De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 25 juli pagina 5

25 juli 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

25 Juli'15. No. 1987 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Zomervacantie 1915 De menschen gaan van den zomer niet op reis,we behoeven op logé's niet te rekenen, ;t zijn veel te slechte tijden," zoo voorspelde een pessimistisch hotelhouder in het .vroege voorjaar van 1915. Daaraan werd een be schouwing vastgeknoopt over door den oorlog geleden en nog te lijden schade. De man had in de Augustusmaand van het vorige jaar zijn pension zien leegloopen. Maar 't blijken zorgen voor den tijd ge weest te zijn, want nu de zomer eenmaal in 't land is, zijn de pensions vol en worden er maar weinig minder koffers gepakt dan gewoonlijk. Toch is er wel degelijk een groot verschil met andere jaren te bemerken! Bereisde koffers, die den weg weten aan de Riviera of in Noorwegen, zullen niet weten hoe ze 't hebben, nu ze na slechts eenige uren sporens uit den bagagewagen gehaald worden. Hoogstens zullen ze aan een douanenkantoor denken. Hoe? Ze moe ten toch verderop? Zie hun zijkanten vol geplakt met hoteladressen uit andere landen, zelfs uit andere werelddeelen! En nu blijven die globe-trotters binnen de grenzen, als waren ze geen ziertje def tiger dan de bescheiden koffertjes, die, in Nederland geboren en getogen, ook nimmer de landspalen gepasseerd zijn. De koffers zullen zich daarin moeten schik ken. Evenals de menschen. En hoe zullen nu velen voor 't eerst de oogen opengaan voor het schoon van eigen land. Hoe zullen Hollands blonde duinen, Gelderlands beboschte heuvels, de dichte sparren en wijde heiden van Brabant, de Friesche weiden met haar heerlijke Nederlandsche luchten daar boven vele landskinderen vervullen met bewondering voor het natuurschoon van dat kleine stipje op de wereldkaart. En de velen, die zich t'huis gevoelen in buitenlandsche musea, maar eigen kunst schatten voorbijgaan? Want er zijn Haar lemmers, die de Halzen niet kennen, Hage naars, die nooit dan vluchtig het Mauritshuis doorliepen. Ook zij zijn nu aangewezen op eigen bodem, om hun vacantie te besteden. Tien tegen een, dat de zomervacantie 1915 ook hun vél ongeweten schoons doet zien. De komende weken zullen hen, die de vrije natuur ingaan, zoowel als die anderen, die hun vacantietijd zullen gebruiken om in eigen woonplaats beter rond te zien dan tot hiertoe, doen instemmen met ja, sla nu maar op wat ge wilt uit onze vaderlandsche liederenbundels... Mijn Nederland," bij voorbeeld, of een ander lied... Maar dan toch met een, dat tot thema heeft: Holland is een heerlijk land." *) A. DE GRAAFF-WÜPPERMANN *) No. 6& uit Kun je nog zingen, zing dan mee,'" door J. VELDKAMP en K. DE BOER, Uitgave P. Noordhoff, Groningen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEiiimiiiHiiiiiimiiiiiHiiiiiii Nieuw Speelgoed Speelgoed moet in de eerste plaats aan dezen eisen beantwoorden, dat het speelgoed is; d.w.z. dat de kinderen zich er mee kunnen bezig houden. Met dezen eisch staat of valt het. Schoonheid, degelijkheid, goedkoopte e.a. zijn bijkomstigheden, die pas in de tweede plaats in aanmerking komen. Wie speelgoed maken wil, heeft dit aller eerst te bedenken. Want het is er om het kind. En het kind vraagt niet naar de bij komstigheden, maaralleen naar de hoofdzaak. Mooi of duur is het onverschillig. Ook van kleurigheid houden kinderen. In de meeste gevallen worden de prachtige dure cadeaux door hen achtergesteld bij de goedkoope. Ze zijn verrukt met een wit houten prulletje van een paar dubbeltjes; ze hechten zich aan een ouwe pop zonder beenen of armen, ze vinden een beschil derde bal mooier dan een effen, gekleurde kralen prachtiger dan enkel witte. Stellen we dat voorop, dan weten we ook, dat de Olanda Speelgoederenfabriek te Amsterdam nog niet is, waar ze wezen moet, al beantwoordt het door haar bij Gebrs. Simons in de Kalverstraat tentoon gestelde speelgoed aan veel goede eischen. Bekende artiesten maakten er ontwerpen voor, waarvan er reeds enkele uitgevoerd zijn. Jan Rinke debuteert hier o. m. met een Aan 't Choorven Het juweel van alle vennen is het Choor ven; 't is een natuurlijk openlucht-museum, een van de plaatsen waar een natuurvriend, die over weinig vrijen tijd te beschikken heeft, in drie dagen een ruim overzicht kan krijgen van de flora en fauna van bosch en hei: een voorjaarsdag voor den bloei van wilgen en gagel en voor den eersten vogel zang, een voorzomerdag voor de groote weelde en een nazomerdag voor de heide en de gentianen. In deze eerste vacantieweek vinden we ,nog veel van den voorzomer en reeds iets, misschien al te veel van den nazomer; als de nachtegaal nog zong, zou 't op zijn prachtigst zijn, maar je kunt niet alles tegelijk hebben. Het groote voordeel van zoo'n ven is, dat, wat er groeit, ook doorgaans in grooten overvloed aanwezig is. Je behoeft er niet te snuffelen, om de mooie dingen te vinden. De eenige eenling, die er staat is de groote Weymouthpijn, de zwaarste boom uit de Oisterwijksche bosschen, dus dien zal nie mand over het hoofd zien. De waterlelies zie je van zelf en evengoed de mattenbiezen en de lischdodden en ook de groote plekken van kleinere oranjebloemen, die hier en daar bij honderden op stengeitjes van een of twee decimeter hoog boven het stille water uitsteken. Ze zijn te zien over de heele plas, maar 't meest aan 't westelijkste stuk vlak aan den zandweg, die leidt naar de Venkraai, het nieuwe opzichtershuis. boerderij" en een legdoos. Beiden zijn samengesteld uit figuren in hout van een halven centimeter dik gesneden en met de hand beschilderd. Zijn figuren zijn alleraar digst en hebben een gezonden humor, die door kinderen op prijs zal worden gesteld. Ook zijn kleuren zijn frisch en van een loffelijken eenvoud. Maar is zijn boerderij wel speel"goed? Wat stelt hij zich voor, dat een kind er mee doen zal? Is er voor een kind wel veel te fantaseeren rond een boerenhuisje, wat beesten en wat boerenvolk? We zouden veel meer stukken willen, en verlangen het be ziende onwillekeurig naar de duizend en n poppetjes, huisjes, boompjes en beestjes van een Neurenberger speeldoos. Het werk van Jan Rinke is smaakvol, goed gesneden, goed van kleur, soliede, maar het beantwoordt niet voldoende aan den aller eersten eisch. Hetzelfde geldt van het Ridderspel en het Koningsspel van den architect H. Th. Wijdeveld, met dit verschil, dat zijn kleuren lang niet zoo flink en veel te teer zijn voor kindersmaak. Het zijn op zichzelf wel mooie figuren, die hij gemaakt heeft, maar ze zijn dan ook zómooi, dat men geneigd zal zijn ze op een kast te pronk zetten. Het beste bewijs daarvoor is, dat dezelfde figuren uit zijn kinderspel dienst doen als kalenderhangers voor volwassenen en als zoodanig doen" ze meer dan als speelgoed. Maar het hier aangevoerde bezwaar is niet onoverkomelijk. Er is op dit gebied nog heel wat te maken, dat wél speelgoed is. Wat denken de heeren bijvoorbeeld van een illustratie in beschilderde houten figuren van de meest bekende sprookjes? Leent Roodkapje zich daar o.a. niet prach tig toe, om op deze manier in scène gezet te worden? Hier is 't bosch, waar 't huisje staat van Roodkapje. Daar komt Roodkapje aan met 't mandje. Moeder staat bij de deur en kijkt ernaar. Wat verder in 't bosch komt Rood kapje de wolf tegen. Weg rent de wolf naar grootmoeder. We zien eerst grootmoe der in bed, daarna de wolf die opoe oppeu zelde ... En zoo gaat het door. Daarmee zullen de kinderen zich zeker amuseeren want in dit spel kunnen ze actie brengen. In het ridderspel of koningsspel niet of na genoeg niet. En wanneer de stukken dan zoo gevoelig worden gesneden, als Wijdeveld het doet en beschilderd in die prettige, sobere kleuren van Jan Rinke, dan moet het resultaat goed en een groot succes zijn. De heer Leyh zond de eerste van een serie bouwdoozen in; een doos met steenen en met een handleiding hoe daarvan een heuschen muur te bouwen. Foto vervaardigd voor de Amsterdammer" KlNDER-SPEELTOONEEL Het ridderspel De gaten in den houten vloer duiden aan, dat het tooneel kleiner kan worden gemaakt. In de gleuven worden de figuren voortbewogen. Het opzet-oppervlak is tevens de doos waarin het spel wordt opgeborgen. iiilllilmiiiiiiiiiilliiiliiiliiiiiiMillliliiliiiiinii IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMinillilllllllllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimil Er zijn altijd kinderen, wien de geleerd heid in 't bloed zit en die er zich over zullen verheugen, dat de heer Leyh van plan is hen spelenderwijs te leeren, hoe een huis van nok tot fundament in elkaar zit. Maar een volgend keer, mag er toch wel een kleurtje op? 't Staat zooveel frisscher. Kijk, het is hiermee zógesteld: kinderen, die met zulk speelgoed spelen, zijn uit den aard al wat droog van natuur en dan kan het geen kwaad, wanneer wat kleurig speel goed hen er op wijst, dat er nog wel wat anders .in de wereld is dan steenen of machines. 's Heeren Leyh's oud-Hollandsche poppenkamer is ook al zoo kleurloos en triest, als het in maar al te veel Hollandsdie huizen is. De meubels zijn vreeselijk soliede, maar wat maalt een kind daarom? Je zult zien, dat ze liever een poppekamer van een kwartje uit den Franschen bazar heb ben zoo'n mooie met spiegeltjes in gouden lijsten en een helder behang dan dit prachtstuk van vele, vele guléens. Toos BRONDQEEST Een Werkkring voor Vrouwen Alle inrichtingen op handels- en indus trieel gebied hebben zich in de loop der jaren enorm uitgebreid en als natuurlijk Foto vervaardigd voor de Amsterdammer" NIEUW KlNDERSPEELQOED Bovenaan: Ontwerp [voor een molen met bijbehoorende gebouwen. Een blikken bak zal water kunnen bevatten waarin booten drijven voor overvaren. Onderaan, links : Een boerderij met 't boerenvolk en het vee. Rechts : legdoozen en eenige popjes bij gebruiksvoorwerpen op de kinderkamer. Deze gele bloempjes zijn van het blaasjeskruid, een van de hoofdfiguren uit de plan tenwereld. Ze staan nog al wat ver uit den oever, misschien kunt ge met een langen tak er wel eentje naar u toe halen, of waagt ge er een paar stappen in den modderbodem aan. De plant zelf is zeer zonderling : in plaats van bladeren of wortels haalt ge uit het water zonderlinge lange trosjes op van kleine blaasjes en dunne vezeltjes. Die blaasjes hebben een klein openingetje, door een soort van klep gesloten en als ge er een paar open peutert en den inhoud door de loupe bekijkt, dan vindt ge er licht allerlei kleine diertjes in van allerlei soort, tot heel kleine vischjes toe. Maar ge kunt er ook wel twintig achter elkaar treffen, waar niets in zit. Dat kan dan komen, doordat die blaasjes nog niets gevangen hebben, of doordat ze hun vangst reeds hebben verteerd. Het blaasjeskruid is namelijk een vleeschetende plant, even goed als de zonnedauwtjes die een eindje verder op de natte hei bloeien. In het Choorven groeien twee, misschien drie soorten van die blaasjeskruiden, groote en kleine. Dat vleesch-eten lijkt een on-plantaardige eigenschap. Nog in een ander opzicht wijkt het blaasjeskruid van de gewone planten af; het verricht vrij snelle bewegingen onder den invloed van een prikkel. Qe hebt maar even de bloem te openen om de tweelobbige stempel te vinden en raakt ge nu de bovenste stempellob even aan, dan krult hij vrij snel naar omlaag, als was hij op een herhaling van die aanraking niet gesteld. Inderdaad heeft deze beweging ten gevolge, dat een insectentong, in de bloem gestoken, bij het teruggaan het ge voelig oppervlak van den stempel niet meer aanraakt en zoo wordt dan zelfbestuiving vermeden. De blaasjeskruiden zijn wonderen van speciale aanpassing, alleen de studie van die blaasjes vult reeds boekdeelen. Blaasjeskruid links: de stamper met neergeslagen stempellob Wandelen we verder het Ven langs, dan vinden we vooral langs den zuidoever nog een paar heel interessante planten. De water klavers zijn al uitgebloeid, uit de massa van gevolg zullen er dus in dergelijke zaken betere en meer onderlegde krachten van noode zijn. Verstond men eertijds onder een boek winkel een zaak waarin boeken werden verkocht, tegenwoordig is zij vaak tevens drukkerij, uitgeverij, kunsthandel, papier handel, advertentie-bureau e. m. De kennis van 't jonge meisje of den jongen man die een dergelijke zaak beheeren wil, of er zich een bestaan in wil scheppen zal zich dus over de onderscheidene vakken dienen uit te strekken. De uitbreiding en vertakking van ver schillend soort zaken hebben een ruim veld van betrekkingen opengelegd en zoo werd 't terrein van betrekkingen voor vrouwen ook steeds grooter. Dat ook in vakken voor vrouwen steeds meer grondige kennis, theo retische en practische opleiding noodzakelijk geacht wordt en in veel gevallen geëischt, bewijzen de diploma's en getuigschriften die worden uitgereikt aan verschillende in richtingen van onderwijs, als: huishoud-, H. B.-, handels-, vak- en industrie-scholen enz. Intelligenten in den lande hebben be seft, dat, hoewel de praktijk de beste leermeesteres is, een grondige voor-opleiding een enorme rugsteun geeft. Deze bovenbedoelde noodzakelijke uit breiding van kennis, die tegenwoordig in elke tak van handel, nijverheid en industrie te merken is, moet ook ingevoerd worden in de wasch-industrie. Dit bedrijf heeft in de laatste 10?15 jaren een enorme vlucht genomen en men mag aannemen, dat 't in de toekomst op hoogen trap zal komen te staan. En hier in deze jonge industrie is 'n mooie betrekking voor beschaafde vrouwen geboren. Was vroeger een wasscherij eene zaak, waar onze wasch door stampen en boenen op de meest primitieve en onhygiënische manier, zoo goed en kwaad als 't ging ge reinigd werd, thans verstaan we hieronder een moderne inrichting, welker door stoom of electrisch gedreven machines, ons goed aan 'n wasch-proces onderwerpen dat, bij vakkundige behandeling de goederen hygië nisch en economisch gewasschen aflevert. Veel zaken leggen zich speciaal toe op 't z.g. witwasschen, maar ook zijn er (en dit zijn uiteraard de grootere) die verschillende aanverwante vakken aan hun bedrijf ver binden als: jdekenwasscherij, chemische- en gordijnwasscherij, fijnstrijkerij, motzuiveren, tapijtreiniging, plisseer-inrichting, ontsmettingsdiensten e. a. Men kan gemakkelijk in zien dat aan een dergelijke zaak veel per soneel verbonden moet zijn en daarbij vol doende werk elk aanverwant vakeenafdeeling op ztch-zelf wordt is er voor de ver schillende afdeelingen vakkundig personeel noodig. Om over vakkundig personeel te kunnen gaan, om hun werk te controleeren om te kunnen beslissen over al of niet goede behandeling en afwerking enz. dient men zelf grondige kennis der verschillende vak ken te bezitten. Vooreerst dient men onder legd te zijn in de praktijk-vakken te weten: strijken (onderverdeeld in hand- en machinestrijken) opmaken, vouwen, inpakken, man gelen op hand- en stoommangels enz., om fouten te kunnen bepalen en te doen verbeteren. Verder loon te kunnen bepa len en prijs in verband met tijd en moeite aan een stuk besteed. Dat warenkennis, iimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii iiiiiiiiiniitiiiiiiiiiii hun blauwig groene bladeren steken nu de rijpende vruchten omhoog. Nu volgt echter weer een breede streep van goud en zilver: gouden bloempjes in de lucht, zilveren bellen onder water. Die zilveren bellen zijn niet anders dan lucht die vastgehouden wordt door de bla deren van het plantje dat die goudgele bloempjes draagt: het moerashertshooi, hypericum heiodes. Dat plantje groeit in al onze moerassige heistreken maar nergens zoo veelvuldig als in de Oisterwijksche vennen en daar het allermooist rondom een klein vennetje, even benoorden hetTonven, juist buiten het gebied van de Vereeniging van Natuurmonumenten. Ik noem dat ding in gedachten altijd den molen van Potsdam. Maar ter zake. Het spreekt van zelf dat de waterstand der heipqelen nog al onstand vastig is, vooral wanneer ze geen afwatering hebben en dat is de gewone toestand. De planten langs den oever moeten dus echte amphibiën zijn en er tegen kunnen dat zij nu eens op 't droge staan.en dan weer kopje onder. Wanneer ge nu nagaat dat de planten de lucht niet alleen noodig hebben voor hun ademhaling maar ook voor hun voeding, dan is het licht te begrijpen, dat die oeverplanten daar een geweldig probleem hebben op te lossen. Natuurlijk slagen ze er in, anders konden ze daar niet groeien. Ieder redt zich op zijn eigen manier, het moerashertshooi wel het aardigst van allen. Zijn stengels en bladeren zijn bezet met lange haren en wan neer nu 't water stijgt, ook als 't regent, "houden die haren een luchtlaag vast. Men zou ook kunnen zeggen, ze houden met elkander het water op een afstand en de plant blijft nu met de lucht in aanraking op dezelfde manier als de pikzwarte watertor of de waterspin. De bloempjes van dit moe rashertshooi zijn ook de moeite van 't be kijken wel waard, al was 't alleen om de aardige groepeering van de meeldraden of, iiiimiiimiiii scheikunde en boekhouden drie groote steunpilaren zijn laat zich gemakkelijk denken en even noodzakelijk zijn de ken nis der natuurkunde en gezondheids- en verbandleer. Terwijl men zeer zeker wel wat weten mag van Veiligheids-, arbeids-, hinder-, stoom- en ongevallenwet, van ver warming, verlichting, ventilatie enz. Dat ten laatste de takt om met volksmeisjes om te §aan een zeer groote factor is (in elk grootedrijf) spreekt van zelf. Dat hier dus be schaafde en hoogstaande vrouwen in de allereerste plaats noodig zijn zal de ernstig nadenkende direct begrijpen. Bij de keuze van een beroep treedt dus de betrekking van directrice eener stoomwasscherij zeer op den voorgrond voor wilskrachtige,- jonge vrouwen die over 'n sterk hoofd en krachtig gestel beschikken; want de werktijden in 't groot-bedrijf zijn lang en zwaar (in 't wasscherij-bedrijf heerscht de 10-uursche werkdag.) Doch de werkkring is bij voldoende energie en werklust aange namer dan veel andere vrouwenvakken. 't Verdient aanbeveling, alvorens naar de betrekking van directrice te solliciteeren, eerst eenigen tijd als adjunct te zijn werk zaam geweest. Als in alles telt hier vooral de waarheid dat praktijk niet 'n quaestie van studie is maar van meemaken. Misschien is 't hier op z'n plaats te melden dat de opleiding voor Hoofd-opzichteres aan eene Stoomwasscherij" te volgen is in een twee-jarige studie aan de Amst. Huishoud school, Zandpad 5, Amsterdam, waar ook 'n getuigschrift wordt uitgereikt. Mogen deze regelen 'n steentje er toe bijdragen tot 't verkrijgen van ontwikkelde, beschaafde krachten in een bedrijf, dat als gén zógeschikt is door vrouwen te wor den gedreven als de wasch-industrie. B. VERWEY. miiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii Over boeken Als voorlooper van het volledig verslag dat zal uitkomen van het Internationaal Congres van Vrouwen, gehouden den Haag 28 April?l Mei 1915 zijn thans in druk verschenen de aangenomen resoluties. Hierbij zijn tevens afgedrukt de namen der afgevaardigden uit andere landen en eenige bijzonderheden over het congres, waaronder o. a. ook opgave van het aantal vrouwen uit de verschillende landen op het congres aanwezig. De uitgave geschiedt tevens in het Engelsen. Nadere inlichtingen over een en ander wor den verstrekt door mej. Rosa Manus, 2de secretaresse van het Internationaal Vrouwencomitévoor een duurzamen vrede, Plantage Parklaan 15, Amsterdam. De vrouw als predikant Evenals bij de Doopsgezinde gemeente zijn ook bij besluit van de algemeene ver gadering der Remonstrantsche Broederschap vrouwen gelijk gesteld met de mannen wat betreft de opleiding van het predikambt. immnilllMiiiliHiiMMlmimimimiim mi iiiiiiiiiiiiiiiiui Ons Kookboek RECEPT BEREIDING SALADE Men ontdoet de salade, met de hand, van de nerf. Flink uitwasschen, daarna uitslaan, bij voorkeur, in de saladekorf. Dan klopt men in een kom de benoodigde slaolie, tot ze dik is. De sla wordt in de kom gedaan; met een lepel keert ze om tot er zich geen olie meer op den bodem bevindt. Daarna voegt men, naar smaak, azijn of citroen en zout toe. Hierdoor verkrijgt men een malsche salade. Moeder MARY om de mooie versiering van den kelkrand door middel van glimmende Miertjes. Het heele geslacht hertshooi onderscheidt zich door schilderachtige klierachtigheid, waarvan we de beteekenis nog lang niet kennen. De zuidoever van 't Choorven is nog al drassig en dat heeft zijn goede zijde, want nu is er ook plaats voor een lelieachtige plant, die typisch is voor vochtige heide velden en die ook door de ontginningen gaandeweg wordt verdreven. Het is het zeer mooie Cipelgras of beenbreuk. Narthecium ossefragum. De bladeren lijken miniatuur bladeren van lisch of gladiolus, de stengel draagt een tros van mooie gele bloemen, waarin fraai behaarde meeldraden. Deze plant is berucht geweest door dat men meende dat zij bij 't vee zwakte in 't gebeente zou veroorzaken, daar doelt de wetenschappelijke naam trouwens ook op. Of onze boeren aan dat bijgeloof doen, weet ik niet; over het algemeen hebben die maar weinig over onze wilde planten en wilde dieren te vertellen. Dat Cipelgras heet ook een beetje vergiftig te zijn, maar dat heeft eigenlijk toch ook niet veel te beduiden. De hoofdzaak is dat het een mooie versiering oplevert van onze heidevelden en dat niet alleen in den bloeitijd maar ook later, wanneer het zijn oranje vruchtdoozen in de hoogte steekt. In hetzelfde hoekje als het Cipelgras groeien ook de groote blauwe klokjes gentianen, waarvan de eerste bloem zich reeds opent, maar de volle bloei van deze prachtige plant valt toch pas over eenige weken in den nazqmer, als de vacantie ten einde spoedt. JAC. P. THIJSSE * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl