Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 Sept. '15. - No. 1994.,
b-1
te?l-'
r
t
"
wezen, die' zich bereid verklaarden de bil
jetten in betaling aan te nemen, de matiging
van de directie der Bank in het aanmaken
van papiergeld, korf zich de Bank of England
note in het verkeer op de pariwaarde hand
haven en de goudreserve der Bank geleidelijk
toenemen. Er was toen dan ook ernstig sprake
van, de biljetten der Engelsche Bank weder
tegen goud inwisselbaar te maken, een maat
regel door de directie der bank aanbevolen,
maar door de regeering, gesteund door het
Parlement, bestreden, zpodat een wet werd
aangenomen, waarbij de oninwisselbaarheid
gehandhaafd bleef tot een maand na het
sluiten van den vrede. Deze termijn was dus
iets minder ruim, maar overigens even onbe
paald als de verschillende tegenwoordige
uitzonderingsbepalingen, die tot zes maanden
of een jaar na het sluiten van den vrede
van kracht blijven.
Nieuwe politieke verwikkelingen deden
echter kort daarna den toestand weder ver
ergeren. In de monographie van Andreades
Geschiedenis der Bank of England", waar
aan ik het meerendeel van bovenstaande
bizonderheden ontleen, vind ik het volgende
aangeteekend, dat merkwaardig mutatis
mutandis overeenstemt met hetgeen wij
thans rondom ons zien gebeuren.
De verandering begon met het continen
tale stelsel. Alle Europeesche havens, met
uitzondering vanr dft, Zweedsche, werden
voor Engeland gesloten. Engeland beant
woordde dit met eene serie gelijksoortige
maatregelen, waarbij de invoer van een
aantal Fransche producten en producten uit
de landen, die onder den directen invloed
van Frankrijk stonden, verboden werden.
Bovendien leidde de slag, die door deze maat
regelen aan de rechten van neutralen toege
bracht werd, bijna tot een oorlog met Ame
rika, terwijl de mogelijkheid daarvan eene
kunstmatige rijzing in de prijzen van
Amerikaansche producten ten gevolge had.
Het zoude het bestek van een Weekblad
artikel verre overschrijden, indien ik het
verder verloop van den h'nancieelen toestand
totna de verbanning van Napoleon in bizon
derheden trachtte na te gaan. Laat mij
daarom volstaan met mede te deelen, dat
het tot nog een aantal jaren na de pacificate
van Europa duurde, alvorens weder normale
toestanden konden in het leven geroepen
worden. De depreciatie van de Engelsche
valuta bleef nog tot 1821 aanhouden en, wat
zeer de aandacht verdient, in de jaren
1813?15, toen de macht van Napoleon reeds
feitelijk gebroken was, nog sterker dan te
voren. Het disagio bedroeg nml.:
?IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMH IIIHIIIIIlmlIIIIMIIIII
DE GESCHIEDENIS
VAN HET MES
Met depen geïllustreerd door Henri van de Velde
Jan Dirksen was anders geen ongemoe
delijk mensen. Rustig en bescheiden ging
hij zijn Gooische-kunstschildersgang.
Tot de oorlog kwam.
De Duitschers beschoten Luik en
fel-antiduitsche gevoelens bombardeerden het kalm
gemoed des heeren Dirksen.
Aanvankelijk uitte zich zijn
Germanenhaat in kernachtige, knetterende bewoordin
gen, maar toen Luik gevallen was werd
het erger.
Op een morgen, Jan lag nog te bed, las
hij in de courant, onder de oorlogsberichten
uit België, dat het schoone Leuvensche
stadhuis in vlammen was opgegaan, dat een
uhlanen-hauptman, bij wijze van sport,
dagelijks, na afloop van het ontbijt, drie
Brugsche Bagijntjes tegelijk aan zijn lans
spietste, dat een Saksische generaal, eigen
handig, den pastoor van Vilvorde z'n tonsuur
zou hebben uitgerukt en dat een paar
barbaarsche Beieren een engelsch
roode-kruiszustertje eerst de beide poezele handjes
hadden afgekapt en haar daarna dwongen
een uitvoerig verslag hunner beiersche
barbaarschheid aan de Daily Mail te schrijven.
