Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERL AN D
8 Aug. '15. - No. 1989
heeft onlangs in het Lagerhuis medegedeeld,
dat Kameroen reeds voor een groot deel
veroverd is, «n voorspeld, dat het binnen
kort heefemaal verloren zal zijn gegaan voor
Duitschiand. Zoo is dan Oost-Afrika nog
het eenige intact gebleven koloniaal bezit
van het Duitsche Rijk.
Te land en In Europa het is ons hon
derdmaal verkondigd zal over den afloop
van den tegenwoordigen oorlog worden
beslist. Wint Duitschiand met zijne
boiidgenooten over de geheele linie en kan het
de vredesvoorwaarden dicteeren, dan zal het
niet alleen zijne koloniën terugkrijgen en er
misschien nog enkele bijnemen, maar ook
zijn gebied in Europa vergrooten; aan dit
laatste valt thans niet meer te twijfelen.
Kan Duitschiand echter geen volledige
overwinning behalen, zal het dus bij den
vrede moeten geven en nemen, dan is het
van groot belang, dat het de meeste van
zijne koloniën kwijtüs, daaronder ook diegene,
waarvan het bezit noodzakelijk is, voor de
stichting van een koloniaal Afrikaansch rijk,
dat zich uitstrekt van oceaan tot oceaan.
Met name op het lot van België kan
in bepaalde omstandigheden de afloop
van den kolonialen oorlog een beslissenden
.invloed hebben. Ook daarom verdient die
oorlog de aandacht van allen, die vór alles
wenschen dat de vrede zal brengen: de
herrijzenis van een onafhankelijk België.
4 Aug. 1915 G. W. KERNRAMP
MiHiiiiiiiiniMiiuiiiiiiiiimiiiiiimimitiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiMtmiiMU
Ons Verouderd
Vesting
geschut
(Van een militairen medewerker)
Zoo uitstekend als onze veldartillerie is,
zoo -verouderd is ons vestinggeschut. Hope
loos verouderd. Ik herinner mij nog, dat ik
eenige jaren geleden in het schietkamp bij
Oldebroek in gesprek was met den verte
genwoordiger van Krupp, den heer Ahlers.
Juist was een batterij van lange kanonnen
van 15 cM. aan het vuren, nu nog ongeveer
de elite van ons vestinggeschut, alhoewel
ze, naar ik meen, van het jaar 1877 dateeren.
Leverancier is de firma Krupp geweest. De
heer Ahlers kon zijn verwondering nauwe
lijks bedwingen en het sneed mij dan ook
door het hart, toen hij zeide: Sind die alten
Herren auch noch da!"
Dat was enkele jaren geleden en nog is
de toestand hetzelfde of dus eigenlijk nog
slechter. Terwijl de belegeringsartillerie,
derhalve de eventueele tegenpartij van onze
vestingartillerie, in alle Rijken modern is
d.w.z. uit snelvuurgeschut van groot kaliber
bestaat, zoowel de lange als de korte
vuurmonden, heeft ons vestinggeschut sinds bijna,
een halve eeuw geen noemenswaardige
verjongingskuur ondergaan. Wel hebben wij
die kanonnen van anno dazumal wat
opgeflikt b.v. geschikt gemaakt voor het gebruik
van rookzwak buskruit, zelfs transformeer
den wij het kanon van 10 cM. in
snellaadgeschut, doch tot snelvuurgeschut hebben
wij het niet kunnen brengen, een enkel
koepelkanon buiten beschouwing gelaten.
Nog steeds steigert het geheele samenstel
van kanon en affuit na het schot terug.
Overal elders is dit een berwundener
Standpunkt."
Nog steeds moet de vuurmond weder in
batterij teruggebracht worden, nog steeds
wordt na elk schot op nieuw gericht. Schil
den konden natuurlijk niet aangebracht wor
den, de richtmiddelen zijn meer dan primitief.
Het moet dan ook een ieder, die het met
onze vestingartillerie wel meent, droef stem
men, als hij, tijdens een treinreis door onze
liniën en stellingen ontwaart, dat de
tusschenbatterijen nog steeds bewapend zijn
met het zeer antieke kanon van 15 cM.-kort,
n.b. onze vestinghouwitser. En dat wij daar
mede den strijd moeten aanbinden tegen
modern geschut van veel zwaarder kaliber,
om de gedachten te bepalen tegen
motormortierbatterijen van 30 cM. Dit nu zou
belachelijk zijn, als het niet zoo droevig was.
Mocht ons land werkelijk in een oorlog
gewikkeld en onze vestingartillerie naast de
infanterie geroepen worden de liniën en stel
lingen te verdedigen, dan zal de
krijgsgeschiedenis zeker een vernietigend oordeel
over de bewapening dier fronten uitspreken
en het vonnis minstens luiden: Wat de
bewapening der vesting Holland betrof, was
dezeals volkomen verouderd te beschouwen."
Ook kan niet als excuus gelden, dat wij
geen tijd gehad hebben onze bewapening te
MEDI
?NEK
Vermijdbaar Huwelijksleed
Reeds in vroege levensjaren openbaart de
mensen een innig gevoel van aanhankelijk
heid aan zijn medemensch. Oorspronkelijk
zullen wel louter zelfzuchtige beweegredenen
in het spel zijn, zal de ervaring, dat met
anderen meer vreugde gesmaakt wordt dan
alleen, wel de drijfveer zijn tot aansluiting.
Maar betrekkelijk spoedig kunnen we waar
nemen, dat ook in die kinderlijke vriend
schap zich een gevoel van onzelfzuchtig
heid, van liefde, openbaart, die binnen
zekere grenzen met de jaren toeneemt.
Op die gelukkige jaren van kinderlijke vriend
schap volgt een veel moeielijker periode:
waarin de vriendschap niet meer uitgaat tot
hetzelfde, maar tot het andere geslacht. En
dan komt het allergewichtigste tijdperk van
het leven; dan gelooft de mensch, dat hij
niet gelukkig zal kunnen zijn, wanneer niet
zijn leven voor altijd en op het innigst ver
bonden is met een ander. Met hét andere
wel te verstaan, want in dit tijdperk van
zijn leven is de mensch bijzonder exclusief.
Waarom hij met al zijn genegenheid, met
al zijn gedachten zich vastklampt aan die
eene enkele, wie zal het zeggen ? Niet alleen
verstandelijke overwegingen zijn in het spel,
noch uitsluitend gevoelsmomenten, evenmin
in hoofdzaak begeerte; zij alle tezamen
vormen de voorstelling, dat juist die eene,
en die alleen, geschikt is om ons gelukkig
te maken, geschikt ook om door ons ge
lukkig te worden.
De rol, die de begeerte speelt, is in die
periode onbewust, grooter dan het geval
schijnt: voor ons op den voorgrond treedt
een veel edeler verlangen, het verlangen tot
samenzijn in harmonie der zielen. Dat streven
naar hoogere eenheid geeft aan onze liefde
herzien. Het kan enkel een geldkwestie we
zen, want jaren lang zijn wij al aan het
proefnemen met een snelvuur houwitser van
12 cM. Ik meen, dat er al 8 proefhouwitsers
door ons legerbestuur aangekocht werden,
van welke Versuchs-Kaninchen" thans een
houwitserafdeeling bij ons veldleger is ge
formeerd. Maar onze vestingartillerie moet
het nog steeds met een antiekiteit stellen,
die eerder in een museum voor oudheden
dan op het tegenwoordige gevechtsveld
thuishoorde.
Eveneens heef t onze vestingartillerie gebrek
aan een modern lang kanon van 10,5 cM.
Wel zijn ook hiermee proeven genomen,
maar zooals dat meer gaat bij ons, bleven
wij de kat uit den boom kijken, tot er weer
een andere in gesprongen was. Ook hier zal
de geldkwestie wel de hoofdschuldige zijn.
Het moet intusschen ter eere van onze
vestingartillerie gezegd worden, dat ze uit
dat oude geschut haalt, wat er uit te halen
is. Dit heeft ze te danken aan den kapitein
Bomert, die dit wapen een ware
verjongingskuur deed ondergaan.
Natuurlijk moest hij bij zfln hervormingen
de zweep wel eens laten knallen, wat niet
altijd naar den zin was van hen, die bereids
ingeslapen waren. Maar voor die was het
juist zeer noodig. Hij heeft de vesting
artillerie tot nieuw leven weten op te wek
ken. Dubbel jammer is het daarom, dat hem
geen beter materieel ter beschikking stond,
want dan gingen wij misschien ook met onze
vestingartillerie aan de spits.
De geheele vuurregeling heeft hij gewij
zigd en ook de vuurleiding der batterij in
engeren zin op nieuwe grondslagen gevestigd.
De vestingartilleristen springen als katten
van en op de treden en de vestingartillerie
is er dan ook terecht trotsch op, dat ze met
Het verouderde geschut zulke resultaten heeft
kunnen bereiken.
Zoo gebeurde het wel, dat de veldartillerie
in het schietkamp een pnfortuinlijker dag
had en niet zoo vlot schoot als gewoonlijk,
dat de vestingartilleristen meesmuilend op
merkten, dat ze haast even vlug vuurden
als de veld. De veld nam haar deze over
drijving zelden kwalijk, omdat ze wist met
welke voorwereldlijke monsters de
vestingartillerie bewapend was en hoe vlot zij hen
niettegenstaande dat bediende. Allétempo
verlies, waartoe dat oude geschut onwille
keurig aanleiding geeft, wordt zoo goed als
vermeden.
Laten wij intusschen de zoete hoop
koesteren, dat ook ons legerbestuur flinke
bestellingen in Amerika heeft gedaan. En
dat deze, naast een groote hoeveelheid
desbetreffende munitie, bestaan hebben in:
1. Een aantal snelvuurhouwitsers, liefst
van 15 cM. Waar overal het kaliber van het
feschut opgevoerd werd, vrees ik, dat een
ouwitser van 12 cM. op den duur te zwak
zal blijken/Wel zullen wij als regel een
verdedigenden oorlog voeren en zal ook
met een kaliber van 12 cM. aan de aan
valswerken schade toegebracht kunnen worden,
maar waarom zouden wij niet in het geval
België kunnen komen. Die snelvuurhouwitsers
moeten als mobiel geschut gebruikt worden
en zouden dus desvereischt het veldleger
kunnen volgen. Dan zouden ze allicht in
stelling moeten komen tegen werken, voor
welker vernietiging een granaat van 40.5 K.G.
gewenscht is.
Ook kunnen die houwitsers van 15 c.M.
met vrucht den strijd tegen vijandelijke
belegerings of vestingbatterijen aanbinden.
2. Een aantal snelvuurkanonnen van
10.5 cM. tot het onder vuur nemen van
kantonnementen, knooppunten van wegen,
troepentransporten, convooien enz.
Schootsverheid pl.m. 10 K.M.
3. Een aantal snelvuurkanonnen van 7.5 cM.
speciaal geconstrueerd tot het onder vuur
nemen van luchtschepen en vliegtuigen.
4. Een zeer groot aantal machinegeweren,
ter completeering en vervanging onzer ver
ouderde vestingmitrailleurs, de z.g. koffie
molens.
ARTILLERIST
IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIUIIIIIIIIIII
J. A. LAAN
De heer J. A. Laan vierde 3 Augustus het
gouden jubilee van zijn handelsloopbaan
onder zeer vele blijken van belangstelling.
Drie en veertig jaar staat de heer Laan
aan het hoofd der firma Bloemendaal en
Laan. In dit tijdvak was hij de voorname
drijvende kracht in de ontwikkeling van de
windmolens tot de stoomexploitatie, welke
iiiiimiiiiiiiiiiiiii
IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIII
de bekoring en wie het verstaat, dat streven
te bestendigen, die weet ook de bekoring
levendig te houden, die kan zich zeker weten
van zijn huwelijksgeluk.
Dat streven naar ziele-eenheid te besten
digen, schijnt wel het allermoeielijkst te zijn,
dat den mensch is opgelegd, want hoe zeld
zaam zijn de gevallen, waarin men ook na
jaren nog sporen daarvan waarneemt, hoe
menigvuldig de andere, waarin ^het met dat
streven al spoedig gedaan was,'
Meestal is de allereerste tijd van het
huwelijk beslissend voor het verloop er van;
wie de kunst verstaat, allen eerbied, alle
achting, alle teederheid, die hij voor zijn
aanstaande vrouw bezat, te bewaren en te
onderhouden ook nadat hij getrouwd is, dien
zal het grootste huwelijksgeluk ten deel
vallen. Herhaaldelijk heb ik hooren beweren,
dat de vrouw haar meeste en bitterste
tranen stort in het begin van haar huwelijk...
De beide candidaten voor een huwelijk,
maar npg meer de wederzijdsche families
stellen aan hunne partij allerlei eischen.
Geboorte, stand, fortuin maken onderwerpen
uit van zoo volledig mogelijke nasporingen;
dan komt de gezondheid aan de beurt, in
het bijzonder, wat betreft tuberculose in de
families, en nu in den laatsten tijd ook kan
ker. Tegen deze enquête naar de gezond
heid van wederzijdsche familieleden is op
zich zelf weinig in te brengen, maarervór
valt, naar mijne meening, ook heel weinig
te zeggen, Wanneer maar de twee elkander
waarachtig liefhebben, zullen zij geen be
zwaren tegen hun huwelijk zien in het feit,
dat na- of ver-verwante familieleden zijn
gestorven aan kanker of tuberculose. Eigen
lijk spreekt zulks ook van zelf: men is jong,
vol vertrouwen op zich zelf en op de toe
komst, onbezorgd voor de dingen die komen
kunnen, ja zelfs voor de dingen, die komen
zullen. Meer nog: daar beide partijen over
tuigd zijn, dat zij alleen met en door elkan
der gelukkig zullen zijn, zullen ze zelfs door
ernstiger bedreiging van hun toekomst zich
niet laten afschrikken, maar het korte geluk,
dat door een huwelijk hun deel zal zijn,
verkiezen boven een leven armer aan zor
de industrie in de Zaanstreek tot
ongekenden bloei bracht.
Hij ging daarbij voor met de
stoomrijstpellerij Hollandia en de stoomolieslagerij
de Toekomst en bracht zijne verschillende
ondernemingen tot zulk een hoogte, dat zij
een bron werden van bedrijvigheid en wel
vaart in het schilderachtig Zaangebied en
den naam der firma ver over 's land's grenzen
bekend maakten.
Als lid van den Raad en wethouder diende
hij de belangen der Gemeente Wormerveer,
terwijl hij ook in de Provinciale Staten van
Noord-Holland zitting had en hoezeer hij
daar ook door zijn medeleden werd gewaar
deerd bewijst het feit, dat zij hem verkozen
tot lid van de Eerste Kamer, waarvan hij
sedert jaren deel uitmaakt.
Ook in den raad van commissarissen van
verschillende ondernemingen is de heer Laan
sedert tal van jaren werkzaam.
Hij maakte den jubileumsdag voor velen
tot een blijden door ruime giften te schen
ken aan het Pensioensfonds van arbeiders,
aan een te stichten ambachtschool in de
Zaanstreek, aan de Mij. Nijverheid te Haar
lem voor een studiefonds, terwijl hij aan den
oud-gedienden zijner fabrieken een terrein
met park en woningen ten geschenke gaf.
Deze mildheid geeft tevens blijk van zijn
practischen zin en van zijne belangstelling
in de toekomst.
De heer Laan, die zich nog mag verheu
gen in den vollen omvang zijner veelzijdige
gaven is de typische figuur van den stoeren,
energieken werken, een stuwende kracht
voor de industrie en handel in ons land.
J. H. MARAIS
Wij geven hier het portret van den onlangs
overleden harden Afrikaner" J. H. Marais,
het parlementslid voor Stellenbosch, die
zulke groote kapitalen beschikbaar stelde
voor de Hollandsch-Afrikaansche zaak
gen, ja, maar ook: armer aan geluk.
Mij, als medicus, heeft het altijd in zeer
hooge mate bevreemd, dat zoo buitengewoon
oppervlakkig wordt geïnformeerd naar het
verleden der partijen zelve. Naar de vrou
welijke partij zal zoo'n informeering in den
regel onnoodig zijn; het Nederlandsche
jonge meisje wordt opgevoed en bewaakt
op een wijze, die haar voor uitspattingen
behoedt. Maar de jonge man heeft een vrij
heid, zoo groot en zoo weinig gecontroleerd,
dat de gelegenheid, deze te misbruiken hem
als 't ware geboden wordt.
Nu weet ik wel, dat men aan een
jongmensch niet zijn geheele leven mag ver
wijten, wat hij in zijn jeugd misdeed; ik
ben ervan doordrongen, dat men te zijnen
opzichte vergevensgezind moet zijn, zooals
jegens eiken afgedwaalde, maar mij, als
medicus, gaat deze vergevensgezindheid te
ver. Te ver om twee redenen: zij houdt in
stand het verschil in de zedewetten voor de
beide geslachten waartegen ik als mensch
protest aanteeken en zij werkt in de hand
het voortwoekeren van zeer ernstige ziekten
ook in het huwelijk.
Wanneer ik aan de vrouw voor mijnen
zoon den eisch stel, dat zij rein ten huwelijk
komt, mag ik dan dulden, dat mijn zoon
minder-rein in het huwelijk zal treden met
de dochter van een ander? Wanneer ik
eisch, dat de vrouw voor mijn zoom niet
kiemen in zich draagt, die het geluk van
hun huwelijk zoo niet verwoesten, dan toch
zeer belangrijk beperken zullen, mag ik dan
toelaten, dat mijn zoon door souvenirs de
jeunesse" het geluk van zijne levensgezellin
verkleint, ja vernietigt ?
Zulk een vergevensgezindheid wordt de
vloek van tal van huwelijken. Ze is onge
motiveerd, want, hoe edel ook in hare be
doeling, ze is noodlottig in hare gevolgen.
En ze is gebaseerd op... liefde, ja zeker
op de liefde, die alles verdraagt en gelooft
en hoopt, maar die ten deze ook zoo dom
is en zoo blind als ze innig is en oprecht.
Wanneer de menschen, wanneer vooral de
aanstaande vrouwen, meer wisten van alle
ellenden in het huwelijk, die het gevolg zijn
Brieven uit Java
Amice,
Ik ben hier in het werk gevallen en moet
aanpakken, 't Is jammer dat ik nooit op
midden-Java geweest ben om me wat voor
te bereiden op de typische rechtszaken,
die men voor den landraad te behandelen
krijgt, om taal en zeden ter plaatse te kunnen
bestudeeren , maar dat moet nu maar
onder den stroom van de zaken door.
Meestal zijn het hier helingen van vele
kleine voorwerpen, die van hand tot hand
zijn gegaan in korten tijd, veel beklaagden,
veel getuigen, veel stukken van overtuiging,
soms van zeer geringe waarde; een paar
dubbeltjes. Deze zaken komen voor den
landraad (de arrondissements-rechtbank van
de inlanders), ook al is de waarde van 't
geheelde en van 't gestolene gering, als de
diefstal door braak of andere omstandig
heden verzwaard is.
Indien de waarde van het gestolene bij
eenvoudigen diefstal minder dan vijf en
twintig gulden bedraagt, is de zaak echter
een overtreding, en wordt berecht door den
assistent-resident, of, als die er is, den
landrechter.
In 't voorbijgaan wil ik je even zeggen,
dat ik het allerverkeerdst vind, dat het ont
werp 1912 van het strafwetboek voor Indië
medeplichtigheid en heling bij overtredingen
niet strafbaar stelt. Waar het gebied der
overtredingen hier zooveel ruimer is dan in
Holland, is zoo iets niet houdbaar; vooral
niet, waar de heler (zooals ook in de memorie
van toelichting staat!) in 't algemeen slechts
weet of redelijkerwijs moet vermoeden",
dat het geheelde voorwerp van misdadige
herkomst is, maar zeer zelden bewezen zal
kunnen worden, dat hij met den aard en
den omvang van het gepleegde hoofdfeit
bekend is, en allerminst dat hij de
qualificatie daarvan kent.
Tusschen al die helingen komt nu en dan
eens een groote ketjoe-partii, d. i. een overval
door gewapende dieven in den nacht, en
nog al eens een brandstichting, lastig te
bewijzen, want een javaansche woning (die
een waarde heeft van luttele guldens) brandt
zoo gauw, en de brandstichter neemt geen
goederen mee, die hem kunnen verraden,
zooals de dief.
Wat heeft de Javaan, van den hoogsten
tot den laagsten, toch een gevoel van rust,
en wat voelt hij het betrekkelijke van de
ondermaansche verhoudingen goed, ook als
ze hem persoonlijk betreffen, en treffen.
't Is of hij altijd een groote Bouddha vór
zich ziet, waarnaar hij de kleinheid van zijn
eigen ik en van de wereld afmeet.
Een aardig, en tevens aangrijpend voor
beeld van die rust in de verhoudingen, zag
ik laatst op de zitting.
Een javaansche vrouw en haar man ston
den beiden voor de eerste maal terecht...
natuurlijk weer wegens heling ditmaal
dure krissen.
Die wapens lagen netjes naast elkaar ter
tafel. Sommige hadden geelhouten, andere
donkere, vlammig-houten gevesten, met gou
den ringen omgeven, en daarop blinkende
steentjes; om de houten scheede dan nog
een gulden of verguld zilveren overscheede.
De krissen zelf waren kronkelig als de staart
van een slang die voortkruipt met drie,
zeven, n met dertien bochten. De vrouw
had den verkoop van de meeste van die
krissen geleid en de gevestringen en over
scheeden daarvan verwisseld of veranderd.
Dat gaf een langdurig uitzoeken en verge
lijken van de stukken van overtuiging, en
een lang procesverbaal.
De man had zijn vrouw geholpen en
trachtte zich van den domme te houden;
hij was erg O.-I. doof.
Naast elkaar zaten die twee als beklaag
den voor ons neergehurkt, de man onver
schillig, de vrouw attent.
Ze had het noodig geacht haar kind, een
zuigeling van een maand of tien, mee te
van die groote vrijheid, die tot losbandig
heid is overgeslagen, dan zeker zouden ze
andere eischen stellen aan den man hunner
keuze. Dan ook zouden ze, indien deze
eischen onvervulbaar bleken, niet aarzelen
te breken met de parrij, die hun, ondanks
al de liefde, zooveel leed veroorzaken zou.
Men moet medicus zijn, om het kwaad
in zijn geheelen omvang te leeren kennen.
En, natuurlijk moet men zwijgen, zwijgen
als het graf, ook dan, wanneer men weet,
hoe groot leed uit een huwelijk staat ge
boren te worden.
Het heeft nooit in den juisten vorm de
aandacht getrokken, dat zoovele bloeiende
jonge meisjes, wier gezondheid nooit te
wenschen had gelaten, korten tijd na haar
huwelijk ziekelijk worden en zwak en slap.
Dat die jonge vrouwen, zoo niet haar huwe
lijk kinderloos blijft, vaak aan slechts n
kind het aanzijn geven. Dat zoo vele jonge
vrouwen gaan lijden aan ernstige, somwijlen
doodelijke, onderbuikziekten; dat het aantal
der gehuwde vrouwen, die zich door een
specialist moeten laten behandelen, zoo on
eindig veel grooter is dan dat der onge
huwde. Dat hare kindertjes kort na de ge
boorte lijden aan oogontsteking, die, dank
zij de betere herkenning van onzen tijd,
niet meer zoo vaak eindigt in blindheid.
En dat zijn alle nog maar betrekkelijk
lichte gevolgen van onze dubbele moraal!
De andere groep van ziekten, die door haar
bestendigd* en verbreid worden, zijn nog on
eindig veel erger. Heel dikwijls loopen de
blijde verwachtingen onzer jonge vrouwen
uit op teleurstellingen : een kindje heeft zijn
komst aangekondigd, heeft allerlei heerlijke
gewaarwordingen opgewekt van naderend
moederschap, maar dit moederschap wordt
de eerste maal nog niet verwezenlijkt; een
tweede maal, een derde maal van zelfden
tegenspoed doet de teleurstelling rijpen tot
verdriet. Eindelijk komt het kindje ...
Reeds heel kort na zijn geboorte of langeren
tijd daarna blijkt uit allerlei verschijnselen,
dat het gestel van den kleine niet deugt:
allerlei ontstekingsprocessen brengen leed
over het jonge gezin, en menigvuldig zijn
Wederom uit voorraad leverbaar
de verschillende typen
ADJLER-Automobielen.
Prima materialen,zuivere afwerking en zeer
nauwkeurig monteeren maakt de
Adlerauto tot een der meest gewilde merken.
GABACrE NEFKENS,
Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd.
iiiiiiiHimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii
nemen naar den landraad misschien had
ze geen zuster om er op te passen, en kalm
hield ze nu dat kind op den schoot, toen haar
naam en woonplaats werden gevraagd, toen
de telastelegging werd voorgelezen, en toen
zij zich verdedigde met woord en gebaar
tegen bezwarende getuigenissen. Nu en dan
gaf ze het kind de borst, luisterde onderwijl
scherp toe, sloeg de vliegen weg, die het
hoofdje omzwermden, en gaf intusschen haar
opmerkingen en verdedigingen ten beste,
alsof ze een büurpraatje hield, of liever of
het niet haar zaak gold, maar de zaak van
een ander, wiens advocaat ze was.
Geen oogenblik werd een beweging, voor
het kind bedoeld, gestaakt, als ze moest
antwoorden, en geen oogenblik ook hield ze
op met pleiten, noch haastte zich in haar be
toog, als het kind, lachte, kraaide, schreeuwde
of door trappelen en slaan haar aandacht
eischte. 't Was of ze haar persoon in tweeën
had gedeeld en elk van die deelen n der
zoo verschillende handelingen van : het zor
gen voor een zuigeling, en het pleiten in een
strafzaak, op zich genomen had, terwijl haar
eigen wezen bij dat alles toeschouwer bleef.
De man zat er met een voortdurenden
glimlach op zijn domslim boerengezicht bij.
Even zag ik een lach in zijn oogen, toen hij
merkte, dat ik het kind observeerde, want
het trof mij zoo dat kind te zien, omdat een
week te voren mijn eigen kind van denzelfden
leeftijd was gestorven het was de eerste
zitting, die ik na een verlof van n week
weer meemaakte.
Op de getuigenissen, aanvankelijk weinig
bezwarend, volgden andere verklaringen, die
de schuld der vrouw al gedeeltelijk vast
legden ze bleef zich hardnekkig verdedigen,
Zeer in het nauw gebracht door de vragen
van djaksa, president en leden. Geen oogen
blik verloor ze haar bedaardheid en haar
rust; gehurkt voor haar voorname hoof
den, de regenten, leden van den landraad,
zelf van de heffe des volks, bleef ze onbe
schroomd en nimmer brutaal, iedere seconde
bij haar tweeledige, zonderling gecom
bineerde taak.
De opgave der beklaagde in het
voorloopig onderzoek, waar. zij erkend had de
waarschuwing van de verkoopster der kris
sen te hebben gehoord om die in zuidelijke
richting van de hand te doen (waarin ligt,
dat de krissen, zooals ook bewezen was, op
een noordelijk gelegen plaats waren gestolen)
wordt ter terechtzitting voorgelezen en aan
de beklaagden voorgehouden. De vrouw ont
kent ooit zulk een opgave te hebben gedaan
en zegt zulk een waarschuwing in 't geheel
niet gehoord te hebben.
De eerste verkoopster der krissen, een
vrouw met het voorkomen van een norsche
tooverheks, die het niet stond zonder uil of
zwarten kater op den schouder te verschijnen,
beweerde de beklaagden niet te kennen en
nimmer krissen verkocht te hebben in hunne
woning. Dit werd echter door de beklaagden
erkend en door een paar getuigenissen
gestaafd. De heks (hoofdschuldige, die
gewoonlijk ontglipt!) houdt echter vol dat
het niet waar is.
? ?
?
Het onderzoek is afgeloopen. Beklaagden
en getuigen gaan in gebogen houding langs
de , rechtbank, waarop de slangvormige
krissen met de blinkende overscheeden en
de gevestringen met schitterende steentjes
liggen, de gerechtszaal uit. Als de beraad
slaging is afgeloopen worden ze n voor
n weer binnengelaten.
Eén jaar en zes maanden dwangarbeid
voor de vrouw en voor den man, luidt het
vonnis nogal zwaar om de hooge waarde
der goederen.
Gelaten wordt het aangehoord, en de
vrouw zegt gewoonweg dat ze nog niet wil
beslissen of ze in appèl komt of niet. De
man sluit zich daarbij aan.
Dan slaat de vrouw de slippen van haar
slendang, waarin het kind ligt, over den
de gevallen, waarin de dokter machteloos
staat tegenover al dat leed en de dood als
werkelijk verlosser ingrijpt...
Hoewel zulks niet altijd gemakkelijk aan
toonbaar is, wordt in den regel ook de vrouw
zelve door de ziekte aangetast. Wanneer zij
is gehuwd met een zoogenaamd genezen"
geval, dan zijn niet altijd de verschijnselen
in het oog vallend; wanneer het geval"
daarentegen ongenezen was, dan dreigen der
vrouw allerlei gevaren. Die alle hier te noe
men, is noodeloos; laat mij alleen zeggen,
dat geen enkel orgaan van het menschelijk
lichaam ongeschikt is om zetel van die ziekte
te zijn, dat in het bijzonder het centrale
zenuwstelsel wordt aangetast, en dat tal van
verlammingen, zoogoed als sommige vormen
van krankzinnigheid, alleen aan deze ziekte
haar ontstaan danken.
Waarom dit alles uiteengezet in een medi
sche kroniek ? Om oogen te openen, om
levensgeluk te behouden, in plaats van
onnoodig te doen verloren gaan. Om aan te
dringen op grootere omzichtigheid en voor
zichtigheid van den kant der ouders en der
aanstaande vrouwen. En vooral, om er op
aan te dringen, dat veel meer gebruik zal
worden gemaakt van de practische resul
taten der geneeskundige wetenschap. Het is
nagenoeg altijd mogelijk: door betrekkelijk
eenvoudige onderzoekingen vast te stellen,
of iemand ten opzichte van de besmettelijke
huwelijksziekten geheel vrij uitgaat;
nietvolkomene-genezing", d. w. z. een zonder
duidelijke verschijnselen voortbestaan van
deze ziekten, is met behulp van bepaalde
reacties aantoonbaar.
Het zou aanvankelijk iets ongehoords zijn,
aan een aanstaand echtgenoot den eisch van
een zoodanig onderzoek te stellen. Maar,
wanneer de kennis van de beteekenis van
dit onderzoek voor toekomstig huwelijks
geluk gemeen goed zal zijn geworden, dan
zal niemand er werkelijke bezwaren tegen
kunnen inbrengen. Immers, het geluk van
beide partijen is bij zoo'n onderzoek gebaat.
Breke spoedig d e tijd aan, waarin niet
zooveel geluk verloren gaat tengevolge.van
vermijdbaar huwelijksleed. AESCULAAP