De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 15 augustus pagina 5

15 augustus 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

15 Aug. '15. No. 1990 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Vrouwelijke beroepen in vroeger tijd Straatveegsters Bij 't snuffelen tusschen oude paperassen vond ik nog enkele curiosa omtrent de Straatveegsters, die ik aardig vond in aan sluiting met het artikeltje van Februari, hier nog mede te deelen. Voordat de straatveegster haar werk deed, had de opkortster haar taak vervuld. Deze moest het straatvuil bij elkaar vegen, zoodat de veegster alleen voor het wegruimen moest zorgen. Bovenstaand plaatje laat de opkortster met haar gereedschap zien. Zij zond, tezamen met haar mannelijke collega's met Nieuwjaar en Kermis haar goede wenschen aan de burgerij. De straat veegster was feministischer aangelegd en deed 't op eigen- hand. De volgende Nieuwjaarswensch zond de straatreinigster Truitje Ledegang nog omstreeks 't midden der 19e eeuw aan de goegemeente: Bij d'aanvang van het jaar Wenscht ieder heil en zegen Dus zij ook, die uw straat Altijd zoo netjes vegen; Ja, voorspoed, heil en vreugd, Moog' dan uw deel thans wezen, Geen onheilspellend lot Doe u de toekomst lezen. Geniet in 't huisgezin, Met gade en kroost te zamen, De liefde en de vreugd Al in des Heeren name. Geniet in uw beroep, Tot heil der zamenleving, Al 't voordeel en al d' eer, En zonder zorg of beving. Geniet als onderdaan, In 't land van uwe woning, Een zegenrijk bestuur Van onzen dierb'ren koning. En vier dan de uitvaart weer, Gelukkigst aller menschen, Ziedaar voor 't Nieuwe Jaar Der Stratenveegsters wenschen. Dit pronkjuweel van dichtkunst werd bijna nog overtroffen door de Kermiswensch, op gedragen aan de ingezetenen der stad Am sterdam door de Straatveegsters. Ik zal deze hier niet in zijn geheel overschrijven, want hij is niet kort en bondig". Genoeg, wan neer ik u mededeel, hoe de kermisvreugd erin wordt verheerlijkt en dat ze met de volgende coupletten eindigt: Dan, wien de Kermis vreugd zal bien, Moet op geen paar Rijksdaalders zien, Want of ge er ook op schimpt of smaalt, De Kermisvreugd dient toch betaalt. Wij wenschen dan verheugd te moe, Vooral u volle zakken toe, Opdat gij niet verlegen staat, Als 'top een kermishouden gaat. Maar toon dan even als voorheen, U thans ook met ons werk tevreên, Gedenkt de aloude Kermisfooi, Dan blijft uw straat weer schoon en mooi! Met deze bedreiging eindigt de dienstvaardige dienaresse Truitje Ledegang haar kermiswensch. In 1870 is Keetje Hartman nog als straatveegster in dienst der stad. Ro VAN OVEN * * * O; die Vliegen! Wij ontvingen ter aankondiging een nuttig boekje dat gij ook al wel in de uitstalramen van ondernemende boekhandelaars hebt op gemerkt, al was het alleen door zijn schrikaanjagend omslagje, waarop nog alleen maar de woorden dood en verderf" ontbreken. Intusschen typhus, cholera, cholerine, tuber culose" is ook al welletjes en dat alles voor een enkel kwartje. Het boekje heet: Het vliegengevaar en hoe het te bestrijden door dr. A. J. C. Snijders. Uitgave van Scheltens en Giltay, Amsterdam 1915. 32 p.p. met 9 afbeeldingen. Het bevat een duidelijke levens beschrijving van de gewone kamervlieg, ook het een en ander over de steekvlieg, vertelt dan van de wijze waarop de dieren ge vreesde besmettelijke ziekten verspreiden en eindigt met een hoofdstuk over onze strijdmiddelen tot afwering van het vliegen gevaar. De geringe omvang, de ruime druk, de eenvoudige taal en de klemmende inlei ding geven het vertrouwen, dat dit boekje veel nut zal stichten, indien het in handen komt van de menschen, die het aangaat en dat zijn hoofdzakelijk boeren, beertjes, boe renarbeiders, achterbuurtbewoners en regeeringspersonen. In hoofdzaak komt het hier op neer dat de larven van de kamervlieg en van een paar haast even gevaarlijke verwanten zich ontwikkelen in vuiligheid en afval van allerlei aard en dat zij pathogene microörganismen, (?ziektestoffen") van die vuiligheid over brengen op den mensch of op zijn voedsel. Het is dan ook met groote zekerheid gecon stateerd dat er verband bestaat tusschen de veelvuldigheid der gevallen van sommige besmettelijke ziekten en het aantal der vliegen. Het geval ligt aan iets anders dan de malaria en haar mug. De malaria wordt veroorzaakt door een protozoo, die zijn ontwikkelings reeks afwisselend in het lichaam van mensch en mug moet doormaken. De mug is dus onontbeerlijk voor het voortbestaan van de ziekte en heeft er op zijn manier even goed De straatveegster in dienst der stad De opkortster aan den arbeid miiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiimimiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiimmiiiiiiiiiiiiiii Japansche salade In 1896 brachten de Keizer en de Keizerin van Rusland een bezoek aan Parijs. Groote feesten werden bij deze gelegenheid gegeven, waarbij vooral het Tooneel zich niet onbe tuigd liet, de Opera evenmin als de Comedie Frant^aise. Bovendien hielden op een der avonden de voornaamste leden der Comedie Franchise voor Hunne Czaarsche Majesteiten voordrachten in de Herculeszaal van het kasteel te Versailles. Het tooneel deed zich zelfs gelden bij den grooten feestmaaltijd, H.H. M.M. aangeboden in l'Elysée. De opperkok, een bewonderaar van Alex. Dumas père et fils, bereidde eene salade, waarvan het recept het geheim was van den ouden Dumas, saamgesteld door hem in de dagen dat hij zich graaf van Monte Christo gevoelde een geheim slechts bekend aan den jongeren Dumas en door dezen ontsluierd in zijn tooneelspel Francillon" als Japansche salade. Deze Japansche salade heeft de opperkok Hunne Czaarsche Majes teiten doen vórdienen als: Salade Francillon, genoemd naar de comedie van A. Dumas fils, waarin hij een modern Fransen meisje laat vertellen hoe de Japansche salade bereid wordt. Aan een der bezoekers vraagt het vrije en geestige meisje met beminne lijke openhartigheid: Hoe vindt u de salade, die u van middag gegeten heeft ? Een délice, freule! Ben ik niet al te onbescheiden als ik u het recept der salade vraag? 't schijnt, dat ze van uw vin ding is.' De Japansche salade ? O, is het Japansche salade! Ik noem die zoo. (Dit werd gezegd in 1887, het jaar, waarin Francillon" voor het eerste ten tooneele kwam.) Waarom ? Tegenwoordig is alles Japansch. Dus u heeft die uitgevonden ? Ik heb die eer. !k bemoei me graag met de keuken. Heeft u kookles genomen! Zeker, er zijn tegenwoordig (1887) overal kookscholen voor jonge meisjes. Daar leert men, door en door, de nooit veroude rende grondregels der kookkunst, volgens welke ieder naar haar meerdere of mindere verbeelding een gerecht zamensfelt. Er zijn daarin zelfs wedstrijden. En met welk doel, freule! heeft u de kookkunst geleerd ? Zeker niet met het idee er uw brood mee te verdienen. Ik heb leeren koken, zooals ik heb leeren lezen, schrijven, teekenen, pianospelen, Engelsen n Duitsch, zingen in het Italiaansch, paardrijden, schaatsenrijden, en jagen; zooals ik walsen geleerd heb in twee en iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiifiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniMiiiiiiiiir iiiiiiiiiiiiiiiiimi van te lijden als de mensch. De bakteriën van de hierboven genoemde ziekten kunnen echter zonder de vlieg heel goed bestaan, ook heeft de vlieg geen last er van. Wan neer hij ze aan de buitenzijde van zijn lichaam of in zijn darmkanaal met zich ronddraagt. Hij werkt dus niet anders dan als overbrenger van al de ziektekiemen, die hij aantreft op zijn vieze lievelingsplaatsen. De gevolgtrekking ligt voor de hand : neem die vieze plaatsen weg, maak ze ontoegan kelijk en het vliegengevaar is meteen be zworen ! De leuze die dr. Snijders op blz. 5 van zijn boekje met dikke letters aanheft Dood aan de vliegen," mocht dan ook liever vervangen worden door weg met alle vuilnis". In mijn huis heb ik geen last van kamervliegen, vooral nu de meeste van mijn welgestelde buren er automobielen op na houden. Het paardevuil, dat nog op de wegen valt, wordt iederen dag zorgvuldig door de straatreiniging weggeruimd. De privaten zijn allemaal puik sanitair inge richt, het afval van de keuken wordt iedere week weggehaald en blijft tot zoolang bewaard, zorgvuldig afgesloten. Dat gaat allemaal vanzelf, zonder angstvalligheid, en niemand denkt er bij. De naaste paardenstal ligt driehonderd meter ver weg en is ook volmaakt hygiënisch ingericht. Een andere, niet zoo hygiënisch inge richte stal ligt gelukkig meer dan anderhalven kilometer van mijn huis af, dat is zoowat de grootste afstand, die een vlieg op zijn drie tempo's, de polka en al de figuren van den Cotillon, met het doel... een man te krijgen al wat jonge meisjes doen om U te behagen, niet waar m'nheer ! En, moeten zij niet alles bedenken om zoo volmaakt mogelijk te worden, om de eer en het genot waardig te zijn haar geheele bestaan aan enkele oogenblikken van het uwe te ver binden. . . al was het maar alleen door Ja pansche salade. Als u nu pen, inkt en papier neemt, zal ik u, als u de zware muziek van Wagner, die mijn' zuster speelt, niet hindert, het recept der Japansche salade dicteeren. Maar ! . . . u moet mij beloven dat recept aan niemand te geven dan wie waard is het te begrijpen en te waardeere». Men neemt aardappelen, snijdt die in schijfjes als voor aardappelen-salade. Laat die koken in bouillon. Maak die aan, terwijl ze nog half warm zijn, met zout, peper, beste echte olijfolie, dragonazijn, verkies lijker Orleansazijn een half glas witte wijn, zoo mogelijk Chateau Yquem, veel toekruid, heel, heel fijn gehakt. Laat intusschen in de bouillon zeer groote mos selen met een takje selderi koken, laat die terdege uitdruipen en voeg dat bij de reeds aangemaakte aardappelen. Roer dan alles luchtig om. Men neme daartoe een derde mosselen en twee derden aardappelen. De mosselen moet men bijna niet kunnen proeven, men mag ze zelfs niet vermoeden; de smaak der mosselen mag zich niet opdringen. Is de salade, luchtig aangemaakt, gereed, dan doet men er een laagje truffels over, gekookt in champagne. De salade moet op z'n minst twee uur gereed zijn vór het diner, opdat ze goed koud is, wanneer ze voorgediend wordt. Het is eene vereischte de bereiding dezer salade volstrekt niet te overhaasten, door ze b:V. in ijs of ijskast te zetten. Ze is uiterst teer en al haar geuren eischen langzame verbinding. Dit is het recept der Japansche salade door den opperkok bereid voor Hunne Czaarsche Majesteiten, en om zijne bewon dering voor A. Dumas fils naar diens Comedie Francillon," genoemd: Salade Francillon." J. H. R. Klompjesdag Wij ontvingen onderstaand schrijven, dat wij, om versnippering van krachten te voor komen, plaatsen. Geachte Redactrice, Mag ik naar aanleiding van het stukje, voorkomende in het laatste weekblad de IIII IIMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIII zwerftochten aflegt. Meestal zelfs blijven ze veel dichter bij huis; de grootste afstand in Amerika waargenomen is nog geen zeven honderd meter. Men is dat te weten gekomen door duizenden vliegen te merken, ze los te laten en dan dagen achtereen in den omtrek alles te vangen, wat vlieg is. Het zijn alweer Engelsche en Amerikaansche onderzoekers, in de eerste plaats wel Howard, Gordon Hewitt en Graham Smith aan wie wij deze bijzonderheden te danken hebben. Wij hebben hier in het Bloemendaalsche Park dus niet te klagen. De vorige week bracht ik door te Voorst, in 't schoone Gel derland en daar was de toestand heel anders. Lieve hemel, wat een vliegen! Niet alleen onze gewone kamervlieg, maar ook de steek vlieg, vleeschvliegen, keizers en ook de schunnige grauwe vliegjes, die den zeer bijzonder walgelijk suggestieven naam dragen van latrine-vlieg. De oorzaak lag voor de hand; iedere boerderij, ieder arbeiderswoninkje had zijn open mestvaalt, in uithoekjes van de meeste erven lag allerlei afval te rotten en de privaten of latrines verkeerden allemaal in toestanden van mindere of meerdere afschuwelijkheid. We zijn aan die malle toestanden nog zoo ge wend, dat waarschijnlijk niemand op het eerste gezicht Voorst een vies dorp zal noemen en ik ken er dan ook nog genoeg, die ja-wat viezer zijn. In zulke streken vermenigvuldigen de vliegen zich tot in het ongeloofelijke, vooral bij warm weer. Het wijfje legt haar eitjes Schema van het darmkanaal van een kamervlieg Z Zuigvlakte; S Slokdarm; Sp Speekselklier met afvoerbuis; K Krop; M Maag; D Darm. Amsterdammer" geschreven door Una" onder den titel Klompjesdag", een enkele opmerking maken? Ik waardeer het ten zeerste dat de schrijf ster met een warm voelend hart, een op wekking neerschrijft, om het publiek te bewegen ook kousen voor onze behoeftige kleinen te breien. De geachte inzendster geeft echter blijk niet geheel op de hoogte van de toestanden te zijn en nu vind ik het erg jammer, dat zij hare propaganda gaat verbinden aan of liever verwarren met onzen Klompjesdag" die op 15 September a.s. te Amsterdam zal gehouden worden. Deze collecte gaat uit van de vereeniging Voor het Schoolkind", de Amsterdamsche vereeniging voor Kinderkleeding. Van de opbrengst zullen niet alleen klompen gekocht worden, maar ook kousen, evenals alle onderkleeding en ook jurken en jongenspakken. De vereeniging Voor het Schoolkind" is op zoodanige wijze georganiseerd, dat zij de meeste waarborgen biedt, dat alles wat op het gebied van kinderkleeding" gegeven wordt, in de juiste handen komt, zoodat ook het Algemeen Steuncomitédat deel van hare werkzaamheid geheel aan die vereeni ging heeft overgelaten. De vereeniging heeft op alle openbare en bijzondere scholen een vertegenwoordiger, die de zorg voor dat deel van de sociale schooltaak op zich ge nomen heeft. Ik geloof niet dat daarnaast de hoofdonderwijzers der 1ste klas scholen", (bedoeld worden zeker de hoofden van scholen voor gewoon lager onderwijs) nog de zorg voor de distributie van kousen op zich kunnen nemen. Mocht de inzendster bereid zijn voor onze vereeniging bij gelegenheid van den Klomp jesdag" flink propaganda te maken, dan ben ik gaarne tot nadere inlichtingen bereid. Intusschen met vriendelijk groeten, S. LEVENBACH?ASSCHER, Bestuurslid Voor het Schoolkind". Presidente van de collectecommissie Klompjesdag". * * Ons Kookboek HOPJES. Men heeft noodig voor 120 hopjes: 2 ons boter, 5 ons lichte bruine suiker, zout en nootemuskaat, een half kopje water, en een hopjes-drukker. De hopjes-drukker voor een verschillend aantal hopjes is, met de bijbehoorende bakplaatjes in den handel. In mijn bezit is een hopjes-drukker voor 40 hopjes. Al de benoodigdheden doet men te zamen MiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiriiiiii in partijen van pi. m. 120 stuks, daaruit komen de larven te voorschijn soms na enkele uren, soms pas na drie dagen. Die larven ontwikkelen zich nu in de mesthoop of in de rottende massa en worden vol wassen, ook alweer in verband met de poptoestand duurt ook op zijn minst vijf dagen, maar 't kan ook wel weer een maand worden eer de vlieg er uit komt en die kan dan in tien dagen of nog wel binnen dien tijd weer eieren leggen. In gunstige tijden duurt de ontwikkelingstijd van ei tot eierleggend insect dus slechts drie weken. Vol gens de berekeningen van dr. Howard zou een vliegenpaar in zes weken tijd een nakomelingschap kunnen hebben van twaalf millioen individu's, die met elkaar 400 K.g. zouden wegen, 't Is om stil van te worden. Gelukkig dat alweer zooveel -amphibiën, reptielen en vogels zich met vliegen voeden. Het was dan ook met groot genoegen, dat ik op ee* boerderij niet minder dan tweeen-dertig nesten van huiszwaluwen op een rijtje vond met de bevolking in volle actie, die al gauw een kilo per dag van die vliegenmassa voor haar rekening nam. Nu behoeft ge nog niet dadelijk te schrik ken, als een vlieg zich op u neerzet, 't Is mogelijk dat hij ziektekiemen aan zijn huid of pooten heeft zitten, maar het onderzoek heeft geleerd, dat die toch meestal sterven door verdroging of door de werking der zonnestralen. Het gevaarlijkst zijn de bac teriën die het dier in zijn darmkanaal heeft n.1. wanneer ze in uw darmkanaal terecht komen en daarvoor is het gevaar ook niet heel groot. Een huisvlieg steekt niet en kan alleen vloeibaar voedsel tot zich nemen of voedsel dat hij door middel van zijn speeksel of van vocht uit zijn krop vloeibaar maakt. Op schoone handen richt hij dus niets uit. Maar als er van snoeperij of vruchteneten wat restantjes aan de hand kleven dan komt de vlieg daar op af. Hij zet het platte uit einde van zijn zuigsnuit op het lekkers neer en brengt nu uit zijn speekselklieren of uit zijn krop een vloeistofdroppel te voorschijn en daardoor kan hij dan die hand besmetten. Ga je nu voort met eten, dan heb je licht een paar dagen later buikloop door het eten van onrijp ooft zooals 't heet, maar in werke lijkheid was misschien de vlieg de schuldige. Natuurlijk sticht hij het meeste onheil door zich op tafel of in de provisiekast te goed te doen aan de spijzen die voor ons bestemd zijn en 't was voor ons in 't Geldersch dorp een groote gerustheid dat we aan tafel al in een pannetje. Zet 't op een flink vuur en laat 't steeds roerende zoolang koken tot 't een gladde massa wórdt. Door er een mes in te steken en dat in koud water te houden, kan men zien of de massa hard wordt. Men giet deze hoeveelheid uit op 3 bak plaatjes, en nadat men ze even laat bekoe len, neemt men de in koud water natgemaakte hopjes-drukker en zet die er zoo vaak in tot de massa niet meer in elkander vloeit. Daarna worden de hopjes voor 't bewaren in ulevelpapiertjes gepakt. T. B.?B. VOOR 'T DESSERT. APPELVLA. Schil 4 of 5 zure appels, ontdoe ze van het klokhuis en snijdt ze in dunne plakjes. Smelt in een klein pannetje 3 eetlepels suiker met een weinig kokend water en doe daar de schijfjes appel in. Laat ze even flink doorkoken, maar zorg dat ze niet tot moes overgaan. Doe ze dan op een vlaschaaltje, met het nat van de appeltjes en suiker er bij. Maak een gebonden roomvla of maïzenavla met l of 2 eierdooiers, en stort die over de appeltjes. Men presenteert de vla koud. L. POMPADOURRIJST. Men gebruikt: l liter melk, 150 gram rijst, een snuifje zout, een stokje vanille, 3 eieren, 30 gram suiker, 200 gram gedroogde abrikozen, 50 gram suiker, sago. Kook de rijst op de gewone wijze gaar met melk, zout en vanille. Roer daarna door de rijst de eidooiers en de suiker. Leg deze rnassa laag om laag met de abrikozen, die op de gewone wijze gestoofd zijn, in een vuurvasten schotel. Zorg dat de bovenste laag uit rijst bestaat, en leg het stijfgeklopte eiwit vermengd met 50 gram suiker per eiwit (dus 150 gr.) er boven op. Laat dit in een zeer lauwen oven zeer licht bruin worden. A. R.-N. * * * Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. No. l ? 88. No. 2 ? 129.50 No. 3 / 195. H. MEIJER, Koningsplein, Amsterdam. Baby-Artikelen. MiimiimimiiiiiiiiimMiiMimiiiiiiiiiiMiiiiniiiiMiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiii onze gerechten kregen, beschermd door groote vliegenstolpen van metaalgaas. In tusschen zouden die vliegen heelemaal niet hinderlijk zijn, wanneer we de zekerheid hadden, dat ze nergens in de buurt smetstoffen kunnen opdoen, anderhalven kilo meter in 't rond; maar helaas! Op het platteland blijven de mesthoopen altijd het lastigst. Ze geheel af te sluiten lijkt niet goed mogelijk, daarom zoekt men ze in den laatsten tijd onschadelijk te maken door ze geregeld te overgieten met oplos singen van chloorkalk, ijzervitriool en der gelijke stoffen. In deze richting wordt nog veel gezocht; een artikeltjelin Nature 17 Juni 1915 zinspeelde op een belangrijke ontdek king in dit opzicht gedaan of nog te doen, maar daar heb ik sedert niets meer van gemerkt. Zeer belangrijk, ook met het oog op de bestrijding der vliegen, is de kwestie van hun overwinteren. Algemeen wordt aange nomen en ook Dr. Snijders vertelt het in zijn boekje, dat enkele vliegen in onze woon huizen in schuilhoeken de winter doorbren gen, waaruit zij van tijd tot tijd te voorschijn komen. Deze zouden dan in 't voorjaar eitjes leggen en zoo de nieuwe campagne aan vangen. Wel, men heeft dat in Engeland eens nader onderzocht en toen is gebleken, dat onder de vele honderden vliegen, die in den winter in woningen en andere schuil plaatsen waren buit gemaakt.zich geen enkele echte kamervlieg bevond. De slotsom van dat onderzoek is, dat wij op het oogenblik nog heelemaal niet weten, hoe de kamer vlieg den winter doorkomt. Misschien vin den we tegelijk met de oplossing van het vraagstuk ook een afdoend middel tot beperking van het vliegenheir. En als men in afwachting daarvan op het platteland en in de achterbuurten alvast eens echt de zindelijkheid op woning en erf ging be trachten, dan was ai veel gewonnen. Eigenlijk is het een groot maatschappelijk schandaal, dat er zooveel van die vliegen kunnen bestaan en dat ze zoo gevaarlijk kunnen wezen. JAC. P. THIJSSE Correctie. In 't onderschrift van de eerste illustratie in 't vorig artikel moet omwindsel" vervangen worden door bloempje".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl