De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 1 augustus pagina 5

1 augustus 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l Aug. 15. No.1968 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R NEDERLAND Bloemen schikken EEN ZOMERBOUQUET Het is de volle zomertijd overvloed van [bloemen, ieder heeft de bloemen maar voorjhet kiezen. Stadsmenschen gaan uit en koopen bij de venters die langs de huizen gaan, en schik ken hun bloemen in weelderigen overvloed, of gaan naar de markt waar de aanblik alleen al het hart verrukt van de bloemenlief hebster. Buitentnenschen gaan naar den hof en kiezen hun lievelingen, gaan naar het veld en komen met armenvol terug; want de zomer is mild in het geven van zijn rijkdom. Kunst is er niet aan, bloemen genoeg voor een bouquet bijeen te brengen. Maar juist omdat ons oog wordt geboeid door al de verschillende laag groeiende planten letten wij weinig op deboomenom ons heen. * De katjesboomen zijn lang vergeten, zelfs de vruchten en zaadjes, die toch het gevolg zijn van die katjes die in het voorjaar stuiven, dringen zich niet op aan onze aandacht. De beukenootjes rijpen, de eikels zwellen, de ahorns vormen hun eigenaardige vleugel zaadjes, maar wij denken pas weer aan hen, als het najaar wordt en het zaad valt voor onzen voet. Hoe kan het ook anders, n mensch kan toch niet op denzelfden tijd al die weelde genieten? Maar n boom is er, die ons niet met rust laat dat is de linde. Door haar zoete geur merken wij haar op: door haar bevallige bloemen op lange schut bladen licht groen getint vór de gave donker groene bladen, zien wij van verre al dat de boom in bloei staat. ' En het is iets bijzonders, dat bij ons in den zomer een boom bloeit. Dat is wel het grootste contrast van onzen plantengroei met die in de tropen, dat bij ons het meerendeel der bloemen laag bij den grond blijven, terwijl juist in Indie, de hooge boomen zich tooien met de grootste, de meest hel 'gekleurde bloemen. Het is of daar die kleurenpracht zich uil wil werken boven de 'donkere schaduw der woudreuzen. Mijn vazen bij het venster had ik al vol staan met bloemen van allerlei soort, har monieerend van kleur, maar volkomen ver schillend in bouw en eigenaardigheden en toch trok de linde mij aan met zoo'n ge heimzinnige kracht, dat ik niet na kon laten er eenige takken van te plukken en in de kamer te brengen. Ik zette ze op den schoorsteen en vond daar juist den goeden achtergrond, want mijn kamer is op nieuwerwetsche manier, niet behangen, maar dof gepleisterd en terracotta rood getint. Een prachtige achtergrond! Al zet ik nog iiilitiiiiiiiiimiif IIIIIIIIIIIIIMIII De Voortrek In het begin van den vacantietijd heerscht in de vogelwereld een chaotische toestand; alles gebeurt, tegelijk. Voor de meeste vo gels is de geregelde gang van zaken in den loop van het jaar: aankomen uit het win terverblijf, zingen, paren, nest bouwen, broe den, jongen grootbrengen, ruien, vertrekken naar het winterverblijf. Welnu, behoudens het eerste punt, gebeuren nu nog al die dingen. In den brandnetelkuil zit een zwartkopgrasmusch te broeden op twee eieren, de jongen van het tjiftjafje in den hulst zijn vandaag uit de eitjes gekomen, zooeven heb ik nog een paar jonge vliegenvangertjes in de hand gehad, die al wel waren uitgevlogen, maar nog te onnoozel, om een mensch te kennen. De kneuen en groen vinken zingen alsof het jaar pas is begonnen. liever de bloemen in de andere kamer, waar den muurieen even licht roo'mkleurige tint gegeven is. Voor bloemen, voor teekeningen, voor schilderijen, voor