Historisch Archief 1877-1940
, «>,,
*3B"
No, 1991
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
op den, 21 October 1868 aan de Hoogeschool
te Leiden bevorderd tot Doctor in het
Romeinsch en Hedendaagsch Recht, na ver
dediging van een proefschrift: Over den
aard en het wezen der erfdienstbaarheden."
. Dit proefschrift trok reeds zér de aan
dacht; als de schrijver, na de- behandeling
van zijn onderwerp zich daarin ten slotte
tot taak stelt de erfdienstbaarheid te
definieeren', maar anders dan de wet: als recht"
en niet: als last", slaagt hij daarin dermate,
dat Opzoomer, onze geniale jurist van de
vorige eeuw, die definitie overneemt.
Na zijne promotie vestigde Mr. van
Waterschoot van der Gracht zich als advocaat te
Amsterdam; in 1870 werd hij door het
toen-malige Hof van Noordholland bevorderd tot
Candidaat-Notaris en reeds bij Koninklijk
Besluit van 2 Januari 1875 volgde zijne be
noeming tot Notaris te Amsterdam.
Groot vertrouwen en eene uitgebreide
hotarieele practijk worden nu in de hoofd
stad zijn deel; verschillende eerebetrekkingen
van politieken, van wetenschappelijken en
van philantropischen aard staan voor hem
open en de lidmaatschappen van den Raad
van Amsterdam, van de Staten van Noord
holland en van de Eerste Kamer der Staten
Generaal openen Mr. van Waterschoot de
gelegenheid om ten algemeenen nutte werk
zaam te zijn.
: De heer van Waterschoot behoort niet
, tot de veelpraters; doch onmiskenbaar heeft
hij het talent, voor den notaris een niet
genoeg te waardeeïen eigenschap, om met
zijn bedachtzaam en beschaafd woord op
het. juiste oogenblik tactvol te kunnen in
grijpen.
Dit laatste bleek mij herhaaldelijk in het
Hoofdbestuur van de Broederschap der
Notarissen in Nederland, waarvan hij een
tiental jaren een verdienstelijk lid was en
ook werd die eigenschap ten duidelijkste
bewezen door zijn kalmeerend optreden in
de ernstige raadszitting, op den 4 Februari
1903 ter gelegenheid van de dreigende sta
king der gemeentewerklleden gehouden;
zijn uitspraak van vertrouwen in de
Amsterdamsche werklieden deed destijds weldadig
aan en heeft ongetwijfeld nut gesticht.
Getrouw zoon zijner Kerke, die hij met
heiligen eerbied dient, erkend voornaam lid
der Catholieke partij, bekleedt hij aan het
Pauselijke Hof de hooge waardigheid van
Geheim Kamerheer.
Den nestor der Amsterdamsche notarissen,
die in 's iands vergaderzaal herhaaldelijk
heeft getoond hoe het notariaat hem ter
harte gaat en stellig ook uit dien hoofde
heeft aanvaard het voorzitterschap der Staats
commissie van 1906 tot herziening van Re
gistratie enz., wier taak te uitvoerig is om
hier te vermelden, zij het gegeven nog lang
zijne gaven van hoofd en hart in dienst te
stellen van de velen, d-e daardoor worden
gebaat.
CHS. MISEROY
nmiiiiimniiiimiiiiiiiimimmii iiiiiiiiwiiiiiiiimiiiiiiiimtmiiiiniiii
MEK
Stratenstof
Toe.n een kleine twintig jaar geleden te
Amsterdam de bijeenkomst van een Ned.
Natuur en Geneeskundig Congres onder de
leiding van Van 't Hoff aanstaande was,
kreeg ik bezoek van een bejaarden philoloog,
dje mij vroeg of ik eens op dit Congres de
nadeelen van het Amsterdamsche stratenstof
ter sprake, zou willen brengen. Hij woonde
p een stofhoek" en had van het stof, dat
war opwoei aan zijn gevoelige oogleden
veel last. Bovendien zag hij in, dat het stof
Ingeademd, voor de ademhalingsorganen ook
nadeelig moest zijn. Om beide redenen
achtte hij dus zijn wensch gemotiveerd. Ik
antwoordde mijn ouden collega, dat het
programma der bijeenkomsten sinds lang
opgemaakt en gedrukt was, dat men op
zulk een bijeenkomst niet voor den dag kon
komen zonder eigen proef- en waarnemingen
en dat ik mij bovendien daarop zoo kort dag
niet kon voorbereiden. Ik stemde echter
gaarne toe, dat het opgegeven onderwerp
er een van belang was. Sedert zijn de oor
zaken van stof-vorming en stöf-opwerping
belangrijk vermeerderd en is het nog veel
duidelijker dan destijds, dat de stof plaag een
oplossing vraagt. De auto's, die in zoo
groot aantal onze wegen en straten door
kruisen, hebben aan het zoeken gezet naar
middelen tot stofwering, doch de voorge
stelde middelen worden voor algemeene
toepassing nog te duur geacht.
De toen gegeven belofte om het onder
werp ter sprake te brengen heb ik niet
geheel onvervuld gelaten, daar ik herhaal
delijk bij gelegenheid eener bespreking van
het trachoom, de besmettelijke oogziekte
Alleen beur haar was téblond, niet natuurlijk,
hemré-blond zeg ik altijd. Ik wist ook, dat
ze in hetzelfde hotel logeerde als ik, maar
daar zag ik haar weinig of niet. Een vluchtige
ontmoeting op een der portalen, een licht
voorbijruischen 's avonds op het terras, soms
alleen een ijle lichtbene^elende parfum, die
zweefde, ergens, in een hoekje van de lees
zaal, in de glazen waranda en ik wist dat
zij er geweest was. Ze was bijna altijd op
haar kamer en daar at ze ook. Maar op een
morgen het was een sombere, storm
achtige dag stond ik in gedrukte stemming
in de hooge glazen warande en staarde naar
het wilde spel der witgekopte golven.
Maar plotseling drong de gewaarwording
tot mij door, dat achter mij iemand naderde
en mij langzaam omwendend, zag ik haar
aarzelend op mij toekomen. Ze was geheel
in het zwart, alleen op haar borst, tegen
haar een weinig uitgesneden corsage lagen
een paar goudgele rozen. Door het zwarte
toilet leek haar blankheid nog intenser, haar
oogen waren nu diep-donker alsof de woelige
leikleurige zee er zich in weerspiegelde en
in den egaal-grijzen dag zonder zon was
haar blonde haarpracht als een gouden
lichtkrans. In haar rechterhand, waaraan n
groote smaragd fonkelde hield zij een roman
in gelen omslag. Ik trachtte den titel te
lezen. Het lukte mij niet.
Aarzelend, met zachte stem sprak ze:
Monsieur-pardonnez-moi... mais... vous
tes monsieur Henry Vermeiren n'est-ce
pas.,. l'auteur de ce livre," en zij hief het
boek een weinig in de hoogte.
welke onder de arme Israëlitische bevolking
van Amsterdam zooveel slachtoffers heeft,
het nadeel van het opwaaiende stratenstof
heb genoemd. In den zomer nemen de klachten
van deze lijders zeer belangrijk toe. Hoe
droger de zomer is, des te meer vertoonen
zij complicaties met afscheiding veroor
zakende bindvliesontstekingen. Een zeer
krasse verheffing van dit lijden was waar te
nemen in het jaar, toen de electrische tram
in Amsterdam werd aangelegd en allerwegen
de straten waren opgebroken. De patiënten
met afscheiding stroomden toen naar de
poliklinieken. Het stof komt in goede en
en slechte oogen, doch de slechte hebben
zooveel minder verweer en krijgen een moei
lijk te genezen ontsteking, terwijl de normale
zonder geneeskundige hulp het ondervonden
nadeel overwinnen.
Onze philoloog begreep-wel, dat hij met
de klacht over de benadeeling der oogen,
welke hem het naaste trof, geen effect zou
hebben, maar verwachtte dit wel van een
goed voorgedragen uiteenzetting der na
deelen, welke het ingeademde stof moet
veroorzaken. Daar stond hij zwak. Voor de
strenge rechtbank der wetenschap is het
nadeel van ingeademd stof voor de gezond
heid niet aangetoond, behalve in
exceptioneele gevallen. De hygiëne mag echter
op zulk een wetenschappelijke demonstratie
niet wachten en wacht daar ook gelukkig
niet op. Toen men in de middeleeuwen
meende, dat de bedorven lucht de oor
zaak van de pest was, ging men tot het
branden van pektonnen over in de hoop,
daardoor de lucht te zuiveren. Dat heeft
niet geholpen. Men zocht de oorzaak op de
verkeerde plaats. De dokters waren in die
dagen gelukkiger met den maatregel, welken
zij namen om zichzelf tegen de besmetting
te beveiligen. De groote mantels waarin zij
zichzelf hulden, als zij op ziekenbezoek uit
gingen, waren wel geschikt om hen de
vlooien van het lijf te houden, die, naar wij
thans weten, de overbrengers der
pestsmetstof zijn. Het plan om de lucht te
ontsmetten was minder raak, want ten eerste was
de lucht niet besmet behalve door sprin
gende pestvlooien en ten tweede kon zij door
den walm van brondend pek niet ontsmct
worden.
Doet ingeademd stof kwaad aan de ge
zondheid ? Met zekerheid weten wij dit
slechts vooi enkele zeer bizondere en zeld
zame gevallen. In sommige beroepen bestaat
een zoo ruime gelegenheid om het
fijngeplozen of fijngewreven arbeidsmateriaal in
te ademen, dat daarvan op den duur groote
hoeveelheden in de longen diingen. Het
leven verkortende ziekelijke veranderingen
zijn het gevolg. Dit is aangetoond voor den
arbeid met fijn verdeeld ijzer-oxyd, met
tabakstof en met katoenpluis, om maar bij
de meest genoemde voorbeelden te blijven.
Daardoor weten wij, dat sommige soorten
van stof op den duur kwaad kunnen doen.
Hoewel deze waarnemingen niet het ge
wone stratenstof betreffen, zijn zij evenwel
al reeds voor ons van belang, omdat zij
zoo duidelijk aantoonen, dat het ingeademde
stof werkelijk in de longen geraakt. Wij
weten, dat liet grootste deel van het stof
blijft kleven aan de slijmvliezen der eerste
luchtweeen. Slechts een klein gedeelte gaat
verd,er door en bereikt de longen. Dit weten
wij ook door een ander soort van stof, dat
echter zeer weinig schadelijk is en in de
longen der meeste menschen voorkomt.
Wie zou gedacht hebben, dat het inademen
van de kleine kooldeeltjes, die door onze
kachels en lampen in de lucht worden ver
spreid zoo algemeen geschiedt, dat bij de
lijk-opening van wolwassen personen de
longen zonder uitzondering hier en daar
blauwzwart gekleurd zijn door de ingedron
gen kool! Zelfs de medici hebben zich met
moeite van deze waarheid laten overtuigen.
Ook van het straatvuil dringt ongetwijfeld
een klein gedeelte onze longen binnen en
blijft daar de rest van het leven liggen.
Wie door zijn woonplaats, door zijn leef
wijze, door zijn beroep veel in stofwolken
te ademen heeft, zal een grooter
stofmagazijn herbergen dan degeen, die, opzettelijk
of niet, het stof vermijdt. Straatvegers,
kfeedenkloppende dienstboden, fietsers langs
drukke en slechtverzorgde wegen, automo
bilisten, die druk begane wegen berijden
komen dus het meeste voor de stofbelading
der longen in aanmerking.
Moet .daartegen iets worden gedaan? Een
behoedzaam ambtenaar wacht tot er klachten
komen. Een behoedzaam geleerde wacht tot
er gemotiveerde klachten komen, bewijzen,
dat het ingeademde stof kwaad heeft ge
daan. Die zijn er niet. Wij mogen zelfs
op grond onzer dagelijksche ervaringen
aannemen, dat acute aandoeningen van be
lang, die de volksgezondheid raken, daar
door niet ontstaan. De medici kennen
evenmin een chronische longziekte, welke
het directe gevolg van stof-inademing zijn
zou. Daarmede is echter niet gezegd, dat
het stof onschadelijk is. Drie punten moeten
hier worden overwogen: het
tuberculoseIk boog, stamelde iets en deed onbe
holpen.
J'ai voulu vous remercier," ging ze ver
der terwijl haar oogen mij tegenlachten,
J'aime tant votre roman Le Chemin du Bon
heur." Vous m'avez doucement remuée, c'est
si beau."
Ik maakte een afwerend gebaar met mijn
hand.
Vous exagérez."
Mais non, mais non."
We spraken nog lang over mijn roman
en zij eindigde met te vragen of ik wer
kelijk geloofde, dat er een man bestond als
de held, dien ik beschreven had.
En toen ik die vraag bevestigend beant
woordde keek ze mij wat ongeloovig aan.
Zij was in dat opzicht erg sceptisch gestemd,
zij had de mannen nooit anders leeren
kennen als van een lagen egoïstischen kant.
Les hommes, c'est la boue," zei ze.
Ik glimlachte, staarde in haar w
nderzachte oogen en kon niet gelooven dat
iemand tegenover haar laag en egoïstisch
kon handelen.
Den heelen morgen zat ze bij me, spraken
we over litteratuur, over tooneel, over het
leven. En toen ik bij het afscheid vroeg oi
ik hopen mocht haar weer te zien, zei ze
met haar welluidende stem, dat het haar
altijd een genoegen zou zijn den schrijver
van Le Chemin du Bonheur" te ontmoeten,
omdat die niet anders kon zijn dan een
goed en edel mensch.
Vermeiren glimlachte honend.
Nou dat heeft ze wel van me ondervonden!'
BOUWT TEHDISKiT.
Mooie boschrflke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mg. .DE VELUWE", Nunspeet.
- American ??
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
TAMINIAU'S
- JAM ?
MoohoorUaatsctiappslijkW.
Het Bestuur maakt bekend dat tot
Directrice benoemd werd Mejuffrouw
E. C. KNAPPERT, thans directrice
van het Leidsche Volkshuis, die van
af 2 September spreekuur zal houden
Maandag en Donderdag W?12 in-het
schoolgebouw Pieter de Hooghstr. 78,
Amsterdam, alwaar ook programma's
en inlichtingen te bekomen zijn voor
den nieuwen Cursus.
ii i n
gevaar, de uitgave van lichaamskracht om
het ingedrongen stof onschadelijk te maken
en het indirecte nadeel van het verontreinigen
der longen. De tuberculose schijnt in de
groote meerderheid der ziektegevallen te
beginnen in de long. Toen door Robert
Koch ontdekt was, dat de naaste oorzaak
voor tuberculose te vinden is in de
tuberkelbacil, lag het voor de hand aan te nemen,
dat de bacillen door inademing in de long
dringen. Dan zijn zij dadelijk tehuis. Dit
werd dan ook in den beginne stilzwijgend
en vanzelf sprekend aangenomen. Men ont
dekte tuberkelbacillen in het stof in de
nabijheid van lijders aan open tuberculose,
die immers b.v. in fluimen dagelijks enorme
hoeveelheden tuberkelbacillen verliezen. In
gedachte liet men die fluimen uitdroegen,
tot poeder worden en verstuiven en had
zoo zijn voorstelling over het ontstaan der
longtuberculose door inhalatie gereed, leder,
die tuberculose fluimen op straat, in open
bare lokalen, in scholen ophoestte, scheen
gevaarlijk. De praktische gevolgen dezer
theorie ziet men in het overal verspreidde
verbod om op den grond te spuwen, Dit
praktische, prijzenswaardige voorschrift zet
nu zijn leven onafhankelijk van de theorie
voort, want de wetenschap heeft haar ver
trouwen in de inhalatie-theorie verloren.
De theorie heeft nog wel aanhangers, zij
heeft zelfs nog enkele goede gronden over
gehouden, maar zwak staat ze toch.
Wij zouden te ver van ons onderwerp
afdwalen, wanneer wij dit vraagstuk thans
gingen bespreken. Voor ons doel is het
trouwens voldoende te constateeren, dat zelfs
de vrienden der inhalatie-theorie de
onmiddelijk tuberculose-makende .kracht van het
stratenstof zeer gering aanslaan. Toch is
daarmede de beteekenis van het stof voor
de practische hygiëne en voor de theorie
der tuberculose niet van de baan. Het kan
immers heel goed zijn, dat het longstof het
ontstaan van tuberculose bij reeds besmette
personen begunstigt. Een van de waarheden,
waarmede de bacteriologie ons verrast heeft,
is deze dat een besmet persoon nog geen
ziek persoon is, dat menigeen smetstoffen
in zijn lichaam opneemt, doch daardoor niet
wordt aangetast, omdat een bijkomende
omstandigheid, die het gif moet onder
steunen ontbreekt of omdat de
verweerGa voort" drong ik aan.
Wij spraken elkaar nu bijna eiken dag.
Urenlang kon ik haar gadeslaan als zij naast
mij zat aan het strand en met een
dromerigen blik in haar oogen staarde naar de
rimpelende zee. Als zij dan ver aan den
einder de zon op het watervlak zag als een
zilveren streep fluisterde ze:
II me parait toujours que Ia-bas se trouve
Ie bonheur."
Wij dineerden nu ook een enkele maal
samen, genoten van een concert of een
tooneel voorstelling.
En op een avond, een van starren
flonkerenden, diep-blauwen zomeravond, als je
je nietig-klein voelt in die wijde oneindig
heid en toch in staat tot heerlijke groote
dingen, sprak ik haar van mijn liefde, zeide
haar, dat ik mij mijn leven niet meer denken
kon zonder haar slanke gestalte, zonder haar
zachte oogen en haar droeven glimlach
vroeg ik of zij mijn vrouw wilde worden
Zij keek mij een oogenblik aan met een
raadselachtigen blik, verheerlijkt en toch
diep rampzalig en met heesche stem zei ze
Alors tu veux me marier?"
Haar vraag bevreemdde mij.
Mais qu'avais-tu penséalors?"
Je ne sais pas..."
Mais tu m'aimes?"
Tu es Ie but de ma vie."
Toen kuste ik voor het eerst haar
schuchtere-trillende lippen, die nauwelijks mijn
kus beantwoordden.
De dagen die nu volgden bracht ik doo
als in een gelukzaligen roes. Den heelen
LIBERTY
MEUBELRFDEELJNG
Wij stellen ter bezichtiging eendene
NIEUWE MODELKRMERS
waarin iu[j een voorbeeld geven
van een smaakvolle
moninginrjchting,bestaande uit
EETKRMER.Z1TKRMER85LRRPKRMER
inEngelsche stylen,iuelke tuij
geheel compleet met inbegrip
van muurbekleeding.Perzische
tapyten.gordynen.lampenehaarden
franco in Nederland plaatsen voor
o
o
FI.
Een catalogus met" afbeeldingen
en beschryving dezer kamers
zenden tu[j franco op aanvraag
Tot een bezoek aan deze nieuwe
model kamers noodigen beleefd uit
Leidschesfraat
Rmsferdam
Eenige vertegenwoordigers in Nederland
krachten van zijn lichaam hem beschermen.
Met name geldt dit in hooge mate voor
tuberculose, ledereen draagt zijn beetje tuber
culose bij zich, zonder daardoor in het oog
vallend ziek te worden gemaakt en er moet
van allerlei bijkomen zal de binnengedrongen
vijand schadelijk worden. Men mag veilig
aannemen, dat het ingeademde stof op deze
wijze de tuberculose begunstigt. Immers bij
de bovengenoemde beroepsstof-ziekten wordt
gewoonlijk tuberculose in de longen ge
vonden. Lang voor dat men de
tuberkelbacil kende, werd door de geneeskundigen
de stoffige atmosfeer nadeelig, de stofvrije
gunstig voor de tuberculeusen geacht. De
stofvrijheid der lucht van de beroemde
kuurplaatsen, waar tuberculeuzen genezing gaan
zoeken, zal wel een voorname reden zijn
van de heilzaamheid van dit verblijf.
Nog op een andere wijze kan ingedrongen
stof schade veroorzaken. Het brengt een
groote verscheidenheid van min of nadeelige
zaken naar binnen: kristallen van kiezel,
organische en anorganische stoffen, bacteriën,
waaronder ontstekingwekkende en ook smet
stoffen. Die doen geen van allen zooveel
kwaad, dat het onmiddelijk blijkt. Welnu
dan heeft het lichaam zich moeten verweeren,
krachten moeten afstaan om onschadelijk te
maken, wat op zichzelf volstrekt niet onscha
delijk was. Op deze wijs wordt heel wat
van de lichaamskracht gevergd.
Alles te saamgenomen blijkt het dat deze
praktische vraag al even weinig zeker door
grondige kennis geschikt tot beantwoording
wordt gemaakt als zoovele andere practische
Vragen. Wij willen echter niet wachten tot
de kennis zoo solied geworden is, tot dat
wij precies weten, wat wij hebben verzuimd
door niet te handelen. Amsterdam had zijn
drinkwaterleiding langen tijd voordat aan
onze vastelands-hygienisten bekend was, dat
febris typhoidea en cholera door drinkwater
worden verspreid; Amsterdam wenscht goede
woningen te geven, zonder ooit het bewijs
te hebben gevorderd, dat de slechte woning
ziekte op haar schuldboek heeft; de stad
heeft haar rioleering verbeterd, toen de
fheorie, dat volksziekten vooral door ver
ontreiniging van den bodem ontstaan, lang
verouderd was. Wie eenmaal de oogen ge
opend heeft voor de gevaren der onzuivere
lucht, wie de begeerte om zuivere lucht in
te ademen heeft voelen ontwaken, wordt
door afschuw bevangen, als hij, door Am
sterdam wandelend, ziet hoe de straten
makers als eerste resultaat van hun werk
zandhoopen achterlaten, die door den wind
eerst na vele weken zullen verstoven zijn,
hoe de stadsreinigers met groote volharding
hun gemeentelijke bezems gebruiken om
stof, dat ergens rustig ligt, in de lucht te
verspreiden en zoo een heele straat vol lucht
onnoodig verontreinigen, hoe bij het
kleedenkloppen vooreerst de kloppers, maar
bovendien de voorbijgangers worden ge
dwongen golven van lucht in te ademen,
waarin het stof van een week fijn is ver
deeld, hoe de voorbijsnellende taxi's
straatvuil in de lucht slingeren. Hij verlangt naar
een flinke regenbui, die de lucht reinigt
en het straatvuil tenminste voor een paar
uur vastlegt. Hij verheugt zich op een
regenachtigen zomer, die ten minste in
de ergste maanden door het neerslaan, het
vastleggen en het wegspoelen van het stof
de longen van zijn kinderen tegen veront
reiniging door het straatvuil beveiligt. Wij
hebben in Amsterdam sinds lang rein drink
water. Wij hebben de eerste stappen gedaan
om de bevolking goede woningen te bezor
gen. Wij hebben na lange jaren van geduldig
lijden den stank van de grachten bedwongen.
Het wordt nu tijd te zorgen voor reine lucht.
Wat de stratenmakers, de stadsreinigers en
de kleedenkloppers doen moeten of laten
moeten om dit ideaal te bereiken, zal niet
zoo moeielijk te beantwoorden zijn, als men
eenmaal de noodzakelijkheid der verbetering
inziet. Deze verbetering is veel gemakkelijker
en beterkoop te bereiken dan de zorg voor
rein drinkwater, voor goede woningen en
voor zindelijke grachten is geweest. Ik houd
het er voor dat de reiniging der lucht een
even groote verbetering der volksgezondheid
brengen zal, de gezonde blos aan de
stadskindertjes brengen zal, die tot dusver nog
maar blijft ontbreken en het vale stads
kleurtje van hun wangen zal wegvagen. Dan
zal het wonen in de stad gezonder zijn dan
het wonen op het veelgeprezen platteland.
M. STRAUB
dag waren we samen en 's avonds als de
badplaats in stille rust neerlag en ik op het
balcon voor mijn kamer nog na genoot van
een dag van liefde, zag ik haar in gedachten
op mijn villa in Chaumes. Ik zag haar slanke
lenige gestalte langzaam voortschrijden
onder de hooge boomen, ik zag haar hoog
opgericht staan op het wit-marmeren bordes,
waarvan de geraniums druipen in bloedroode
trossen, ik zag haar 's avonds in mijn stu
deerkamer bij het zachte schijnsel van een
schemerlamp, dat gouden sprankels tooverde
in haar weelderig haar.
Totdat op een dag, de rampzaligste dag
van mijn leven, ik toevallig op het terras te
praten stond met Tiry, je weet wel den ge
liefden chansonnier en zij op eenigen afstand
langzaam aan kwam schrijden.
Tiens," zei hij plotseling, la petite
Genette."
Tu la connais?" vroeg ik met een vaag
angstgevoel.
Hij lachte schamper.
Si je la connais! Oh la la, mon vieux.
Qui ne la connait pas! C'est Genette,
surnommée Marie la Vierge. Elle fait Ie
promenoir depuis sept ans..."
Vermeiren zweeg even. Doodsbleek en met
heesche stem zei hij:
Ik heb haar nooit weer gezien, nooit. Dat
is mijn groote liefde geweest! Ha, ha, ha!"
Hij lachte honend. ?
Maar zijn oogen, droef, wanhopig, lachten
niet.
Maar Henry, ik begrijp niet..."
HJj maakte een kort gebaar met zijn hand.
Ik weet wal je zeggen wil. Die béte
bourgeois hein? Ja... Ze heeft me geschre
ven hè... alles opgebiecht, ze vroeg me om
vergeving voor die bittere ontgoocheling en
omdat ze me niet dadelijk alles gezegd had.
Maar ik moest niet vergeten wat het voor
haar was voor het eerst van haar leven een
man te ontmoeten die haar niet dadelijk
naderde met vele verlangens en vunzige
praatjes. En dan ze had zich in mijn nabij
heid werkelijk zoo gevoeld, het was of ze
een andere persoonlijkheid was, alsof heel
dat vroeger leven van haar afgevallen was
en ze smeekte me haar toch met een paar
woorden te schrijven dat ik haar vergaf."
Ik heb dat niet gedaan.
Ze liegt" dacht ik.
Maar nu, nadat ik er.lang en breed over
nagedacht heb, weet ik dat ze niet gelogen
heeft en dat ik de goede en edele man"
gehandeld heb als een doodgewone béte
bourgeois. Je hebt geen recht op het verleden
van een vrouw. Haar gedrag vanaf het oogen
blik dat ze in je leven gekomen is, daarnaar
zul je haar beoordeelen.
Hij stond plotseling op, stak mij zijn hand
toe, die beefde in de mijne.
Ik ga," zei ie kort en ik weerhield hem
niet wetend dat ie alleen wilde zijn.
Adieu Torn, kom me eens opzoeken in
Chaumes, het is soms zoo eenzaam."
Langzaam schreed hij naar den uitgang.
Ik volgde hem met de oogen, totdat zijn
hooge gestalte-verdween in de woelende
menschenmenigte.
* * *