Historisch Archief 1877-1940
'DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
22 Aug. '15. No. 1991
militaire autoriteiten in Engeland en Frankrijk
de bezwaren van de onderneming niet .heb
ben onderschat, maar dat- de staatslieden
erop hebben aangedrongen, in het vertrouwen
dat weldra een of meer van de tot dusverre
onzijdig gebleven Balkan-Staten een handje
zouden helpen bij den oorlog tegen de Turken.
Voor alsnog hebben de Engelschen en
Franschen den strijd in .de Dardanellen met
eigen krachten moeten voeren; ook Italië
heeft hun daarbij nog geen hulp verleend;
het heeft zelfs nog altijd aan Turkije den
oorlog niet verklaard. In het halfjaar, dat
sedert den eersten aanval op de Dardanellen
is verloopen, hebben de geallieerden het
nog niet verder kunnen brengen, dan dat zij
vasten voet kregen op enkele punten van
het schiereiland van Gallipoli. Ook in de
allerlaatste weken, toen nieuwe troepen zijn
geland en een enkel nieuw steunpunt voor
een lateren opmarsch is bezet, bleef een
beslissend succes nog uit.
Sedert kwamen er berichten, dat 75.000
man Fransche troepen naar Chios enSamos
zouden zijn gevoerd, naar het heet met de
bestemming om aan de Westkust van
KleinAzie te landen en vandaar uit tegen den
Aziatischen oever van de Dardanellen op te
nikken. Maar gesteld al dat deze berichten
juist zijn, dan nog blijft het resultaat van
deze nieuwe poging onzeker.
Of de onderneming tegen de Dardanellen,
d.w.z. tegen Constantinopel, zal gelukken,
hangt hoofdzakelijk af van de houding der
Balkan-Staten. Door de
Entente-mogendheden is in de laatste weken een sterke druk
op Servië en Griekenland uitgeoefend om
hen over te halen, een stuk van Macedonië
en het achterland van Kavala aan Boelgarije
af te staan; verklaren zij zich daartoe be
reid, dan kan de vroegere Balkan-bond wor
den hersteld en Constantinopel ook van de
Thracische zijde worden bestookt. Zekerheid
omtrent den uitslag dier onderhandelingen
bestaat er nog niet; maar twee gebeurte
nissen in de Balkan-politiek zijn althans aan
de Entente ten goede gekomen.
In de eerste plaats de weigering van
Roemenië om den doorvoer van amunitie
en andere oorlogsbenoodigdheden door zijn
gebied toe te laten. Naar het schijnt heeft
Turkije in een vroeger stadium van den
oorlog allerlei oorlogsmateriaal
uitDuitschland en Oostenrijk toegevoerd gekregen
over Roemenie en Bulgarije; Roemenië be
let dit thans echter en brengt daardoor de
Turken aan de Dardanellen in gevaar.
Een tweede lichtpunt voor de Entente is,
wat er in Griekenland gebeurt. Bij de laatste
Kamerverkiezingen hebben de aanhangers
van Wenizelos daar de meerderheid behaald.
Des ondanks is het Kabinet-Goenaris aan
gebleven, ook al omdat het, naar het heette,
niet geraden scheen ingrijpende verande
ringen in de staatkunde te brengen tijdens
de ziekte van den Koning. Maar Koning
Konstantijn is nu hersteld, of althans her
stellende; de Kamer heeft een aanhanger
van WenizelQS tot haar voorzitter gekozen;
het Kabinet-Goenaris heeft zijn ontslag aan
geboden; Wenizelos is met de vorming van
een nieuw ministerie belast.
Weldra zal nu blijken, of Wenizelos nog
dezelfde buitenlandsche staatkunde wenscht
te volgen, als hij vór zijn aftreden als
minister deed, toen hij nl. aan den Koning
voorstelde, dat Griekenland zich bij de En
tente zou aansluiten. De omstandigheden
zijn sedert veranderd; destijds hadden de
Russen zoo goed als geheel Gallicië bezet
en maakten zij zich gereed tot een inval in
Hongarije; destijds was ook nog niet gebleken,
dat de Turken zulk een geduchten weerstand
zouden bieden aan een poging om de Dar
danellen te forceeren; destijds had Italië nog
niet den oorlog verklaard aan Oostenrijk en
behoefde Griekenland nog niet te vreezen,
dat het, door partij te kiezen voor de Entente,
mede zou werken tot vergrooting van de
macht van zijn geduchtsten mededinger in
de Levant, nl. van Italië.
De mogelijkheid is dus niet uitgesloten,
dat Wenizelos thans eenigszins anders oor
deelt over Griekenland's belang bij de zaak
der Entente, dan hij toen deed Maar waar
schijnlijk is dit niet. Vermoedelijk is hij ook
thans nog van meening, dat Griekenland
moet mee helpen bij de slooping van de
Turksche macht; daarmede is echter niet
gezegd, dat hij bereid zal zijn den afstand
van gebied in te willigen, die door de En
tente wordt gewenscht om ook Boelgarije
aan haar snoer te krijgen.
Een Balkan-bond, die Griekenland, Boel
garije, Roemenië, Servië en ook Monte
negro, maar daarop zou het wachten niet
zijn! vereenigd tegenover Turkije en zijne
bondgenooten zou stellen, blijft het groote
doel, waarop de politiek der Entente aan
stuurt. Het is er nog verre van af, dat dit
doel bereikt zou zijn; iets nader schijnt men
er toch toe te zijn gekomen; hoeveel? dat
zal mede afhangen van den loop der ge
beurtenissen, die in Griekenland zelf in de
eerstvolgende weken zijn te wachten.
18 Aug. 1915
G. W. KERNKAMP
)iMioiiiiiiiiiMiiiwiiiiaii«»ii»ii»ii«i«»i»«iii»?«
MARIE-LA-VIERGE
DOOR
TOMMY THOMSON
Ik keek naar 'm, omdat twee Fransche
weelde vrouwtjes, die zaten aan een tafeltje
naast het mijne, hoorbaar-fluisterend over
'm spraken...!
II n'est pas beau."
Oh non, du tout, Ie visage ravage...
Seulement il a l'air bon."
Oui, les femmes doivent l'aimer..."
Toen keek ik naar 'm, met wat afgunstige
nieuwsgierigheid misschien en ik herkende
'm dadelijk, hoewel ie veel verouderd was,
Henry Vermeiren, vroeger op de H.B.S. mijn
klassegénoot, nu een bekende Fransche
romancier, wiens Hollandsche naam mij
altijd wat vreemd aandeed op den gelen
omslag der bekende fransche rpmansa 3 f r. 50.
Hij zat alleen aan een tafeltje, ,zijn elboog
rustte op het marmeren blad en zijn kin
steunend op zijn hand, staarde ie
droomverloren naar buiten.
Ik stond op, werkte mij tusschen de
stoelen door naar zijn tafeltje en hij, voelend
dat er iemand naderde, wendde langzaam
Een blik in de Toekomst van
den Stillen Oceaan
Het laat zich begrijpen dat in de tegen
woordige tijdsomstandigheden, nu vele lan
den bezocht worden door de verschrikkingen
en ellende van een ontzettenden krijg, de
aandacht van het groote publiek meermalen
wordt afgeleid van andere gebeurtenissen,
die echter op den duur ook grooten invloed
kunnen oefenen op de onderlinge verhouding
der volken. Zoo valt zeker niet te loochenen,
dat geenszins de mogelijkheid is uitgesloten,
dat de in onze dagen tot stand gekomen
doorgraving van de landengte van Panama,
wellicht reeds .in een niet ver verschiet,
voor verschillende landen, zoowel in oude
als nieuwe wereld, beslissende gevolgen
met zich zal brengen. Destijds op deze door
graving doelende, heeft Roosevelt verklaard:
Van nu af zal in de Geschiedenis der Vol
ken het tijdperk van den Stillen Oceaan zijn
aangebroken. De heerschappij over deze
wereldzee moet echter aan de Vereenigde
Staten toebehooren en als werktuig tot het
bereiken van dit doel moet hun het Panama
kanaal dienen."
Deze voorstelling is zeker niet vrij van
overdrijving, want het is geenszins waar,
dat het Atlantische Oceaangebied, welks
overwicht op de kuituur-historische ontwik
keling der menschheid, sedert de ontdekking
van Amerika, op hechte grondslagen rust,
in afzienbaren tijd uit zijn domineerende
stelling in het wereldrijk, en daardoor in de
wereld-politiek, zal worden verdrongen alleen
door de omstandigheid, dat de Panama-sluizen
zich openen, waardoor de oeverstaten van
den Stillen Oceaan nader gebracht worden
tot de hedeadaagsche centra van het
wereldverkeer. Doch in zooverre is deze profetie
juist, dat in de wereldkonjunktuur in zekere
mate een verplaatsing van stilstaande en be
wegende krachten te verwachten is, het best
te vergelijken met het zich storten eener
belangrijke zijrivier in de bedding van een
reuzenstroom, waardoor verschillende
faktoren: richting, drijfkracht,
scheepvaartverhoudingen e. a. inderdaad gewijzigd worden,
zoodat nieuwe voorzorgsmaatregelen nood
zakelijk blijken tot bescherming van oevers,
waterkeeringen en bedijkingen.
Het eigenaardige der op handen zijnde
krisis is gelegen in de omstandigheid, dat
men hare gevaren algemeen voorziet en
niettemin omtrent haar wezen nog steeds
in het duister tast. De revoluties in China,
de hevige botsingen tusschen Japan en het
Rijk van het Midden, de pogingen der Ver
eenigde Staten om geheel Centraal-Amerika
onder controle van het Monroeïsme te stel
len, het duistere der Mexikaansche kwestie,
de voortdurende woelingen op de Filippijnen
en niet het minst de aanhoudende verborgen
oneenigheden tusschen New-York en Tokio,
zij alle zijn gistingen die op den duur tot
hoogst ernstige verwikkelingen kunnen
leiden.
Intusschen mag niet over het hoofd worden
gezien dat tegenover de hier genoemde ver
schijnselen assimileerende krachten staan, die
althans theoretisch beschouwd ruim
schoots voldoende zijn om aan den bestaan
den gespannen toestand langs vredelievenden
weg een einde te maken. Tusschen Europa en
de Nieuwe Wereld heeft het, sedert laatst
genoemde economisch en staatkundig steeds
machtiger werd, nimmer aan sterke tegen
stellingen ontbroken. Niettemin zijn oorlogs
handelingen ten allen tijde in een ver ver
schiet gebleven, alleen door de omstandig
heid, dat juist de toenemende verkeers- en
economisch staatkundige afhankelijkheid als
verzoenend element op krachtdadige wijze
haar invloed deed gelden 1). Waarom zal
ditzelfde verschijnsel zich niet voordoen in
de machtsfeer van den Stillen Oceaan, te
meer nu gindsche rijken aan den vooravond
staan van een groptsche bezieling, verme
nigvuldiging en uitbreiding hunner han
delsbetrekkingen ?
De zooals 't heet onoverwinbare
vijandschap tusschen de volken van blank
en geel ras kan evenmin reden wezen,
dat hier steeds oorlogsgevaar moet wor
den geducht. In zijn voortreffelijk werk
Dai Nihon" 2) beschrijft K. Haushofer
het Japannerdom uitdrukkelijk als een
Zuidzeevolk" en verklaart hieromtrent o. m.:
lautredende Zeugnisse dieser seiner Art
seien ebens_owohl die Volksgewohnheiten
sich zu kleiden, zu wqhnen und sich zu
erwarmen.wie seine
ArbeitsweiseundLebensintensitat in ihrer Abhangigkeit von
Witterungs- und Temperaturschwankungen.
Tatsachlich ist ja gerade die Jamato-Herrenrasse,
die der Trager des Kriegsruhms und der
soldatischen Kraft Japans ist, von der s
dlichen Kiuchu-insel hereingewandert und hat
1) Betrachtungen ber Gross Japans
Wehrkraft, Weltstellung und Zukunft.
Berlin 1913.
2) Dit blijkt ook dezer dagen in den
tegenwoordigen oorlog op duidelijke wijze.
zijn gelaat naar mij toe, keek mij aan met
afwezigen blik, zijn gedachten nog vastge
houden door zijn mijmering. Maar plots
sloop 'een uitdrukking van herkennen in zijn
oogen en een glimlach gleed over zijn ge
laat. Hij rukte overeind, greep mijn hand,
klopte op mijn schouder en luidruchtig en
druk gebarend zei ie:
Torn, Jezus kerel, jij hier. Dat doet me
genoegen, ja heusch, ik vind het heerlijk
dat we elkaar weer eens ontmoeten na
zoo'n tijd."
Ik ook, Henry."
Ja maar toch niet zoo als ik. Dat kun
je niet begrijpen. Ik heb al zoo lang geen
Hollander gesproken zie je en dan plotseling
zoo'n oude vriend, waarmee je jarenlang
omgegaan hebt."
Ik knikte.
En ben je hier nu weer zoo'n beetje aan
het grasduinen?"
Ja, ik kreeg wat heimwee hè? Vreemd,
ik, die daar nooit last van heb ... misschien
komt het door den oorlog. Als de vol
keren zoo vijandig tegenover elkaar staan,
voel je altijd intenser je eigen nationaliteit,
verlang je weer naar je vaderland. Maar
morgen ga ik weer terug. Naar Parijs...
over Engeland."
. Alweer verzadigd?"
Dat niet... maar zie je, ik voel me hier
vreemd, dëpayséhein... Ik weet wel, het ligt
aan mij, ik ben heelemaal verfranscht... En
dan heb ik me hier weer eens geërgerd, ont
zettend geërgerd, hier in den Haag. Zie je,
ik kwam hier, plein d'lndulgence hè. Voor
sich von dort aus allmahlich gebieterisch
ber Shikoku und ganz Hondo bis nach
Yesso hin ausgebreitet."
De bevolking van Groot-Japan heeft inder
daad nooit bewezen, geschikt te zijn voor
het ruwe levensbestaan in het Oost-Aziati
sche Noorden. Een duidelijk bewijs hiervoor
leveren de uitgestrekte braakliggende ter
reinen in het Noorden van Honshui en op
Hokaido, alsmede het voprtdringen der Ja
panners in het Mandschurijsch-Mongoolsche
strijdgebied, waar zij alleen als handelaars
en kooplieden succes hebben, doch als
landbouwers overal door de Chineezen in
de schaduw worden gesteld.
Het front langs de Koreaansche grens en
de Liau-ho heeft dan ook ongetwijfeld meer
het karakter van een vooruitgeschoven be
veiligende stelling in den rug dan van een
aanvalslinie. Het vermoeden, dat ten slotte
het voorwaartsrukken van het eilandenyolk
op het vasteland even kortstondig zal blijken
als indertijd het optreden der Britten in
Noord-Frankrijk, is dan ook zeer goed aan
te nemen.
Japan's imperialisme wordt gedreven in
Zuidelijke richting; over de Riu-Kiu-eilanden
heeft het Mikadorijk zich reeds van Formosa
bemachtigd, van waaruit de sprong naar de
Filippijnen moet worden gewaagd, welke
archipel den toegang vormt tot het eigen
lijke, ruime worstelperk: de uitgestrekte
Maleische eilandenwereld.
'*?
Een en ander zal intusschen een drievou
dig ernstig conflikt met Westersche mogend
heden in 't leven roepen: Ie. met Nederland,
dat in de Sunda-eilanden de laatste kost
bare overblijfselen zijner koloniale macht
beschermt, 2e. met Engeland, dat beproeft
vanuit Achter Indië over Malakka een brug
te slaan naar Australië en 3e. met de Ver
eenigde Staten, die de Filippijnen beschou
wen als het hechte en onvervreemdbaar
bolwerk hunner machtsontwikkeling in
Oost-Azië.
Nederland en Engeland buiten beschou
wing latende, is een blik op de kaart vol
doende om te begrijpen, dat het bezit der
Filippijnen van buitengewoon strategische
beteekenis is. In het Zuiden den
SundaArchipel, in het Noorden het Chineesche
Vasteland en verder de smalle belangrijke
doorgangen van de Balabakstraat en het
Bashikanaal flankeerende, heeft men hen
terecht het Engeland van het Verre Oosten"
genoemd. Toen Amerika de hand op den
archipel legde, deed het een zeer stouten
doch tevens hoogst gevaarlijken schaakzet.
Want hoewel niet te loochenen valt, dat op
kultureel-technisch gebied Uncle Sam bui
tengewone vorderingen op de Filippijnen
heeft gemaakt, is 't hem in de verste verte
nog niet gelukt de harten der Filipino's voor
zich te winnen. Hetzelfde is het geval op
Hawaii. Dit eiland vormt met Midway en
Guam, het voornaamste tusschenstation op
den uitgestrekten waterweg, die San
Francisco van Manila scheidt. Te Washington
heeft men dan ook niet opgezien tegen de
kosten om Pearl Harbour te maken tot een
oorlogshaven van den eersten rang, wier
dokken en werven voldoende zijn voor de
geheele slagvloot van den Stillen Oceaan.
Doch onder de bescherming van het ge
schut van dit Gibraltar van den Stillen
Oceaan" leeft een bevolking, die voor
een derde gedeelte bestaat uit Japansche
landverhuizers, grootendeels reservisten en
landweerplichtingen uit het leger van den
Mikado, terwijl de vertegenwoordigers van
het overheerschende Amerikaansche volk
verreweg in de minderheid zijn.
# *
«
Opnieuw baart het Panama-Kanaal dezelfde
ernstige bezorgdheid te Washington. Het is
een grootsch doch hoogst gevoelig werk;
een boosaardige aanslag van enkelen kan in
oorlogstijd de vaargeul gemakkelijk onbruik
baar maken. Wat baten alle versterkingen,
indien Mexico de Japansche zendelingen, die
van daaruit zoowel de Rio Grande grens als
geheel Centraal Amerika overstromen, niet
alleen bereidwillig doch zelfs jubelend ont
vangt ?
Uit dit oogpunt het Amerikaansch-Japansch
antagonisme beschouwende, lijkt een min
nelijke schikking tusschen beide tegenstan
ders vrijwel uitgesloten. De uitdrukking: de
Wereld biedt ruimte aan allen, is zelfs hier,
in de oneindige uitgestrektheid van den
Stillen Oceaan, niet bij machte een verzoe
ning tot stand te brengen.
Eenigen tijd geleden gaf het Army and
Navy Journal" duidelijk te kennen, dat de
tocht van de Noord-Amerikaansche Atlan
tische Vloot naar de Middellandsche Zee
het meest doorslaand bewijs was dat de
Vereenigde Staten, dank zij bijzondere
geografische ligging en onuitputtelijke hulp
bronnen, tegenover vijandelijke ondernemin
gen in veel gunstiger toestand verkeeren dan
eenige andere mogendheid en in staat zijn
Mun geheele slagvloot uit te zenden voor een
diplomatieken kruistocht op een afstand van
3000 mijlen van haar steunpunten.
Holland, voor mijn landgenoten en ik was
gpddome nog geen tien passen het station
uit of wat zie ik. Een schreeuwende reclame
voor een kermis in den dierentuin... Een
kermis! Dat heeft me onaangenaam getroffen,
dat heeft me pijn gedaan. Ik heb daar veel
bekenden, ginds aan het front. God weet
hoeveel er nu al gevallen zijn. En dan al
die anderen, dagelijks worden er duizenden
weggemaaid... en op dit oogenblik nu ik
hier zoo rustig met jou zit, hoevelen zullen
er nu niet hun laatsten strijd strijden,
hoevelen zullen er nu niet met hun laatsten
adem den naam uithijgen van hun moeder,
hun vrouw, hun kind. En hier in deze
vunzige, wufte stad zullen ze kermis vieren,
zullen ze hossen, joelen, gichelen, dansen
bij een drenzigen orgeldeun, bij een oude
afgezaagde mop. Zie je, dat heeft me pijnlijk
getroffen, dat vind ik een grove uiting van
ongevoeligheid. Daar moest in dezen tijd
niet aan gedacht worden. En daarom wil
ik weg, moeten andere beelden en indruk
ken op mij inwerken om die ergernis te
verdrijven omdat anders de kleinste kleinig
heid mij hinderen zou.
Hij had zich opgewonden onder het spre
ken, het bloed was naar zijn wangen
gestegen.zijn oogen lichtten met eendiep-donkeren
glans en zijn visage ravage" kreeg daardoor
een bijzondere aantrekkelijkheid.
Onwillekeurig dacht ik aan de woorden
van het fransche vrouwtje: Les femmes
doivent l'aimer."
En plots rees de vraag in me: Zou hij
wel eens een vrouw liefgehad hebben ?"
Deze bewegelijkheid der zeestrijdkrach
ten verschaft voorzeker aan de Unie
buittengewone voordeeleh en schijnt haar de
heerschappij over de wateren van den
Stillen Oceaan te verzekeren na de vol
tooiing van het Panamakanaal, daar in 1915
Noord-Amerika de beschikking zal hebben
over 35 linieschepen (13 dreadnoughts) en 14
gepantserde kruisers, waar tegenover Japan
slechts 29 gelijkwaardige oorlogsbodems
stellen kan. Men vergete echter niet dat
het Rijk de tienduizend Eilanden" de be
schikking heeft over andere middelen. Daar
in oorlogstijd de Vereenigde Staten vooraf de
6000 zeemijlen verwijderde Filippijnen moe
ten dekken, bezit Japan, strategisch uitge
drukt, alle voordeelen der binnenlinie, waar
door het in de gelegenheid is te land zijn
militaire overmacht op krachtdadige wijze
tot ontwikkeling te brengen. Bovendien heeft
het Mikado-rijk andere krachtige wapenen
van zuivere volkssocialen aard. Hieromtrent
verklaarde de Deutsche Japan-Post" terecht:
Obwohl in der Regel ein aufstrebender
Industriestaat es gar nicht gern sieht, wenn
ein starkes Abströmen und Naturalisieren
seiner Bevölkerung in anderen Landern
stattfindet, so besteht tatsachlich in Japan das
Gegentheil. Abgesehen davon, dasz der
japanische Auswanderer in der Lage ist,
viel zu sparen und heim zu schicken und
meist auch den lebhaften Drang hat, nach
dem Erwerb eines gewissen Vermogens
wieder in die Heimat zurück zu' kehren...
so ist die Anerkennung der Berechtigung
zum Einwandern und zur Naturalisation
von Japanern in amerikanisches Gebiet für
die japanische Nation so etwas wie eine
nationale Ehrensache geworden."
Inderdaad staat men hier voor een zeer
eigenaardig natuurverschijnsel. Zelfs in
Italië heeft men zeer spoedig de sterke
afvloeiing der bevolking als een nationale,
militaire en staatkundige verzwakking be
schouwd, ja als een gevaar en tengevolge
hiervan voor een groot deel besloten tot
de expeditie naar Tripoli om zoodoende
den emigranten een koloniaal vaderland te
scheppen.
In Japan echter stelt men zich op een
tegenovergesteld standpunt. De emigratie
wordt aldaar beschouwd als middel tot na
tionale machtsontwikkeling, tot het verkrij
gen van belangrijke strategische posities
en het financieel uitbuiten van vreemde ge
bieden. Aangezien deze landverhuizing, over
eenkomstig het Zuidzeekarakter van het
Japannerdom, noodzakelijkerwijs haar rich
ting neemt naar het Centrum der
NoordAmerikaansche aanvalslinie aan den kant
van den Stillen Oceaan, zullen zoodoende
beide volken, ofschoon tusschen hen geen
onverzoenlijke tegenstellingen bestaan van
zuiver staatkundigen of economischen aard,
als 't ware door een demonische kracht on
verbiddelijk tegen elkander in 't harnas wor
den gejaagd.
Is 't eenmaal zoover gekomen, dan fzal
Europa geen rustig toeschouwer kunnen
blijven, omdat juist in het Maleisch strijd
perk de hoogste belangen van zijn grootste
zee- en handelsmogendheden op het spel
staan en een eventueele zege van Japan op
Amerika den genadeslag zou toebrengen aan
het prestige en het gezag der Oude Wereld
in Oostelijk- en Centraal Azië.
*
Tengevolge van Japan's optreden tegen
over China is plotseling de strijd om de
heerschappij in den Stillen Oceaan, tusschen
Japan en Amerika, opnieuw op den voor
grond getreden.
Toen Japan Engeland's aanbod aannam
om deel te nemen aan den tegenwoordigen
wereldoorlog, teneinde Duitschland's be
langen in Azië schade te berokkenen, was
het Rijk van den Mikado zich reeds volkomen
bewust, dat nu het tijdstip was aangebroken
Japan's opperheerschappij in Azië en in den
Stillen Oceaan voor goed te vestigen.
Rusland, Engeland, Frankrijk en
Duitschland worden door den wereldbrand heden
ten dage in alle Aziatische kwesties uitge
schakeld en kunnen Japan bij de verwezen
lijking zijner voornemens geen moeilijkheden
in den weg leggen. Derhalve blijft als eenige
machtsfaktor, met wie Japan rekening dient
te houden, de Unie over. De strijdkrachten
der Vereenigde Staten, zoowel te land als
te water, zijn intusschen geenszins in staat,
om op verren afstand van den vaderlandschen
bodem, den strijd op te nemen tegen leger
en vloot van Japan.
Japan's strijdkrachten en die der Vereenigde
Staten zijn de volgende: Tegenwoordig heeft
het Mikado-rijk tezamen zeven lichtingen
onder de wapenen; totaal circa850000man.
De vredessterkte van het Japansche leger
bedraagt + 280000 man, zoodat ongeveer een
leger van 1.1 millioen^ldaten ter beschikking
staat van het Japan=ch legerbestuur.
De militaire strijdkrachten der Vereenigde
Staten zijn zeer gering. De oorlogssterkte
van het staande leger bedraagt niet meer
dan ongeveer 100000, die der militie circa
150000 man. Wel is waar hoopt men in
Ik had hem nog nooit met een vrouw
gezien en anderen die hem meer ontmoet
ten, beweerden zelfs dat hij nooit in vrou
wengezelschap kwam. Ik besloot hem eens
te polsen. En daarom begon ik met een
omweg.
Zeg Henry, waarom trouw jij toch niet?"
Hij keek me verbaasd aan.
Hé? Neen maar Torn, hoe kom je daar
in godsnaam in eens bij ?"
Toen vertelde ik hem vertrouwelijk wat de
twee fransche vrouwtjes hoorbaar gefluisterd
hadden over zijn aantrekkelijkheid voor
vrouwen.
Hij glimlachte cynisch, wierp even een
onverschilligen blik op de twee frangaises,
zei toen:
Ik zou alleen willen trouwen met een
vrouw die ik oneindig liefhad en... dat is
geweest."
Hij was bleek...
Een bittere trek groefde zich om zijn mond.
Neem me niet kwalijk, Herry..."
Hij schudde langzaam zijn hoofd en glim
lachte.
Jou wil ik dat wel eens vertellen, misschien
doet het me goed. Ik draag het al zoo lang
met me om, dat beroerde, vernederende
gevoel, gehandeld te hebben als een dood
gewone béte bourgeois."
Kom, je overdrijft."
Neen, waarachtig niet. Je moet dan weten,
ik ga elk jaar een paar maanden naar
Trcuville. Ik weet nooit vooruit wanneer ik
ga. Dat komt zoo ineens over me, een ver
langen om midden in dat wereldsche gedoe
geval van nood een sterk leger vrijwilligers
te kunnen vormen, doch de resultaten hier
van dient men nog af te wachten. Aan den
anderen kant valt er niet aan te twijfelen
dat, tengevolge van het groote gebrek aan
officiers- en onderofficierskader in de Ver
eenigde Staten, de oefening van een derge
lijke ad hoc in 't leven geroepen strijdmacht,
zeer veel te wenschen zal overlaten, en
derhalve niet beschouwd kan worden als
een gelijkwaardig tegenstander van Japan.
Ter zee beschikt de Unie over 10
dreadnougts, 13 moderne en 6 andere linieschepen,
14 gepantserde kruisers, 11 gewone kruisers,
circa 60 torpedovernielers en 44 onderzeeërs.
De Japansche vloot telt 8 dreadnoughts,
4 slagkruisers, 4 zeer sterke gepantserde
kruisers, 9 oudere linieschepen, 52 torpedo
vernielers, 16 torpedobopten en circa 20
onderzeeërs. Wat de artilleristische bewa
pening der vloot betreft zijn de Amerikanen,
dank zij hun geheel modern materiaal,
eenigszins in de meerderheid. Daarentegen
zijn de Japanners door hunne 4 slagkruisers
wederom in het voordeel. Verder is 't van
veel gewicht dat bij een eventueel
Amerikaansch ingrijpen in Azië, alleen Japan in
de gelegenheid is gebruik te maken van alle
beschikbare onderzeeërs.
De einde 1914 officieel gedane mededeeling
van den opperbevelhebber der Amerikaan
sche vloot, dat de bemanning der vloot een
tekort had van 18000 man, tengevolge waar
van 12 slagschepen, 15 kruisers, 22
torpedobooten en 5 onderzeebooten niet in dienst
gesteld konden worden, werpt een eigen
aardig licht op de slagvaardigheid der Ame
rikaansche marine. Met de Amerikaansche
landmacht is 't niet beter gesteld.
Met 't oog op dezen alles behalve
rooskleurigen toestand heeft daarom de Ameri
kaansche Regeering er de voorkeur aan
gegeven niet te scherp tegenover Japan op
te treden, doch zich voorloppig te bepalen
tot protesten op papier. Tegelijkertijd wendde
zij zich tot het Kabinet te Londen, teneinde
Engeland er toe te nopen Japan een tot
«?hiertoe en niet verder" toe te roepen.
Ten slotte leidde een en ander er toe dat
men tegenwoordig in Amerika pogingen in
't werk stelt, om een, althans nummeriek,
sterke legerreserve in 't leven te roepen.
Generaal Leonard Wood, ex-president Roose
velt, dr. J. E. Hausmann en kapitein Gordon
Johnston, hebben een beroep gedaan op alle
Amerikaansche burgers van 18 tot 55 jaren
om hierbij dienst te nemen, terwijl de
Amerikaansche bondsregeering alsmede de
gouvernementen der verschillende Staten
zich verplicht hebben zorg te dragen voor de
uitrusting en bewapening dezer legermacht.
F. H. VAN DER K'OP
Wederom uit voorraad leverbaar
de verschillende typen
ADL.E ft-Automobielen.
Prima materialen,zuivere af werking en zeer
nauwkeurig monteeren maakt de
Adlerauto tot een der meest gewilde merken.
GARAGE NEFKENS,
Jacob Obrechtstr. 26, Amsterd.
Minimum mum
Mr. W. S. J. van Waterschopt_van
der Gracht
Gaarne geef ik gevolg aan het verzoek
der Redactie om een bijschrift nevens de
beeltenis van dezen zeventigjarige.
Geboren in 1845 te Beverwijk, werd hij
te zijn; ik pak mijn bullen bij elkaar, het
hoogst noodige en dan verlaat ik mijn Ville
de Chaumes", mijn heerlijk, zonnig fransch
provinciestadje en ik trek naar het wereldsche
Trouvüle, met zijn luxe, zijn vermaken, zijn
mooie vrouwen. Ik neem altijd mijn intrek
in hetzelfde hotel, ze kennen me er allemaal,
ik word er bediend als een prins en dan
speel ik zoo'n maand of twee mijn rol in
die reusachtige kermis der ijdelheid, 's Mor
gens vroeg op, een vlug ontbijt, een heerlijk
zeebad en dan op het strand je bruin laten
branden door de zon. Je leest wat, de laatste
roman van een modernen schrijver, je kijkt
toegeeflijk glimlachend naar het wilde spel
der kinderen, knoopt een onschuldig
flirtpartijtje aan met een ondeugend fransch
vrouwtje, 's Middags, deftig in jaco,uet,
flaneer je wat op de boulevards, rook je op
je gemak een sigaar in een der vele cafë's
bij de gevoelvolle muziek van een
tziganenstrijkje en last not least 's avonds naar een
concert of een theater. Dat gaat zoo dag in
dag uit en een paar jaar had ik dat al zoo ge
daan, tot ik verleden zomer haar" ontmoette."
Hij zweeg even, keek naar buiten met een
afwezigen blik, streek met zijn hand over
zijn oogen, sprak toen :
Ik had haar al een paar maal ontmoet, op
het strand, op de boulevards, een slanke,
lenige verschijning, altijd onberispelijk, naar
de laatste mode gekleed. En dan haar gelaat.
Ik heb zelden zoo iets aanschouwd. Zoo
mat-blank, met zoo'n innig-zachte uitdrukking
in haar blauwgrijze oogen, zoo'n weemoe
digen glimlach om haar zacht-roode lippen.