Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Juli '15. No. 1986
Mr. Dr. C. P. BURGER
Reproductie van eene onlangs voltooide schilderij van Hobbe Smith
Dr. Burger en de
Amsterdamsche Universiteitsbibliotheek
Bibliotheken zijn, althans in Nederland,
geen populaire instellingen; bibliothecarissen
geen populaire persoonlijkheden. Dit is zoo
van oudsher. De groote meerderheid onzer
medeburgers is of onbewust van het bestaan
van bibliotheken of houdt vast aan een,
gelukkig verouderde voorstelling. Een zeer
kleine minderheid is het nog die deze
voorraadschuren van kennis kent en ze weet te
gebruiken. Voor de meeste menschen is een
bibliotheek een zeldzaam-geopende,
bezwaarlijk-toegankelijke inrichting, waarin de biblio
thecaris zijn boeken met jaloersche zorg
bewaakt en ze slechts aan enkele bevoor
rechte ingewijden ten gebruike afstaat; een
boekenkerkhof, waar van tijd tot tijd een
enkele foliant uit de duisternis wordt op
gediept. En het kost heel wat moeite men"
te overtuigen, dat het zóerg nooit geweest
is en zeker niet meer zoo is: dat bibliotheek
bezoekers niet rustverstoorders zijn maar
welkome gasten. Ook de Amsterdammers
maken op deze denkwijze geen uitzondering,
ondanks het vele dat hier in de laatste jaren
anders is geworden.
Sedert in 1878 de Stedelijke Bibliotheek
van Amsterdam was herdoopt tot Biblio
theek der Universiteit en daarmede werd
gestempeld tot een wetenschappelijke, een
geleerden-bibliotheek, sedert dien is zij eerst
recht Stedelijke Bibliotheek geworden. Dat
mag wat apocrief klinken, de tegenwoordige
beteekenis dezer bibliotheek wordt aldus
het best aangeduid. Niet dat de zorg voor
het universitair onderwijs van toen af op
den achtergrond werd geschoven, maar met
de verplaatsing.4naar een voor dien tijd zeer
ruim gebouw ging een expansie in velerlei
richting samen, begonnen door den
toenmaligen bibliothecaris dr. H. C. Rogge,
voortgezet door diens opvolger den
tegenwoordigen bibliothecaris dr. mr. C. P.
Burger Jr.
Waarin die expansie bestond ? Velerlei
grootere en minder beteekenende maatre
gelen werden genomen,, die een gunstigen
invloed hadden op de bruikbaarheid der
bibliotheek. Van bijzonder-belangrijke verza
melingen werden afzonderlijke catalogussen
gedrukt; het aantal uren waarop de biblio
theek geopend was, werd uitgebreid; de
studiegelegenheid voor de bezoekers werd
verruimd. Met de toeneming van het gebruik
ging een toeneming van inhoud gepaard.
Uit verschillende Jegaten en geschenken bleek
de groeiende belangstelling, maar vooral de
incorporatie van boekerijen in bruikleen
kwam aan de veelzijdigheid der bibliotheek
ten gdede. Zoo werden achtereenvolgens de
boekerijen der volgende lichamen opgeno
men: Remonstrantsche kerk (1878), Koninklijk
aardrijkskundig genootschap (1886), Wis
kundig genootschap E. O. A. K. A. T. B. (l 880),
Maatschappij tot bev. der toonkunst (1881),
Vereeniging voor Noord-Nederl. muziekge
schiedenis (1881), Paedagogische bibliotheek
v.h. Nederl. onderwijzers-genootschap (1883),
Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde
(1891), Algemeene pharmaceutische biblio
theek (1891) Genootschap voor munt- en
penningkunde (1893), Evangelische maat
schappij (1897), Vondelmuseum (1902.) Niet
te vergeten, dat reeds in 1880 de Bibliotheca
Rosenthaliana als eigendom der gemeente
in de universiteits-bibliotheek werd opgeno
men en vermeerdering van boekenvoorraad
en bezoek beide meebracht.
En met deze uitbreiding voor het algemeen
belang hebben de eischen voor het univer
sitair onderwijs gelijken tre'd gehouden. De
Amsterdamsche Universiteit is voor enkele
faculteiten een druk-bezochte; de op den
voorgrond tredende onderwerpen wisselen
met de professoren en zonder deze; de
specialisatie van alle studie schrijdt voort;
de boekenproductie staat niet stil; nieuwe
drukken volgen elkaar. Zoo staat de biblio
thecaris aan deze zijde voor een snel toe
nemende vraag. En hier begint voor hem
de tocht tusschen Scylla en Charybdis;
zorgt hij in de eerste plaats voor het heden
Het tegenwoordige Bibliotheek-gebouw in de 17e eeuw
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllltlllllllllltllllllltllllllllllllMllllllllllllillMIIIII
Het Illustreschool, waarboven de boekerijkamers in de 17e eeuw
Prof. Dr. H. F. KARSTEN f
Op 76-jarigen leeftijd overleed te Amsterdam
de oud-hoogleeraar Karsten, secretaris der
afdeeling voor de taal- en letterkundige en
wijsgeerige wetenschappen der Koninklijke
S^'-i Akademie van Wetenschappen
lllllllimiimillllllMlllimillllHIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIflIlHIIIIIIIIKHHIIIIIMI
Karina Adinda, Oost-Indisch Zedenspel
in drie bedrijven, door VICTOR IDO
(Batavia, boekhandel Visser & Co.,
1914, 2e druk).
De laatste indische mail brengt mij een
Indisch Zedenspel" van Victor Ido bekend
pseudoniem van Hans van de Wall te Batavia,
eenige jaren geleden tooneel-criticus van De
Avondpost", dat de schrijver zoo vrien
delijk is mij toe te sturen.
Ik weet, dat het lezen van tooneelstukken
en het zien spelen er van twee dingen zijn,
en als ik dus Karina Adinda" hier bespreek,
dan geef ik enkel den indruk, dien de lezing
mij bezorgde, aannemende, dat eene opvoe
ring mij nog andere indrukken er bij zou
kunnen geven.
Sedert Door Duisternis tot Licht" van
Raden Adjeng Kartini, en sedert aan Kartinis
leven en streven in Nederland en Indië een
aandacht is gewijd na haar dood, die haar
gedurende haar leven zoo goed als onthou
den is, kennen wij iets van den strijd in
Javaansche kringen tusschen het Oude en
het Nieuwe, en de tragedies, die daar het
gevolg van kunnen zijn. Op zulk een tragedie
berust Victor Ido's Oost-Indische Zedenspel.
Raden Mas Adipati Prawiro di Ningrat,
regent van Wiriosari, Javaansch aristocraat
van den ouden stempel, vol opgekropte wrok
tegen de overheerschers", en star versteend
in zijn adats-begrippen, heeft (wat ietwat
onwaarschijnlijk lijkt) zijne dochter Karina
Adinda eene geheel europeesche opvoeding
doen geven, en ook zijn' zoon Koesomo.
Karina Adinda, ontgroeid aan de adat" en
de hormat", die in haars vaders huis
streng geëerbiedigd worden, is, (op zijn
europeesch zou ik bijna zeggen) verliefd op
den tötök" hollandschen controleur
Rensenburg, het béte noire" van haar vader,
daar hij een streng, plichtvervullend
ambtenaar is, die allerlei misbruiken en
wantoestanden op het spoor is onder de
inlandsche hoofden, waarin de regent zelf
ook betrokken is. De Regent van eene
naburige afdeeling wenscht Karina Adinda
voor zijn zoon tot vrouw. In de
kaboepaten" van Adinda's vader woont ook nog
haar blinde grootmoeder, de oude Raden
Ajoe, die met het tweede gezicht begaafd
is, en allerlei griezelige dingen van Stille
Kracht" ziet. Zij neemt de gedachten van
haar zoon den Regent als zichtbare beelden
waar wat, tusschen twee haakjes heel
goed gezien is van den schrijver en weet
dus, dat de Regent er op uit is, den con
troleur, die hem hindert in zijn practijke»,
met bamboevezels te vergiftigen en, als dit
niet gelukt hem te doen vermoorden. Als
de Regent te weten komt, dat de
blandacontroleur stille herdersuurtjes met zijn
dochter doorbrengt, waarin, op z'n euro
peesch, kussen worden gewisseld, besluit
hij eerst recht tot den moord, en een schoone
gelegenheid doet zich voor bij een bandjir",
die de sawahs van een kampong dreigt te
vernietigen. Door een sluis kan het
overstroomende water zógeleid worden, dat
de sawahs der bevolking gespaard blijven,
maar de rietgronden van europeesche
suikergronden zullen dan drassig en zuur worden.
De europeesche landhuurders dringen aan
op redding van hun grond en prijsgeving
van de sawahs der bevolking, de regent
gaat met hun mede, en zorgt dat de
sluiswachter zich ziek meldt. De edelaardige
controleur snelt dan zelf naar den sluis, wil
met eigen hand den sleutel draaien, maar
wordt dan door een handlanger van den
regent van achteren aangevallen en in de
bandjirrende kali geworpen.
De blinde Raden Ajoe neemt dit alles
waar in een helder visioen, en raadt het
misdadig geheim van haar zoon den Regent,
ziet het lijk van den vermoorde drijven ...
Karina Adinda hoort het ijselijk nieuws
juist op het oogenblik dat een gezant
schap van den regent van 't naburige
Bintarang haar voor diens zoon ten hu
welijk komt vragen. Zij wordt van ontzetting
krankzinnig, tooit zich als een bruid met
witte bloemen, die tegen 't hekwerk op den
achtergrond van de Regentswoning groeien,
acteert een beetje als Ophelia, en (ik citeer
thans uit den tekst): snel trekt zij den kris
van haar vader, die achter in zijn gordel
steekt, en plant dien in haar hart.
Men ziet, conflicten te over. Ten eerste
de jonge geest van 't Nieuwe, gepersonifieerd
in de dochter Adinda en den zoon Koesoemo,
die zich tegen den ouden geest, gepersoni
fieerd in den Regent, verzet en optornt. Ten
tweede het conflict in Adinda zelve, in wie
't oude nog niet geheel dood is, vooral niet
als de blinde Raden Ajoe haar beïnvloedt,
en die zich dan, even als haar broer Koe
soemo van binnen Javaan en van buiten een
nagemaakte Hollander voelt". Ten derde het
conflict tusschen den plichtgetrouwen, int
gren controleur en den plichtverzakenden
Regent, enz. enz. enz. Voeg hierbij een oude
grootmoeder, blinde, die met den geest
visioenen ziet, een mislukte vergiftigings
poging op het tooneel, een opkomend onweer,
het gedonder in de verte van een Bandjir,
een echte marqué"-verrader als Regent,
telkens sissend" van wraak en woede, vol
vergiftigingsplannen, en tot slot de
OpheliaAdinda, die zich den kris van haar vader
in het hart plant", en het succes, dat in
, «. -«, 'i "."t. ''-i- -*?' "? " ,'? ? ?
De Bibliotheek in de jaren 1864?1881
dan gerieft hij velen, maar brengt een
spoedig-waardelooze verzameling bijeen; is daar
entegen zijn oog op de toekomst gericht, dan
zal hij vele werkers van nu teleurstellen, maar
den dank van het nageslacht oogsten voor de
door haar volledigheid waardevolle collecties.
Deze tocht is nu door den tegenwoordigen
bibliothecaris 25 malen met groot zeeman
schap volbracht. Een juist irizicht in wat
blijvende waarde belooft te hebben en
wat bij zijn verschijnen reeds voor de ver
getelheid is aangewezen en een groote mate
van zelfstandigheid in oordeelen hebben
hem den juisten koers gewezen. Onder zijn
bewind is de boekenvoorraad naar de laatste
telling tot meer dan 900.000 gestegen en is
het jaarcijfer der bezoekers tot 74.000 ge
klommen, 't Is jammer dat de statistiek van
bezoekers niet mededeelt uit welke
catagorieën dit bezoek bestaat; vermoedelijk zou dit
een vrij juiste afspiegeling zijn van de sociale
structuur van Amsterdam. De universiteits
bibliotheek is een factor in het gemeentelijk
leven geworden, zij is op weg om een
populaire instelling te worden.
En haar jubileerende leider? Populariteit
ambieert hij niet; van de bezoekers der biblio
theek kennen hem slechts weinigen. Weini
gen weten wat zij aan zijn stuurmanschap
hebben te danken; hoe zijn jarenlange zorg
den geduldigen zoeker allerlei verrassende
vondsten heeft bereid, hoe hij met onuit
sprekelijk geduld altijd maar weer nieuwe
ruimte en geriefelijkheid heeft
weten te scheppen in het oude
en onpraktische gebouw. Enkelen
slechts hebben het voorrecht met
hem persoonlijk in aanraking te
komen; maar dieïenkelenkomen
zonder onderscheid onder den
indruk van zijn veelzijdige be
langstelling, zijn levendige,
frissche geest en pittig discours.
En wie tot hem komt met een
bezwaard gemoed om klacht of
critiek te uiten, wordt gaarne
ontvangen, en wel zómet ge
duld en tact te woord gestaan,
dat hij zekerlijk niet vertrekt
zonder een besef van verruimd
inzicht in wat de taak van een
bibliothecaris is.
Evenzoo de wetenschappelijke
zoeker of snuffelaar. Indien het
eenigszins mogelijk is, wordt
hij geholpen met bereidvaardigheid en
nauwkeurigheid, met de bereidvaardigheid
van wie helpen tot zijn welkome taak rekent
en met de nauwkeurigheid van iemand, die
overtuigd van de betrekkelijke waarde aller
wetenschap niet licht iets te onbelangrijk
of beneden zijne waardigheid acht.
Zeker zullen, nu deze hoog te waardeeren
jubilaris zijn 25jarige werkzaamheid mag
gedenken, vele blijken van belangstelling en
vele goede wenschen hem toestroomen,
dikwijls ook van ongedachte zijden, waar
stille waardeering blijde de gelegenheid tot
uiting aangrijpt.
Maakte ik van de uitnoodiging der redactie
van dit blad gaarne gebruik om enkele
woorden neer te schrijven over dr. Burger
en de door hem beheerde instelling, niet
minder graag voeg ik mijne goede wenschen
hieraan toe: dat een nieuw en praktisch
gebouw hem spoedig de gelegenheid schenke
aan de bibliotheek een huisvesting te ver
schaffen, die'de waardevolle resultaten van
zijn zorgvolle arbeid tot hun recht doet
komen en die uitdrukking geeft aan de be
teekenis die de Amsterdamsche Bibliotheek
zich in de laatste jaren voor het gemeente
lijk leven heeft verworven.
Rotterdam
T. P. SEVENSMA
AM s T ELD AMS c H E
De Universiteits-Bibliotheek in de 17e eeuw
HIIIIMHIimrN4MHIIII
Indië zeer groot moet geweest zijn, laat zich
verklaren.
Het zou mij in 't geheel niet verwonderen
als ook in Nederland, vooral in Den Haag,
dit stuk vol vergif en stille kracht, en tweede
gezicht, en moord, en in 't hart geplante
kris een Schlager" werd. Zou Verkade het
aandurven? En zou van Riemsdijk er niet
van watertanden ? Dievuistenballende regent,
die sist van: addergebroed", en met ver
gif werkt, en sluipmoordenaars op zijn slacht
offer afstuurt, en vervloekingen slingert tegen
het spook van den vermoorden vijand dat
hem verschijnt, het is werkelijk ben trovato"
en vol van mea culpa", en de regent gelast
den moord ten slotte Pro Domo".
Hetgeen mij toeschijnt eene opvoering het
meest in den weg te staan, en werkelijk groote
Nederlandsche kunstenaars van de rollen te
doen afschrikken is het fet, dat geen enkele
volbloed Europeesche acteur ooit zich in de
huid en de ziel van een Javaan kan steken.
Louis Bouwmeester vertelde mij eens in
Indië de schrijver had hem toen dit stuk
ter opvoering aangeboden dat hij voelde
niet bij machte te zijn, een Javaanschen Regent
te spelen, en de groote Louis had hierin
goed gezien. Er staan in het boekje
KarinaAdinda" twee afbeeldingen, van den Regent
van Wiriosari, door twee verschillende
dillettanten gespeeld, maar niemand zal n van
die twee voor een Javaan houden. Evenmin
maken de foto's van de Raden Ajoe en van
KarinaAdinda.in deze uitgave gereproduceerd,
een anderen indruk dan die van een bal
masquë" opname.
Geen enkele Europeesche acteur, hoe groot
hij ook zij - zelfs Louis Bouwmeester niet,
noch Ermete Novelli, noch wie ook is in
staat den Oosterschen stijl van bewegen en
houding uit te beelden van een Javaanschen
aristocraat, evenmin als hij de psyche van
zoo'n Oosterling doorgronden kan.
Het bijna belachelijk vreemde is ook in
zoo'n stuk, dat alle personen tot de minste
Javaansche dessalieden toe er Hollandsch
in spreken. Nu kan men zeggen: Franschen,
Engelschen, Duitschers enz. worden toch
ook in vertaalde stukken door Hollandsch
sprekende auteurs voorgesteld. Toegegeven,
doch dan is het niet zoo hinderlijk, niet zoo
onwaarschijnlijk. Maar een Javaansche
dessaman Hollandsch te hooren praten is wél
storend en doet al te onwaarschijnlijk aan.
Zelfs in de gesprekken van den Regent
met zijn dochter (die, al kennen zij Hollandsch,
in de intimiteit toch Javaansch spreken) en
met den anderen Regent, klinkt dat Hol
landsch al te vreemd.
Als de Regent van Wiriosari zegt: (blz. 21)
Het doet mij leed in dit geval uw meening
niet te kunnen deelen U houdt mij mijne
openhartigheid ten goede nietwaar ?" (tegen
een anderen Regent notabene!) of wel
Karina Adinda zegt tegen den
Europeeschen man die zij liefheeft: blz. 44) Zou
u mij als uw vrouw in Holland durven
presenteeren ?"(!!) of de Regent zegt tegen
zijn dochter Adinda dingen als: (blz. 99).
't Is of je 't er op gezet hebt mijn achting
voor je te verliezen" of je doet dus opzet
telijk tekort aan de achting die je mij ver
schuldigd bent", of och, en als je 't eens
wist hoe belachelijk je je maakt door dien
Rennenberg aan te hangen" dan is heusch
de geheele illusie van de Javaansche omge
ving weg. Althans voor iemand, die in Indië
wel eens in kabaelpatens" en kratons van
Javaansche Regenten en vorsten geweest is.
Het is m.i. even onmogelijk, Javanen op
de planken van een europeesch tooneel te
brengen als chineezen of hindoes, en als ze
dan bovendien zulke echt burgerlijke
hollandsche taal spreken wordt het geval nóg zon
derlinger. Laat ik er eerlijkheidshalve bij
zeggen, dat achter in het boekje eene ver
zameling Beoordeelingen" gedrukt staat,
waaruit blijkt dat het stuk in de gehéle
indische pers zér gunstig is beoordeeld, en
overal, waar het gespeeld is een groot succes
heeft behaald. De bewonderenswaardige
schoonheid der taal" van den auteur die
zich Dichter getoond heeft" wordt zelfs
hoog verheven. Hetgeen een kwestie van
smaak is, waarover niet te twisten valt.
HENRI BOREL
nilMmilllllllllllllllinillllHIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIHIIIIIIIIHimilM
Nieuwe boeken van deze week
AUGUST MONET (P r o), TAKSANDER
(Contra), Criminaliieitslectuur in dag
bladen, Pro en Contra serie", 31 pag.,
f 0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij.
JOHANNES BORDEWIJK JR., EüStOSia"
Amor-Adoratie", 128 pag. Amsterdam, J.
Emmering.
Het tijdelijk" Gezantschap bff den Paus.
Toespraken gehouden onder leiding van
dr. j. R. CALLENBACH. Rotterdam, J. M.
Bredée's Boekhandel en Uitgevers Mij.
CYRIEL BUYSSE, Zomerleven, 312 pag.,
f 2.25, geb. f 2.90. Bussum, C. A. J. van
Dishoeck.