Huiverend van afschuw stond Dirksen op.
Hij liet een degelijke nederlandsche vloek
en ging zich wasschen. Maar zeep ge
bruikte hij niet; 't stuk Lilienmilchseife
(met de stokpaardjes) keilde hij 't slaap
kamerraam uit. Zijn haren bleven ongf kamd
en zijn tanden ongepoetst, want de universal
ffamme, de flacon Odol en de Hercules
Zahnbürste vlogen de zeep achterna den tuin in
CT eerst nadat hij van de ontbijttafel Paul
8'/s pCt. in 1814 24'/o pCt.
. 1815 19* .
1816 16K
1817/182%
. 1819 4%
1820 2%
in 1801
1802
1803/9 2'/e
1810 13K
1811 79i
1812 20%
1813 22%
Bij eene wet van Ï819 werd bepaald, dat
de verplichting der Bank om hare biljetten
in specie te betalen, opgeheven bleef tot
uiterlijk l Mei 1823, maar dat dan de specie
betaling weder moest worden hervat. Als
overgangsmaatregel werd bepaald, dat de
Bank van l Februari tot October 1820 al
de haar aangeboden biljetten moest betalen
met goud naar den prijs van 4.1 per ons,
welke prijs daarna successievelijk verlaagd
moest worden, totdat in Mei 1823 de nor
male muntprijs van 3,17.6 bereikt was.
Hoezeer deze wet bijdroeg tot herstel van
het vertrouwen kan blijken uit het feit, dat
reeds twee jaar vór den bepaalden termijn
van l Mei 1823 de speciebetaling kon her
vat worden. Maar toch moet in het oog
gehouden worden, dat eerst zes jaar na het
einde van den oorlog de toestanden nor
maal werden.
Opgemerkt dient nog te worden, dat of
schoon de Bank niet verplicht was hare
biljetten in specie te betalen, anderzijds het
publiek niet verplicht was de biljetten van
de Bank in betaling aan te nemen. Allerlei
complicatiën ontstonden daaruit, waarvan
de meest geruchtmakende was eene circu
laire van Lord King, waarin deze zijnen
pachters deed aanzeggen, dat zij in het ver
volg hun pacht moesten betalen of in goud,
of in eene voldoende hoeveelheid bankbil
jetten als noodig om de bij de
pachtcontracten gestipuleerde bedragen in goud tot
den marktprijs te kunnen koopen. Het doel
van deze circulaire was om eene beslissing
uit te lokken in deze kwestie. Dit doel werd
bereikt, maar in tegengestelden zin als Lord
King wenschte. In het Parlement werd nml.,
ondanks de regeering de aanneming' ont
raadde, een voorstel aangenomen, waarbij alle
verschil tusschen betaling in papier of specie
werd verboden, waardoor feitelijk de gedwon
gen koers van het bankbiljet ingesteld was.
Nadat het bovenstaande reeds geschreven
was, las ik in the Economist van 3 September
eene aanhaling uit Walpole's Geschiedenis
van Engeland", waarin o.a. het volgende
voorkomt omtrent den financieelen toestand
na den oorlog:
Gedurende den oorlog had men vrede
gewenscht als het tijdperk van lichtere
finanKaisers brood en de Coffein-freie Kaffee-Hag
had verwijderd, betrad de kunstenaar, wel
is waar nuchter, maar merkbaar opgelucht,
zijn atelier.
De kunstgewrochten van Dirksen, waar
voor hij, omdat ze zoo real dutch waren,
een vast afzetgebied in Engeland vond, had
hij altijd met verwen van duitsch maaksel
geschilderd. Nu ploften de volle en
halfleeggeknepen tubes Schmincke in het haard
vuur en vinnig begon de artist met zijn
zakmes het met gloeiende kleuren opgezette
palet af te krabben. Deze inspannende arbeid
scheen kalmeerend op den schilder te werken.
't Mes schrapte geleidelijk regelmatiger en
kraste minder luid. 't Was een eenvoudig
stevig knipmes, jarenlang gebruikt en in het
lemmet stond bijna onleesbaar een
fabrieksmerk gegrift. Jan had er nooit op gelet, maar nu
viel het hem open hij ontcijferde: Herder
Solingen." Het mes smakte hij bij de tubes in
het haardvuur dat veelkleurige vonken spat
tend, een ondragelijke stank verspreidde.
Dirksen voel
de behoefte
aan frissche
lucht. Van den
kapstok nam
hij zijn flam
bard, maar in
de voering
van het hoofd
deksel prijkte
met gouden
lettertjes
Habig,
Hoflieferant, en de
mooie nieu
we hoed ging
aan flarden.
Met een oud
jockey-petje,
zonder
voecieele lasten. De vrede kwam; en het grootste
deel der belastingen bleef gehandhaafd. De
last was te ondragelijker, .omdat in alle klas
sen der samenleving onvoorziene
moeielijkheden ontstonden. De landbouwer ontdekte
plotseling, dat het einde van den oorlog de
vraag naar landbouwproducten had doen
afnemen. De fabriekant ondervond onver
wachts, dat de ruïne van zijne
buitenlandsche afnemers de markt voor zijne fabriekaten
vernietigd had. De scheepseigenaar bemerkte,
dat met den terugkeer van den vrede ook
het monopolie van de vrachtvaart, dat de
oorlog hem gegeven had, geëindigd was.
De grondbezitter moest zich met lagere
pachten en huren tevreden stellen, de kapi
talist met lagere rente, de arbeider met lagere
loonen."
Dit alles haal ik niet aan, om te betoogen,
dat een spoedige vrede niet wenschelijk is,
maar wel om aan te toonen, dat na den
oorlog als de eindrekening moet geregeld
worden, de uitwerking van dezen waanzin
nigen oorlog nog jaren lang gevoeld zal
worden. Tot zekere hoogte leven wij thans
nog financieel in a fool's paradise", het
ontwaken waaruit noodzakelijk ernstige ont
goochelingen mef" zich zal brengen, die des
te ernstiger zullen zijn, naarmate de oorlog
langer duurt.
J. D. SANTILHANO
LOF DER KERMISVERMAKEN
Het September/eest in het Stadion.
Te deksel" zeide, opgeruimd, mijn
beproefde vriend ter rechterzijde, terwijl
hij zijn vettige zwartleeren portemonnaie
in de achterzak van zijn te dier plaatse
ietwat spannende kleeding perste ...
dat noem ik twee vliegen in n klap
slaan, liefdadigheid en kermisentrée's... .!'^
Ik deed hem opmerken, dat, in het
gunstigste geval, het Algemeen Steun
comitévan de 12^ cent, die hij als entree
geplengd had, er n en n vierde zou
ontvangen.
Wat hulpeloos, en alweer danig
transpireerend loensde mijn zwaarlijvige vriend
mij aan, en fluisterde:
Ach, zooals een niet onbelangrijk deel der
bezoekers, geniet ook ik een kleine bijdrage
als steun in deze moeilijke dagen, doch
Het getier dat ons omving maakte mij
zijne volgende woorden onverstaanbaar.
Onze weg had ons alweer tot het Stadion
geleid, doch ditmaal was het avond, en wij
hadden links vór den hoofdingang terzijde
afgebogen
ring of merk, liep
Jan naar 't schuurtje
achter zijn huis,
waarzijnfietsstond.
't Was een Adler.
Bijna zou hij erop
zijn weggereden,
maar met een
vernielenden blik op
het rijwiel-stempel
en een nijdigen
schop in de spaken,
trapte hij de ma
chine in elkaar. Per
pedes apostolorum
ging Dirksen't dorp
in om een nieuw mes te koopen. Een
vergeefsche wandeling, want de
dorpswinkelierin-ijzerwaren had het gewenschte
snijwerktuig niet in voorraad en recomman
deerde : Perry in Amsterdam, waar ze
natuurlijk een enorme keuze in engelsche
messen hebben. Jan besloot onmiddellijk er
op af te gaan. De wandeling van een groot
half uur naar het naburigste spoorwegstation
deed hem goed. 'n Paar minuten voor den
tijd van vertrek van een trein naarde hoofd
stad, kwam hij er aan en kon, de trein was
al in beweging, nog juist in een leeg com
partiment springen. Helaas, 't was een
afdeeling Nicht Rauchen, aan de zoldering hing
een Notbremse en op een deurtje stond te
lezen : Abort. Gelukkig mocht Dirksen, toen
de trein aan een tusschenstation stopte, in
een Nederlandsche veewagen overstappen
en zich voor het verdere gedeelte van de
reis meer beliagelijk voelen. Ja, zijn onte
vreden stemming zou wel geheel geweken
zijn, wanneer hij niet bij aankomst had
moeten ontwaren, dat de locomotief, die
hem naar de hoofdstad-des-rijks getrokken
had, van Duitsch fabrikaat was.
Rij den tnnneluitgang van liet
CentraalHet was een kille, nattige najaarsavond,
en wij bevonden ons op de z.g. zomerkermis.
Reeds aanstonds voelde ik de desillusie die
mijns vriends deel zou zijn. Hij had mij n.l.
gesproken van een Vanity-Fair, een
geperfectionneerde Fancy-Fair, vaneen uitnemend
zomer-liefdadigheids-buitenfeest, onder pa
tronaat van eenige schouwburgdirecteuren.
Doch op den Amsielveenschen weg reeds was
ons een lauw-zoete oliebollen vetlucht tege
moet gezucht, en dozijnen asp. lolmakers"
omstuwden ons. Hoe jammer" had mijn
zwaarlijvige vriend opgemerkt, dat het al
deze lieden onmogelijk zal zijn mede te
werken tot het goede doel, de liefdadigheid..!"
Maar reeds bij het ingangshekje drongen
alle stakkerds ons terzijde, en elleboogden
tot het loketje, waar luttele stuivers de pa
radijsdeuren voor hen openden.
Aardig" had mijn vriend nog gezegd,
aardig hoe die eenvoudige menschen dub
bel gaarne betalen, nu zij er iets goeds
door doen ...."
Allengs echter had zijn gelaat een andere
uitdrukking aangenomen.
Tusschen twee tenten door,
onderscheidelijk aangeduid als 3 de lekkere bakker"
en de alpensport," bereikten wij het eigen
lijk iiefdaüinheidsterren.
Daar knalde de kop van Jut, tierde de
spullebaas en jankte het orgel, zoodat mijn
vriend ietwat teleurgesteld opmerkte: pre
cies een gewone kermis."
station schreeuwden hotelportiers: Hotel
Stadt Miinchen, Sladt Elberfeld! en op het
\v7
r)7
Ik zou graag een Engelsch" mes willen
hebben," stamelde Diiksen en schuw rond
kijkend vroeg hij: ik ben hier toch welbij
Perry?"
Zeker meneer," antwoordde de bediende,
en wij verkoopen uitsluitend engelsche
artikelen, maar, ziet u, aan een engelsch '
zakmes, kan ik
u tot mijn leedwezen niet
helpen. Probeert u
't eens bij van
Embden op de
Nieuwendijk, dat is de groot
ste
staalwarenhandel van de stad.
Daar zult u stellig
slagen !
Lichtelijk beteu
terd ging Jan naar
van Embden, maar
ook daarwaren geen
engelsche messen
te koop. Duitsche
messen bij dozijnen!
Toch gaf lui den
moed niet verloren
en eindelijk gelukte
het hem ergens,
voor veel geld, een
echt engelsch mes
te koopen- F r stond
stationsplein riepen de krantenverkoopers
Kölnische Zeitting, Berliner Tageblatt / Dirk
sen stikte haast van woede. Zelfs de op
schriften Pilsncr Urquelleen Augustinerbrau
die hem aan de koffiehuisvensters langs het
Damrak vroeger vriendelijk toelonkten, irri
teerden hem thans in hevige mate en eerst
in de Kalverstraat, in het magazijn van
Perry, herkreeg Jan zijn kalmte. Gretig snoof
hij de geuren van Engelsche parfums, zee
pen en smelting-salts op en vriendelijk vroeg
hij den winkelbediende: een goed zakmes.
Een keur van messen, een collectie van
de meest uiteenloopende modellen, kwali
teiten en prijzen werd hem voorgelegd
maar ... alles made in Gcrmany.
Twee geurige Carmen's, blootshoofds een
bloem tusschen de roode lippen, streefden
ons voorbij, en een hunner riep mijn vriend
iets toe, dat als seissieslijmer" klonk...
Ik durf niet te veronderstellen, dat dit
dames van de Tombola zijn..." deed schuch
ter mijn begeleider, doch op hetzelfde
oogenblik werd hij aangegrepen door een driftig
roepend individu, dat hem in de genoegens
van het lachhuis" wilde doen gelooven.
Nu had er juist dien avond in de couranten
gestaan dat iemand op de Zaandamsche
kermis in een lachhuis" van al zijne kost
baarheden beroofd was... De herinnering
aan dat bericht en de ontnuchtering die
mijn vriend ging bevangen deden hem den
man ruw afschudden. ,
Een korte worsteling was het gevolg,
waarbij mijn zwaarlijvige vriend tuimelde,
en met een doffen slag met het achterhoofd
tegen het plankenbordes van het lachhuis
bonkte...
Terwijl hij, opstaande, de modder van zijn
jas veegde, snelde een jongmensch toe, dat
zich bekend maakte als commissaris van
een bekende voetbalclub.
Nog begrepen wij het verband niet, toen
hij toornig verklaarde, dit terrein wél ver
huurd te hebben voor een kermis, maarniet
om kapot getrapt te worden door wat hij
lompe pooien" dorst te noemen.
Verbaasd keken wij om ons heen... en
inderdaad, wij moesten ons op de veel
gewel geen fabrieksmerk of firmanaam op,
maar de winkelier garandeerde hem de echt
heid met de verklaring dat duitsche messen
nooit zoo hoog in prijs zijn.
Gelukkig en tevreden begaf Dirksen zich
naar 't station, waar hij onzen
gemeenschappelijken vriend Labaski ontmoette, die, met
een vragende blik naar 't schunnige
sportpetje van den artist keek en toen de
geschiedenis-van-het-mes met al wat daar aan
vast zat te hooren kreeg. Labaski is 'n aar
dige kerel, ik hou van 'm als van mezelf,
allén, hij doet steeds of hij overal verstand
van heeft, 't Is mogelijk dat zijn vak het
meebrengt, hij is journalist, maar zijn
je-saistout-isme is gewoonweg onuitstaanbaar.
Toen Jan dan ook zijn verhaal geëindigd
had en als stuk van overtuiging het mes
tevoorschijn haalde en het Labaski ter hand
stelde, zei deze: Amice je hebt 'n strop.
Dat 's een doodgewoon Duitsch" mes.
Smijt 't gerust weg. Overigens zie ik voor
jou de toekomst donker in. Vergis ik me
niet, dan draag je kleeren van Pcek en
Cloppenburg, een Duitsche firma, dan heb je
Dr. Jaegers-Nor mal ondergoed aan en loop
je op moffrikaansche Sa/amartrfer-schoenen.
Er zit dus voor jou niets anders op als
barrevoets in je bloote body naar 't Gooi
te kuieren. Zie dan ergens een Engelsche
bijl te leenen en sla daarmee thuis je
Bechstcin-vleugel, je Wellenschaukelbad en je
Wecksterelisator in
gruzelementen. Mis
schien heb je dan
een rustige nacht.
Apropos, met de
vernie'igingvan de
Licbfraümilch en
Mosclbliimchen in je kelder,
zal ik mij gaarne be
lasten.
B. l. STOURI