De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 8 augustus pagina 2

8 augustus 1915 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERL AN D 8 Aug. '15. - No. 1989 heeft onlangs in het Lagerhuis medegedeeld, dat Kameroen reeds voor een groot deel veroverd is, «n voorspeld, dat het binnen kort heefemaal verloren zal zijn gegaan voor Duitschiand. Zoo is dan Oost-Afrika nog het eenige intact gebleven koloniaal bezit van het Duitsche Rijk. Te land en In Europa het is ons hon derdmaal verkondigd zal over den afloop van den tegenwoordigen oorlog worden beslist. Wint Duitschiand met zijne boiidgenooten over de geheele linie en kan het de vredesvoorwaarden dicteeren, dan zal het niet alleen zijne koloniën terugkrijgen en er misschien nog enkele bijnemen, maar ook zijn gebied in Europa vergrooten; aan dit laatste valt thans niet meer te twijfelen. Kan Duitschiand echter geen volledige overwinning behalen, zal het dus bij den vrede moeten geven en nemen, dan is het van groot belang, dat het de meeste van zijne koloniën kwijtüs, daaronder ook diegene, waarvan het bezit noodzakelijk is, voor de stichting van een koloniaal Afrikaansch rijk, dat zich uitstrekt van oceaan tot oceaan. Met name op het lot van België kan in bepaalde omstandigheden de afloop van den kolonialen oorlog een beslissenden .invloed hebben. Ook daarom verdient die oorlog de aandacht van allen, die vór alles wenschen dat de vrede zal brengen: de herrijzenis van een onafhankelijk België. 4 Aug. 1915 G. W. KERNRAMP MiHiiiiiiiiniMiiuiiiiiiiiimiiiiiimimitiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiMtmiiMU Ons Verouderd Vesting geschut (Van een militairen medewerker) Zoo uitstekend als onze veldartillerie is, zoo -verouderd is ons vestinggeschut. Hope loos verouderd. Ik herinner mij nog, dat ik eenige jaren geleden in het schietkamp bij Oldebroek in gesprek was met den verte genwoordiger van Krupp, den heer Ahlers. Juist was een batterij van lange kanonnen van 15 cM. aan het vuren, nu nog ongeveer de elite van ons vestinggeschut, alhoewel ze, naar ik meen, van het jaar 1877 dateeren. Leverancier is de firma Krupp geweest. De heer Ahlers kon zijn verwondering nauwe lijks bedwingen en het sneed mij dan ook door het hart, toen hij zeide: Sind die alten Herren auch noch da!" Dat was enkele jaren geleden en nog is de toestand hetzelfde of dus eigenlijk nog slechter. Terwijl de belegeringsartillerie, derhalve de eventueele tegenpartij van onze vestingartillerie, in alle Rijken modern is d.w.z. uit snelvuurgeschut van groot kaliber bestaat, zoowel de lange als de korte vuurmonden, heeft ons vestinggeschut sinds bijna, een halve eeuw geen noemenswaardige verjongingskuur ondergaan. Wel hebben wij die kanonnen van anno dazumal wat opgeflikt b.v. geschikt gemaakt voor het gebruik van rookzwak buskruit, zelfs transformeer den wij het kanon van 10 cM. in snellaadgeschut, doch tot snelvuurgeschut hebben wij het niet kunnen brengen, een enkel koepelkanon buiten beschouwing gelaten. Nog steeds steigert het geheele samenstel van kanon en affuit na het schot terug. Overal elders is dit een berwundener Standpunkt." Nog steeds moet de vuurmond weder in batterij teruggebracht worden, nog steeds wordt na elk schot op nieuw gericht. Schil den konden natuurlijk niet aangebracht wor den, de richtmiddelen zijn meer dan primitief. Het moet dan ook een ieder, die het met onze vestingartillerie wel meent, droef stem men, als hij, tijdens een treinreis door onze liniën en stellingen ontwaart, dat de tusschenbatterijen nog steeds bewapend zijn met het zeer antieke kanon van 15 cM.-kort, n.b. onze vestinghouwitser. En dat wij daar mede den strijd moeten aanbinden tegen modern geschut van veel zwaarder kaliber, om de gedachten te bepalen tegen motormortierbatterijen van 30 cM. Dit nu zou belachelijk zijn, als het niet zoo droevig was. Mocht ons land werkelijk in een oorlog gewikkeld en onze vestingartillerie naast de infanterie geroepen worden de liniën en stel lingen te verdedigen, dan zal de krijgsgeschiedenis zeker een vernietigend oordeel over de bewapening dier fronten uitspreken en het vonnis minstens luiden: Wat de bewapening der vesting Holland betrof, was dezeals volkomen verouderd te beschouwen." Ook kan niet als excuus gelden, dat wij geen tijd gehad hebben onze bewapening te MEDI ?NEK Vermijdbaar Huwelijksleed Reeds in vroege levensjaren openbaart de mensen een innig gevoel van aanhankelijk heid aan zijn medemensch. Oorspronkelijk zullen wel louter zelfzuchtige beweegredenen in het spel zijn, zal de ervaring, dat met anderen meer vreugde gesmaakt wordt dan alleen, wel de drijfveer zijn tot aansluiting. Maar betrekkelijk spoedig kunnen we waar nemen, dat ook in die kinderlijke vriend schap zich een gevoel van onzelfzuchtig heid, van liefde, openbaart, die binnen zekere grenzen met de jaren toeneemt. Op die gelukkige jaren van kinderlijke vriend schap volgt een veel moeielijker periode: waarin de vriendschap niet meer uitgaat tot hetzelfde, maar tot het andere geslacht. En dan komt het allergewichtigste tijdperk van het leven; dan gelooft de mensch, dat hij niet gelukkig zal kunnen zijn, wanneer niet zijn leven voor altijd en op het innigst ver bonden is met een ander. Met hét andere wel te verstaan, want in dit tijdperk van zijn leven is de mensch bijzonder exclusief. Waarom hij met al zijn genegenheid, met al zijn gedachten zich vastklampt aan die eene enkele, wie zal het zeggen ? Niet alleen verstandelijke overwegingen zijn in het spel, noch uitsluitend gevoelsmomenten, evenmin in hoofdzaak begeerte; zij alle tezamen vormen de voorstelling, dat juist die eene, en die alleen, geschikt is om ons gelukkig te maken, geschikt ook om door ons ge lukkig te worden. De rol, die de begeerte speelt, is in die periode onbewust, grooter dan het geval schijnt: voor ons op den voorgrond treedt een veel edeler verlangen, het verlangen tot samenzijn in harmonie der zielen. Dat streven naar hoogere eenheid geeft aan onze liefde herzien. Het kan enkel een geldkwestie we zen, want jaren lang zijn wij al aan het proefnemen met een snelvuur houwitser van 12 cM. Ik meen, dat er al 8 proefhouwitsers door ons legerbestuur aangekocht werden, van welke Versuchs-Kaninchen" thans een houwitserafdeeling bij ons veldleger is ge formeerd. Maar onze vestingartillerie moet het nog steeds met een antiekiteit stellen, die eerder in een museum voor oudheden dan op het tegenwoordige gevechtsveld thuishoorde. Eveneens heef t onze vestingartillerie gebrek aan een modern lang kanon van 10,5 cM. Wel zijn ook hiermee proeven genomen, maar zooals dat meer gaat bij ons, bleven wij de kat uit den boom kijken, tot er weer een andere in gesprongen was. Ook hier zal de geldkwestie wel de hoofdschuldige zijn. Het moet intusschen ter eere van onze vestingartillerie gezegd worden, dat ze uit dat oude geschut haalt, wat er uit te halen is. Dit heeft ze te danken aan den kapitein Bomert, die dit wapen een ware verjongingskuur deed ondergaan. Natuurlijk moest hij bij zfln hervormingen de zweep wel eens laten knallen, wat niet altijd naar den zin was van hen, die bereids ingeslapen waren. Maar voor die was het juist zeer noodig. Hij heeft de vesting artillerie tot nieuw leven weten op te wek ken. Dubbel jammer is het daarom, dat hem geen beter materieel ter beschikking stond, want dan gingen wij misschien ook met onze vestingartillerie aan de spits. De geheele vuurregeling heeft hij gewij zigd en ook de vuurleiding der batterij in engeren zin op nieuwe grondslagen gevestigd. De vestingartilleristen springen als katten van en op de treden en de vestingartillerie is er dan ook terecht trotsch op, dat ze met Het verouderde geschut zulke resultaten heeft kunnen bereiken. Zoo gebeurde het wel, dat de veldartillerie in het schietkamp een pnfortuinlijker dag had en niet zoo vlot schoot als gewoonlijk, dat de vestingartilleristen meesmuilend op merkten, dat ze haast even vlug vuurden als de veld. De veld nam haar deze over drijving zelden kwalijk, omdat ze wist met welke voorwereldlijke monsters de vestingartillerie bewapend was en hoe vlot zij hen niettegenstaande dat bediende. Allétempo verlies, waartoe dat oude geschut onwille keurig aanleiding geeft, wordt zoo goed als vermeden. Laten wij intusschen de zoete hoop koesteren, dat ook ons legerbestuur flinke bestellingen in Amerika heeft gedaan. En dat deze, naast een groote hoeveelheid desbetreffende munitie, bestaan hebben in: 1. Een aantal snelvuurhouwitsers, liefst van 15 cM. Waar overal het kaliber van het feschut opgevoerd werd, vrees ik, dat een ouwitser van 12 cM. op den duur te zwak zal blijken/Wel zullen wij als regel een verdedigenden oorlog voeren en zal ook met een kaliber van 12 cM. aan de aan valswerken schade toegebracht kunnen worden, maar waarom zouden wij niet in het geval België kunnen komen. Die snelvuurhouwitsers moeten als mobiel geschut gebruikt worden en zouden dus desvereischt het veldleger kunnen volgen. Dan zouden ze allicht in stelling moeten komen tegen werken, voor welker vernietiging een granaat van 40.5 K.G. gewenscht is. Ook kunnen die houwitsers van 15 c.M. met vrucht den strijd tegen vijandelijke belegerings of vestingbatterijen aanbinden. 2. Een aantal snelvuurkanonnen van 10.5 cM. tot het onder vuur nemen van kantonnementen, knooppunten van wegen, troepentransporten, convooien enz. Schootsverheid pl.m. 10 K.M. 3. Een aantal snelvuurkanonnen van 7.5 cM. speciaal geconstrueerd tot het onder vuur nemen van luchtschepen en vliegtuigen. 4. Een zeer groot aantal machinegeweren, ter completeering en vervanging onzer ver ouderde vestingmitrailleurs, de z.g. koffie molens. ARTILLERIST IIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIUIIIIIIIIIII J. A. LAAN De heer J. A. Laan vierde 3 Augustus het gouden jubilee van zijn handelsloopbaan onder zeer vele blijken van belangstelling. Drie en veertig jaar staat de heer Laan aan het hoofd der firma Bloemendaal en Laan. In dit tijdvak was hij de voorname drijvende kracht in de ontwikkeling van de windmolens tot de stoomexploitatie, welke iiiiimiiiiiiiiiiiiii IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIII de bekoring en wie het verstaat, dat streven te bestendigen, die weet ook de bekoring levendig te houden, die kan zich zeker weten van zijn huwelijksgeluk. Dat streven naar ziele-eenheid te besten digen, schijnt wel het allermoeielijkst te zijn, dat den mensch is opgelegd, want hoe zeld zaam zijn de gevallen, waarin men ook na jaren nog sporen daarvan waarneemt, hoe menigvuldig de andere, waarin ^het met dat streven al spoedig gedaan was,' Meestal is de allereerste tijd van het huwelijk beslissend voor het verloop er van; wie de kunst verstaat, allen eerbied, alle achting, alle teederheid, die hij voor zijn aanstaande vrouw bezat, te bewaren en te onderhouden ook nadat hij getrouwd is, dien zal het grootste huwelijksgeluk ten deel vallen. Herhaaldelijk heb ik hooren beweren, dat de vrouw haar meeste en bitterste tranen stort in het begin van haar huwelijk... De beide candidaten voor een huwelijk, maar npg meer de wederzijdsche families stellen aan hunne partij allerlei eischen. Geboorte, stand, fortuin maken onderwerpen uit van zoo volledig mogelijke nasporingen; dan komt de gezondheid aan de beurt, in het bijzonder, wat betreft tuberculose in de families, en nu in den laatsten tijd ook kan ker. Tegen deze enquête naar de gezond heid van wederzijdsche familieleden is op zich zelf weinig in te brengen, maarervór valt, naar mijne meening, ook heel weinig te zeggen, Wanneer maar de twee elkander waarachtig liefhebben, zullen zij geen be zwaren tegen hun huwelijk zien in het feit, dat na- of ver-verwante familieleden zijn gestorven aan kanker of tuberculose. Eigen lijk spreekt zulks ook van zelf: men is jong, vol vertrouwen op zich zelf en op de toe komst, onbezorgd voor de dingen die komen kunnen, ja zelfs voor de dingen, die komen zullen. Meer nog: daar beide partijen over tuigd zijn, dat zij alleen met en door elkan der gelukkig zullen zijn, zullen ze zelfs door ernstiger bedreiging van hun toekomst zich niet laten afschrikken, maar het korte geluk, dat door een huwelijk hun deel zal zijn, verkiezen boven een leven armer aan zor de industrie in de Zaanstreek tot ongekenden bloei bracht. Hij ging daarbij voor met de stoomrijstpellerij Hollandia en de stoomolieslagerij de Toekomst en bracht zijne verschillende ondernemingen tot zulk een hoogte, dat zij een bron werden van bedrijvigheid en wel vaart in het schilderachtig Zaangebied en den naam der firma ver over 's land's grenzen bekend maakten. Als lid van den Raad en wethouder diende hij de belangen der Gemeente Wormerveer, terwijl hij ook in de Provinciale Staten van Noord-Holland zitting had en hoezeer hij daar ook door zijn medeleden werd gewaar deerd bewijst het feit, dat zij hem verkozen tot lid van de Eerste Kamer, waarvan hij sedert jaren deel uitmaakt. Ook in den raad van commissarissen van verschillende ondernemingen is de heer Laan sedert tal van jaren werkzaam. Hij maakte den jubileumsdag voor velen tot een blijden door ruime giften te schen ken aan het Pensioensfonds van arbeiders, aan een te stichten ambachtschool in de Zaanstreek, aan de Mij. Nijverheid te Haar lem voor een studiefonds, terwijl hij aan den oud-gedienden zijner fabrieken een terrein met park en woningen ten geschenke gaf. Deze mildheid geeft tevens blijk van zijn practischen zin en van zijne belangstelling in de toekomst. De heer Laan, die zich nog mag verheu gen in den vollen omvang zijner veelzijdige gaven is de typische figuur van den stoeren, energieken werken, een stuwende kracht voor de industrie en handel in ons land. J. H. MARAIS Wij geven hier het portret van den onlangs overleden harden Afrikaner" J. H. Marais, het parlementslid voor Stellenbosch, die zulke groote kapitalen beschikbaar stelde voor de Hollandsch-Afrikaansche zaak gen, ja, maar ook: armer aan geluk. Mij, als medicus, heeft het altijd in zeer hooge mate bevreemd, dat zoo buitengewoon oppervlakkig wordt geïnformeerd naar het verleden der partijen zelve. Naar de vrou welijke partij zal zoo'n informeering in den regel onnoodig zijn; het Nederlandsche jonge meisje wordt opgevoed en bewaakt op een wijze, die haar voor uitspattingen behoedt. Maar de jonge man heeft een vrij heid, zoo groot en zoo weinig gecontroleerd, dat de gelegenheid, deze te misbruiken hem als 't ware geboden wordt. Nu weet ik wel, dat men aan een jongmensch niet zijn geheele leven mag ver wijten, wat hij in zijn jeugd misdeed; ik ben ervan doordrongen, dat men te zijnen opzichte vergevensgezind moet zijn, zooals jegens eiken afgedwaalde, maar mij, als medicus, gaat deze vergevensgezindheid te ver. Te ver om twee redenen: zij houdt in stand het verschil in de zedewetten voor de beide geslachten waartegen ik als mensch protest aanteeken en zij werkt in de hand het voortwoekeren van zeer ernstige ziekten ook in het huwelijk. Wanneer ik aan de vrouw voor mijnen zoon den eisch stel, dat zij rein ten huwelijk komt, mag ik dan dulden, dat mijn zoon minder-rein in het huwelijk zal treden met de dochter van een ander? Wanneer ik eisch, dat de vrouw voor mijn zoom niet kiemen in zich draagt, die het geluk van hun huwelijk zoo niet verwoesten, dan toch zeer belangrijk beperken zullen, mag ik dan toelaten, dat mijn zoon door souvenirs de jeunesse" het geluk van zijne levensgezellin verkleint, ja vernietigt ? Zulk een vergevensgezindheid wordt de vloek van tal van huwelijken. Ze is onge motiveerd, want, hoe edel ook in hare be doeling, ze is noodlottig in hare gevolgen. En ze is gebaseerd op... liefde, ja zeker op de liefde, die alles verdraagt en gelooft en hoopt, maar die ten deze ook zoo dom is en zoo blind als ze innig is en oprecht. Wanneer de menschen, wanneer vooral de aanstaande vrouwen, meer wisten van alle ellenden in het huwelijk, die het gevolg zijn Brieven uit Java Amice, Ik ben hier in het werk gevallen en moet aanpakken, 't Is jammer dat ik nooit op midden-Java geweest ben om me wat voor te bereiden op de typische rechtszaken, die men voor den landraad te behandelen krijgt, om taal en zeden ter plaatse te kunnen bestudeeren , maar dat moet nu maar onder den stroom van de zaken door. Meestal zijn het hier helingen van vele kleine voorwerpen, die van hand tot hand zijn gegaan in korten tijd, veel beklaagden, veel getuigen, veel stukken van overtuiging, soms van zeer geringe waarde; een paar dubbeltjes. Deze zaken komen voor den landraad (de arrondissements-rechtbank van de inlanders), ook al is de waarde van 't geheelde en van 't gestolene gering, als de diefstal door braak of andere omstandig heden verzwaard is. Indien de waarde van het gestolene bij eenvoudigen diefstal minder dan vijf en twintig gulden bedraagt, is de zaak echter een overtreding, en wordt berecht door den assistent-resident, of, als die er is, den landrechter. In 't voorbijgaan wil ik je even zeggen, dat ik het allerverkeerdst vind, dat het ont werp 1912 van het strafwetboek voor Indië medeplichtigheid en heling bij overtredingen niet strafbaar stelt. Waar het gebied der overtredingen hier zooveel ruimer is dan in Holland, is zoo iets niet houdbaar; vooral niet, waar de heler (zooals ook in de memorie van toelichting staat!) in 't algemeen slechts weet of redelijkerwijs moet vermoeden", dat het geheelde voorwerp van misdadige herkomst is, maar zeer zelden bewezen zal kunnen worden, dat hij met den aard en den omvang van het gepleegde hoofdfeit bekend is, en allerminst dat hij de qualificatie daarvan kent. Tusschen al die helingen komt nu en dan eens een groote ketjoe-partii, d. i. een overval door gewapende dieven in den nacht, en nog al eens een brandstichting, lastig te bewijzen, want een javaansche woning (die een waarde heeft van luttele guldens) brandt zoo gauw, en de brandstichter neemt geen goederen mee, die hem kunnen verraden, zooals de dief. Wat heeft de Javaan, van den hoogsten tot den laagsten, toch een gevoel van rust, en wat voelt hij het betrekkelijke van de ondermaansche verhoudingen goed, ook als ze hem persoonlijk betreffen, en treffen. 't Is of hij altijd een groote Bouddha vór zich ziet, waarnaar hij de kleinheid van zijn eigen ik en van de wereld afmeet. Een aardig, en tevens aangrijpend voor beeld van die rust in de verhoudingen, zag ik laatst op de zitting. Een javaansche vrouw en haar man ston den beiden voor de eerste maal terecht... natuurlijk weer wegens heling ditmaal dure krissen. Die wapens lagen netjes naast elkaar ter tafel. Sommige hadden geelhouten, andere donkere, vlammig-houten gevesten, met gou den ringen omgeven, en daarop blinkende steentjes; om de houten scheede dan nog een gulden of verguld zilveren overscheede. De krissen zelf waren kronkelig als de staart van een slang die voortkruipt met drie, zeven, n met dertien bochten. De vrouw had den verkoop van de meeste van die krissen geleid en de gevestringen en over scheeden daarvan verwisseld of veranderd. Dat gaf een langdurig uitzoeken en verge lijken van de stukken van overtuiging, en een lang procesverbaal. De man had zijn vrouw geholpen en trachtte zich van den domme te houden; hij was erg O.-I. doof. Naast elkaar zaten die twee als beklaag den voor ons neergehurkt, de man onver schillig, de vrouw attent. Ze had het noodig geacht haar kind, een zuigeling van een maand of tien, mee te van die groote vrijheid, die tot losbandig heid is overgeslagen, dan zeker zouden ze andere eischen stellen aan den man hunner keuze. Dan ook zouden ze, indien deze eischen onvervulbaar bleken, niet aarzelen te breken met de parrij, die hun, ondanks al de liefde, zooveel leed veroorzaken zou. Men moet medicus zijn, om het kwaad in zijn geheelen omvang te leeren kennen. En, natuurlijk moet men zwijgen, zwijgen als het graf, ook dan, wanneer men weet, hoe groot leed uit een huwelijk staat ge boren te worden. Het heeft nooit in den juisten vorm de aandacht getrokken, dat zoovele bloeiende jonge meisjes, wier gezondheid nooit te wenschen had gelaten, korten tijd na haar huwelijk ziekelijk worden en zwak en slap. Dat die jonge vrouwen, zoo niet haar huwe lijk kinderloos blijft, vaak aan slechts n kind het aanzijn geven. Dat zoo vele jonge vrouwen gaan lijden aan ernstige, somwijlen doodelijke, onderbuikziekten; dat het aantal der gehuwde vrouwen, die zich door een specialist moeten laten behandelen, zoo on eindig veel grooter is dan dat der onge huwde. Dat hare kindertjes kort na de ge boorte lijden aan oogontsteking, die, dank zij de betere herkenning van onzen tijd, niet meer zoo vaak eindigt in blindheid. En dat zijn alle nog maar betrekkelijk lichte gevolgen van onze dubbele moraal! De andere groep van ziekten, die door haar bestendigd* en verbreid worden, zijn nog on eindig veel erger. Heel dikwijls loopen de blijde verwachtingen onzer jonge vrouwen uit op teleurstellingen : een kindje heeft zijn komst aangekondigd, heeft allerlei heerlijke gewaarwordingen opgewekt van naderend moederschap, maar dit moederschap wordt de eerste maal nog niet verwezenlijkt; een tweede maal, een derde maal van zelfden tegenspoed doet de teleurstelling rijpen tot verdriet. Eindelijk komt het kindje ... Reeds heel kort na zijn geboorte of langeren tijd daarna blijkt uit allerlei verschijnselen, dat het gestel van den kleine niet deugt: allerlei ontstekingsprocessen brengen leed over het jonge gezin, en menigvuldig zijn Wederom uit voorraad leverbaar de verschillende typen ADJLER-Automobielen. Prima materialen,zuivere afwerking en zeer nauwkeurig monteeren maakt de Adlerauto tot een der meest gewilde merken. GABACrE NEFKENS, Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd. iiiiiiiHimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii nemen naar den landraad misschien had ze geen zuster om er op te passen, en kalm hield ze nu dat kind op den schoot, toen haar naam en woonplaats werden gevraagd, toen de telastelegging werd voorgelezen, en toen zij zich verdedigde met woord en gebaar tegen bezwarende getuigenissen. Nu en dan gaf ze het kind de borst, luisterde onderwijl scherp toe, sloeg de vliegen weg, die het hoofdje omzwermden, en gaf intusschen haar opmerkingen en verdedigingen ten beste, alsof ze een büurpraatje hield, of liever of het niet haar zaak gold, maar de zaak van een ander, wiens advocaat ze was. Geen oogenblik werd een beweging, voor het kind bedoeld, gestaakt, als ze moest antwoorden, en geen oogenblik ook hield ze op met pleiten, noch haastte zich in haar be toog, als het kind, lachte, kraaide, schreeuwde of door trappelen en slaan haar aandacht eischte. 't Was of ze haar persoon in tweeën had gedeeld en elk van die deelen n der zoo verschillende handelingen van : het zor gen voor een zuigeling, en het pleiten in een strafzaak, op zich genomen had, terwijl haar eigen wezen bij dat alles toeschouwer bleef. De man zat er met een voortdurenden glimlach op zijn domslim boerengezicht bij. Even zag ik een lach in zijn oogen, toen hij merkte, dat ik het kind observeerde, want het trof mij zoo dat kind te zien, omdat een week te voren mijn eigen kind van denzelfden leeftijd was gestorven het was de eerste zitting, die ik na een verlof van n week weer meemaakte. Op de getuigenissen, aanvankelijk weinig bezwarend, volgden andere verklaringen, die de schuld der vrouw al gedeeltelijk vast legden ze bleef zich hardnekkig verdedigen, Zeer in het nauw gebracht door de vragen van djaksa, president en leden. Geen oogen blik verloor ze haar bedaardheid en haar rust; gehurkt voor haar voorname hoof den, de regenten, leden van den landraad, zelf van de heffe des volks, bleef ze onbe schroomd en nimmer brutaal, iedere seconde bij haar tweeledige, zonderling gecom bineerde taak. De opgave der beklaagde in het voorloopig onderzoek, waar. zij erkend had de waarschuwing van de verkoopster der kris sen te hebben gehoord om die in zuidelijke richting van de hand te doen (waarin ligt, dat de krissen, zooals ook bewezen was, op een noordelijk gelegen plaats waren gestolen) wordt ter terechtzitting voorgelezen en aan de beklaagden voorgehouden. De vrouw ont kent ooit zulk een opgave te hebben gedaan en zegt zulk een waarschuwing in 't geheel niet gehoord te hebben. De eerste verkoopster der krissen, een vrouw met het voorkomen van een norsche tooverheks, die het niet stond zonder uil of zwarten kater op den schouder te verschijnen, beweerde de beklaagden niet te kennen en nimmer krissen verkocht te hebben in hunne woning. Dit werd echter door de beklaagden erkend en door een paar getuigenissen gestaafd. De heks (hoofdschuldige, die gewoonlijk ontglipt!) houdt echter vol dat het niet waar is. ? ? ? Het onderzoek is afgeloopen. Beklaagden en getuigen gaan in gebogen houding langs de , rechtbank, waarop de slangvormige krissen met de blinkende overscheeden en de gevestringen met schitterende steentjes liggen, de gerechtszaal uit. Als de beraad slaging is afgeloopen worden ze n voor n weer binnengelaten. Eén jaar en zes maanden dwangarbeid voor de vrouw en voor den man, luidt het vonnis nogal zwaar om de hooge waarde der goederen. Gelaten wordt het aangehoord, en de vrouw zegt gewoonweg dat ze nog niet wil beslissen of ze in appèl komt of niet. De man sluit zich daarbij aan. Dan slaat de vrouw de slippen van haar slendang, waarin het kind ligt, over den de gevallen, waarin de dokter machteloos staat tegenover al dat leed en de dood als werkelijk verlosser ingrijpt... Hoewel zulks niet altijd gemakkelijk aan toonbaar is, wordt in den regel ook de vrouw zelve door de ziekte aangetast. Wanneer zij is gehuwd met een zoogenaamd genezen" geval, dan zijn niet altijd de verschijnselen in het oog vallend; wanneer het geval" daarentegen ongenezen was, dan dreigen der vrouw allerlei gevaren. Die alle hier te noe men, is noodeloos; laat mij alleen zeggen, dat geen enkel orgaan van het menschelijk lichaam ongeschikt is om zetel van die ziekte te zijn, dat in het bijzonder het centrale zenuwstelsel wordt aangetast, en dat tal van verlammingen, zoogoed als sommige vormen van krankzinnigheid, alleen aan deze ziekte haar ontstaan danken. Waarom dit alles uiteengezet in een medi sche kroniek ? Om oogen te openen, om levensgeluk te behouden, in plaats van onnoodig te doen verloren gaan. Om aan te dringen op grootere omzichtigheid en voor zichtigheid van den kant der ouders en der aanstaande vrouwen. En vooral, om er op aan te dringen, dat veel meer gebruik zal worden gemaakt van de practische resul taten der geneeskundige wetenschap. Het is nagenoeg altijd mogelijk: door betrekkelijk eenvoudige onderzoekingen vast te stellen, of iemand ten opzichte van de besmettelijke huwelijksziekten geheel vrij uitgaat; nietvolkomene-genezing", d. w. z. een zonder duidelijke verschijnselen voortbestaan van deze ziekten, is met behulp van bepaalde reacties aantoonbaar. Het zou aanvankelijk iets ongehoords zijn, aan een aanstaand echtgenoot den eisch van een zoodanig onderzoek te stellen. Maar, wanneer de kennis van de beteekenis van dit onderzoek voor toekomstig huwelijks geluk gemeen goed zal zijn geworden, dan zal niemand er werkelijke bezwaren tegen kunnen inbrengen. Immers, het geluk van beide partijen is bij zoo'n onderzoek gebaat. Breke spoedig d e tijd aan, waarin niet zooveel geluk verloren gaat tengevolge.van vermijdbaar huwelijksleed. AESCULAAP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl