Historisch Archief 1877-1940
. SSept '15. - No. 1993
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
ONZE TEEKENPRIJSKAMP
EERSTE PRIJS LIEFHEBBERS: J. VAN DER HOEDEN
y
Een woord aan ZEx. Staal
oud-Generaal, oud-Minister van
Oorlog enz.
den Haag
Geachte Kameraad!
Als oud officier en om u het bewijs te
leveren dat dit mijn schrijven geenszins de
bedoeling inhoud u onaangenaam te zijn
of te kwetsen, heb ik gemeend niet beter
te kunnen doen dan u toe te spreken met
Geachte Kameraad."
De zaak dan waarom het gaat zult ge
ik ben er zeker van reeds dadelijk be
grijpen, en is dit in hoofdzaak te zoeken
in uwe veelvuldige beschouwingen in het
Vaderland:" om de neutraliteitsschending
van België goed te praten en met een ijver
eene betere zaak waardig a tort et a
travers te verdedigen en als een goed recht
op te hemelen.
Als oud militair hebt ge dat onderwerp
enkel en uitsluitend behandeld uit het mili
tair standpunt gezien, alzoo, op de basis
van eenzijdigheid met volslagen gemis aan
objectiviteit en wars van alle logica, en nu
zijt ge toch te zeer ontwikkeld mijn waarde,
om niet te weten dat eenzijdigheid nimmer
op de kwalificatie van deugd" aanspraak
heeft, en elk bewijs niet op logica gebouwd
geen bewijs is of kan zijn.
Ge hebt om mij zoo eens uit te druk
ken door wijdloopige redeneering, van
een cirkel een rechte lijn willen maken,
en.., dat gaat toch niet.
Om van den cirkel een rechte lijn te
maken moet men haar op eenig punt verbre
ken, maar... dan houdt ze immers op cirkel
te zijn.
Is dit niet zoo?
Het is nu eenmaal een pnlochenbaar en
vaststaand feit, dat de Rijkskanselier (de
hoogste' macht in het Duitsche Staatsver
bond) v. B. H. onmiddellijk na de invasie
in België, in de zitting van den Rijksdag,
openlijk en onomwonden aan de geheele
wereld heeft erkend als: een onrecht," zegge:
als onrecht," en hoe in 's hemelsnaam is
het toch in uwe gedachten gekomen, dit
volmondig erkende onrecht tot een geoor
loofd recht te willen verwringen, en door
enkel militairische beschouwingen dien
hoogstaanden staatsman tot leugenaar te brand
merken, immers toch, waar v. B. H. ridderlijk
voor de geheele wereld het vonnis: On
recht" over Duitschlands daad erkend, roept
gij de wereld toe: Neen! duizendmaal Neen!
't was geen onrecht 't was uw recht!! ja!
wat meer, 't was plicht" en, waar beide
uitspraken in flagranten strijd met elkaar zijn
moet als logisch let wel kameraad,
gevolg slechts een van beiden de waarheid,
(zegge de onbetwistbare waarheid) bevatten
en is er voor beide uitspraken geen mid
denweg. Een van beiden moet dus noodwen
dig liegen (van vergissing geen sprake!)
Daar nu de bedrijver van het feit bij
monde van zijn hoogsten staatsman tegen
over de geheele wereld het mea Culpa"
belijd (en de zaak is waarlijk te ernstig om
haar als kinderspel te qualificeeren) wie ter
wereld zou dan in staat gevonden worden
die gulle openlijke belijdenis te ontzenuwen.
Ge weet toch immers dat kort na deze
erkenning, door ruim 90 Duitsche
intellectueelen eene bespottelijke poging is gedaan
om van dien cirkel (onrecht) eene rechte
lijn te maken en... ge kent hun resultaat.
In gemoede kameraad, indien de verklaring
van den Rijkskanselier maar in eenig op
zichte met de waarheid in strijd was ge
weest en niet in alle opzichten de zuivere
waarheid had bevat, hij niet slechts
onmiddelijk uit zijn hooge staatsambt ware ontzet,
maar weggejaagd!! zijn geworden. Of, kent
gij het karakter van den Duitschen Keizer
nog zoo weinig ?
Acht ge werkelijk n Keizer n volk in
staat om zich onverdiend een brandmerk
van misdaad op het aangezicht te laten
drukken ? Zónaïef zijt ge toch zeker niet;
of gaan de 70 jaren u soms parten spelen.
Ziet eens hier vriendje!
Er bestaan twee zaken in het maatschap
pelijk wereldverband, die men in deze materie
met bizondere nauwgezetheid dient te onder
scheiden t w. Volkenrecht en Oorlogsrecht!
Hebt ge in uwe partijdige eenzijdige be
schouwingen daarmede wel voldoende reke
ning gehouden? Wij moeten het tot ons
leedwezen betwijfelen. Volkenrecht dan,
onthoud dit wel: is het recht van bestaan
van elk volk in het groote wereldverband.
Evenals elk mensch op den aardbol recht
op zijn bestaan heeft als mensch, heeft ook
elk volk recht op zijn bestaan als volk. Dit
is een natuurwet door de geheele wereld
erkend, en waartegen geen sterveling uit de
beschaafde wereld verzet zal durven
aanteekenen.
België als .volk en als staat verkeerde in
het onderhavige geval, nog in eene bizondere
positie, het was n.I. als kleine staat als klein
volk door de grootmachten van Europa als
zelfstandig en neutraal land niet alleen
erkend, maar, wat meer... bij Contracteele
overeenkomst der grootmachten tegen elke
aanranding en verkrachting VERZEKERD.
Let wel kameraad verzekerd."
Als mede onderteekenaar van die
Contractueele verzekerin g stond de naam van Duitsch
lands grootmacht.
In die onderteekening lag de waarborg en
bescherming tegen elke aanranding van dat
recht van bestaan.
En wat nu is geschiedt?
Duitschland dat zich contractueel verbon
den had tegen elke schending van andere
zijden te waken, was de eerste die schond
en daarmede openlijke contractbreuk pleegde.
Nu moet men al eene bizondere opvatting
r>ebben van contractbreuk om die als eene
rechtmatige daad te sanctioneeren.
In uwe beschouwingen beroept ge u op
noodtoestand en oorlogsrecht; ei lieve, waar
was die noodtoestand waar was dat oor
logsrecht?
Ge beroept u op het oude spreekwoord
nood breekt wet," maar dan vragen wij u
in gemoede: waar was die nood?"
Duitschland ge hebt dit volmondig en
onomwonden in uwe beschouwingen
geopenbaart was aanvaller was tot de oor
logsverklaring verplicht en moest zonder
verwijl tot den aanval overgaan. ,
Niet op België, in geen geval! op Frank
rijk! alzoo was België geheel buiten het
geschil.
Wie en wat gaf Duitschland dan het recht
om België in het geschil te betrekken?
Wat gaf hem dan het recht België's onzij
digheid te verkrachten toen het goedschiks
niet wilde toestaan van zijn wettig bezit
misbruik te maken om zijn andere buurman
Frankrijk die hij wilde afrossen te be
nutten. Ge beroept u in uwe militaire kort
zichtige eenzijdigheid op oorlogsnoodzaak",
maar weet ge dan niet dat bij den aanvaller
let wel: aanvaller" nooit of te nimmer
noodzaak kan bestaan. Tot noodzaak of
nood breekt wet", kan alleen bij den aan
gevallene aanleiding ontstaan, omdat het
daar... wettige zelfverdediging! zelfbe
houd" geldt, iets waarvoor bij den aanvaller
nimmer plaats gevonden wordt.
Had Frankrijk bij den onverhoedsen aan
val België's neutraliteit geschonden, dan
ware dit nog eenigzins te verontschuldigen
geweest als noodstand tot zelfbehoud; bij
den aanvaller ontbrak dit element ten
eenenmale geheel en was noodtoestand geheel
uitgesloten.
Of gaat het aan wanneer ik iemand on
verwacht een pak slaag wil toedienen, hem
maar aanstonds het mes in het hart te steken
omdat de aangevallene uit lijfsweer en zelf
behoud het mij wel eens kon doen? Dan
ben ik als aanvaller immers een moordenaar
niet waar? een moordenaar mijnheer!
Of bestaat hieromtrent bij u ook nog
twijfel ?
Ge mopgt bedenken vriendje, dat uw
geschrijf n als oud-Generaal n als
oudMinister van Oorlog n als lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, een verre draag
kracht heeft, wat bij u meer dan eene reden
tot groote omzichtigheid moest zijn, doch
hebben redenen in twijfel te trekken of
daai"mede door u voldoende rekening is
gehouden.
Ge hebt de zaak enkel en uitsluitend door
de militaire strategische bril bezien, en in
dat beperkte gezichtsveld hebt ge u door
militaire organisatie bewondering laten
overheerschen. Dit is diep te betreuren,
vooral voor iemand met zulk een naam en
reputatie.
Ge hebt u geloof mij op een hopeloze
wijze uitgesloofd om met een vloed van
sophismen niet alleen Nederland, maar de
geheele wereld op .te dringen dat de mis
dadige verkrachting van België's gewaar
borgde onzijdigheid, eene rechtvaardige daad
is geweest, in flagranten strijd intusschen
met de openlijk afgelegde verklaring van
den bedrijver zelf, die haar als een gepleegd
onrecht erkende.
In uwe militaire strategische verblindheid
hebt ge de onverbiddelijke logica niet
slechts genegeerd, maar u blind gestaard
op partijdige onzijdigheid en wit genoemd
wat de geheele wereld unaniem als zwart
had gebrandmerkt.
In stede van sympathie ontvang de ver
zekering kameraad hebt ge bij het den
kende en beschaafde deel (en daarvoor
was uw geschrijf toch bestemd nietwaar?)
niets dan antipathie en weerzin gewekt.
Dit nu betreuren wij diep!
Was uw positie in de Maatschappij oud
Korporaal in stede van oud generaal
geweest, de Redactie van Het Vaderland
wij zijn er zeker van zoude uw arbeid
als van een ... onverbiddelijk naar den
prulleinand hebben gewezen en bekoeld zijn
geworden in hare hooge vereering door dik
en dun, voor uwe geestesvruchten. Ze had
gewis meer rekening gehouden met den
gewonen loop van zaken, dat ook de her
sens van oude Generaals dezelfde wetten
volgen van alles wat oud wordt.
't Zij verre, u kwade bedoelingen toe te
dichten, daarvoor staat ge ons ook om uwe
bekende eerlijkheid en goede trouw te hoog,
en moeten het alleen blijven betreuren dat
het errare humanum est" u zulke kwade
parten heeft gespeeld.
Ware uwe positie in de maatschappij niet
zoo hoog, en de zaak niet zoo van uiterst
ernstigen en bedenkelijken aard, wij zouden
het met bespottelijk"; qualificeeren; nu
evenwel is het blootweg...
Niettegenstaande de groote bewondering
en kameraadschappelijke gevoelens die wij
steeds voor u gekoesterd hebben moet het
mij ten slotte (hoe pijnlijk het ook valt)
toch van 't hart, dat ik den
gedenkwaardigen nacht zal blijven zegenen die u den
ministers zetel heeft ontrukt, en daardoor
Nederland heeft verlost van een groot ge
vaar, indien die groote verantwoordelijkheid
in deze hoogst ernstige tijdsomstandigheden,
nog aan uwe handen waren toevertrouwd
gebleven.
Inmiddels met kameraadschappelijke
gevoelens:
REIJKES, oud-officier
Amsterdam, Aug. '15.
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
Predikheerenkerkhof l, Utrecht
Alle berichten,de'ze rubriek betreffende,gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
PROBLEEM No. 25 VAN J. JESPERSEN
ZWART
a bc de fg h
WIT
Wit: Kb3, Dh2, Ta5.
Zwart: Kb7.
Wit geeft mat in drie zetten.
Oplossing over 14 dagen.
OPLOSSING EINDSPELSTUD1E No. 20
VAN H. RINK
Wit: Kb7, Lh4, Pe4, pionnen d2 en g6.
Zwart: Kd4, Tal, pionnen b6 en g7.
1. Lh4-f6, g7Xf6, 2. Pe4-g5, f6Xg5,
3- g6 - g7 en de pion haalt koningin en wint.
Op 2... Tal?gl volgt 3. Pg5-f3f en wint
den toren. Op 1... Kd4Xe4volgt2.Lf6Xal,
Ke4-f5, 3. LalXg? enz.
Goede oplossing ontvingen we van J. S.
te Zeist, Jacob Elshout Visser te Rotterdam
(die in n minuut de oplossing vond) en
M. L. Kieviet te Zaandam.
L ASKER - C APABL ANC A
Toen Capablanca in Juli 1914 onverwacht
een bezoek bracht aan Berlijn, trof hij Lasker
in CaféKerkau (een bekend schaakcentrum).
Een schaakvriend maakte van de gelegen
heid gebruik om de beide schaakreuzen te
bewegen tot het spelen van een match van
tien partijen, maar... vlugeertjes, geen zet
mocht langer dan vijf seconden op zich laten
wachten. De overwinnaar ontving een prijs.
Ondanks dit snelle tempo werd, zoo meldt
Lasker in de Hamb. NachricMen, vrij goed
gespeeld, vooral Capablanca speelde feilloos.
Hij won met 6Va tegen 3Va den match. Een
der partijen won hij zeer fraai en wel in
onderstaande stelling. We noodigen onze
lezers uit ons mede te deelen hoe Capa
blanca won.
EINDSPELSTUDIE No. 21
ZWART Lasker
l
a bc de f g
WIT Capablanca
Wit speelt en wint.
Oplossing over drie weken.
OPLOSSING PROBLEEM No. 24
VAN A. P. MACKENZIE
Wit: Ke8, Df7, Tc4, Lc8 en d6, Pb5 en
e6, pionnen d2 en g2.
Zwart: Kf5, Dg4, Lel en h3, Pc3 en g8,
pionnen c7, e2, f6, g3 en h6.
1. Tc4-e4, Kf5Xe4, 2. Pe6 c5f.
l , Dg4Xe4, 2. Df7-h5T.
l , Pc3Xe4, 2. Pb5-d4f.
l Dg4-h4, 2. Df7-h7T enz.