Historisch Archief 1877-1940
Zondag 29 Augustus
DE. AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en Mr. G. KELLER
Abonnement per 3 maanden . f 1.65
Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.125
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels/ 1.25, elke regel meer . .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per regel
. . ?0.25
. . .0.30
. . , 0.40
INHOUD : Bladz. l: Het Staatkundig Evenwicht
in Europa, door T. H. Bnitenl. Overzicht, door
. W. Kernkamp. Nationale Zelfstandigheid, door
Jog.Jjoopuit. 2: Feuilleton: Veenhnizer Typen en
Tmfereelen, I, door J. A. Bientjes. De laatste
levensdagen van Lodewjj k XI V.door dr. J.C.Breen.
8 : Theo Mann-Bouwmeestor over zichzelve, 1885
1915. 4: De rede van William Bryan op de
'Wereldtentoonstelling téSan Francisoo. 5: Voor
Vrouwen, door Elis. M. Bogge, Uit de Natuur,
door Jac. P. Thjjase. 6: Indische Kazernetoe
standen, door A. de Braconier. Iets over do
Werken van Maarten Maartens, door K. D. C.
Magne. Verzen, door Noto Soeroto. 7: Het
Museum van den Volksbond tegen Drankmisbruik,
door mr. dr. P. W. J. G. Snoder van Wissenkerke.
Dramatische Kroniek, door Henri Borel. 8: Dansen
in den oopen lucht, door Fred. v. Eeden. De
kroon komt van den zolder, teekening van George
van Raemdonck. 9: Fin. en Econ. Kroniek,
door J. D. Santilhano.?lüfLeekenspiegel. Brieven
uit de Vacantie.door Bernard v. B.?Kym-Kronyck.
Albert Vogel als Coriolanis, teekening van Joan
Collette. 11: Spreekzaal. Burgemeester
Zimrnermann en de Steenkolenquaestio. teekening van
Joh. Braakensiek. 12: Schaakspel, red. dr. A. G.
Olland. Damrubriek, red. K. O. de Jonge.
Bijvoegsel: Duitsche vriendelgkheden jegens de
Vlaamsche beweging, teekening v. Joh. Braakensiek.
IIIIIIHIHIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllHUIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllHIIIIIIIUIIIIH
Het Staatkundig Evenwicht
in Europa.
De Engelsche politiek van
het Euröpeesch machtseven
wicht moetverdwijnen..." dus
luidde de misschien meestbeteekende
zinswending uit de zelfbewuste redevoe
ring,: waarmede de Duitsche
Rijkskanselier de vorige week uit zijn slof, of beter
gezegd: uit zijn rijlaars geschoten is.
Maar wanneer dan. die leer van het
Europeesch Evenwicht verdwijnen moet,
is het nog wel eens even de moeite waard
er zich rekenschap van te geven, wat
daarmede de deur uitgezet wordt, en wat
er voor in de piaats staat. Het is juist
voor ons land van tiendubbel belang.
Om geen mindere reden, dan omdat
ditzelfde evenwichtsbeginsel, zich van
ouds heeft betoond een hoeksteen voor
de Nederlandsche Staatkunde; en sinds
meer dan 300 jaar tot het behoud heeft
meegewerkt van nze nationale onaf
hankelijkheid.
En ik voeg er alvast bij, dat ik dit
ook voor de toekomst niet anders kan
inzien.
Het evenwichtsbeginsel zegt dit: in
Europa: geen overmatige macht van n.
Geene opeenhooping van de militaire,
maritieme, economische macht en in
vloed. Het erkent eene
statengemeenschap, eene Europeesche familie". Maar
eene, gevormd door staten, die elk geheel
zelfstandig zijn, en zelfs in een toe
stand van zeker gedrang verkeeren.
Daarom juist heeyscht onder hen ook de
behoefte aan onderling machtsevenwicht.
Een behoefte, die zich uit in tal van
staatkundige en internationaalrechtelijke
feiten, maar op 't alleruiterste hierin,
zooals b.v. Thorbecke het formuleerde:
dat geene overmachtige ontwikkeling
van den eenen staat kan worden be
proefd, zonder dat dadelijk eene,
vereeniging van machten toeschiet, sterk genoeg
om het gevaar te keeren".
Er mag worden gezegd, dat dit
evenwichtsbeginsel, zeer desbewust, de
groote Europeesche politiek sinds de 17e
eeuw -heeft beheerscht; alle groote
alliantie's en coalitie's heeft tot stand ge
bracht; aan de meeste groote oorlogen
ten grondslag gelegen, en alle voor
name vredestractaten: van Munster en
Osnabrück, den vrede van Utrecht, het
Weener Congres, den vrede van Parijs,
bestuurd. Zooals het, naar alle waar
schijnlijkheid, ook op het eerlang komende
vredescongres zijn traditioneele plaats
zal innemen.
Onvolmaakt, onduidelijk, onbevredi
gend en onvast, ongetwijfeld, maar
toch blijkbaar het meest aannemelijke
in deze belangenwereld van menschen,
die, zooals de wijsgeer terecht zeide,
nu eenmaal niet redelijke dieren, doch
slechts tot redelijkheid geneigde, zijn.
* *
Het heeft in Europa gereageerd tegen
het streven naar de universeele monar
chie", gelijk den Habsburgers voor den
geest zweefde; tegen oppermachtige
bondsformatie's, als de Heilige Alliantie,
en alle mogelijke federatieplannen; tegen
de staatkundige ambitie, welke in Frank
rijk bij herhaling is opgekomen.
Men kan het onvriendelijk een samen
weefsel van af gunsten noemen. Maar het
beroept zich op de ervaring: dat in
Europa verdeeldheid de vrijheid dient;
en nheid onderdrukking brengt .en
reactie.
't Valt niet te ontkennen, dat deze
staatkunde van het evenwicht in 't bij
zonder steeds een deel heeft uitgemaakt
van het Engelsche programma. Engeland's
positie staat en valt er dan ook mede.
Sinds een Hendrik VIII zich reeds om
streeks 1550 liet portretteeren met de
Weegschaal van Europa" in de hand;
sinds de maagdelijke Elisabeth en de
kanselier Baco deze beeldspraak overna
men en tot grondslag maakten van Enge
land's staatkundigen invloed; sinds onze
stadhouder Willem III, ditzelfde denkbeeld
voor oogen, den Engelschen troon innam,
en te zamen ook met onzen Heinsius,
de Balance of Power", tot een algemeen
gevierd geloofspunt verhief; sinds den
ouderen Pitt en den jongeren, sinds
Castlereagh, Beaconsfield en EduardVII,
is hierop bijna automatisch de staat
kunde van Engeland gericht geweest.
En wat Engeland heeft kunnen doen
aan verschillende groepeeringen der
mogendheden; aan grensregelingen; aan
de vorming van neutrale, en aan het hand
haven der onafhankelijkheid van kleine
staten; aan de ontwikkeling van het
volkenrecht aan hardnekkige wereld
oorlogen ook, is in den grond steeds
hiertoe te herleiden.
* *
Het ligt reeds voor de hand, dat eok
een kleine mogendheid als de onze van
deze evenwichtspolitiek voor hare onaf
hankelijkheid steeds mede heeft gepro
fiteerd. Juist wijl de kustlijn en de rivier
monden der Nederlanden zoo'n geweldige
machtsfactor zijn, ziet men telkens weer
het streven naar de oppermacht ook
hierheen aangetrokken. Maar daartegen
over ook de taaie evenwichtsstaatkunde
zich steeds weer verzettend, en met
hand en tand ijverend voor de beschei
den zelfstandigheid van deze gebieden.
Het gaat zoo, (afgezien nog van vroe
ger tijden) wanneer het de Spaansche
monarchie is, die te land, te water en
over zee grijpt naar de wereldmacht,
en Koningin Elisabeth staat de jonge
Nederlanden ten krachtigste bij in de
handhaving van hunne eigen onafhan
kelijkheid.
Het gaat zoo, wanneer in een
Lodewijk XIV Frankrijk's expansiedrang
vleesch wordt en ook naar Nederland
verlangt: 1672, voor en na! Dan volgt
weldra het Verbond der Zeemogendheden,
dat het uitgangspunt wordt voor Willem
III's streven ten bate van de vrijheid
van Europa tegen de overheersching."
Een streven, dat, na jaren diplomatie,
en 20 jaren oorlog, eindigt in 't tractaat
van Utrecht. Zegepraal der Engelsche
politiek, proclameert dit plechtig het Euro
peesch Evenwicht als grondslag der inter
nationale samenleving, en n der punten
daarvan is alweer: de bevestigde onaan
tastbaarheid van N.-Nederland, alsmede
de verzekering van de Belgische barrière.
Het gaat zoo alweer, wanneer in 1793
de Fransche republikeinen diezelfde Ne
derlanden inlijven, en Pitt Engeland in
den oorlog wekt tegen de verbreking
van het Statenstelsel van Europa". Die
oorlog duurt, taai en hardnekkig, 22 jaar
lang, en aan het einde zit daar het
Weener Congres, om andermaal onder
Engeland's leiding, over het Evenwicht
te beraden, en de gebroken overmacht
van Frankrijk heeft er het toekijken bij.
De absorptie van de Nederlanden
door Frankrijk," teekende later Napoleon
aan, maakte den oorlog onverzoenlijk
en Engeland tot den centralen factor."
En dan weer, wanneer op het Weener
Congres Duitsche stemmen opgaan, om
de Nederlanden bij een grootere Duitsche
macht te voegen; wanneer ze aan den
eenen kant Pruisen toelachen, aan den
anderen kant de Hannoveranen 't herstel
van een indrukwekkend Welfisch Rijk"
proponeeren, tot aan de Noordzee toe,
dan heeft Engeland andermaal gezorgd,
dat Holland reeds als een zelfstandig,
en zelfs vermeerderd, koninkrijk gewaar
borgd is. Het Evenwicht van Europa"
verlangde naast vele andere punten
ook dit.
,,Het diende alles toch rnaar voor het
Britsche eigenbelang" zal menigeen
zeggen en de zorg voor Europa's en
voor onze vrijheden, komt uit weinig
anders voort, dan uit zorg voor Enge
land's eigen voordeel."
Wie zou het ontkennen? Niemand
mag Albion verdenken van meer
altruisme, dan eenigen anderen staat!
Maar iets anders is, dat Engeland's
eigen belang bij evenwichtige
machtsverdeeling in Europa, door den natuur
lijken stand van zaken ook met
algemeenere belangen, althans met dat van
Nederland, kan blijken samen te vallen.
* * '
Daarom behooren wij de ooren ter
dege te spitsen, wanneer wtgesproken
wordt over het Evenwicht van Europa,"
en dit zoo tot verdwijnen gedoemd.
Want dit raakt direct onze veiligheid.
En voor nieuwe Europa's" op den
voet van eene nieuwe, afgunstlooze
menschheid" gebaseerd, kunnen wij
eerlijk gezegd niet dan huiverig zijn.
Wij moeten de overtuiging hebben,
dat, ondanks de beste bedoelingen, de
Centralen," wanneer zij onvoorwaarde
lijk de overhand behouden en over de in
richting van Europa te beslissen hebben,
naar verdere uitbreiding en naar de
algemeene overmacht zullen streven. Aan
den drang daartoe heeft nog nimmer een
staat, die er de macht toe zag, weer
stand geboden! En wij kunnen niet anders
verwachten, zelfs van de zedelijke genia
liteit" van Duitschland, dat toch slechts
een land is als alle andere. Met ont
zaglijke kracht en ontzagwekkende
Leistungen", ongetwijfeld; maar juist
daarom voor de toekomst des te ge
vaarlijker.
En wat hebben wij te denken van de
nieuwe, vreedzame vrijheid", die de
Rijkskanselier Europa in de plaats van
de evenwichtsstaatkunde schenken wil?
Ik kwam Europa de zedelijke weder
geboorte en de vrijheid brengen", schreef
Napoleon in zijn Memoriaal op Sint
Helena, maar tusschen mij en deze
regeneratie stond?het ellendige Enge
land." Wat Engeland daartegenover stelde,
was juist: het Statenevenwicht!
En wij weten nu toch wel, wat ons
de meeste ware vrijheid heeft gebracht!
Voor wie aan dit alles, voor wie aan
de geheele lange staatkundige werkelijk
heid nog eens wat aandacht wil geven,
naast het vele praten in de ruimte,
waarin men ten onzent voldoening vindt,
die zal erkennen dat dat commando
van ingerukt marsch'', aan de staat
kunde van 't machtsevenwicht, in den
Rijksdag toegevoegd, voor ons weer eene
aanleiding te meer moet zijn, om op de
toekomst verdacht te zijn. v. H.
De rede, op 19 Augustus 1.1. door Von
Bethmann Hollweg in den Rijksdag gehou
den, zal den duur van den oorlog zoomin
verkorten als verlengen; maar indien de
regeeringen van Engeland, Frankrijk en Rus
land het geraden blijven achten den strijd
voort te zetten, dan zullen zij in de woorden
van den kanselier mede een middel kunnen
vinden om het volk op te zweepen tot de
uiterste krachtsinspanning.
Immers, het vernieuwde Europa, dat Von
Bethmann Hollweg na den oorlog na een
oorlog, waarin Duitschland een volledige
overwinning heeft behaald ziet verrijzen,
is een Europa onder de hegemonie van het
Duitsche Rijk. Dit droomgezicht zal voor
de meeste volken een schrikbeeld zijn; kan
dit lot worden afgewend, dan zullen zij
daarvoor willen vechten totdat hun laatste
kracht verbruikt is.
Natuurlijk heeft de kanselier, toen hij de
gestalte van het nieuwe Europa wij
kunnen niet zeggen: teekende; daarvoor
waren de trekken te vaag; juister zou zijn:
toen hij vermeed een vasten vorm te geven
aan zijne denkbeelden over Europa's weder
geboorte natuurlijk heeft hij bij deze
gelegenheid zich zelf niet in ongelegenheid
gebracht, door van de toekomstige hege
monie van Duitschland te spreken. Hij liet
dit woord alleen over zijne lippen komen
om te verzekeren, dat Duitschland er nooit
naar gestreefd had; nooit gedacht en toch
verkregen", zal hij dan straks op den gevel
van het van Fransche intrigues, Russische
regeeringszucht en Engelsche voogdij be
vrijde Europa" kunnen schilderen. De regel,
die eraan voorafgaat in het versje, dat
oudtijds op Hollandsche buitenhuizen of
theekoepeis stond: lang gewacht en stil
gezwegen", worde in dit geval liever weg
gelaten; het zwijgen over zijne toekomstige
grootheid ging den Hollandschen
rentenierin-spébeter af dan den Duitschen
wereldbeheerscher-in-hope.
Maar al vermeed Von Bethmann Hollweg
het woord hegemonie, dat begrip vormt zich
toch terstond, zoodra wij hem hooren ver
zekeren : Wil Europa ooit tot rust komen,
dan moet het herboren worden. Dit kan
alleen geschieden, als Duitschland's positie
onaantastbaar sterk is... De Engelsche poli
tiek van het staatkundig evenwicht moet
ophouden.., Duitschland moet zijne positie
zoo bevestigen en versterken, dat de andere
mogendheden er nooit meer aan kunnen
denken, het te omsingelen."
Zeker, de politiek van het staatkundig
evenwicht heeft ten slotte den vrede ook
niet kunnen bewaren; maar zal er na dezen
oorlog een duurzame vrede komen, wanneer
Duitschland nog machtiger wordt, dan het
reeds is ? Zal zich dan niet herhalen wat
na 1870 gebeurd is? Zal de revanche-idee
gesteld altijd, wat nog verre van zeker
schijnt, dat deze oorlog met een volledige
overwinning van Duitschland eindigt bij
alle groote volken, die zich voorloopig heb
ben te schikken naar den wil van een on
aantastbaar sterk" Duitschland, niet worden
overgegeven van geslacht op geslacht, tot
dat zij kracht hebben verzamelt om zich los
te maken uit den ijzeren greep ?
Het Duitschland van na den oorlog zal,
indien de beloften van den kanselier in ver
vulling gaan, de ketenen, waarin Europa
geklonken zal liggen, met bloemen omwin
den. De vrijheid der zee wordt aan alle
volken beloofd; Duitschland zal zijn en
blijven de wachter van den vrede, van de
vrijheid ook der groote en kleine natiën."
Dit is een schoon vooruitzicht; maar
welken prijs zullen deze natiën hebben te
betalen voor de voogdij, die Duitschland
voortaan liefderijk over hen zal uitoefenen?
Hoe groot zal de macht van den voogd
moeten wezen, wil hij zich kunnen kwijten
van de taak, waarmede hij zich zelf heeft
belast? Welke vermeerdering van gebied
en van macht zal hij bij den vrede moeten
krijgen, voordat hij zich onaantastbaar ge
noeg voelt om aan het herboren Europa
rust te verzekeren ?
Daarover laat de kanselier zich niet uit.
Hij spiegelt ons een vernieuwd Europa voor,
maar over het vernieuwingsproces
zelfvernemen wij niets. Dit is nog zijn geheim.
Wanneer?
Naar het schijnt, zal dit eerst gebeuren
bij het einde van den oorlog. Bethmann
Hollweg heeft aangegeven, wanneer dat
einde gekomen zal zijn. Niet door het noe
men van maand en dag, maar aldus:
Wij blijven doorvechten, totdat de vol
ken, die door hunne regeeringen tot den
oorlog tegen ons zijn opgehitst, van de ware
schuldigen zullen eischen, dat zij vrede
zullen sluiten."
Dat wil dus zeggen: wij blijven de
menschenslachting voortzetten, totdat het Fran
sche of het Russische of het Engelsche volk
of alle drie tegelijk den oorlog moe zijn
geworden en hunne regeeringen zullen dwin
gen, er een eind aan te maken.
Wanneer dit oogenblik precies zal aan
breken, is vermoedelijk zelfs aan den kan
selier onbekend; maar hij weet, dat het
komen zal, vroeg of laat.
Vroeg of laat maar voor de mensch
heid is het niet onverschillig, hoe lang het
zich nog zal laten wachten. En voor Beth
mann Holweg is het plicht, de komst er van
te verhaasten.
In het gedeelte zijner rede, waarin hij
voor de zooveelste maal Engeland aan
sprakelijk stelt voor de tegen Duitschland
gerichte omsingelingspolitiek, en speciaal
in dat onderdeel, waarin hij tracht te bewijzen,
dat Engeland de schuld draagt van het mis
lukken der pogingen om een blijvende goede
verstandhouding tusschen Engeland en
Duitschland in het leven te roepen, heeft hij
pathetisch uitgeroepen: Engeland en Duitsch
land hadden samen borg kunnen blijven voor
het behoud van den 'wereldvrede, wij waren
daartoe bereid, maar Engeland heeft ge
weigerd; die schuld zal het in alle eeuwig
heid niet kunnen uitdelgen.
Indien echter Von Bethman Hollweg een
middel weet om Europa te vernieuwen, z
dat de vrijheid en de vrede daar voortaan
verzekerd zijn, en hij deelt niet mee welk,
dan rust op hem de niet minder groote schuld,
dat hij dezen gruwelijken oorlog noodeloos
heeft verlengd.
Of moet hij niet meenen, dat de tegen
Duitschland oorlog voerende volken, die
volgens hem immers misleid zijn door hunne
regeeringen en van wie hij verwacht, dat
zij vroeg f laat die regeeringen zullen
dwingen om vrede te sluiten moet hij
niet meenen, dat deze volken dit te eerder
zullen doen, als zij van den kanselier van
het Duitsche Rijk nadere bijzonderheden
hebben vernomen over zijn programma voor
een nieuw Europa, dat naar het oude niet
meer zal doen verlangen?
Of zou de prijs, die daarvoor moet
worden betaald, toch te hoog zijn? En zou
ook daarom Von Bethmann Hollweg het
maar wenschelijk hebben gevonden, dien
prijs voor alsnog niet te noemen?
Maar welke die prijs ook moge zijn en
al zou de afstand van gebied, dien Duitsch
land zou eischen, ook veel geringer wezen,
dan door Bassermann en consorten wordt
gewenscht er zijn nog andere middelen
dan inlijving om tot vergrooting van macht
te geraken wanneer de zegeningen, die
het nieuwe Europa aan de menschheid zal
brengen, alleen kunnen worden verkregen
door Duitschland's positie onaantastbaar
sterk" te maken, dan zijn ze -zeker te duur
gekocht.
Een onaantastbare positie, van welke mo
gendheid ook, beteekent voor de overige:
zich in alle belangrijke aangelegenheden
schikken naar den wil van den machtige.
Wanneer dit het resultaat van dezen oorlog
moest zijn, dan zou hij nog tienmaal feller
moeten worden vervloekt.
De overleden Leipziger hoogleeraar
Lamprecht hij was een vriend en geestverwant
van den rijkskanselier heeft in de voor
drachten, door hem uitgegeven onder den
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: Confettf.
De Maasbode gaat den rooden kant op...
De Maasbode! Wie het niet gelooft, koope
een nummer, en late het daglicht er schuin
op vallen
*
Wolft'bericht:
Het broodrantsoen voor hen, die aan
sterker voeding behoefte hebben wordt in
Berlijn van 220 gram op 225 gram verhoogd."
Als 't dan maar geen maagoverlading
wordt! De nu aangenomen verhooging van
5 gram komt toch juist-gemeten ook al
weer neer op de grootte van een dominosteen.
In Amerika vindt men op vreemde plaatsen
steenkolen. Prof. de Vooys, die het kan
weten, heeft in de bekende vergadering in
de rolzaal over het steenkolenvraagstuk
gezegd: Talrijke afnemers wilden liever
die (Engelsche) kolen van f 20 a f 22 de ton
koopen dan de Amerikaansche van f 30, die
in de lucht hingen." Jammer, dat deze
merkwaardige luchtkolen ook nog zoo
duur zijn.
titel Krieg und Kaltur, aldus omschreven,
hoe hij hoopte dat het na den oorlog er in
Midden-Europa zou uitzien: Wir dürfen
hoffen, dass da eine Qliederung eintritt, welche
dem Deutschen Reich als Ganzem mindestens
eine Stellung so gjbt, wie sie Preussen bisher
im Reiche gehabt hat, eine führende Stel
lung."
Stond aan den kanselier iets dergelijks
voor oogen, toen hij sprak van de positie, die
Duitschland zou moeten innemen om aan het
vernieuwde Europa rust en vrijheid te bren
gen? Eine führende Stellung": de hegemo
nie, in de eerste plaa.ts dus ook over de
kleine naburige volken van Qermaanschen
oorsprong ?
Wij zullen voorloopig naar het antwoord
op deze vragen kunnen blijven gissen. Maar
geruststellend was de redevoering niet.
Vooral niet, als men bedenkt, dat de kanse
lier een gematigd en voorzichtig man is.
25 Augustus 1915 G. W. KERNKAMP
iritiiiHiiiiiiiiiliiiriiii
Nationale Zelfstandigheid en
Democratie
De mogendheden der Entente" hebben
gedurende dezen oorlog de leuze aangehe
ven, dat de strijd die zij tegen Duitschland
voeren een strijd is voor de vrijheid der
volken, vór de democratie, tegen het Duitsche
militarisme".
Waar die leuzen eerst ontstaan zijn in n
dór den oorlog, mag men wel zoo vrij
wezen er nogal kritisch tegenover te blijven
staan. Vór dezen oorlog heeft niemand ooit
bespeurd, dat de drie groote staten die door
diplomatieke verbonden onderling met elkaar
waren vereenigd, om in geval van een conflict
elkander bij te staan, in onmiddellijk defen
sief hetzij in anderen zin, hun aktie gericht
hadden op den strijd vór de Democratie
in Europa.
Noch het bondgenootschap van Frankrijk
met Rusland, noch dat van Frankrijk met
Engeland, de zoogenaamde entente
cordiale", noch het drievoudig verbond van die
beide landen met Rusland dat gesloten werd
om Duitschland en Europa te isoleeren",
hadden een ander dan een diplomatiek doel.
Zij droegen in geen enkel opzicht het karakter
de Democratie in Europa de zegepraal te
willen doen verzekeren over het antidemo
cratische Duitschland.
Wij wenschen deze opmerkingen vooraf
te laten gaan, aan eene bespreking die zich
juist bezig houdt met de toekomst van de
Democratie in Europa, welke wij echter niet in
den zin, gelijk het in dezen oorlogstijd aan
zekeren kant gebruikelijk schijnt, afhankelijk
achten van een overwinning van de wapenen
van het vierverbond op de slagvelden van
Europa.
Er is een tijd geweest dat de voorstanders
en de strijders voor een democratisch Europa,
in Rusland den werkelijken vijand van dezen
staatsvorm zagen en dit niet geheel ten on
rechte. Daarom meenden zij dan ook een
oorlog van de meest democratisch-ingerichte
West-Europeesche landen, die eindigen zou
met een nederlaag van het Tzarenrijfc, als
een overwinning van de Democratie te kun
nen besehouwen.
Intusschen is deze droom van de
WestEuropeesche democratie, door de revolutio
nairen van het jaar 1848, die wij hier op het
oog hebben gekoesterd, niet verwezenlijkt
geworden. De gebeurtenissen die op dit
revolutiejaar volgden, hebben getoond dat
de geweldige groei van de bourgeoisie na
haren sterksten revolutietijd, daarom nog niet
de zegepraal van de Democratie in Europa
vermocht te waarborgen. Eer het tegendeel
is gebleken.
De bourgeoisie was inderdaad alleen maar
in den tijd van vór 1848, een politiek geheel.
Daarna heeft de sterke ontwikkeling van
het kapitalistische stelsel, waarmede hare
politieke ontwikkeling als toonaangevende