Historisch Archief 1877-1940
5 Sept. '15. No. 1993
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Premie D. A. Thieme fonds 1915
Volgens een bepaling der statuten van het
fonds, gesticht ter nagedachtenis van wijlen
den Heer D. A. Thieme, wordt jaarlijks een
premie van ? 50 uitgereikt aan den leerling
of de leerlinge van een der Nederlandsche
inrichtingen van onderwijs voor decoratieve
of toegepaste kunst, die het beste werkstuk
of deel van een werkstuk heeft ontworpen
en vervaardigd.
Voor het jaar 1915 was aan de beurt het
vak, betrekking hebbende op de versiering
van stoffen waaronder men wenschte te
rangschikken: borduurwerk, batikken,
houtdruk, kantwerk, enz.
Begin Juli werd als termijn van inzending
bepaald. De ingekomen werkstukken werden
ter beoordeeling geëtaleerd en verder een i ge
weken tentoongesteld in het Museum van
Kunstnijverheid te Haarlem.
Een der werkstukken, waaraan de premie
D. A. Thieme-fonds ten deel viel.
Over het geheel genomen, mocht de in
druk van het tentoongestelde o. i. niet bevre
digend heeten.
Nemen wij in aanmerking hoevele inrich
tingen van onderwijs voor toegepaste kunst
zich in ons land bevinden, tellen wij de
industriescholen voor meisjes, die wij be
zitten, dan was werkelijk de deelname aan
den wedstrijd beneden verwachting. Even
eens kon er over 't algemeen veel meer werk
zijn ingezonden dat getuigde van goeden
smaak, van fijn gevoel voor kleur, en van
beter begrip van de eischen der stof en
gebruiksvoorwaarde bij de versiering.
Men heeft doorjjeze tentoonstelling met
daaraan verbonden wedstrijd een denkbeeld
willen geven van de hoogte waarop het
onderwijs in ons land in de versiering van
textielen staat, doch dit doel is o. i. niet
bereikt. Van de inrichtingen van onderwijs
waar dit vak een hoofddeel van het leer
programma uitmaakt, waren zoo gezegd
maar weinigen vertegenwoordigd, en over
't algemeen genomen konden de scholen,
die hadden ingezonden, ongetwijfeld fraaier
werk leveren.
Want wie de verschillende jaarlijksche
of tweejaarlijksche schooltentoonstellingen
bezoekt, weet dat daar menig fraai
gebruikstukje te bewonderen valt en dat zelfs op
enkele instellingen, waarvan het werk thans
helaas ontbrak, het gehalte van het bor
duurwerk en aanverwante vakken het meest
volmaakte nabij komt.
Het tijdschrift der Maatschappij van Nijver
heid, publiceert in .zijn Augustus Nr. het
oordeel van de Jury over de ingekomen
werkstukken met bekendmaking van de door
de Jury toegewezen prijzen.
iiiiiiiiiiMiimiiiiiiiiiiiiimiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiumiiiiiiiim
Andere Vliegen
Een heel stapeltje vliegencorrespondentie
ligt voor mij. Al mijn correspondenten zijn
het er over eens, dat de kameryliegen wel
degelijk bij ons 's winters in huis overwin
teren, dat hebben ze duidelijk waargenomen.
Ik weet er niets beters op, dan maar ge
duldig den winter af te wachten en dan het
experiment te herhalen van de Engelsche
onderzoekers. Vang in Januari .en Februari
alles wat zich van het vliegendom in huis
vertoont en maak dan de lijst eens op, stellig
negentig percent van de gevangenen, dat
durf ik nu al wel te zeggen, zullen goedige,
trage, blauwachtige vliegen blijken te zijn,
die antwoorden op den naam van Pollenia.
Op_ zonnige dagen willen ze zelfs ook wel
buitenshuis zitten tegen de warme muur en
uit de winterbloemen, zooals Kerstroos of
Vroege Jasmijn snoepen ze dan zelfs een
beetje stuifmeel. Daar ontmoeten ze dan
meteen nog andere half-suffe overwinteraars,
die ook wel binnenshuis komen en soms
luid brommend om de lamp vliegen, dat
zijn dan meestal zweefvliegen, in het bij
zonder de bekende blinde bij.
Deze blinde bij heet zoo, omdat hij in
uiterlijk en manieren veel op een bij lijkt,
maar niet steekt, hij zou dus ook doove bij
kunnen heeten, als analogon met doovenetel.
Van blindheid is bij 't beest geen sprake,
aan weerszijden van den kop heeft hij heele
plakkaten van oogen, waarvan de afzon
derlijke facetjes met een loupe, die vijftien
maal vergroot, al heel duidelijk te zien zijn.
Deze blinde bijen vertoonen zich het heele
jaar door op de bloemen, liefst op
schermbloemen of op composieten met ondiepe
bloemen en doen zich daar te goed aan
honig of stuifmeel. Als ze aankomen,
gonWij lezen:
Van de ingekomen werkstukken en ont
werpen waren er twee, m. n.
a. een kanten kraag (geklost) zooals later
bleek ingezonden door de kant werkschoot te
Sluis, waarbij geen ontwerpteekening;
b. een ontwerpteekening van halsstukje
en mouwtjes, met bijbehoorende uitgevoerde
stukken (tamboureerwerken handborduursel),
zooals later bleek ingezonden door de
Dagteeken- en Kunstambachtschool voor meisjes
te Amsterdam.
De hoedanigheden dezer inzendingen gaven
in alle opzichten aanleiding om beide, ge
lijkelijk voor te dragen als in aanmerking
komende, voor den uitgeschreven prijs, die
in dit geval naar het oordeel der Jury, in
tweeën zou moeten worden verdeeld.
Zoowel uitvoering als ontwerp van b. zijn
te prijzen, de verscheidenheid der techniek
geeft natuurlijk weinig aanleiding tot ver
gelijken, maar de Jury wil er zich niet van
onthouden hier te zeggen, dat het gebleken
gebruik van de machine, zooals bij b., in hare
oogen geenszins een reden kan zijn om het
werk achter te stellen bij het andere, waar
van patroon en uitvoering zulk een gelukkig
effect maakten. Zij meent integendeel dat de
wijze van werken met de machine, die
spoediger tot uitkomsten leidt,
^ overbodig peuterwerk doet ver
mijden, en dus ook voor de
praktijk meer is aan te bevelen
waar zij mogelijk is, volle aan
moediging verdient. De machine
is een instrument als ieder ander,
en slechts de vaardigheid er zich
van te bedienen, en de juiste
keuze van het werk waarvoor
men zich er van bedienen kan,
doen beslissen over de waarde
der uitkomsten.
De kanten kraag met den
zachten fond van kleine roosjes en
het scherper gehouden ornament
der bladeren, was fraai te noe
men, en het viel alleen te betreu
ren dat door 't ontbreken der
teekening niet alle voorwaarden
van de prijsvraag waren vervuld.
Verblijdend was ook op te mer
ken, dat de kraag door vorm en
wijze van behandeling als toilet
stuk geschikt was en in het
dragen voortreffelijk zou uitko
men, een eigenschap, die bij
vele dergelijke artikelen te wei
nig bedacht schijnt.
De mouwtjes en 't halsstukje
toonden naast een gelukkige
van het kleurenkeuze een fijn begrip voor
het ornament, eveneens gevoel
voor de bijzondere bestemming
dezer bij een toilet behoorende deelen.
Eervolle vermelding verdienen verder nog,
volgens1 de Jury:
een kindermutsje met inrijgje van ach
teren, vervaardigd door eene leerlinge der
Industrieschool voor vrouwelijke jeugd te
Amsterdam;
een taschje van groene zijde met eenvoudig
versierden rand van groen en blauw, door
eene leerlinge der Industrieschool te Zutphen.
Het hoofdbestuur heeft overeenkomstig het
advies van de Jury de premie 1915 toege
kend aan:
Mej. S. DE ROECK, leerlinge der Kon.
Sluissche Kantwerkschool te Sluis, en
Mej. A. C. AALDERS, leerlinge der
Dagteeken- en Kunstambachtschool voor meisjes
te Amsterdam.
De premie voor 1916 zal worden uitgeloofd
in het vak: Decoratie Schilderkunst."
Op de laatste alinea wenschen wij in 't
bijzonder aller aandacht te vestigen, daar de
tijd van voorbereiding en overdenking ruim
genoeg is genomen om de gelegenheid te
geven met flink werk (zij 't ook van
schoolleerlingen), voor den dag te komen.
De kraag van Duchesse kant, door de Jury
bekroond, wordt hierbij in plaat gegeven.
De kantschool Koningin Sophie der Neder
landen" te Sluis, gesticht door de Vorstin,
wier naam zij draagt, was de werkplaats.
Aldaar wordt uitsluitend onderricht gegeven
in deze weelde-kanttechniek, die verband
houdt met de Brugsche kant. De school
weet deze werkwijze zér hoog op te voeren.
Onberispelijk worden met zeer fijnen
werkdraad de kantslagen uitgevoerd en de
motieven tot rijke composities verwerkt.
Blinde bij, bruingrijs, pooten
donker, lengte 15 mM.
zen ze haast net zoo als een bij en juist
zooals een honigbij voor sommige bloemen
in de lucht blijft zweven, stuifmeel zamelend
met neerwaarts gerichte pooten, kunnen die
vliegen ook in de lucht stilstaan en dan
heeft hun houding zeer veel van die van
de honigbij.
Men zegt dan ook, dat die blinde bij in
kleur en vorm, houding en manieren de
honigbij nabootst en noemt dat dan een
geval van mimicry. De vlieg, die niet steken
kan, zou dan, door te gelijken op de strijd
vaardige honigbij,ontzien worden door dieren,
die hem anders zouden aanvallen. Dit is
een aloud leerstuk van de dierkunde, en
buitengewoon verleidelijk, om op lezingen
of in populair wetenschappelijke lectuur
uit te werken. Echter ontbreekt de proef
op de som en ik vrees wel, dat die nooit te
leveren zal zijn.
Ik heb daar al heel veel op gelet en kom
tot de conclusie, dat de eenige, die zich
door de gelijkenis laat foppen, de mensch is,
de middelmatige, oppervlakkige, min of meer
presbyope mensch, vooral wanneer hij van
het natuurleven weinig afweet. Bijenhouders
en goed voorgelichte schoolkinderen zuilen
zich zelden vergissen en de dieren voor
zoover ik heb kunnen nagaan heelemaal
niet.
De voornaamste vijanden van deze insec
ten zijn vogels, hagedissen, kikvorschen en
roof-insecten, zooals roofvliegen en wespen
en ook nog spinnen en nu is het al dadelijk
merkwaardig, dat de meeste van die dieren
heelemaal niet bang voor de honigbijen
zijn. Ik heb koolmeezen en pimpelmeezen
met het grootste genoegen de eene honigbij
Kleeding van de Maand
Teekening voor De Amsterdammer"
van Rie Cramer
TWEE GEKLEEDE JAPONNEN VOOR
TUINFEESTEN
A Japon van gebloemde voile geboord met
zwart satijn. Zwarte tulen charpe, die van
voren kruist en op zijde eindigt in een grooten
vlinderstrik.
B Japon van gekleurd taffetas. De strooken
op den rok eindigen midden van voren in
een breede plooi. Kraag en manchetten van
wit linon. Hoed van witte tule over zwart
zijden bol.
Kenmerkend zijn in de kantdetails de
reliefrandjes en aderen in het bladwerk, waardoor
het ornament steeds het oorspronkelijk cachet
behoudt, dat reeds, getuige het vroegere
werk, van den aanvangaf der school eigen was.
Het tweede bekroonde werkstuk konden
wij helaas niet in plaat geven, daar op de
foto de kleuren-mengeling niet tot haar recht
kwam en aldus de groote bekoring en goede
eigenschappen van het werk verloren gingen.
ELIS. M. ROGGE
* * *
De Verbruiksvereeniging als vriendin
en hulp der huismoeder
Onder bovenstaanden titel wordt de bro
chure van Frieda Schweitzer door Margaretha
Meijboom aan de Nederlandsche vrouwen
aangeboden.
Ik zou willen, dat alle Nederlandsche
vrouwen dit kleine boekje nmaal heel
aandachtig lazen," zegt de vertaalster in
haar woord vooraP' etf iets verder laat ze
erop volgen: Wie de brochure van deze
Zwitsersche vrouw leest, voelt diep, dat we
hier te doen hebben met de Broederschap
in praktijk in den meest modernen,
eenvoudigsten en voor allen bereikbaren vorm."
In deze dagen van strijd, waarin ons de
internationale coöperatie voor oogen staat
als een toekomst-ideaal, welks verwezen
lijking het oorlogsgevaar zal kunnen bezwe
ren, zullen de vrouwen zeker meer dan anders
geneigd zijn om zich te verdiepen in de groote
beteekenis, die de Verbruiksvereeniging voor
onze maatschappij hebben kan en reeds
verkregen heeft. De brochure van Frieda
Schweitzer had in geen beter tijdstip het
licht kunnen zien dan juist nu en zij had
ook in geen geschikter vorm kunnen ver
schijnen.
Van het begin tot het einde is haar rede
neering gemakkelijk te volgen en na kennis
making met haar betoog zullen zeker velen
er van doordrongen zijn, dat zij verkeerd
doen als ze zich niet bij een Verbruiksver
eeniging aansluiten en niet alles, wat zij
daar krijgen kunnen, in den coöperatieven
winkel koopen.
voor de andere na zien opsmikkelen.
De grauwe klauwier vangt voor zijn
voorraadschuren op de dorens meer bijen en
hommels dan vliegen, de graafwesp-bijen
wolf neemt bij voorkeur honigbijen en de
groote roofvlieg doet precies hetzelfde. Ook
komt ieder najaar een dikke kruisspin zijn
web maken in de struiken dicht bij mijn
bijenkorven en vangt er iederen dag een
stuk of zes. Tegenover die vijanden heeft
de blinde bij dus niets aan zijn vermom
ming. Nu zijn er weer andere graafwespen
zooals de harkwesp en de vliegendooders,
die nooit bijen, maar alleen Tliegen vangen
en die nemen de blinde bij even graag als
de andere vliegen, als ze ze maar makkelijk
genoeg kunnen krijgen. Ik heb honderden
nesten van die harkwespen uitgegraven en
vond altijd in den voorraad een groote menigte
cadavers van de blinde bij en zijn verwanten.
Ons oordeel over de beteekenis van die
vermomming moeten we dus voorloopig
opschorten.
De blinde bij behoort tot de familie van
de zweefvliegen en daar zijn er nu ook nog
onder, die heel veel lijken op wespen,
niet zoozeer door houding en manieren als
wel door het scherp contrasteerende zwart
en geel van hun uitmpnstering. Deze kleur
combinatie schijnt in sommige gevallen
werkelijk afschrik te wekken, hoewel er toch
ook weer een massa dieren zijn', die er zich
volstrekt niet aan storen. Er is een roof
vogel, bij ons te lande, helaas, zeer zeld
zaam, die zich bij voorkeur voedt met wespen
en hun larven en daarom dan ook
wespendief heet. Ook de roofvliegen durven de
wespen aan te vallen. De zweefvliegen, die
op wespen gelijken heb
ben tegenover die die
ren dus niets aan hun
kleuren en dat de straks
genoemde graafwespen
ze vangen heb ik ook
dikwijls genoeg gezien.
Met kikkers, padden en
Bessenzweefvlieg, hagedissen kan het
miszwart met geel, schien anders uitvallen.
pooten idem, Deze zweefvliegen
lengte 12 mM. trekken niet alleen de
Zij vertelt hoe zij zelf over deze dingen
is gaan nadenken en langzamerhand met
hart en ziel coöperatrice is geworden en
hoe het uit een gevoel van dankbaarheid is,
dat zij haar brochure schrijft na een tien
jarige ondervinding en in de .volle over
tuiging, dat de organisatie der verbruikers
een der zegenrijkste inrichtingen is, die de
menschen tot stand kunnen brengen.
De brochure is verdeeld in drie hoofd
stukken. Het eerste draagt tot opschrift:
De ontoereikendheid van den particulieren
handel. Hierin bespreekt zij de moeilijkheden
voor de huisvrouw om goed in te koopen
en zeker te zijn, dat haar gezin voldoende
en zuiver voedsel krijgt en behoorlijk ge
kleed kan gaan zonder dat haar uitgaven
het dikwijls groote inkomen van haar man
nog overtreffen. Het moreele voordeel van
contant betalen en de zekerheid dat wat
men koopt, onder menschwaardige arbeids
voorwaarden wordt vervaardigd, oefent een
gunstigen invloed niet alleen op de arbei
dende klasse, die voordeel heeft bij die
betere arbeidsvoorwaarden maar op onze
geheele maatschappij, die erbij wint als de
koopkracht van het volk versterkt en zijn
koopersgeweten gewekt wordt. In de Ver
bruiksvereeniging worden aller belangen
n en niets is misschien beter in staat om
het ware gevoel van solidariteit te ontwik
kelen dan deze eenheid van belangen bij het
verkrijgen van wat ieder voor zijn levens
onderhoud noodig heeft.
Zij wijst op de besparing, die het ge
volg van coöperatie moet zijn, omdat de
concurrentie verdwijnt en, waar deze op
houdt te bestaan, zullen geen andere
winkels geopend worden dan die noodig
zijn, er zullen geen overbodige onkosten
worden gemaakt voor reclame; en de prijzen
zullen normaal kunnen blijven, mede omdat
de verkooper geen risico loopt door slechte
betalers verliezen te lijden. Als we het allen
maar goed begrijpen zal de coöperatie een
grooter vlucht nemen maar het opvoedings
werk gaat langzaam en in de groote massa
van het volk moet het besef nog ontwaken
van de groote dingen die bereikt kunnen
worden.
Door nationaal het gevoel voor coöperatie
te versterken leggen we den grondslag tot
een betere verhouding tusschen de ver
schillende volkeren. Ook daar is het in het
groot de concurrentiestrijd, die oorzaak is,
dat zij als vijanden tegenover elkaar staan
in plaats van samen te werken tot ver
meerdering van de algemeene welvaart en
dat zij met de wapens in de hand trachten
te veroveren wat zij beter en vollediger langs
vreedzamen weg hadden kunnen verkrijgen.
Aan het einde van het tweede hoofdstuk
spreekt Frieda Schweitzer van de groote
vreugde, die zij gevoelt en de heerlijke
zekerheid, dat het zonder twijfel gelukken
zal het volk langzamerhand tot een hooger
trap van economische kennis en economische
rechtvaardigheid op te voeren. Zij haalt de
woorden aan van den verslaggever van een
coöperatieven bond, die zeide, dat de vrou
wen het grootste aandeel in het werk der
maatschappelijke hervorming te doen hebben
en dat zij dit zonder eenig bloedvergieten
doen kunnen met haar verbruikersboekje in
de hand.
Zij kunnen daardoor bereiken, dat zooveel
mogelijk menschen in coöperatieve bedrijven
worden aangesteld en er de goede arbeids
voorwaarden genieten, die daar gebruikelijk
zijn. Door trouw aan de Verbruiksvereeni
ging kunnen de huisvrouwen bewerken, dat
de millioenen, die door het tegenwoordig
systeem van handeldrijven verloren gaan
het volk meer ten goede komen en dat de
productie in het belang der verbruikers en
door hen zelf geregeld wordt. En er zal
dan ook rust en vastheid komen in de
bestaansvoorwaarden van den werker.
Een geheel ander beeld wordt hier ge
geven dan het beeld, dat wij in den regel
in de coöperatieve winkelvereenigingen zien.
Vermoedelijk ligt, de fout gedeeltelijk in
ons, verbruiksters, en voor een ander deel
in die winkelvereenigingen, die niet aan het
ideaal beantwoorden. Maar, zooals Frieda
Schweitzer terecht opmerkt, goede menschen
maken zelfs een slechte organisatie goed en
onze winkelvereenigingen zijn geen slechte
organisaties al hebben ze haar gebreken.
Het is te hopen, dat de brochure ijverig
door de Nederlandsche vrouwen gelezen zal
worden en dat de belangstelling voor de
Peelvlieg, fluweelzwart met
geel, pooten geel; lengte
18 mM.
aandacht door hun kleuren, maar vooral door
hun gedrag. Zij zijn het, die met de sprink
hanen en krekels samen tegenwoordig buiten
het meeste geluid maken. Ze kunnen zingen.
Niet alleen maken ze geluid, wanneer ze zich
op een en dezelfde plek in de lucht staande
houden, door hun vleugels met duizeling
wekkende snelheid te bewegen, maar ook
wanneer ze stilletjes zitten op een blad of
op een bloem. De vlijtigste zanger is wel
een groote zweefvlieg, die we in Holland
maar weinig te zien krijgen, doch die zonder
mankeeren de wandeling opvroolijkt van
toeristen in de Peel of in de venen van
Twente. Ook om Apeldoorn heb ik hem ge
hoord en gezien, want daar liggen ook nog
veentjes. Zijn wetenschappelijke naam is
Sericomyia borealis; we zouden hem
hoogveenvlieg kunnen noemen, maar ik noem hem
in gedachten altijd Peelvlieg.
We fietsten op een keer van Meyel naar
Asten langs den mooien kalen grintweg,
dwars door 't veen. Opeens hoorden we
luid gezang en toen we afstegen, vonden
we op de struikhei langs den greppel een
groote Sericomyia, die daar luidkeels zat te
zingen. Een tweede kwam naderbij en dat
ging toen al luider en heftiger, totdat nog
een derde en een vierde erbij kwamen
allemaal mannetjes en ten slotte verscheen
het wijfje. Toen ontstond een onbeschrijfelijke
verwarring. Ze vlogen allen op, om telkens
al zwevend in de lucht al luider en luider
te zingen, schoten door elkander heen, soms
in n massa dooreenwemelend, totdat
einverbruiksvereeniging bij haar zal worden
gewekt. Misschien zal dan door samenwer
king van*de verbruiksters bereikt kunnen
worden, dat als eerste stap in de goede
richting haar verbruikersboekje werkelijk het
hare wordt, zoodat zij meezeggingsschap
er door verkrijgt, een recht dat haar tot nu
toe, als zij het geluk heeft gehuwd te zijn,
door de coöperatieve Winkelvereenigingen
in ons land niet wordt toegekend.
H. V. BlEMA?HlJMANS
* * *
Vragen van den dag
Vlekken van vruchten op tafelgoed,
kunnen als ze nog versch zijn, gemak
kelijk verwijderd worden door 't goed strak
over een kom te spannen en een straaltje
kokend water precies op de vlek te gieten.
Men ziet dan de vlek verdwijnen en spoelt
de stof uit.
Vlekken van petroleum verwijdert men
uit papier en alle mogelijke stoffen, door er
een vinger dik aardappelmeel of een papje
van magnesia en water op te leggen en dit
er na verloop van twaalf uren weder zorg
vuldig af te schuieren. De vlek boven
een kool vuur, de warme kachel, of vlam
van een kaars houden, zoodat de petroleum
verdampt, is ook een uitstekend middel.
Vlekken van roest op messen bestrijkt
men met petroleum en wrijft ze na met heet
zand of heete kolenasch.
Vlekken van vliegen op gepolijste
meubelen of verguld, verwijdert men met
een wollen lapje gedrenkt in geest van
salmiak of petroleum.
Vlekken en vette randen op heeren
goed en mantelkragen reinigt men het best
met een wollen lapje gedrenkt in warme
jenever.
Vlekken van kalk op ramen verwijdert
men het best met verdund zoutzuur of ster
ken azijn.
Vlekken op zijde of gekleurde stoffen
verdwijnen veelal door het inwrijven met een
wollen lapje met iets verdunde ammoniak.
Vlekken van teer wrijft men in met
wat boter en het geel van een ei, waardoor
de teer loslaat. Hierna spoelt men de vlek
in warm water na.
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
HOFLEVERANCIER.
H. MEIJER
Koningsplein Amsterdam
Maandag E September
COUPONS
van linnen, halflinnen, katoen,
graslinneu,ongebleekt katoen,
zephyrs, mousseline de laine,
neteldoek, heel- en halfwol
flanel Yiyella" enz.
tegen bijzonder
voordeelige prijzen.
iiMlifliimiiimiimiiiinii
delijk een er met het wijfje van door ging.
De andere gingen getroost weer op de struik
hei zitten en begonnen primo tempo hun
liedje weer van voren af aan. De larven van
deze vlieg leven in de veenmassa, liefst
tusschen het veenmos en lijken op de larven
van de blinde bij, de rotjes", die men wel
in vieze goten aantreft.
Heel veel zweefvliegen hebben dergelijke
rotjeslarven. De bessenzweefvlieg echter legt
zijn eieren op planten waar veel bladluizen
leven. Ge kunt de vlieg gade slaan, terwijl
hij bezig is, die planten te zoeken en 't lukt
wel, om te zien, hoe het eitje dan vastge
hecht wordt te midden van de rustige
bladluizen. Na een paar dagen komt de larve te
voorschijn en die grijpt met zijn bek maar
om zich heen, tot hij een bladluis te pakken
heeft, zuigt die uit, neemt een tweede en
gaat zoo vlijftig voort, tot hij volwassen is.
Het spreekt van zelf dat zoo'n
bladluizenleeuw" door de menschen als een nuttig
bondgenoot wordt beschouwd en we mogen
daarom dan ook de zweefvliegen op een
enkele uitzondering na, beschouwen als
goede vliegen."
Ook moeten we tot de goede vliegen"
rekenen de sluipvliegen, die we soms te
voorschijn zien komen uit vlinderpoppen in
plaats van de vlinder, die we hadden ver
wacht. De rups was bezet geweest met een
eitje van de sluipvlieg, de vliegenlarve teert
op 't vetlichaam van de rups, die doorgaans
nog in staat is om zich te verpoppen en
dan sterft. Daarbinnen komt dan de sluip
vlieg tot ontwikkeling.
Het aantal der vliegensoorten in ons land
is weliswaar niet legio.maartoch nog eventjes
over de tweeduizend en 't is dus niet zoo
heel gemakkelijk, om ze allemaal te kennen.
Er zijn er anders genoeg mooie en interes
sante bij, net zoo goed als bij de vlinders,
de kevers of de vliesvleugelige insecten, die
van ouds bij voorkeur door de liefhebbers
bestudeerd zijn. Maar every dog has his
day" en zoo krijgen de vliegen misschien
ook nog wel eens hun beurt.
JAC. P. THIJSSE
*
*