Ook in het
buitenland, in Zweden, heeft dit reeds offers
bij de Marine gekost.
In het Tijdschrift De Zee" van Februari,
vindt men de volgende opgave in bijzonder
heden van het totaal aantal mijnen, dat sedert
het uitbreken van den oorlog op onze kusten
is aangespoeld, vernietigd, enz.
Benoorden Den Helder zijn 6 mijnen in
den grond geschoten en 40 op het strand
vernietigd, waaronder 5 Fransche en 30
Engelsche mijnen, terwijl van 5 de oorsprong
is onbekend gebleven,
Tusschen Den Helder en Hoek-van-Holland
werelden daarstelt. De innerlijke zielsvrede
dezer bevoorrechten wordt nimmer verstoord
door de menigvuldige wederwaardigheden
en ontgoochelingen, de opeenvolgende
contuiqentia van dit aardsch bestaan; en zelfs
het meest donderend bombardement is niet
bestand hun optimisme te beïnvloeden.
De rinkelende schel trok op ditoogenblik
aller aandacht naar de bestuurstafel en ieder
zweeg.
Vous savez, Messieurs, aldus begon
de voorzitter que nous avous fondéune
sociëtë, dout vous apprécierez tous Ie but
humanitaire Tous ceux qui désirent en
faire partie sont invites a venir au Bureau
pour se faire inscrire." Op aandringen van
een vriend zei hij dan hetzelfde in 't
Nederlandsch en legde tevens uit, dat hij enkel
op verzoek zijner talrijke vrienden het voor
zitterschap had aanvaard. Als hij in 't
Vlaamsen zijne gedachten uitte, moest de
voorzitter, zoo scheen het, meermalen naar
zijn woorden zoeken.
Wilde hij doen gelooven dat hij slechts
met moeite onze taal sprak, of kende hij
inderdaad beter het Fransch: die vraag heb
ik niet opgelost. Zeker althans is het dat
hij hoor- en zienbare pogingen aanwendde
om zich in 't Fransch met een accent
parisien" uit te drukken.
De penningmeester kondigde vervolgens
aan dat het comité, om de eerste onkosten
te dekken, besloten had dat elk lid een taks
van 25 cent zou betalen. Zij die niet naar
Havre zouden vertrekken, konden later hun
kwartje terug ontvangen.
Terwijl een twintigtal personen naar voren
traden om zich als lid aan te melden, vroeg
een aanwezige zeer beleefd: Zou men het
doel der vereeniging en de middelen om dit
doel te bereiken niet even kunnen uitleggen."
Inderdaad, daarover had de voorzitter nog
zijn er 13 vernietigd, waarvan 12 Engelsche
en l Fransche.
Bezuiden Hoek-van-Holland zijn 46 mijnen
in den grond geschoten, 55 geborgen, 70 na
aanspoeling op de kust vernietigd en 4 bij
aanspoeling ontploft.
In het geheel zijn er dus 234 mijnen pp
onze kusten gevonden, waaruit wel blijkt
hoe belangrijk het werk is en het is te dan
ken aan de onversaagdheied en het beleid,
waarmede dit. onschadelijk maken reeds zoo
vele malen op onze kusten is geschied, dat tot
heden gelukkig slechts eenmaal een ramp te
betreuren was, namelijk die van den 16en
November te West-Kapelle, toen de mijn
tijdens het demonteeren sprong.
Deze ramp en die van den 19en Januari
toonen voldoende aan hoe gevaarlijk het
werk is.
Het mijnengevaar is groot, maar tevens
dient te worden ingezien, dat het belang
om het gevaar af te wenden of te voorkómen
nog grooter is voor het algemeen welzijn.
Het deed daarom des te aangenamer
aan, in den hiervoren genoemden Dagorder
te lezen, dat de Opperbevelhebber van Land
en Zeemacht zijne voldoening uitspreekt
over de wijze waarop dit in het algemeen
belang zoo belangrijke en onvermijdelijke
werk wordt uitgevoerd en, bij de weemoe
dige herinnering aan de daarbij gevallen
slachtoffers, zich verheugt dat het personeel
zich niet laat afschrikken door de aan som
mige werkzaamheden verbonden gevaren
doch voortgaat met onverflauwden ijver en
toewijding zijn plicht te doen en Z.Exc. de
behoefte gevoelt om daarover nog eens
openlijk zijne bijzondere tevredenheid te
betuigen.
Wij leggen er daarom nog eens den nadruk
op dat, waar deze Dagorder het betreffende
personeel eenige voldoening zal hebben ge
schonken, deze nog grooter zal worden
wanneer het Publiek zijn volle aandacht er
aan schenkt en het zal ons aangenaam zijn,
als deze regels daartoe kunnen medewerken.
ZEELANDER"
iiiiiMHiiiiiiiiiiiimiiMiiiiiiiiiiiiimiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIHI
geen woord gezegd, ten minste niet op die
vergadering. Doch de ondervoorzitter, recht
staande, riep of liever snauwde: Mr. de
President heeft alleen de leiding der ver
gadering" en tevens wierp hij den onder
breker een misprijzenden blik toe, als wou
hij zeggen: Zwijg ongediert."
Een kwart uurs daarna was de zitting
geschorst...
Dit was de eerste en laatste vergadering,
welke wij bijwoonden.
Veertien dagen later liep een Engelsen schip
met Fransche en Belgische vluchtelingen aan
boord tusschen Kales en Folkestone op een
mijn. Een vijftigtal passagiers kwamen om.
Dit nieuws werd in de Club des réfugiés"
tamelijk koeltjes vernomen. De sekretaris
vooral scheen sedert toen ietwat van zijn
goed humeur te hebben verloren. Sommigen
beweerden zelfs dat hij niet meer op de
vergaderingen der club" te zien was, doch
van dit gerucht konden wij geen bevestiging
bekomen.
Sedert maanden hadden we niets meer
van de Club des réfugiés" vernomen en
bovenvermelde feiten waren bijna uit het
geheugen verdwenen, toen we verleden week
te Scheveningen den sekretaris der club
ontmoetten, met genoegen bestatigden wij
al dadelijk dat hij zich nog immer over eene
bloeiende gezondheid mocht verheugen. De
onderhandelingen in zake vertrek naar Havre
hadden geen gevolg gehad en van een exodus
naar Frankrijk was dan ook niets gekomen...
De Club des réfugiés" behoort reeds sedert
lang tot het verleden, aldus hel lot deelend
van zoovele soortgelijke instellingen in deze
vergankelijke wereld,
* * *