alle kunstschatten, want mijn bloemen mag ik toch onder de kunst schatten rekenen is die vlakke muur de mooiste achtergrond dien men kan wenschen. Op mijn schoorsteen dus staat de lindebouquet. Hoe mooi schikken zich de bladen der linde voor en naast elkaar; in de natuur is het hun doel elk zonnestraaltje te benutten, elkander niet in den weg te staan om de kracht der zon te ontvangen. Bij het schikken der takken in de vaas is dit een eigenaardigheid, die ons werk al heel gemakkelijk maakt. Als van zelf schikken die lindetakken zich tot een bouquet. En vór de sobere bladen hangen de bloemen vol bevalligheid. De vele meeldraadjes geven een helderheid aan de bloem, die op zich zelf weinig glans verspreidt. Het stampertje staat trotsch te midden daarvan en verdikt zich iederen dag, want het stelt er prijs op, dat het in zich een kleinen schat bewaart, die binnen in hem tot rijpheid moet komen. De zaadjes die zich zoo ontwikkelen, zullen blijvend in dat stampertje, gedragen door het lange schutblad, dat evenmin hen verlaat, rondvliegen door de wereld, als zij gereed zullen zijn om een nieuwen boom te gaan vormen, Zijn zij niet prachtig die lindebloesems ? En mijn oog dwaalt soms van de sobere stille pracht van den lindetak naar het venster waar donker paarse riddersporen en hel gele Heleniums staan, en ik vraag wat toch het meest ons oog bekoort die schitterende kleuren of die stemmige lijnen van de bloe men der linde en van die fijn dooraderde bladen, die eindigen in een gebogen gootje, dat naar de aarde wijst. Als het regent zal langs die gladde bla den, langs dat gebogen puntje het water afvloeien, als het regent zal het bloempje beschermd worden tegen vocht, omdat het omlaag hangt en het stampertje en de meeldraden dus door de bloembladen gedekt worden. Wijst dit alles niet op de gave van de linde om zich te verspreiden ? En de linde heeft zich dan ook overal ingeburgerd om ons heen, in dorp en stad en langs de wegen. Maar staat zij ook bij velen in de kamer geschikt in een vaas, ter versiering van het woonvertrek ? A. BlENFAlT * * * Een paar goede dagen Die brachten wij door in Arnhem. Wij" wil hier zeggen: de Vereeniging voor Vrou wenkiesrecht". Deze hield haar gewone Zomervergadering dit jaar te Arnhem, daar toe uitgenpodigd door de afdeeling aldaar. De jaarlijksche zomervergadering werd indertijd ingesteld als middel om de leden der verschillende afdeelingen op aangename wijze met elkaar te doen kennismaken, wat natuurlijk er toe medewerkt om den onderlingen band tusschen de afdeelingen te ver sterken, en deze wederom nauwer te ver binden aan het hoofdbestuur. De geheele organisatie wordt daardoor krachtiger, vooral ook hierdoor, omdat de zomervergaderingen steeds gebruikt worden om zaken, de pro paganda betreffende, te bespreken, waarvoor gewoonlijk in de algemeene wintervergade ring met haar groote, soms overladen agenda, geen tijd overblijft. Aan deze zomervergadering, die steeds zooveel mogelijk gehouden wordt in een mooie streek van ons land, is gewoonlijk een uitstapje verbonden in de omgeving der plaats waar men vergadert, iets wat op zich zelf al weer propaganda is. Op Zaterdag 17 Juli zou een groote rijtoer worden geiittMlMiluMMiMiiiiMiiiiiiiiMimiillllimiliiiMimiiiiiimiiillliniiiinmii Intusschen wordt de nachtegaal niet meer gehoord en de koekoeksroep is verstomd. Toen ik gisteren even stilstond in 't dennenbosch waren daar rechts en links en overal boomkruipertjes die stil tegen de stammen op, schoven en boomklevers, die er het noodige geraas bij maakten, terwijl kooimeezen, pi m pel s en zwartkopmeezen in de takken werkten: dat was al een echte herfsttroep. Op de weilanden scholen de kievitten samen, maar een enkele tureluur heeft er nog dons jongen en al trekken de sterntjes reeds in groote troepen langs het strand zuidwaarts, toch zit er in 't duin nog een enkele te broeden op de gevlekte eitjes En toen reeds een paar weken geleden het welluidend ge roep van de regenwulpen hoog uit de lucht weergalmde, was 't niet uit te maken of die zwervers een nasleep vormden van den lentetrek of de voorhoede van de herfstbeweging. Het vraagstuk van den vogeltrek heeft sinds overoude tijden den menschelijken geest bezig gehouden. De meest in 'toog vallende verschijnselen ervan maakten een overweldigenden indruk: de kraanvogels en de ganzen, de ooievaars, de zwaluwen heb ben van ouds de volksverbeelding bezig gehouden. Alleen lettend op die enkele hoofdfiguren heeft men er zich steeds over Bonte strandloopers op 't slik. maakt naar het kasteel Doorwerth. Een prachtig plan. Maar 's middags om half twee, toen men zich 'bij Musis Sacrum verzamelde, hing een onweersbui boven de stad, en de regen viel met een mildheid, zooals dat bij dergelijke buien gebruikelijk is. Gelukkig liet men zich niet bang maken door dit slechte begin, en aanvankelijk met de kappen op, reden de dertien landauers versierd met vlaggetjes in de kleuren der Vereeniging, geel en wit, het Velperplein af. Ditmaal werd de moed der dames be loond ; weldra 'brak de zon door, de kappen der rijtuigen konden omlaag, en; men be hoefde niets tt missen van Arnhems wonderschoone bloem- en boschrijke omgeving. Wel viel er nog nu en dan een stprtbüitje, maar welgemoed en vol bewondering'voor de heerlijke natuur kwam men aan het hotel de Zalmen", waar jonge dames gezorgd hadden dat de thee klaar stond in de vrien delijk met groen en bloemen versierde veranda. De tocht op dezen regendag had dit voor deel, dat hij een aangename afwisseling bracht t in het triestig lot op zoo'n dag van de talrijke pensiongasten en logees in Oos terbeek en omgeving, die nu althans wat te zien en te bepraten hadden. En dat bepraten vooral van de tot waanzin vervallen, grijnslachende moeder bij haar doode kind. Men kent de plaat, niet waar, die vrouw op den voorgrond, en op den achtergrond de ver woeste huizen waartegen de lijken van gedoode burgers liggen. Ook de volgende plaat, Schijnheiligheid doodslag en heerschzucht aan de kribbe", was uitstekend in scène gezet, en het begelei dende gezang van een dameskoor was zeer moot; maar dat tweede tableau deed een rilling gaan over de aanwezigen, en het neep u de keel toe, de oorlogsellende nog eens weer zóplastisch te zien voorgesteld. Dat heeft wel eens zijn goeden kant; want een der gruwelijkheden van dezen langdurigen oorlog is ongetwijfeld ook deze, dat men, althans in de neutrale landen, aan de toestanden gewoon raakt, en daardoor de verschrikkingen van den oorlogsgeesel niet genoeg meer gevoelt. En.dat is nood lottig, zoo'n afstomping van het gevoel. Laat onze afkeer liever levendig blijven, opdat We in de toekomst met meerder kracht den oorlogsgruwel kunnen bestrijden.' Mevrouw Kapteyn?Muysken uit den Haag en mej. Nine Minnema uit Amsterdam wa ren de spreeksters dien avond; Rosika Schwimmer, de bekende en geliefde spreekEen gezellig besluit van een paar goede dagen. is k propaganda, zoo dachten de dames niet ten onrechte. Na den gemeenschappelijken maaltijd in Musis, die na den rijtoer plaats vond, en waar op het menu prijkten foreilen uit de vijvers van de Nederlandsche Heide-Maat schappij", was er in de groote concertzaal een openbare vergadering, waarvan door de Arnhemsche afdeeling bijzonder veel werk was gemaikt. Allereerst de inwijding van het vaandel voor de afdeeling, waarbij de presidente, mej. H. van Bommel van Vloten den wensch uitsprak, dat het spoedig- tot de antiqui teiten" zou behooren, een wensch waarmede de goed bezochte vergadering van harte instemde. De grootste aantrekkelijkheid vormden wel de uitstekend verzorgde tableaux-vivants, naar drie van de bekende platen uit de portefeuilles van -den teekenaar Louis Raemaekers. Waar zou vader liggen ?", dat was de eerste. Een oneindig veld met kruisen, (men kent het opschritt van deze plaat, Kreuzland, Kreuzland ber Alles!") en daartusschen kinderen die het graf van hun vader zoeken. So ein frischer, fröhlicher Krieg", was het tweede tableau, tevens het best geslaagde, door de prachtige wijze van uitbeelding, verwonderd, hoe die vogels hun tijd kenden en hoe zij hun*weg vonden. Nu is het altijd zeer moeilijk, om de daden der dieren te beoordeelen omdat wij daarbij wel moeten uitgaan van ons menschelijk standpunt en men is er dan ook al heel gauw toe geko men, om de vogels bekwaamheden en ver mogens toe te dichten, waarover wij niet te beschikken hebben. Nu geloof ik, dat daarbij de vogels zeer overschat zijn en de mensch zeer onderschat. Als wij over evenveel vrijen tijd en vlugheid van beweging konden beschikken als de vogels, dan zouden wij, ook zonder land kaart en kompas, even goede topographen worden. Wie veel in de vrije natuur ver keert, niet alleen in enkele vacanties en op vrije middagen, maar het heele jaar door, bij dag en nacht, kan ook wel zonder kalen der of horloge den tijd van den dag of de dag van het jaar vaststellen. Thoreau kon dat. Voor de vogels zijn de zomermaanden de studietijd en wie van hen zich dien tijd niet te nutte maakt, gaat dood. Bij sommige soorten blijven de ouders nog lang hun jongen begeleiden, bij andere laten zij hen gauw in den steek, maar de kinderen uit hetzelfde nest blijven, zooals uit ringproeven is gebleken, hun eerste jaar bij elkander. De kleine troepjes vereenigen zich met troepjes van een andere vogelsoort en zoo ontstaan dan de gemengde gezelschappen, die, al spelend en voedsel zoekend en door allerlei gevaren beproefd en gelouterd en uitgewied tenslotte belanden waar ze moeten wezen. Het rommelachtige in het vogelbestaan gedurende de eerste helft van den zomer is nu voor die opvoeding buitengewoon bevorderlijk. Het beste krijgt men daarvan iets te zien op eng begrensde plaatsen, waar de vogels toch genoeg voedsel en veiligheid kunnen vinden; dat zijn in de eerste plaats de eilanden. Nergens kunnen de beginselen van den vogeltrek beter bestudeerd worden dan aan de slijkerige oosthoeken van onze Noordzee-eilanden. De slikken achter den Eendrachtspolder zijn daardoor al be roemd, ook in 't buitenland, maar ook op het groene strand van Vlieland, op de Grie van Terschelling, op de oostpunten van Ameland en Schiermonnikopg en langs het Rottumsch zuidpoststrand zijn thans prach tige dingen te zien. Indien het strand begroeid is, komen er alle mogelijke vogels, zelfs de fijnste vogeltjes van bosschen en moerassen, want alles zwerft naar de zee. De strandvogels zijn natuurlijk het talrijkst, sommige zangertjes ster van het vrouwencongres zou de derde woordvoerster zijn. Een telegram dat deze laatste verhinderd was zij kon niet tijdig genoeg vanuit Berlijn aanwezig zijn bracht gropte teleurstelling; doch dit was ook de eenige mislukking van den goed voojbereiden avond, een avond waarvoor de ontvan gende afdeeling alle.eer toekomt. Op Zondag 18 Juji .was men 's morgens te 10 uur wederom in Musis bijeen voor de eigenlijke vergadering. Zestig afdeelingen hadden afgevaardigden ? gezonden en uit Arnhem zelf waren natuurlijk zeer vele be langstellende leden aanwezig. Veel zal ik u van deze vergadering niet vertellen; de agenda was kort, en spoedig afgehandeld. ? Evenwel, met de bedoeling om zooveel te meer tijd te kunnen besteden om te bespreken op welke wijze men in het komende winterseizoen het best zal kunnen werken, en bovenal om te zorgen dat men gereed is om, mochten onverhoopt de voor stellen tot wijziging van de Grondwet, waar van men de publiceering in 't begin van den herfst verwacht, van dien aard zijn dat zij de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht niet bevredigen, gereed te zijn voor een alsdan noodzakelijk geworden actie. Deze bespre kingen werden echter niet toegankelijk ge steld voor de pers, bijgevolg mag ik niet uit de school klappen. Alleen mag ook hier nog wel vermeld worden eene mededeeling van de presidente, dr. Aletta Jacobs, dat het tengevolge van den oorlog ontijdig stopgezette Petitionnement voor Grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw, toch nog ongeveer 163.000 handteëkeningen bevat. Dit is een mooi succes, in aanmerking genomen dat men slechts drie maanden aan het werk was geweest, en groote afdeelingen als Den Haag en Rotterdam bijv., een georganiseerde actie voor het verkrijgen van handteëkeningen nog moesten beginnen, en het hoofdbestuur nog geen gelegenheid gehad had om in die plaatsen van ons land te werken, waar geen afdeeling van de Vereeniging gevestigd is. Zooals men weet staakte de V. v. V. K. bij het uitbreken van den oorlog elke actie, opdat de leden zich zouden kunnen wijden aan het werk dat toen het meest op den voorgrond trad, het verleenen van hulp en steun in onze ontredderde maatschappij. Hoe zal deze er uitzien als de Vereeniging wederom bijeenkomt; zal het dan vrede wezen? Zuster Anna, ziet gij nog niets komen ?" Ach, nog steeds luidt het antwoord; Ik zie niets dan een stofwolk... Hoe lang nog? F. S. VAN BALEN?KLAAR. * * 9 Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. / 'X AMSTERDAM. RDKIN HO. DEN sluiten zich direct bij hen aan, die hebben weer andere in hun gevolg en de roofvogels vreten onpartijdig van alles wat veeren heeft. Zoo komt er eenheid in den troep en de onopzettelijke leiding wordt wel verschaft door een aantal vogels, die het heele jaar door, soms jaren achtereen rondzwerven tusschen broedgebied en winterverblijf zon der te broeden. Dat zijn voornamelijk de régenwulpen, de rosse grutto's en de bonte strandloopers, maar er zijn er wel meer. De schor, het slik en de zandbank ver zinken bijna in 't niet bij de onmetelijkheid van zee en lucht. Een streep van uitgebleekt aanspoelsel, halverwege den buitenberm van den dijk wijst aan, hoever de hoogste wintervloeden zijn gekomen. Daaronder komt de mooie zilvergrijze zeealsem in bloei, hier en daar afgewisseld met blauwe lamsoortjes, die op andere plaatsen heele vlakten bedek ken. Dan volgen zeewaarts de strandgrassen en de velerlei planten uit de ganze-voetfamilie. Hier vooral de zeemelde, Obione, en de zoutmelde, Suaeda. De meelrijke zaden van deze planten leveren maanden lang een rijken voedselvoorraad aan de dikbekkige zangvogeltjes, die anders hier nooit komen. Verderop staan geïsoleerd in 't zwarte slik veel planten van zeekraal, sommige rechtop andere liggend, groene en bruinroode in groote verscheidenheid. Nog verder, waar bij eb nog plasjes staan en waar ge licht tot over de enkels wegzakt in 't weeke slib liggen slierten van het kleine zeegras. Zeekraal en zeegras zijn nu ook bezig hun zaden te rijpen en de vogels zijn er dol op. We hebben al wat vogels gezien, sinds we den dijk verlieten. In het aanspoelsel waren de onafscheidelijke kwikstaartjes en piepers op de vliegenjacht; een fitisfamilie had zich bij hen gevoegd en op een paaltje boven op den dijk zit weer een vriend van de fitisjes, dat is de grauwe vliegenvanger. Uit het gras jagen we jonge spreeuwen op waar zijn tegenwoordig geen jonge spreeu wen! een eindje verder volgen wat tapuiten. Wanneer we in het ganzevoet-gebied komen dan wordt het eerst recht levendig het zit daar al vol met kneutjes, rietgorzen, geelgorzen en zelfs enkele vinken, die later in den tijd in gezelschap van keepen en sijsjes hier wel bij duizenden toeven. Ze komen soms broodmager aan, maar na een week in deze wei zijn ze zoo welgedaan als een kanunnik. De sneeuwgorzen zijn hier ook al in Augustus, ze loopen liefst rond, waar al wat open grond te zien is, tusschen de zeekraal en zelfs in 't zeegras en vormen zoo de verbinding tusschen de mllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllmlItlllllllllllllllllllllllllll zangvogels en het strandgedoe, dat op de kale vlakte huist. Al lang hebben we als onregelmatige kluitjes boven de effe modder de groote benden van rosse grutto's en regenwulpen in 't oog gehad en nu we nader komen, staan we opeens in het gekrioel van de kleine strandloopertjes. Het gedrag van die diertjes kan zeer verschillen, soms zijn ze uiterst schichtig, een andermaal gaan ze amper voor den wandelaar op zij; dat hangt af van de samenstelling van den troep en ook van de omstandigheid of er veel gejaagd wordt. De bonte strandloopers zijn meestal zeer mak. 't Is een lust ze te zien dribbelen door de modder, bedrijvig pikkend met het zwarte snaveltje. Ze zijn nog in hun zomerkleed, allen dragen den zwarten borstlap, waaraan ze zoo gemakkelijk van de andere strand loopers zijn te onderscheiden. Hun aantal is legio en van Juli tot December vorderen hun drommen langzaam en zeker van de stranden van de Witte Zee en de Oostzee naar Noordzee en Atlantischen Oceaan; in frontlengte en getalsterkte overtreffen ze gemakkelijk de gezamenlijke armeeën van den wereldoorlog. Nog verder in zee staan groote wulpen, reigers, lepelaars en aalscholvers en ver daarachter schemeren de duinen van het volgend eiland waar 't zelfde tafereel van hier zich herhaalt. Voor wie van deze din gen houdt is het een onvermijdelijk genot, om zich hier een heuveltje te bouwen van zand en zeegras en dan te observeeren wat er in den loop van den dag al zoo aankomt, 't meest vroeg in den morgen, 't Zijn na tuurlijk meest strandvogels of meeuwen en sterntjes en de kleine zangvogeltjes zijn vaak voorbij, eer ge ze herkend hebt. Soms komen roofvogels met een troep mee en slaan dan meteen hun slag bij 't neer komen. Een andermaal komt een ijsvogel als een blauwe lichtstreep over de zwarte mod der of een koekoek die boven de zee al een heel rare verschijning maakt. lederen dag is 't wat anders en op som mige dagen gebeurt er niets, maar eindelijk komen naast de spreeuwentroepen groote benden van leeuwerik en lijster en dan is de groote herfsttrek in allen ernst begonnen. De beste tijd om dien trek te bestudeeren is dan echter alweer voorbij. JAC. P. THIJSSE ;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl