Historisch Archief 1877-1940
w.
ar
'v'
?\
25 Juli '15. Np. 1987
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
H
De Amsterdamsche Vredesapostel in het Concertgebouw
Nadruk verboden (Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek)
Qlj ZULT NIET DOODEN !
Twee pyramiden (Life)
iflill^
^;vDe Engelsche Pers dringt op belemmering van het katoenvervoer aan.
(Reynolds Newspaper)
DE SLAPENDE WACHTER
(Hoewel katoen noodzakelijk is voor de fabricage
van munitie, en Duitschiand zonder katoen de oorlog
niet zou kunnen voortzetten, weigert de regeering
maatregelen te nemen, den katoenstroom af te dammen,
die dór neutrale landen Duitschiand bereikt.)
Terwijl katoen per schip passeert,
Zit John terneer en mediteert...
Krupp zou minder kunnen maken,
Als de suffert wilde ontwaken!
Het groote Engelsche offensief (in Londen)
(Die Muskeie, Weenen)]
Bij het Steun-comit
Vernietigt^de Duitschers!
(Uit: rL
HET KIND : Eén franc vijfentwintig,
als-het-ubelieft; ik ben hoofd van het gezin!
L_L
Zij, die k het land verdedigen!
(Ruy Bias)
WILHELM : -- Die van Chéops is van steen, de mijne van
doodsbeenderen.
Apachen in de loopgraven
iiiMMimiiniiiimiiMiiimiiiiimi
iMMiiiiimmiimiiiiiimimiimiiiiimi
? (Dit: Simplictssimus").
Parijs zonder licht en zonder politie... en dal
wij er nu niet bij zijn!
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
Predikheerenkerkhof l, Utrecht
Alle berichten,deze rubriekbetreffende,gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
PROBLEEM No. 22 VAN M. JOSEPH
ZWART
f
h
a b c d e
WIT
Wit: KcG, Db7, Tf5, Lbl eti c3, Pe2,
pionnen a5, c5, f6 en g4.
Zwart: Ke4, Dd3, Ta4 en h3, Lf8, Pa8 en
g2, pionnen e3 en il.
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing over 14 dagen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 21
VAN G. H. CLUTSAM
Wit: Kc8, Dh8, Tb5 en f5, Lf4 en f7, Pc5
en e5, pionnen b2, c6 en f3.
Zwart: Kd4, Tf6, La4 en e7, Pa6 en dl,
pionnen c2 en f2.
1. Lf4-d2, Tf6Xf5, 2. Pc5-e6f.
l ... Tf6Xc6f, 2. PeSXcöf.
l .. Tf6-d6, 2. Tf5-f4f.
l ... Pdl-e3, 2. Ld2-c3f.
l... Pa6Xc5, 2 Tb5-b4f.
l ... La4Xb5, 2. Pc5-b3f enz.
Goede oplossing ontvingen we van J. S.
te Zeist, L. G. Eggink te Oosterbeek, M. L.
Frijda te Arnhem, W. Hasekamp, L. O. te
Utrecht, D. Kikke te Edam, J. G. Arnoldus
te Middelburg, J. Koopman te Amsterdam,
M. Dolman te Zeist, S E. Boddéte
Zandvoort, Dr. M. B. Oerlemans te Heusden,
J. Rietman te Dieren en G. A. C. te Antwerpen.
WEDSTRIJD TE SCHEVENINGEN.
In de rubriek van 8 Mei 1.1. deelden we
het plan mede van de Scheyeningsche
Schaaksocieteit om 6 a 7 schaakveteranen
tegen een gelijk aantal jongeren te laten
kampen. We stelden in het licht, dat dit
plan op zich zelf lofwaardig, afkeuring ver
diende, omdat het ontijdig was. Het plan is
intusschen tot uitvoering gekomen, echter
niet zóals in de oorspronkelijke bedoeling
lag van de Scheveningsche schaakclub.
Zaterdag 1.1. begon de wedstrijd tusschen
zes schakers van betrekkelijk jeugdigen
leeftijd en zes van iets hooger aantal jaren,
geen schaakveteranen, daar deze behalve de
heer Te Kolstê, zich allen van deelneming
onthielden. Ook de heer Loman, eigenlijk
de auctor intellectualis van dezen wedstrijd,
had zich reeds voor den aanvang terug
getrokken. De reden hiervan is ons niet
bekend. Als oudere spelers traden Zaterdag
1.1. in het strijdperk de heeren: Te Kolstê,
Gans, Oskam, Steffelaar, Geus en Van
Hartingsvelt, als jongere spelers de heeren:
Fontein, Garschagen, Rueb, Van Gelder,
Baudet en Marchant.
Na de eerste ronde reeds legde Te Kolstê,
die verloor tegen Marchant, het bijltje er
bij neer en trok zich uit den strijd terug.
De reden vinden we niet vermeld, doch het
valt niet te ontkennen dat door dit uittreden
van den eenigen vertegenwoordiger der z.g.
oude garde *) de wedstrijd meer dan be
lachelijk geworden is.
Het klinkt verbazingwekkend, dat de voor
zitter van den Nederlandschen schaakbond
dezen wedstrijd de belangrijkste van dit jaar
in Nederland noemde. Naar onze meening
is hij de onbeduidendheid zelve, omdat er
geen sprake van is, !dat de jongeren door
het in dit tournooi verkregen resultaat tegen
de oudere deelnemers de bewijzen zouden
leveren tot de beste spelers van ons land
te behooren, immers de ouderen in dit
tournooi staan niet bekend als Nederlands'
eerste krachten.
De voorzitter van den Ned. Schaakbond
loofde namens den N. S. B. een kunstvoor
werp uit ter waarde van f 25 a f 30 voor
den speler, die de meeste winstpunten zou
maken, remises niet mede gerekend. Zou
het niet beter geweest zijn indien de bqnd
instede van door dezen extra prijs dezen
eigenaardigen wedstrijd als het ware te
sanctioneeren, geprotesteerd had tegen het
houden van een tournooi als dat te
Scheveningen ?
Het zou ons ook zeer meevallen, indien
de Bondswedstrijden, die weldra gehouden
worden niet den nadeeligen invloed van dit
tournooi ondervonden.
Hoeveel interessanter ware het niet geweest
*) Tot de oude garde (de jonge garde
van 1885 '90) behooren eigenlijk slechts
Jhr. D. en A. E. van Foreest, Rud. Loman,
Mr. I. D. Tresling en Dr. A. G. Olland.
Later (1895?1900) kwamen Speijer, Te
Kolstê, Leussen en Esser de gelederen dezer
garde versterken.