De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 5 september pagina 5

5 september 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

5 Sept. '15. No. 1993 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Premie D. A. Thieme fonds 1915 Volgens een bepaling der statuten van het fonds, gesticht ter nagedachtenis van wijlen den Heer D. A. Thieme, wordt jaarlijks een premie van ? 50 uitgereikt aan den leerling of de leerlinge van een der Nederlandsche inrichtingen van onderwijs voor decoratieve of toegepaste kunst, die het beste werkstuk of deel van een werkstuk heeft ontworpen en vervaardigd. Voor het jaar 1915 was aan de beurt het vak, betrekking hebbende op de versiering van stoffen waaronder men wenschte te rangschikken: borduurwerk, batikken, houtdruk, kantwerk, enz. Begin Juli werd als termijn van inzending bepaald. De ingekomen werkstukken werden ter beoordeeling geëtaleerd en verder een i ge weken tentoongesteld in het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem. Een der werkstukken, waaraan de premie D. A. Thieme-fonds ten deel viel. Over het geheel genomen, mocht de in druk van het tentoongestelde o. i. niet bevre digend heeten. Nemen wij in aanmerking hoevele inrich tingen van onderwijs voor toegepaste kunst zich in ons land bevinden, tellen wij de industriescholen voor meisjes, die wij be zitten, dan was werkelijk de deelname aan den wedstrijd beneden verwachting. Even eens kon er over 't algemeen veel meer werk zijn ingezonden dat getuigde van goeden smaak, van fijn gevoel voor kleur, en van beter begrip van de eischen der stof en gebruiksvoorwaarde bij de versiering. Men heeft doorjjeze tentoonstelling met daaraan verbonden wedstrijd een denkbeeld willen geven van de hoogte waarop het onderwijs in ons land in de versiering van textielen staat, doch dit doel is o. i. niet bereikt. Van de inrichtingen van onderwijs waar dit vak een hoofddeel van het leer programma uitmaakt, waren zoo gezegd maar weinigen vertegenwoordigd, en over 't algemeen genomen konden de scholen, die hadden ingezonden, ongetwijfeld fraaier werk leveren. Want wie de verschillende jaarlijksche of tweejaarlijksche schooltentoonstellingen bezoekt, weet dat daar menig fraai gebruikstukje te bewonderen valt en dat zelfs op enkele instellingen, waarvan het werk thans helaas ontbrak, het gehalte van het bor duurwerk en aanverwante vakken het meest volmaakte nabij komt. Het tijdschrift der Maatschappij van Nijver heid, publiceert in .zijn Augustus Nr. het oordeel van de Jury over de ingekomen werkstukken met bekendmaking van de door de Jury toegewezen prijzen. iiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiimiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiumiiiiiiiim Andere Vliegen Een heel stapeltje vliegencorrespondentie ligt voor mij. Al mijn correspondenten zijn het er over eens, dat de kameryliegen wel degelijk bij ons 's winters in huis overwin teren, dat hebben ze duidelijk waargenomen. Ik weet er niets beters op, dan maar ge duldig den winter af te wachten en dan het experiment te herhalen van de Engelsche onderzoekers. Vang in Januari .en Februari alles wat zich van het vliegendom in huis vertoont en maak dan de lijst eens op, stellig negentig percent van de gevangenen, dat durf ik nu al wel te zeggen, zullen goedige, trage, blauwachtige vliegen blijken te zijn, die antwoorden op den naam van Pollenia. Op_ zonnige dagen willen ze zelfs ook wel buitenshuis zitten tegen de warme muur en uit de winterbloemen, zooals Kerstroos of Vroege Jasmijn snoepen ze dan zelfs een beetje stuifmeel. Daar ontmoeten ze dan meteen nog andere half-suffe overwinteraars, die ook wel binnenshuis komen en soms luid brommend om de lamp vliegen, dat zijn dan meestal zweefvliegen, in het bij zonder de bekende blinde bij. Deze blinde bij heet zoo, omdat hij in uiterlijk en manieren veel op een bij lijkt, maar niet steekt, hij zou dus ook doove bij kunnen heeten, als analogon met doovenetel. Van blindheid is bij 't beest geen sprake, aan weerszijden van den kop heeft hij heele plakkaten van oogen, waarvan de afzon derlijke facetjes met een loupe, die vijftien maal vergroot, al heel duidelijk te zien zijn. Deze blinde bijen vertoonen zich het heele jaar door op de bloemen, liefst op schermbloemen of op composieten met ondiepe bloemen en doen zich daar te goed aan honig of stuifmeel. Als ze aankomen, gonWij lezen: Van de ingekomen werkstukken en ont werpen waren er twee, m. n. a. een kanten kraag (geklost) zooals later bleek ingezonden door de kant werkschoot te Sluis, waarbij geen ontwerpteekening; b. een ontwerpteekening van halsstukje en mouwtjes, met bijbehoorende uitgevoerde stukken (tamboureerwerken handborduursel), zooals later bleek ingezonden door de Dagteeken- en Kunstambachtschool voor meisjes te Amsterdam. De hoedanigheden dezer inzendingen gaven in alle opzichten aanleiding om beide, ge lijkelijk voor te dragen als in aanmerking komende, voor den uitgeschreven prijs, die in dit geval naar het oordeel der Jury, in tweeën zou moeten worden verdeeld. Zoowel uitvoering als ontwerp van b. zijn te prijzen, de verscheidenheid der techniek geeft natuurlijk weinig aanleiding tot ver gelijken, maar de Jury wil er zich niet van onthouden hier te zeggen, dat het gebleken gebruik van de machine, zooals bij b., in hare oogen geenszins een reden kan zijn om het werk achter te stellen bij het andere, waar van patroon en uitvoering zulk een gelukkig effect maakten. Zij meent integendeel dat de wijze van werken met de machine, die spoediger tot uitkomsten leidt, ^ overbodig peuterwerk doet ver mijden, en dus ook voor de praktijk meer is aan te bevelen waar zij mogelijk is, volle aan moediging verdient. De machine is een instrument als ieder ander, en slechts de vaardigheid er zich van te bedienen, en de juiste keuze van het werk waarvoor men zich er van bedienen kan, doen beslissen over de waarde der uitkomsten. De kanten kraag met den zachten fond van kleine roosjes en het scherper gehouden ornament der bladeren, was fraai te noe men, en het viel alleen te betreu ren dat door 't ontbreken der teekening niet alle voorwaarden van de prijsvraag waren vervuld. Verblijdend was ook op te mer ken, dat de kraag door vorm en wijze van behandeling als toilet stuk geschikt was en in het dragen voortreffelijk zou uitko men, een eigenschap, die bij vele dergelijke artikelen te wei nig bedacht schijnt. De mouwtjes en 't halsstukje toonden naast een gelukkige van het kleurenkeuze een fijn begrip voor het ornament, eveneens gevoel voor de bijzondere bestemming dezer bij een toilet behoorende deelen. Eervolle vermelding verdienen verder nog, volgens1 de Jury: een kindermutsje met inrijgje van ach teren, vervaardigd door eene leerlinge der Industrieschool voor vrouwelijke jeugd te Amsterdam; een taschje van groene zijde met eenvoudig versierden rand van groen en blauw, door eene leerlinge der Industrieschool te Zutphen. Het hoofdbestuur heeft overeenkomstig het advies van de Jury de premie 1915 toege kend aan: Mej. S. DE ROECK, leerlinge der Kon. Sluissche Kantwerkschool te Sluis, en Mej. A. C. AALDERS, leerlinge der Dagteeken- en Kunstambachtschool voor meisjes te Amsterdam. De premie voor 1916 zal worden uitgeloofd in het vak: Decoratie Schilderkunst." Op de laatste alinea wenschen wij in 't bijzonder aller aandacht te vestigen, daar de tijd van voorbereiding en overdenking ruim genoeg is genomen om de gelegenheid te geven met flink werk (zij 't ook van schoolleerlingen), voor den dag te komen. De kraag van Duchesse kant, door de Jury bekroond, wordt hierbij in plaat gegeven. De kantschool Koningin Sophie der Neder landen" te Sluis, gesticht door de Vorstin, wier naam zij draagt, was de werkplaats. Aldaar wordt uitsluitend onderricht gegeven in deze weelde-kanttechniek, die verband houdt met de Brugsche kant. De school weet deze werkwijze zér hoog op te voeren. Onberispelijk worden met zeer fijnen werkdraad de kantslagen uitgevoerd en de motieven tot rijke composities verwerkt. Blinde bij, bruingrijs, pooten donker, lengte 15 mM. zen ze haast net zoo als een bij en juist zooals een honigbij voor sommige bloemen in de lucht blijft zweven, stuifmeel zamelend met neerwaarts gerichte pooten, kunnen die vliegen ook in de lucht stilstaan en dan heeft hun houding zeer veel van die van de honigbij. Men zegt dan ook, dat die blinde bij in kleur en vorm, houding en manieren de honigbij nabootst en noemt dat dan een geval van mimicry. De vlieg, die niet steken kan, zou dan, door te gelijken op de strijd vaardige honigbij,ontzien worden door dieren, die hem anders zouden aanvallen. Dit is een aloud leerstuk van de dierkunde, en buitengewoon verleidelijk, om op lezingen of in populair wetenschappelijke lectuur uit te werken. Echter ontbreekt de proef op de som en ik vrees wel, dat die nooit te leveren zal zijn. Ik heb daar al heel veel op gelet en kom tot de conclusie, dat de eenige, die zich door de gelijkenis laat foppen, de mensch is, de middelmatige, oppervlakkige, min of meer presbyope mensch, vooral wanneer hij van het natuurleven weinig afweet. Bijenhouders en goed voorgelichte schoolkinderen zuilen zich zelden vergissen en de dieren voor zoover ik heb kunnen nagaan heelemaal niet. De voornaamste vijanden van deze insec ten zijn vogels, hagedissen, kikvorschen en roof-insecten, zooals roofvliegen en wespen en ook nog spinnen en nu is het al dadelijk merkwaardig, dat de meeste van die dieren heelemaal niet bang voor de honigbijen zijn. Ik heb koolmeezen en pimpelmeezen met het grootste genoegen de eene honigbij Kleeding van de Maand Teekening voor De Amsterdammer" van Rie Cramer TWEE GEKLEEDE JAPONNEN VOOR TUINFEESTEN A Japon van gebloemde voile geboord met zwart satijn. Zwarte tulen charpe, die van voren kruist en op zijde eindigt in een grooten vlinderstrik. B Japon van gekleurd taffetas. De strooken op den rok eindigen midden van voren in een breede plooi. Kraag en manchetten van wit linon. Hoed van witte tule over zwart zijden bol. Kenmerkend zijn in de kantdetails de reliefrandjes en aderen in het bladwerk, waardoor het ornament steeds het oorspronkelijk cachet behoudt, dat reeds, getuige het vroegere werk, van den aanvangaf der school eigen was. Het tweede bekroonde werkstuk konden wij helaas niet in plaat geven, daar op de foto de kleuren-mengeling niet tot haar recht kwam en aldus de groote bekoring en goede eigenschappen van het werk verloren gingen. ELIS. M. ROGGE * * * De Verbruiksvereeniging als vriendin en hulp der huismoeder Onder bovenstaanden titel wordt de bro chure van Frieda Schweitzer door Margaretha Meijboom aan de Nederlandsche vrouwen aangeboden. Ik zou willen, dat alle Nederlandsche vrouwen dit kleine boekje nmaal heel aandachtig lazen," zegt de vertaalster in haar woord vooraP' etf iets verder laat ze erop volgen: Wie de brochure van deze Zwitsersche vrouw leest, voelt diep, dat we hier te doen hebben met de Broederschap in praktijk in den meest modernen, eenvoudigsten en voor allen bereikbaren vorm." In deze dagen van strijd, waarin ons de internationale coöperatie voor oogen staat als een toekomst-ideaal, welks verwezen lijking het oorlogsgevaar zal kunnen bezwe ren, zullen de vrouwen zeker meer dan anders geneigd zijn om zich te verdiepen in de groote beteekenis, die de Verbruiksvereeniging voor onze maatschappij hebben kan en reeds verkregen heeft. De brochure van Frieda Schweitzer had in geen beter tijdstip het licht kunnen zien dan juist nu en zij had ook in geen geschikter vorm kunnen ver schijnen. Van het begin tot het einde is haar rede neering gemakkelijk te volgen en na kennis making met haar betoog zullen zeker velen er van doordrongen zijn, dat zij verkeerd doen als ze zich niet bij een Verbruiksver eeniging aansluiten en niet alles, wat zij daar krijgen kunnen, in den coöperatieven winkel koopen. voor de andere na zien opsmikkelen. De grauwe klauwier vangt voor zijn voorraadschuren op de dorens meer bijen en hommels dan vliegen, de graafwesp-bijen wolf neemt bij voorkeur honigbijen en de groote roofvlieg doet precies hetzelfde. Ook komt ieder najaar een dikke kruisspin zijn web maken in de struiken dicht bij mijn bijenkorven en vangt er iederen dag een stuk of zes. Tegenover die vijanden heeft de blinde bij dus niets aan zijn vermom ming. Nu zijn er weer andere graafwespen zooals de harkwesp en de vliegendooders, die nooit bijen, maar alleen Tliegen vangen en die nemen de blinde bij even graag als de andere vliegen, als ze ze maar makkelijk genoeg kunnen krijgen. Ik heb honderden nesten van die harkwespen uitgegraven en vond altijd in den voorraad een groote menigte cadavers van de blinde bij en zijn verwanten. Ons oordeel over de beteekenis van die vermomming moeten we dus voorloopig opschorten. De blinde bij behoort tot de familie van de zweefvliegen en daar zijn er nu ook nog onder, die heel veel lijken op wespen, niet zoozeer door houding en manieren als wel door het scherp contrasteerende zwart en geel van hun uitmpnstering. Deze kleur combinatie schijnt in sommige gevallen werkelijk afschrik te wekken, hoewel er toch ook weer een massa dieren zijn', die er zich volstrekt niet aan storen. Er is een roof vogel, bij ons te lande, helaas, zeer zeld zaam, die zich bij voorkeur voedt met wespen en hun larven en daarom dan ook wespendief heet. Ook de roofvliegen durven de wespen aan te vallen. De zweefvliegen, die op wespen gelijken heb ben tegenover die die ren dus niets aan hun kleuren en dat de straks genoemde graafwespen ze vangen heb ik ook dikwijls genoeg gezien. Met kikkers, padden en Bessenzweefvlieg, hagedissen kan het miszwart met geel, schien anders uitvallen. pooten idem, Deze zweefvliegen lengte 12 mM. trekken niet alleen de Zij vertelt hoe zij zelf over deze dingen is gaan nadenken en langzamerhand met hart en ziel coöperatrice is geworden en hoe het uit een gevoel van dankbaarheid is, dat zij haar brochure schrijft na een tien jarige ondervinding en in de .volle over tuiging, dat de organisatie der verbruikers een der zegenrijkste inrichtingen is, die de menschen tot stand kunnen brengen. De brochure is verdeeld in drie hoofd stukken. Het eerste draagt tot opschrift: De ontoereikendheid van den particulieren handel. Hierin bespreekt zij de moeilijkheden voor de huisvrouw om goed in te koopen en zeker te zijn, dat haar gezin voldoende en zuiver voedsel krijgt en behoorlijk ge kleed kan gaan zonder dat haar uitgaven het dikwijls groote inkomen van haar man nog overtreffen. Het moreele voordeel van contant betalen en de zekerheid dat wat men koopt, onder menschwaardige arbeids voorwaarden wordt vervaardigd, oefent een gunstigen invloed niet alleen op de arbei dende klasse, die voordeel heeft bij die betere arbeidsvoorwaarden maar op onze geheele maatschappij, die erbij wint als de koopkracht van het volk versterkt en zijn koopersgeweten gewekt wordt. In de Ver bruiksvereeniging worden aller belangen n en niets is misschien beter in staat om het ware gevoel van solidariteit te ontwik kelen dan deze eenheid van belangen bij het verkrijgen van wat ieder voor zijn levens onderhoud noodig heeft. Zij wijst op de besparing, die het ge volg van coöperatie moet zijn, omdat de concurrentie verdwijnt en, waar deze op houdt te bestaan, zullen geen andere winkels geopend worden dan die noodig zijn, er zullen geen overbodige onkosten worden gemaakt voor reclame; en de prijzen zullen normaal kunnen blijven, mede omdat de verkooper geen risico loopt door slechte betalers verliezen te lijden. Als we het allen maar goed begrijpen zal de coöperatie een grooter vlucht nemen maar het opvoedings werk gaat langzaam en in de groote massa van het volk moet het besef nog ontwaken van de groote dingen die bereikt kunnen worden. Door nationaal het gevoel voor coöperatie te versterken leggen we den grondslag tot een betere verhouding tusschen de ver schillende volkeren. Ook daar is het in het groot de concurrentiestrijd, die oorzaak is, dat zij als vijanden tegenover elkaar staan in plaats van samen te werken tot ver meerdering van de algemeene welvaart en dat zij met de wapens in de hand trachten te veroveren wat zij beter en vollediger langs vreedzamen weg hadden kunnen verkrijgen. Aan het einde van het tweede hoofdstuk spreekt Frieda Schweitzer van de groote vreugde, die zij gevoelt en de heerlijke zekerheid, dat het zonder twijfel gelukken zal het volk langzamerhand tot een hooger trap van economische kennis en economische rechtvaardigheid op te voeren. Zij haalt de woorden aan van den verslaggever van een coöperatieven bond, die zeide, dat de vrou wen het grootste aandeel in het werk der maatschappelijke hervorming te doen hebben en dat zij dit zonder eenig bloedvergieten doen kunnen met haar verbruikersboekje in de hand. Zij kunnen daardoor bereiken, dat zooveel mogelijk menschen in coöperatieve bedrijven worden aangesteld en er de goede arbeids voorwaarden genieten, die daar gebruikelijk zijn. Door trouw aan de Verbruiksvereeni ging kunnen de huisvrouwen bewerken, dat de millioenen, die door het tegenwoordig systeem van handeldrijven verloren gaan het volk meer ten goede komen en dat de productie in het belang der verbruikers en door hen zelf geregeld wordt. En er zal dan ook rust en vastheid komen in de bestaansvoorwaarden van den werker. Een geheel ander beeld wordt hier ge geven dan het beeld, dat wij in den regel in de coöperatieve winkelvereenigingen zien. Vermoedelijk ligt, de fout gedeeltelijk in ons, verbruiksters, en voor een ander deel in die winkelvereenigingen, die niet aan het ideaal beantwoorden. Maar, zooals Frieda Schweitzer terecht opmerkt, goede menschen maken zelfs een slechte organisatie goed en onze winkelvereenigingen zijn geen slechte organisaties al hebben ze haar gebreken. Het is te hopen, dat de brochure ijverig door de Nederlandsche vrouwen gelezen zal worden en dat de belangstelling voor de Peelvlieg, fluweelzwart met geel, pooten geel; lengte 18 mM. aandacht door hun kleuren, maar vooral door hun gedrag. Zij zijn het, die met de sprink hanen en krekels samen tegenwoordig buiten het meeste geluid maken. Ze kunnen zingen. Niet alleen maken ze geluid, wanneer ze zich op een en dezelfde plek in de lucht staande houden, door hun vleugels met duizeling wekkende snelheid te bewegen, maar ook wanneer ze stilletjes zitten op een blad of op een bloem. De vlijtigste zanger is wel een groote zweefvlieg, die we in Holland maar weinig te zien krijgen, doch die zonder mankeeren de wandeling opvroolijkt van toeristen in de Peel of in de venen van Twente. Ook om Apeldoorn heb ik hem ge hoord en gezien, want daar liggen ook nog veentjes. Zijn wetenschappelijke naam is Sericomyia borealis; we zouden hem hoogveenvlieg kunnen noemen, maar ik noem hem in gedachten altijd Peelvlieg. We fietsten op een keer van Meyel naar Asten langs den mooien kalen grintweg, dwars door 't veen. Opeens hoorden we luid gezang en toen we afstegen, vonden we op de struikhei langs den greppel een groote Sericomyia, die daar luidkeels zat te zingen. Een tweede kwam naderbij en dat ging toen al luider en heftiger, totdat nog een derde en een vierde erbij kwamen allemaal mannetjes en ten slotte verscheen het wijfje. Toen ontstond een onbeschrijfelijke verwarring. Ze vlogen allen op, om telkens al zwevend in de lucht al luider en luider te zingen, schoten door elkander heen, soms in n massa dooreenwemelend, totdat einverbruiksvereeniging bij haar zal worden gewekt. Misschien zal dan door samenwer king van*de verbruiksters bereikt kunnen worden, dat als eerste stap in de goede richting haar verbruikersboekje werkelijk het hare wordt, zoodat zij meezeggingsschap er door verkrijgt, een recht dat haar tot nu toe, als zij het geluk heeft gehuwd te zijn, door de coöperatieve Winkelvereenigingen in ons land niet wordt toegekend. H. V. BlEMA?HlJMANS * * * Vragen van den dag Vlekken van vruchten op tafelgoed, kunnen als ze nog versch zijn, gemak kelijk verwijderd worden door 't goed strak over een kom te spannen en een straaltje kokend water precies op de vlek te gieten. Men ziet dan de vlek verdwijnen en spoelt de stof uit. Vlekken van petroleum verwijdert men uit papier en alle mogelijke stoffen, door er een vinger dik aardappelmeel of een papje van magnesia en water op te leggen en dit er na verloop van twaalf uren weder zorg vuldig af te schuieren. De vlek boven een kool vuur, de warme kachel, of vlam van een kaars houden, zoodat de petroleum verdampt, is ook een uitstekend middel. Vlekken van roest op messen bestrijkt men met petroleum en wrijft ze na met heet zand of heete kolenasch. Vlekken van vliegen op gepolijste meubelen of verguld, verwijdert men met een wollen lapje gedrenkt in geest van salmiak of petroleum. Vlekken en vette randen op heeren goed en mantelkragen reinigt men het best met een wollen lapje gedrenkt in warme jenever. Vlekken van kalk op ramen verwijdert men het best met verdund zoutzuur of ster ken azijn. Vlekken op zijde of gekleurde stoffen verdwijnen veelal door het inwrijven met een wollen lapje met iets verdunde ammoniak. Vlekken van teer wrijft men in met wat boter en het geel van een ei, waardoor de teer loslaat. Hierna spoelt men de vlek in warm water na. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. HOFLEVERANCIER. H. MEIJER Koningsplein Amsterdam Maandag E September COUPONS van linnen, halflinnen, katoen, graslinneu,ongebleekt katoen, zephyrs, mousseline de laine, neteldoek, heel- en halfwol flanel Yiyella" enz. tegen bijzonder voordeelige prijzen. iiMlifliimiiimiimiiiinii delijk een er met het wijfje van door ging. De andere gingen getroost weer op de struik hei zitten en begonnen primo tempo hun liedje weer van voren af aan. De larven van deze vlieg leven in de veenmassa, liefst tusschen het veenmos en lijken op de larven van de blinde bij, de rotjes", die men wel in vieze goten aantreft. Heel veel zweefvliegen hebben dergelijke rotjeslarven. De bessenzweefvlieg echter legt zijn eieren op planten waar veel bladluizen leven. Ge kunt de vlieg gade slaan, terwijl hij bezig is, die planten te zoeken en 't lukt wel, om te zien, hoe het eitje dan vastge hecht wordt te midden van de rustige bladluizen. Na een paar dagen komt de larve te voorschijn en die grijpt met zijn bek maar om zich heen, tot hij een bladluis te pakken heeft, zuigt die uit, neemt een tweede en gaat zoo vlijftig voort, tot hij volwassen is. Het spreekt van zelf dat zoo'n bladluizenleeuw" door de menschen als een nuttig bondgenoot wordt beschouwd en we mogen daarom dan ook de zweefvliegen op een enkele uitzondering na, beschouwen als goede vliegen." Ook moeten we tot de goede vliegen" rekenen de sluipvliegen, die we soms te voorschijn zien komen uit vlinderpoppen in plaats van de vlinder, die we hadden ver wacht. De rups was bezet geweest met een eitje van de sluipvlieg, de vliegenlarve teert op 't vetlichaam van de rups, die doorgaans nog in staat is om zich te verpoppen en dan sterft. Daarbinnen komt dan de sluip vlieg tot ontwikkeling. Het aantal der vliegensoorten in ons land is weliswaar niet legio.maartoch nog eventjes over de tweeduizend en 't is dus niet zoo heel gemakkelijk, om ze allemaal te kennen. Er zijn er anders genoeg mooie en interes sante bij, net zoo goed als bij de vlinders, de kevers of de vliesvleugelige insecten, die van ouds bij voorkeur door de liefhebbers bestudeerd zijn. Maar every dog has his day" en zoo krijgen de vliegen misschien ook nog wel eens hun beurt. JAC. P. THIJSSE * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl