De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 25 juli pagina 7

25 juli 1915 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

25 Juli'15. No. 1987 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vensterversiering, van bloeiende Fuchsia's Het Versieren van Gevels, Kamen en Balkons met bloe men en groen Door de Vereeniging 't Koggeschip", wordt sedert eenige jaren in Amsterdam geijverd voor het versieren van gevels, valkons en vensters met bloemen en groen, en het is een verblijdend verschijnsel, dat, al gaat het nog langzaam, elk jaar meerderen aan de opwekking van 't Koggeschip" ge hoor geven en zich aan deze sympathieke zaak gaan wijden, wat hun aangename bezigheid en afleiding zal bezorgen, en de straten een zooveel vriendelijker aanblik zal verleenen. En wat voor Amsterdam geldt, geldt voor iedere andere stad, voor elke plaats waar menschen wonen, arm of rijk. " Maar voor de groote steden toch het meest! Men vindt daar vaakgeheelestraten, geheele wijken, waarin geen spoor van plantenleven te zien is. In de huizen zelf valt dit over het algemeen wel mee, want in de meeste woningen vindt men een of meer planten, welke met meer of minder succes worden verzorgd. Maar de gevels der huizen zijn meestal kaal en doodsch, en bieden vaak een troosteloozen aanblik. Door tiloemen en groen aan te brengen kan dit 'heel anders worden. Die geven kleur en leven aan de huizen, kleur en leven ook in het dagelijksch bestaan der bewoners. En dat is van groote beteekenis, want in stede van de leuze de mensen terug naar ihet land en de natuur" in vervulling te zien komen, ziet men de steden steeds grooter ?worden. Daarom, kunnen we de menschen voorhands niet in de natuur terugvoeren, laten we dan de natuur in de steden bren gen. En dat kan als men de lieflijke en be koorlijke kinderen van Flora brengt in de straten en huizen der stedelingen, en hun de «ogen opent voor het schoone der planten wereld en, het verheffende, wat er in den ?omgang met planten en bloemen gelegen is. Uit dit oogpunt bezien verdient ook het streven der afdeeling Amsterdam van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw ?en Plantkunde, om reeds vroeg bij de kin deren liefde voor bloemen en planten op te wekken, door op de scholen onderwijs in het kweeken en verzorgen van planten in 1e voeren, ieders waardeering; de zegenrijke gevolgen van zulk onderwijs zullen later op velerlei wijzen kenbaar worden. Maar, zoo zal de lezer wellicht vragen, hoe wilt ge nu in de straten onzer steden met haar druk verkeer, bloemen en planten aanbrengen? Ruimte voor tuintjes is er niet; overal niets dan steen en asphalt! Toch kan het! Men brenge slechts de tuinen tegen de huizen aan, onder de ven sters, op balkons, aan de gevels! Men is dan tegelijk gevrijwaard tegen straatschen derij en de vernielzucht der jeugd, welke helaas nog maar al te vaak voorkomen. Dus tuinen tegen de huizen aan! Om dit met succes te kunnen doen, moet men beginnen te zorgen voor een geschikte gelegenheid om aarde aan te brengen. Eigen lijk moest aan elk huis, onder elk venster, rondom elk balkon een bak aangebouwd zijn, geschikt om er bloemen in te kweeken, en zóingericht, dat het gietwater niet op de hoofden der voorbijgangers in de straat neervalt, zooals thans niet zelden het geval is, maar in een goot kan worden afgevoerd. Dit is wel iets, waaraan de bouwkundigen hun aandacht zouden kunnen wijden, want had elk huis zijn plantenbakken, dan zou dit de liefhebberij voor het kweeken van bloemen als vanzelf in de hand werken; nu schrikken de kosten van het aanschaffen en het onderhoud der plantenbakken vaak velen af. Daarenboven is het dikwijls zeer moeilijk de losse bakken goed te bevestigen; en dat moet toch in de allereerste plaats, met het oog op gevaar voor de voorbijgangers. Het zou dus prachtig zijn als elk huis zijn vaste bakken kreeg; zoo goed als er tegenwoordig aan bijna elk nieuw huis een balkonnetje wordt gebouwd, zouden er ook tegen elke woning een of meer plantenbak ken onder de vensters en aan de balkons kunnen aangebouwd worden. Maar al heeft men nu een geschikte plan tenbak, daarmede zijn we nog niet klaar! Het is toch lang niet onverschillig of men op het Noorden, het Zuiden, het Oosten of Westen woont. Hij, wiens huis op het Noor den staat, neme niet een prachtig begroeid balkon op het Zuiden als voorbeeld ter navolging, want bij gebruik van dezelfde planten zou hij toch niets als teleurstelling ondervinden. Zonminnende planten doen het in de schaduw in den regel niet te best; omgekeerd gaat het beter, wijl vele schaduwplanten het ook op zonnige plaatsen goed doen. Om succes te hebben, hangt dus zeer veel van de plaatselijke omstandigheden en van een geschikte keuze der planten af. 4IIII Illllll Illl Illll III irllll l H llllmllll Illlllllllll l IIIIIIMIJMIIIIIHIIMIII I Technische Rubriek Het Vervoer van Geweerpatro nen op de Lusitania Toen de golf van verontwaardiging, die bij ?de meerderheid der neutralen volgde pp de vernietiging vanlhet beïoemde schip, duidelijk maakte, dat hierdoor ook'aan Duitschland ?een niet te berekenen schade was toege bracht, trachtte de Duitsche regeering op alle manieren démeening ingang te doen vinden, dat de feitelijke ondergang van het schip niet een direct gevolg was van de iorpedo van den onderzeeëer, maar veroor zaakt *ras door de lading ammunitie voor geweeren, die aan boord van de Lusitania ?vervoerd werd. Het is wel de moeite waard te bespreken of dergelijke ammunitie bij ver voer werkelijk gevaar kan opleveren. Dat dit niet het geval is weet natuurlijk elke officier en zeker ook de deskundigen der Duitsche regeering, die boudweg bovenstaande bewee ring lanceerden in de overtuiging, dat het leekenpubliek haar als zeer plausibel zou aannemen. Reeds eenige jaren geleden zijn in alle tanden proeven genomen met verpakte kleine ammunitie en vooral de proeven der Win chester Repeating Arms Co" in Amerika heb ben duidelijk aangetoond, dat deze ammunitie niet bij ongeluk tot ontploffing te brengen is. De hierbij geplaatste foto's, die ontleend zijn aan de Scientific American, geven een duide lijk beeld van die proeven en hun verloop. Een kist na de valproef Fig. 1. Daar die proeven bijgewoond werden door kolonel W.Dunn, die hiertoe vanwege de Amerikaansche regeering aangewezen was, kan aan de ernst en degelijkheid van dat onder zoek niet getwijfeld worden. Zijn rapport eindigde dan ook met de bewering: Het is de meening van den schrijver, dat het volkomen gerechtvaardigd is om de ver scheping van ammunitie voor draagbare wapenen te veroorloven in passagiersschepen en dat het zelfs niet eens noodig is te eischen, dat ammunitie van deze soort in deze stoomers geladen' wordt in de afdeelingen beEen doorschoten kist, met patronen gevuld Fig. 2. stemd voor buskruit en andere explosieve stoffen." Rookeloos kruit voor geweerpatronen is niet zoo heel gemakkelijk tot ontploffing te brengen. Heeft men een reepje van dit kruid en steekt men het aan met een lucifer, dan zal het rustig opbranden zonder eenig ont ploffingsverschijnsel en zoo langzaam, dat men het aan den anderen kant met de vin gers kan vasthouden. Nitrocellulose of schietkatoen is wel zeer gevaarlijk, maar deze stof wordt door een vrij langdurig-proces om gewerkt tot rookeloos kruit, dat bij gewone temperatuur geheel gewijzigde eigenschap pen verkrijgt. Als men echter rookeloos kruit in een kleine ruimte tot ontbranding brengt en men zorgt dat de verbrandingsproducten niet ontsnappen kunnen, zoodat er op het kruit een groote druk uitgeoefend wordt, dan zal de verbranding steeds sneller verloopen en overgaan in een ontploffing. Dit gebeurt nu in een geweer en de afmetingen .Parkzicht" in bloementooi Laat daarom uw keuze niet in de eerste plaats bepaald worden door wat mooi is, maar door wat geschikt is, want dan juist krijgt men wat goeds en wat moois. *»* Voor het versieren van gevels e.d., heeft men, ter verkrijging van het schoonste effect, drieërlei soort van gewassen noodig t.w. klimplanten, hangplanten en de meer eigen lijke bloemplanten. Niet dat de beide eerst genoemde ook niet mogen bloeien, integen deel, maar de eerste eischen, welke men aan klim- en hangplanten stelt, zijn dat ze een geschikt en levendig fond bieden voor de bloemen. Het is daarom niet in de eerste plaats noodig dat ze opvallende bloemen geven, maar wel dat ze weelderig groeien en rijk van gebladerte zijn. Een paar mooie en zeer geschikte klim planten zijn Wingerd en kleinbladerige Klimop. Beide klimmen zonder hulp tegen muren en ander steunsel op, de eerste door middel van vertakte hechtrankjes, aan wier toppen zic.h kussentjes bevinden, waarmede de rankjes zich onwrikbaar aan het steunsel vastzuigen, en wel zoo stevig, dat men eer der de rankjes stuk, dan van het steunsel af zal trekken. De Klimop doet het anders, en ontwikkelt aan de achterzijde harer takken luchtworteltjes, waarmede ze zich aan den muur hecht. Wingerd is levendiger van groen en groeiwijze dan klimop, en daarenboven verkleurt het wingerdloof in den herfst met de heer lijkste tinten van rood, geel en violet. Win gerd is 's winters evenwel bladerloos, ter wijl Klimop altijd groen blijft, wat ook een voordeel is. De voordeelen van beide wegen dus vrijwel tegen elkander op. Daarenboven zijn beide planten zeer gemakkelijk van cultuur; ze groeien overal, ook op het Noorden, en kunnen zoowel als hangplant als voor klimplant gebruikt worden. Van de wingerds groeit de gewone wilde wingerd het weelderigst, maar Veitch' sierwingerd, en ook Engelman's sierwingerd zijn het mooist, en om zelfstandig te klimmen ook het beste toegerust, wijl hun zuignapjes of hechtkussentjes volkomener zijn ontwik keld dan bij de wilde wingerd, welke dan ook altijd wat aangebonden moet worden. Behalve deze beide, veelvuldig voorko mende klimplanten, zijn er allerlei andere klimmers, waaronder ook zeer fraai bloeiende. Deze behoeven echter meerendeels een steunsel, waaraan hun takken fzich kunnen opwerken. Sommige slingeren zich met hun takken in een rechts of links windend spiraal om het steunsel, dat in den vorm van touwtjes, stokken of latwerk kan worden aangebracht, zooals de blauwe regen, welke zich rechts windt, terwijl weer andere soorer van zijn zoo gekozen, dat de lading van een patroon afbrandt in den tijd, dien de kogel noodig heeft om den loop te verlaten. Hierdoor krijgt de kogel de grootst moge lijke snelheid. Nam men als lading een stof die in veel korter tijd ontplofte, dan zou er alle kans bestaan op springen van het geweer. Stel dus, dat in een groote lading van geweerammunitie een ontbranding op een plaats ontstond, terwijl de gassen niet kon den ontsnappen, dan zou iets dergelijks kunnen gebeuren als bij de ontploffing van een patroon in een geweer. Was dit echter op de Lusitania gebeurd, dan zou het schip uit elkaar geslagen zijn in een minimum van tijd en daar dit niet het geval is, kan de voorhanden ammunitie niet medegewerkt hebben tot den ondergang van het schip. Big. l is een foto van een kist met 1000 patronen, zooals het Amerikaansche leger ze gebruikt. De foto is genomen nadat de kist gevallen is van een hoogte van bijna Een kist onder den valhamer Fig. 3. acht meter op een ijzeren vloer, die met planken bedekt was. De kist kwam terecht op een punt en was aan die punt versplin terd, terwijl geen enkele van de patronen Vensterversiering van Fuchsia's, Petunia's en Pelargoniums ten zich even standvastig links winden. Andere weer grijpen met hechtranken om zich heen, welke bij het vinden van een geschikt steunpunt zich daaraan vast klem men, waarna de rank zich spiraalvormig intrekt, waardoor de takken der plant aan of op worden getrokken, zooals dit o.a. plaats heeft bij passiebloemen en pronkerwten. Sommige ook hechten zich met de bladsteelen aan hun steunsel vast, gelijk vele clematissoorten dit doen. De meeste van deze klimplanten wenschen een zonnige standplaats om goed te kunnen bloeien, zopals de genoemde blauwe regen, wier heerlijke, lange, blauwe bloemtrossen, die in Mei verschijnen, onze gedachten voeren naar de lieflijke bloemenwereld van Japan. Kamperfoelie is ook heel mooi en groeit en bloeit zelfs goed op beschaduwde plaatsen. Al de genoemde klimplanten houden van een ruimen bodem, en het mooiste is wel als er gelegenheid is ze in den vollen grond te planten tegen den huisgevel aan, om ze dan van onderen naar boven bij het balkon of vensters op te leiden. In de steden zal dit echter meestal moeilijk gaan, en zal men de klimmers in de bakken moeten zetten. Toch ziet men die methode ook in Amsterdam wel hier en daar met succes in de straten toegepast. Naast deze soorten, welke alle houtachtig en overblijvend zijn, zijn er vele njarige klimplanten, welke men jaarlijks uit zaad kan opkweeken, zooals bonte hop, dagbloemen, Oost-Indische kers, prpnkboonen en pronkerwten, cobaea, enz., die alle gemak kelijk van cultuur zijn, mits ze zon hebben. Er is ook een mooie overblijvende siererwt, welke als klimplant niet minder goed is te gebruiken. Rozen in velerlei prachtige verscheidenheden kunnen als leiplant gekweekt worden, wat ook met Winterjasmijn,$ Chineesche klokjes, Judasboom, e.d. kan geschieden; maar denk er om, vooral rozen eischen veel zon, mest en water, om krachtig te kunnen bloeien. Wie echter over een zonnig plekje beschikt, die plante een mooie en liefst welriekende roos, want is er wel iets heerlijkers dan een frissche rozenstruik met een aantal pas ontloken en wijd geopende geurige rozen, 's morgens bepareld door zilveren dauw, 's middags zwellend van levenslust en 's avonds als in zoetgeurige droomen verzonken ? Zie ze in den morgen ervan ontploft was. De foto vertoont duidelijk de zwaluwstaarten, waarmee de planken in elkaar grijpen en het versplinteren aan den eenen kant ervan bewijst de hevigheid van den schok. Proeven bij een valhoogte van 16 meter gaven gelijk resultaat. Fig. 2 vertoont de achterkant van een kist met 500 patronen, die aan den voorkant op een afstand van bijna vijf meter bescho ten is met een geweer. De patronen, die Een gasvlam op een patroonkist gericht Fig. 4. door het schot getroffen zijn, verbrandden of werden beschadigd, maar de andere bleven volkomen gaaf en van een algeheele ver nietiging is geen sprake. Ook zijn schotproeven gedaan op kisten ammunitie, waar in de patronen in alle richtingen door elkaar lagen en het resultaat was onveranderlijk hetzelfde. Waarschijnlijk herinnert de lezer zich nog wel de-foto uit de geïllustreerde bladen van een houder met vijf patronen, die alle door schoten waren door een kogel en toch niet ontploft waren. Deze, ook van Duitschen kant gepubliceerde, afbeelding bewijst ook dat een patroon niet door een schot tot ontploffing kan. geraken. In fig. 3 is afgebeeld hoe een kist met 500 patronen geplaatst is onder een valhamer van ruim 700 kilo met een valhoogte van ruim 60 centimeter. Uit de figuur is te zien dat de bodem in de kist werd geperst. De patronen werden wel in elkaar geperst maar geen enkele ontplofte. Fig. 4 en 5 vertoonen het resultaat van verbrandingsproeven. In 4 blijkt hoe een blaasvlam van lichtgas gericht is op een kist met 500 patronen. De kist verbrandde en ook de inhoud verbrandde langzaam, maar de verbranding ging niet .vanzelf door, toen als de ochtendzon de knoppen wakker kust tot rijpe rozen, zie ze midden op den dag als de bloemen in weelderigheid haar heer lijkheid uitstralen, geniet ze op zoele zomer avonden, als de lucht vervuld is van haar fijne geur; heerlijk zijn ze als geen andere bloemen! Een paar der mooiste rozen zijn: Waltham Climber, helder kersrood, Zephirine Drouhin, karmynrood, Gloire de Dijon, geel, Mad. Alfred Carrière, wit, Dorothy Perkins, leven dig rose, waarvan ook een witte variëteit bestaat, Reine Olga de Württemberg, helder rood, Turners Crimson Rambler, een veel gebruikte, weelderig bloeiende, schitterend roode trosroos, welke echter een;,beperkten bloeitijd heeft, en nog al eens aangetast wordt door de gevreesde witziekte. De verscheidenheden van Rosa Wichuraiana hebben van deze ziekte geen last en zijn daarom zeer gezocht. Het zijn rozen met mooi glim mend groen blad, welke mild bloeien met lieve roosjes. Als mooie hangplanten kunnen, behalve Wingerd en Klimop, genomen worden: Maagdepalm, Oost-Indische Kers, Muskusplantjes, diverse Sedums, bonte Hondsdraf, Muurleeuwenbekjes, Penningkruid, hangende Campanula's. hanggeraniums, Petunia's, As~ paragus, enz. Bloemplanten zijn er te kust en te keur. Op de bloemenmarkt en bij de bloemisten vindt men een groote verscheidenheid van Pelargoniums in verschillende kleuren, Mar grieten, Heliotroop, Fuchsia's, Reseda, enz.enz. Voor meer bescheiden beurzen zijn er de zaadbloemen, als Vlambloemen, Gouds bloemen, Afrikaantjes, Oost-Indische Kers, Zinnia's, Clarkia's, Viooltjes, enz. enz., in een schier oneindige verscheidenheid. Eigen lijk kan men elke plant gebruiken, die mooi en langdurig bloeit; het hangt er maar van af of men de planten goed weet te kiezen en goed weet te groepeeren, en toewijding heeft om ze te verzorgen. Moge de lust om de gevels der woningen te versieren met bloemen algemeen worden, en de tijd niet ver meer zijn, dat de leuze Amsterdam in Bloementooi" werkelijkheid zal geworden zijn en wel zoo, dat de roep daarvan uitgaat over het geheele land. Want ook hierin kan Amsterdam een schoon voor beeld geven. A. J. VAN LAREN de vlam weggenomen werd. Fig. 5 toont duidelijk aan, dat van ontploffing geen sprake is geweest. De patronen, die niet door de vlam getroffen waren en niet in de onmiddelijke nabijheid ervan waren, bleken na afloop van de proef intact te zijn gebleven. Met welke zekerheid dit resultaat vooraf verwacht werd blijkt uit het feit, dat, de proefnemer gedurende het verloop van de proef vlak bij de kist is blijven staan. Een andere proef van der gel ij ken aard werd genomen door een kist met patronen, waarvan een gedeelte geladen was met ge woon buskruit, te plaatsen boven een vuur van hout, dat gedrenkt was met petroleum. Na twaalf minuten begonnen de patronen stuk voor stuk te ontploffen, zoodat het leek alsof voetzoekers afgestoken werden; van een ontploffing van de massa was ook hier echter geen sprake. Deze proeven toonen volkomen duidelijk aan, dat er geen enkel bezwaar bestaat om Een gevulde patroonkist verbrand Fig. 5. geweer-ammunitie als gewone lading te vervoeren en dat de aanwezigheid ervan op de Lusitania niets kan bijgedragen hebben tot den ondergang van dit schip met zijn vele slachtoffers. J. F. v. O. * e a

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl