Historisch Archief 1877-1940
10'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
22 Aug. '15. No, 1991
?ormamint-Tabletten
m
? vernietigen de bacteriën
mond en keel en beschermen
tegen Besmetting^
Volgens deze opgave is in de Europeesche
opslagplaatsen de voorraad op 3l Mei 1.1.
tot 4471.000 zakken - tegen 8.102 000 zakken
op dehzelfden datum van 1914 teruggegaan
Zeer belangrijk is de vermindering te
Hamburg, waar niet alleen de door de re
geering overgenomen ca. 1.000.000 zakken
valorisatie-koffie, maar ook het grootste deel
van den overigen zichtbaren voorraad uil
de statistiek is verdwenen. In aanmerking
dient echter genomen, dat in die statistiek
van maand tot maand groote hoeveelheden
minderwaardige koffie werden opgenomen
die voor den termijnhandel wel beteekenis
hadden, maar voor de consumptie weinig
geschikt bleken. Als gevolg van den ge
stoorden aanvoer door den oorlog, hebben
deze kwaliteiten, vroeger moeielijk te
verkoopen, goeden aftrek gevondeu.
)> Ook de voorraad te Triest, zoowel als die
te Havre ' zij.n sterk verminderd, onder den
laatste is eveneens een tamelijke hoeveelheid
valorisatie-koffie.
Van de 875.000 zakken, die volgens
raming op 31 Mei 1.1. te Antwerpen nog
voorradig waren, zijn ongeveer 700.000
zakken valorisatie-koffie, 50.000 gekocht
door het relief committee," dat voorts nog
100.000 zakken heef t besproken, terwij 1 300 000
bestemd zijn voor de Duitsche en
Oostenrijksche legerbehoeften, zoodat dan nog on
geveer 250.000 zakken valorisatie-koffie be
schikbaar zouden fijn.
De zichtbare koffie-voorraden in de Duit
sche zeehavens zijn thans weinig
beteekenend en zelfs wanneer men daarbij rekening
houdt met den voorraad te Antwerpen en
met hetgeen uit ons land nog kan worden
betrokken, is de hoeveelheid in verhouding
tot de consumptie tamelijk gering. Want in
normale tijden verbruikt Duitschland 2% tot
3 millioen zakken koffie (de zak op 60 kilo
berekend), waarbij dan nog de behoefte van
Oostenrijk?Hongarije komt.
.? Behalve de z.g. zie tbare voorraden, zijn
er nog voorraden bij den groot- en den
detailhandel, maar welke hoeveelheid deze
omvatten is moeilijk te ramen. Bij het uit
breken van den oorlog werd de z.g. onzicht
bare voorraad op circa l5/* miliioen zakken
van 60 kilo geschat, hetgeen in normale
tijden voor ongeveer 8 maanden voldoende
zou zijn, terwijl thans de consumptie ver
moedelijk belangrijk is verminderd.
In verband met de tegenwoordige om
standigheden in de koffie-prijs in Duitsch
land natuurlijk enorm gestegen. Nog belang
rijker is die stijging in Oostenrijk - Hongarije,
vooral sedert door de oorlogsverklaring van
Italië de kans van aanvoer nog geringer is
?geworden.
In Duitschland wordt wel werk gemaakt
van koffie-surogaten, maar ook deze zijn
in prijs gestegen, naar verhouding zelfs in
meerdere mate dan de koffie, daar de vraag
voor consumptie in belangrijke mate is toe
genomen.
De statistiek G. Duuring & Zn. ver
meldt voor de Europeesche hoofdmarkten
op 30 Juni 1.1. de volgende voorraden :
zakken
2.267.000
761.000
555000
375.000
151.000
100.000 (geraamd)
76.000
79 000
. 15.000 (geraamd)
7.000 J )
4388.000 zakken
vergeleken met 31 Mei 1.1.
zakken) de vermindering slechts
Havre
Antwerpen
Nederland
Engeland
Marseille
Hamburg
Kopenhagen
Bordeaux
Bremen .
Triest
Totaal
Zoodat,
(4.471.000
83.000 zakken bedraagt.
28/6-15 V. D. S.
tiiiiitiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii" iiMMiiiiiiiiim
Nieuwe boeken van deze week
ALEX BOOLEMAN, De Klokkenluider,3l pag.
Amsterdam, J. Emmering.
VICTOR E. VAN VRIESLAND, De cultureele
nood toestand van hetjoodschevolk,4Qpag.,
? 0.50. Amsterdam, N. V. Electrische drukkerij
Luctor et Emergo."
SCHOTJE (A. VAN DER MEER-BRONDGEEST)
Meisjes van de H. B. S. Herinneringen uit
vijf B., geïll., 219 pag., , f 2.40, geb. f2.90.
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
BERTHA VON SÜTTNER, De Wapens Neer,
vertaald door ANNA VAN GOGH-KAULBACH,
2 deelen, 624 pag., f 0.85 per deel (8-12e
duizendtal). Amsterdam, Meulenhoff & Co.
Gedenkschriften van SARAH BERN HARDT,
door haar zelf geschreven, 388 pag., f 0.75.
Amsterdam, Meulenhoff & Co.
XIV
De menschen hier hebben hoofden van ijzer.
Er is veel neurasthenie, alles en nog wat,
mank loopen en scheel kijken incluis, komt
van de zenuwen; velen zijn zwakzinnig.andere
dolhoofdig, en er zijn haast geen sanatoria
tegen te bouwen, hoe willig men ook is,
want de exploitatie van dergelijke etablis
sementen is een nieuwe bron van welvaart
en rijkdom.
Maar wat zegt dit anders dan dat ijzer
gesmeed wordt wanneer het in hitte week
wordt als pap.
Gelijk honden- en kinderziekten later daar
van vrijstellen de moeder dauwt hier het
kind bij htt andere dat de mazelen heeft in
bed, dan gaat het in n moeite door
gelijk een vuurdoop staalt, zoo worden de
menschen door zenuwbeproeving zenuwsterk
en doen zij uit louter zenuwachtigheid
krachttoeren.
Sommigen leggen er het loodje bij, maar
dat deden de zwakken in Sparta ook en de
ondeugdelijke ooievaars worden door de
familie opgeruimd met 't oog op een ge
strekte vlucht naar warme landen.
Ik bewonder hoe men hier het verstand
Onze Planken-Helden
(Teekening voor de Amsterdammer"
van Wybo Meyer)
V
Willem Rooyaards
tSKBSSBSRl
VRAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in te
zenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
het motto Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adres (die als vertrouwelijk zullen worden
beschouwd.)
C. K. te U. Gaarne had ik eenigc inlich
ting over den oorsprong van het woord
schoonmoeder". Waarom juist schoon? Is
het Fransche galanterie of ironie ?
De invloed van het Fransch op onze taal
heeft zich onmiskenbaar in dit woord ge
openbaard. Schoon wordt evenals in het
Fransch beau, en misschien in' navolging
daarvan, daar het gebruik in de andere
germaansche talen ontbreekt, gebezigd in namen
van verwantschap door huwelijk, meestal in
een samenstelling. Het is een eershalve ge
bruikte term voor de door huwelijk in 'eene
familie tredende leden.
Behalve de nu nog gebruikte benamingen
schoonbroeder, schoondochter, schoonmoe
der, schoonvader, schoonzoon, schoonzuster
vindt men in de middeleeuwen ook
schoonhere en schoonvrouwe als eene eers
halve gebruikte benaming voor grootvader
en grootmoeder.
Gaarne zou ik de oorzaak vernemen
waarom er dikwijls zulk een afstand is
tusschen een dorp en zijn station, b.v. de Bildt,
Spesterberg, Driebergen. Is de oorzaak wel
licht verboden terrein" voor de Spoorweg-Mij.?
De gewone spoorwegen hebben hoofd
zakelijk ten doel het verkeer en het vervoer
tusschen de grootere plaatsen van bevolking,
van nijverheid en van verkeer. Men vordert
behalve voldoende veiligheid, zekerheid,
regelmatigheid en redelijken prijs voor de
te vervoeren voorwerpen, groote snel
heid; waarvan het gevolg is, voor zoover
het terrein en de kosten het toelaten, dat de
richting zooveel doenlijk recht, de stralender
noodige bogen zoo groot mogelijk en de
hellingen zoo klein mogelijk genomen wor
den. Aan de exploitatie van deze wegen zijn
groote kosten verbonden, waardoor het on
mogelijk is dat zij alle kleine plaatsen in het
gebied gelegen aandoen. De wegen zouden
daardoor te lang, het aanlegkapitaal te hoog,
het vervoer te langzaam en de exploitatie te
duur zijn, zoodat zij hun hoofddoel zouden
missen en niet kunnen bestaan. Al kunnen
dus deze spoorwegen niet in iedere plaats
zoodanige richting nemen als tot bediening
daarvan wenschelijk zou zijn, zoo wordt
toch veelal, door het doen stilhouden van
een deel der treinen in de nabijheid, gele
genheid gegeven om personen, vee of goe
deren op te nemen of af ie zeften.
weet te bewaren bij allerlei gemier en ge
zanik. Wij hebben ook onze zorgen zooals
sluipmoord, samenzwering, panem et
circenses. Maar ik vraag mij af, welke Romein
zou bfstand zijn tegen een familie-reisje
den Rijn op. Dat begint al bij het ontbijt,
het eerste maal waarbij men zich losbijt om
te ontnuchteren. Pa vindt het gezelliger te
wachten tot allen er bij zijn. Maar als hij
zoolang gewacht heeft tot de boter onder
de vliegen zit protesteeren eenige kinderen
tegen verder uitstel en als de andere komen
is er geen jam genoeg meer. Dit geeft zoo
veel stof tot gedachten-wisseling, dat het
fraaie uitzicht op de wijnbergen, op hetwelk
Pa meent te mogen wijzen vanwege het
kostelijke geld dat in de expeditie gaat
zitten, naar de pomp kan loopen.
Maar dit alles is nog niets vergeleken bij
den heibel die gemaakt wordt over het
doorbrengen van de ochtenduren. Het is
opmerkelijk dat men elkaar daarbij de oogen
niet uitkrabt. De een loopt te vlug, de ander
te langzaam. Dan moet plotseling de marsen
worden gestaakt, omdat er een dorst heeft
of pijn aan zijn voet. Een ieder heeft n.l.
op zoo'n reis likdoorns of iets dergelijks.
Den heelen dag is er verschil van inzicht,
van smaak, van plannen en met dat al kleeft
men wanhopig aan elkaar vast en wil niemand
loslaten, tenminste als men gezellig uit is.
Er is hier de beroemde fabel van Moos
kom van den bok af". Deze is niet van
Aesopus of van Lafontaine. De geschiedenis
draait om een gedroomd vehikel. De arme
Vloos wordt door Mozes Sr. bij de ooren
van den denkbeeldigen bok afgetrokken,
Schrijver dezes, een leek op militair gebied,
vindt die oude 15 cM. kort kanonnen, waar
van wij er een groot aantal hebben, op 't
oogenblik buiten de forten, met een groote
massa munitie nog zoo kwaad niet. Zoude er
nu in Nederland metz'n Technischen
Hoogeschool en knappe officieren niets op te vinden
zijn, dat die kostbare stukken getransformeerd
werden in snelvuur geschut? Mijns inziens is
het vraagstuk voor technici op te lossen, dat
het stuk niet terugspringt! Is daar iets op
te vinden dan hebben wij Krupp vooreerst
niet noodig.
Het is onmogelijk die oude vuurmonden
zoo te transformeeren, dat ze dienst kunnen
doen als snelvuurgeschut. Hier te lande kan
dat zeker niet en in het buitenland zouden
ze ons uitlachen, als we met zoo'n vraag
amkwamen. Die dingen zijn nu eenmaal
hopeloos verouderd.
Dat de inzender ze nog zoo kwaad niet
vindt, vindt waarschijnlijk zijn reden daarin,
dat hij nooit met snelvuur geschut zag
.schieten. Het verschil is evenwel zoo ge
weldig, dat een deskundige een zeer
veroordeelend vonnis over die oude
proppenschieters moet uitspreken (ook geen schilden
en kijker opzetten !!)
Er is eenvoudig geen snelvuur geschut
van te maken, al waren hier nog zooveel
knappe koppen.
ORDE VAN DE STER IN HET OOSTEN.
Over deze orde kunnen wij nog het vol
gende berichten :
In 1911 stichtte Mr. G. S Arundale,
toenmaals leeraar aan de Central Hindu College
te Benares, aldaar eene Orde, genaamd de
Orde van de Rijzende Zon, die ten doel
had allen die geloofden in de komst van
een Groot Leeraar tezamen te vereenigen,
om alle werk te doen dat bevorderlijk kon
zijn ter voorbereiding van die groote ge
beurtenis.
Deze Orde was slechts bedoeld voor Indië;
toen het bleek dat ook in Europa de ver
wachting in de komst van een Groot Wezen
levendig werd, raadde mevrouw Besant den
stichter aan er een wereld-beweging van
te maken, er den naam van Orde van de
Ster in het Oosfen aan te geven, en die
Orde open te stellen voor allen, zoowel
binnen als buiten de Theosophische
Vereeniging, die gelooven dat een Groot Leeraar
spoedig verschijnen zal om de wereld te
helpen. Zij werd beschermvrouwe, terwijl
mr. J. Krishnamoerti, een jonge Hindu, het
hoofd werd.
De Orde spreekt uitdrukkelijk van EEN
groot Leeraar, omdat ieder lid volkomen
vrijheid heeft, zich dien voor te stellen,
zooals hun denkwijze dat meebrengt. Zoo
kan de Christen uitzien naar de wederkomst
van den Christus, de Hindu naar de komst
van den Heer Maitreya, de Joden naar den
Messias enz. Evenmin wijst de Orde aan
wie de toekomstige drager van dat groote
Wezen op aarde zijn zal. Al mogen ver
scheidene leden der Orde denken dat het
aan het hoofd der Orde, Krishnamoeiti, ge
geven zal zijn zijn lichaam af te staan aan
den komenden Leeraar, er zijn er even
velen, die dit niet gelooven.
(Penteekeningcn van
Henri van de Velde).
't Aardig ooische schildersdorpje Laren,
dat door Anton Mauve is ontdekt,
werd bezocht, sedert een tiental jaren,
door het puik van Neerlands intellect;
professoren, dokters, spiritisten,
muzikanten, kunst'naars-van-net-Woord,
atheïsten, christen-anarchisten,
theo-, philosofen enzoovoort.
volgens de eene versie, omdat hij daarvan
af dood tegen den grond zou kunnen slaan,
volgens eene andere omdat er groote herrie
is daar er vele pretendenten voor den bok zijn.
Het is duidelijk welk een schandaal er
getrapt wordt als men overgaat tot een
heuschen rijtoer. De rijtoer is trouwens een
vermaak hetwelk geen Romein er zou af
brengen zonder stapelgek te worden. Men
kiest daarvoor den heetsten zomerdag en
het uur dat de zon het felst aan den hemel
staat. Men zit kant en klaar een half uur
van te voren en is vrij spoedig kribbig. Zoo
zeker als iets komt de bak - open geheeten,
hoewel de onderste helft geheel dicht is
een half uur te laat, als hij tenminste komt.
Want aangezien er bepaalde dagen en uren
zijn, dat de halve bevolking in eens allemaal
rijden wil en de stabularius er geen been
in ziet eenige malen meer bestellingen aan
te nemen, dan hij rijpaarden op stal heeft,
blijven vele vergeefs wachten. Wat in zoo
danig geval in den kring der wachtenden
zich afspeelt gaat de beschrijving te boven,
want een ieder draagt er de schuld van en
oom die ter kwader ure het pretje heeft aan
gehaald wordt als hoofdzondaar door
rolende oogen in den grond geboord. ,
Maar in een voorspoedig geval komen dan
och een of twee moeizame paarden voor
een zwarten kachelkleurigen wagen
aanslobberen. Nadat de menner met een zwarten
cylinder-hoed op, de geijkte dracht ook voor
Begrafenissen, over het te laat komen
beloorlijk is onderhouden, waarbij de mater
"amilias een viertal dochters die den
rampzaligen wagenbestuurder tegen den wagen
Laren is niet meer wat het geweest is,
't landlijk schoon vloog vrijwel naar de maan,
voor de aristocratie-des-geestes
trok het dorp een wereldsch pakje aan!
't Logementje op het mooie Brinkje
werd Hotel en kreeg een Directeur;
vroeg de kastelein voorheen: wat drink je ?
Thans staat er een Ober" aan de deur.
Waar de mestvaalt lag speelt Zunki Joska
met z'n strijkje ungarische muziek,
one-and twosteps, tango's, (soms ook Tosca)
voor een deftig en select publiek;
en de simple landelijke zeden
moesten wijken voor mondainiteit
't stille dorpje met zijn kuisch verleden
werd een centrum van frivoliteit.
's Avonds dansten er op een plankiertje
jongelieden uit den eersten stand,
onder 'n whisky-soda of 'n biertje
zaten de oude luidjes aan de kant
en met oogjes die vreemdsoortig glansden
zien de pa's en ma's 't bewond'rend aan
hoe hun dochters one- en twosteps dansten,
zelfs de tres moutarde" durfden slaan.
Hector Treub alleen vond het een schande,
noemde 't danskunst van 't laagst allooi,
En verkondigde rondweg den lande:
Laren is de Zeedijk in 't Gooi",
Zwijnerij is 't wat ze hier vertoonen,
dat verklaar ik als gynaekoloog,
't spijt me dat ik hier ben komen wonen !"
sprak professor met 'n traan in 't oog.
op uitvegen, toesnauwt dat zij heur mond
hebben te houden, maakt men zich gereed
het vehiculum te beklimmen. Ofschoon men
over de groepeering ampel beraadslaagd
heeft en een vast plan van schikking heeft
vastgenageld, komt er ineens een kink in
den k-abel omdat er aan het rijtuig geen
kattebak blijkt te zitten of iets anders anders is
dan men had gedacht of besteld. Ten slotte
met een tenaciteit waarvan wij in Rome
geen begrip hebben, komt men toch allen
te zitten dicht op elkaar en de paarden
worden in beweging geranseld.
In de fijnere families is het geen gebruik
in witte jakken gekleed te zijn of om de
stoffige beenen op de overbank uit te strek
ken ze tusschen de lichamen van de
overzittenden inwringend, noch dat men harmo
nica of ander jankend instrument meeneemt
of dat er een op den bok hangt op den
paardenmenner met een arm teeder om zijn
schouder geslagen. Maar overigens zijn rij
toeren in alle standen vrijwel gelijk van kleur
toon en lijn.
De paarden laten de koppen steeds lager
hangen en zaniken telkens met de pooten
tegen een of ander kiezelsteen, hetgeen de
inzittenden, vooral oudere dames, allengs
giftiger maakt.
Hoe anders is ons rijden met wagens
glanzend van goud en stralend van purper
over de Via Appia en den Palatijn.
Meer en meer een groote rol speelt hier
de auto.
Gisteren was ik op visite op een van de
Nieuwe Grachten die heel oud zijn. In de
familie was een auto gekomen; in Joodsche
En hij liet zijn diagnose drukken,
wees met klem op 't choreatisch kwaad,
kreeg een zwerm van ingezonden stukken
en een twijfelachtig resultaat,
want in plaats naar Hectors raad te luist're
en het oord van ontucht te ontylien,
hoorde men van alle kanten fluist'ren:
die Zeedijk in 't Gooi moeten we zien!"
En steeds vetter werd de poel der zonde,
't loopt nu 's avonds storm naar 't dansterrein,
Neerlands Dapp'ren draaien in den ronde,
schneidig" of het duitsche Leut'nants' zijn
en gehuwde Larensche mevrouwen
dansen steps en tango's tres poivré"
laten met zich sjouwen en zich douwen
op het altaar van Terpsichore. \ '
Ja, soms waagt er zich een venusdiertje
zoo'n rampzalig meisje-van-plezier
met een zusje op het dansplankiertje,
maar, godlof, dan komt de ex-herbergier,
de befaamde oud-kastelein van Laren,
thans actief-Apostel-van-de-Deugd,
rood van toorn, met sterk gezwollen aren
en verstoort der venuskind'ren vreugd.
Barsch jaagt hij haar uit den hof van Eden,
brult: Er uit! Ik wil hier fijn publiek!
en geen meissies van verdachte zeden,
hier danst enkel en alleen de sjiek!"
Moraal
Vrienden, laat u door dit liedje leeren :
waar dilettantisme domineert,
zijn de ras-nrtisten niet in eere,
vaklui worden daar altijd geweerd.
LABASKI
IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllMllllllllltllMMIIIllMu Illlllllllllllllll
Inhoud van Tijdschriften
La Revue de Hollende, No. 2, Aoüt '15:
Prof. J. J. Salverda de Grave, Influences
linguistiques. RenéBizer, L'Appel de la
Sirene; contes. Pierre de Sanson, Le
Mystère de Dieu ; poèmes. Baron A. R.
Falk, Journal inédit (1838?1839). Arthur
van Schendel, Le vagabond amoureux; roman
(Traduit du hollandais par Louis Piérard;
suite). Helene Swarth, Poèmes. - Jules
Destrëe, En Italië, avant la Guerre.
Chroniques et revue des revues Ch. du
Bousquet, P. Valkhoff, Fernand de Solpray,
Charles Herbiet, A. D. L. Mague, Pietro
Mariatti. Notes, faits et documents.
kringen spreekt men van ote. Er stonden
vette ronden koeken op tafel en er waren
veel menschen breed van beweging in de
lage kamer, die met kleine ruitjes uitziet op
een stil grachtje, waarin water uitgestreken
ligt glad en groen als de leeren taschjes die
de dames tegen de dijen dragen.
Men had weinig aandacht voor gesprek
en voor het terugtrekken de Russische legers.
Men had het telkens over de ote als over
een heilig dier. Waar was ie? Waar ging
ie van avond heen? En telkens gluurt mtn
van terzijde naar den onverschillig-doende
aan wien het goddelijk monster toebehoort.
Sommigen, die er ook wat van zeggen willen,
worden weggeëileboogd ais indringers, di
x.ich er willen indraaien ofschoon zij in de
verste verte niet in aanmerking komen. En
de uitgeslotenen als kinderen, die aan de
spelletjes der grooteren niet mogen meedoen,
zijn deemoedig tegenover de macht van hen
die dichter bij het ote-wonder staan.
Daar komt een van de kinderen binnen
vallen ! Een van de banden is stuk. De
bezitter blijft groot en tracht onbewogen te
zijn ofschoon de handen hem jeuken. Een
siddering vaart door de lage kamer, het is
alsof het heilig dier is gewond. Slechts de
uitgeslotenen meesmuilen.
Als ge hier tudes de moeurs wilt maken
of essais ten beste wilt geven, groepeer ze
dan om een dogcart, auto, phonograaf, die
in families zijn gekomen en waaromheen
het huiselijk leven op temperatuur komt, en
de menschen los raken in hun diepste ziels
bewegingen.
PETRONIUS