De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 12 september pagina 2

12 september 1915 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 12 Sept. '15; No. 199* Bij de eerste uitreis Van de Jan Pietersz. Coen", de grootste mailboot der Maatschappij Nederland, uit IJ triuiden, op 11 September 1915 (Teekening voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensiek) 1:. 7 ! U DE OUDE COEN : Nu ziet, wat een goede couragie vermag. Ende dispereert niet! iiimiiiiiiiiliiiiimiiiMimiiiiii! AH een tegen Frankrijk beter beschermde grens. Volgens Brentano werd door de inlijving tevens gehandeld naar den democratischen stelregel, dat in de staatkunde het grootst mogelijk geluk van het grootste aantal den doorslag moet geven; zoo wogen ook de belangen van de veertig millioen Duitschers in 1871 zwaarder dan die van het ne millioen Elzassers en Lotharingers. Volgens deze zelfde redeneering zou dus, indien wat de hemel genadiglijk moge verhoeden! het belang van het Duitsche Rijk de inlijving van Nederland eischte, het Nèderlandsche volk moeten erkennen, dat hiertegen van democratisch standpunt niets was in te brengen, omdat het ongeluk van zes millioen Nederlanders niet in aanmerking komt tegenover het geluk van zestig a zeventig millioen Duitschers! Hiermede kan een ieder gewaarschuwd zijn om de ideëele waarde van het adresDelbrück niet te overschatten; zoo men het goed leest, zal men er ook geen enkele ideëele overweging in aantreffen; maar me nigeen ten onzent weet er alleen van, dat het zich tegen inlijving verklaart, en leidt daaruit ten onrechte af, dat de adressanten het bestaansrecht van kleine volken verde digen. Maar in het artikel van Brentano in het Berliner Tageblatt komt ook een passage voor, die ons doet twijfelen of hij, terwijl om zuiver zakelijke overwegingen" zich thans tegen inlijving verklaart, toch niet een tamelijk gröote uitbreiding van gebied ge rechtvaardigd zou achten om militair-stra tegische" redenen. Immers, hij schrijft: Inlijving bij het Duitsche Rijk is slechts dan gewenscht, wanneer het gebied betreft, waarvan de inwoners gaarne tot ons komen, of wanneer de veiligheid van het Rijk haar noodig maakt; en het laatste geval dient zij dan beperkt te worden tot het gebied, dat wij om militair-strategische redenen moeten hebben." Tegen de anexatie van landstreken, waar de inwoners er naar hunkeren om bij Duitschland te worden ingelijfd (zijn er zoo?) hebHuiiiiiiniiiiiMiMiiiiimiiiiiiuniiiiiiimtiiiiimiiiiiMiMiiiiiiMiiiiiiiiiiiii BIJ T LICHT VAN DE OORLOGS VLAM X Groepsgevoel en democratie In de laatste eeuwen is de veréning, (unificatie), der individuen bevorderd op een geheel nieuwe wijze. Het is nu moogelijk, wat te vooren nooit geschieden kon, dat de meenigte, de groep, nagenoeg plotseling, soms in 't verloop van weinige uuren, collectief een zelfde ont roering ondervindt, eenzelfde gedachte denkt, eenzelfde meening krijgt en eenzelfde han deling beraamt. Het is alsof de menschheid, als organisme gedacht, door dagblad, post, telegraaf en telefoon een nieuw, uiterst gecompliceerd zenuwstelsel heeft gekreegen, waardoor het sterker leeft, intensiever voelt, machtiger handelt. Dit is, als men mijne voorstelling van de veréning der ego's aanvaardt, een nadering tot God te noemen. Dit klinkt vreemd, wanneer men de dag bladpers van gewoon menschelijk standpuut beschouwt. Maar van een eeuwigheids-standpunt is de pers, hoe vol feilen en leugens ook, een middel voor de nadering tot het Goddelijke. Ik kan drie historische gebeurtenissen noemen, die alleen moogelijk waren door dat nieuwe zenuwstelsel, dat pers wordt genoemd. Deeze drie zijn: de oppositie derwaereld teegen de boeren-oorlpg, die teegen de Dreyfus-zaak en eindelijk heevigst van al, die teegen het Pruissische militarisme en den aanval op België. Bij deeze universeele beweegingen ver zette zich steeds een sterk patriottisch ver blinde minderheid teegen de krachtig geuitte rechtsgevoelens der ooverige waereld. Dit was alleen moogelijk door de pers. Het waren feitelijk pers-oorloogen. Elke partij ben wij niets in te brengen; maar wij zijn er niet heelemaal gerust op, of militairstrategische" redenen niet misbruikt zullen worded om een inlijving, die om andere redenen gewenscht wordt, te rechtvaardigen. Bij Elzas-Lotharingen is hetzelfde geschied. Ook deze landen zijn naar het heet ingelijfd, niet uit veroveringszucht, niet omdat het Duitsche volk er een historisch recht op liet gelden; niet om een blijvenden zegesprijs" te hebben; maar omdat het bezit ervan voor Duitschland noodzakelijk was om militair-strategische" redenen. Zoo heeft althans Bismarck verklaard. Op 13 en 16 September 1870 zond hij uit het hoofdkwartier te Rheims een instructie aan de gezanten van den Noordduitsche Bond bij de neutrale gröote mogendheden. Deze instructie gaf hun aan, welke redenen zij moesten opgeven, waarom Duitschland geen einde aan den oorlog zou kunnen maken, zonder van Frankrijk afstand van gebied en een oorlpgsschatting te eisenen. De afstand van gebied, de inlijving van Elzas-Lotharin gen (Bismarck was daartoe reeds in Augus tus 1870 besloten, zooals onlangs gebleken is uit een mededeeling van Fürst vón Donnersmarck) moest aldus worden ver dedigd: De Duitsche regeeringen en het Duitsche volk verlangen eenstemmig, dat Duitschland voortaan door betere grenzen gedekt wordt tegen de bedreiging en ge welddaden, waaraan het eeuwenlang van de zijde der Fransche regeering heeft bloot gestaan. Zoolang Frankrijk in het bezit van Straatsburg en Metz blijft, is zijn offensief strategisch sterker dan ons defensief. Straats burg in het bezit van Frankrijk is een steeds geopende uitvalspoort tegen ZuidDuitschland. Daarentegen heeft voor Duitsch land het bezit van Metz en Straatsburg een zuiver defensieve waarde". Of Bismarck hier naar waarheid aangeeft, waarom hij Elzas-Lotharingen in het bezit van Duitschland wenscht te brengen, wordt in het midden gelaten; maar de redenen, die hij noemt, zijn: militair-strategische" redenen. Waaruit men kan zien, dat de beperking" van een door de veiligheid van het Rijk geeischte inlijving tot het gebied, dat om militair-strategische redenen bepaald noodig is zooals Brentano schrijft nogruimte laat voor de inlijving van een gebied van de grootte van Elzas-Lotharingen l En indien men zich daarbij herinnert, dat door de onderteekenaars van het adresDelbrück een vrede wordt verlang, die vaste grondslagen zal leggen niet alleen voor de strategische eischen, maar ook voor de poli tieke en de economische belangen van het milllillliiiiiiiiiiniimiiiiiiiiiiiiliiiiili gehoorzaamde aan de orders van haar bladen en versterkten daarmee haar samenhang. Waar de meenigte niet voldoende ont wikkeld is, niet genoeg leezen kan, om het nieuwe zenuwstelsel goed te doen functionneeren, zooals in Rusland, daar bestaan ook nog de onrechtvaardigste toestanden. In Italië vergoed het sterke oopenbare leeven met veel mondeling verkeer het gemis aan eruditie. Ooveral is de samenhang der groepen, elk voor zich, vaster geworden. Maar er is ook ooveral nog gebrekkige vertegenwoor diging en gebrekkige organisatie. Daardoor ontstaan conflicten die volgens ons weeten, ons verstand, ongerijmd en onnatuurlijk schijnen. De strijdende partijen schelden elkaar voor leugenaars en verwijten elkaar schijnheiligheid. Ik heb aangetoond hoe deeze perfiditeit voortvloeit uit het imperialisme, uit gezags-dorst en machtsbegeerte. Staatkunde is nog bijna altijd gemengd met oneerlijkheid. Het woord politician" heeft in Amerika de beteekenis gekreegen van een corrupt, oneerlijk, hebzuchtig persoon. Dit is het gevolg van onrechtvaardige groepeering der staten en van onvoldoende verteegenwoosdiging der groepen. Beeter groepeering meer overeenkomend met ons verstandelijke inzicht, en zui verder representatie zullen de noodzakelijke uitkomst worden van deezen oorlog. Noodzakelijk omdat het de algemeene en krachtige neiging is. Niets kan haar teegenhouden als een zeekere traagheid der geesten, die wel werken kan als rem, maar nimmer als vplkoomen beletsel. Het autokratisch koningschap is een slechte, onvoldoende verteegenwoordiging. De lei dende persoonen worden aangeweezen door middelen die niets uitstaande hebben met hun waarachtige bekwaamheid. Er is dus geen enkele waarborg dat zij de groep wer kelijk zuiver verteegenwoordigen. Een enkele maal komt een geschikt persoon aan 't hoofd, maar ook vaak, zelfs meestal, een onbekwaam. Duitsche Rijk, dan is er eenige reden, aan deze heeren te vragen, wat zij eigenlijk onder die vaste grondslagen" verstaan, voordat men hun den lof toekent, dat zij Duitschland bij een eventueele overwinning gematigdheid en zelfbeheersching willen doen betrachten. Zoo men in Duitschland er prijs op stelt en voor dit vermoeden bestaat eenige reden dat door de neutrale volken aan drang wordt uitgeoefend om tot den vrede te geraken, zal men daar een weinig duide lijker, dan tot dusverre geschiedde, moeten aangeven, op welke voorwaarden Duitsch land bereid zal zijn een einde aan den oorlog te maken. Aan wat in het openbaar daar over is medegedeeld, heeft niemand een houvast. 8 Sept. 1915 G. W. KERNKAMP De Artillerie van het Veldleger in den tegenwoordigen Oorlog Van een militairen medewerker Waarover de deskundigen het in theorie reeds eens waren; heeft de oorlogspractijk bevestigd, n.l. dat infanterie-aanvallen, die zonder behoorlijke voorbereiding en onder steuning van artillerie ondernomen worden, weinig kans op succes hebben en dan ook als regel verbloeden. Nog steeds vormt, om met Napoleon te spreken, de artillerie de ruggegraat der infanterie. Ofschoon het streven der aanvallende artillerie er op gericht zal zijn de batterijen van den verdediger reeds tijdens het inleidend gevecht te vernietigen, zal haar dit slechts zelden gelukken De gedekte stellingen en de toepassing der schilden maken, dat zij zich gewoonlijk met eenige verzwakking van het verdedigend artillerievuur tevreden moet stellen in deze periode. Pas tijdens de doorvoering, als de verdedigende batterijen zich meer of minder moeten vertoonen om hun infanterie be hoorlijk te kunnen steunen, zal demonteervuur mogelijk blijken. Eer het echter zoo ver is, heeft de aanzwak individu dat door de hem toege kende macht nog verder bederft en een werktuig wordt in de handen van eerzuch tige, sterke persoonen of kleine groepen. Het zou oovereenkoomen met ons ver standelijk inzicht als wij de leidende per soonen koozen, nadat ze hun bekwaamheeden hadden getoond. Maar dat is niet zoo eenvoudig en gaat niet op eenmaal. De traagheid der geesten werkt hier als rem: De massa is gehecht aan oude instellingen, aan een naam, aan een dynastie. Ook is zij niet op eenmaal scherpzinnig genoeg om de bekwame per soonen uit te vinden. Niettemin is de neiging; onweerstaanbaar. Het koningschap verandert. Het wordt een ornament, terwijl men door een constitutie de onreedelijkheid corrigeert, en toch tege moet komt aan de traagheid (inertie) der geesten. Onderwijl gaat de polarisatie der ego's gestadig voort. Waar zij vrij kan werken zooals in een republiek daar geeft ze wel meer aanleiding tot wrijvingen en conflicten, men denke aan Frankrijk maar ze wint sneller veld. Het volk leert beeter on derscheiden, de nieuwe staatsvorm wint aan vastheid en de gekoozen persoonen, die maar geduiyende een korten tijd moogen regeeren, gaan meer en meer beantwoorden aan den eisen van zuivere reprensentatie. Het kiezen van den imperialist Napoleon III door een volksstemming, was een gewel dige flater veroorzaakt door de traagheid der geesten, die verbl nd waren door de glorie van den eersten Napoleon. Bij de gröote debacle van 1871 werd die fout ge boet en hersteld. Ondanks gestadig gehar rewar en ondanks corruptie, waren toch de laatst gekoozen leiders mannen van eer en bekwaamheid de gevreesde verwarring bij het periodisch aftreeden komt niet voor, en de kans op herstel van het koningsschap is kleiner geworden dan ooit. In Amerika is deeze voortgang nog duivallende infanterie reeds geweldige verliezen geleden en geen wonder dan ook, dat vele dier aanvallen reeds in den kiem verstikken. Maar zelfs als zij doorgezet worden, is het aantal dooden en gewonden meestal zoo aanzienlijk, dat het den aanvaller niet veel verder brengt. Aan de Marne bedroegen de verliezen alleen aan Franschen kant meer dan honderd duizend man. Op hoeveel verliezen zou een legeraanvoerder thans aan het Westelijk front moeten rekenen, wil hij een beslissend succes kunnen behalen door 20 a 30 rijen loopgraven heen. In dezen oorlog is gebleken, dat de uit werking der artillerie die der infanterie overtreft. Concludeerde men na den Russischlapanschen oorlog op onvoldoende gegevens tot een volslagen fiasco der artillerie, de tegenwoordige krijg komt tot heel andere resultaten. Voor de eerste maal indekrijgsgeschiedenis heeft het infanterievuur minder uitwerking dan het zware wapen. Een der vele verrassingen in dezen oorlog, die rijk is aan surprises. Zij, die van de slagvelden terugkeeren, en de rapporten van officieren van gezond heid deelen mee, dat het artillerievuur de meeste wonden veroorzaakt. Zoo behandelde de Fransche chirurg dr. Hartmann 311 zwaar gewonden; hiervan had den 189 of 60,8 pCt. verwondingen door artillerie-projectielen, 99 of 31,8 pCt. ver wondingen door geweerkogels, terwijl bij 23 verwondingen of 7,4 pCt. de oorzaak niet te constateeren vwas. De verhouding der door artillerie- en infanterievuur buiten gevecht ge stelden is dus 1,91 tot l, terwijl na den OostAziatischen oorlog aangenomen werd, dat deze verhouding 0,22 tot l bedroeg. Waar schijnlijk komt bij de dooden een nog grooter percentage pp rekening der artillerie. Thans wil ik een enkel woord aan de techniek van het te velde staande geschut wijden. Dat de affuit stilstaat en het kanon na het schot terug loopt, zal nu ook wel de leek weten. Veeren of samengeperste lucht (Frankrijk) brengen het kanon weer in batterij terug. De stilstaande affuit gaf gelegenheid tot het aanbrengen van kijkeropzetten en schil den, waarachter de bediening tot op 400 M. veilig is voor geweer- en granaatkartets kogels. In 1870/71 was de maximum vuursnelheid pi.m. 2 schoten in de minuut, thans pi.m. 20. Tengevolge van die enorme vuursnelheid is veel munitie noodig. Daarom staat de gepantserde caisonachterwagen onmiddellijk naast het kanon in stelling. Bedroeg het aantal stukken geschut per delijker, omdat daar geen tradities belem merend werken en omdat het verbindend zenuwstelsel der menschheid daar beeter functioneert dan ergens elders. Reeds de keuze van een man als Roosevelt was hoopvol en merkwaardig. Met al zijn gebreeken was die man toch een goede representant van de Amerikaansche menschengroep. Forsch, energiek, doortastend, wat snoevend en la waai] ig, maar eerlijk, moedig en rechtschapen. Terwijl het een wonder mag heeten en een triomf voor de democratie, dat een mas sale groep van 90 millioen menschen in staat is geweest eenen man als Wilson, een der beste staatshoofden dien de waereld heeft voortgebracht, uit te vinden en aan 't hoofd te stellen. In landen als Engeland en Nederland wer ken de tradities remmend en het goede ge volg daarvan is, dat de opvoeding van het volk wordt voltooid, terwijl de instellingen naar 't uiterlijk onveranderd blijven. Komt eerlang de tijd en dit acht ik onver mijdelijk dat de regeeringsvorm ver andert, dan zal dat kunnen gaan zonder wanorde, zonder bloed vergieten. De ware democratie is ook aristokratisch. Dat wil zeggen dat de heerschende persoon zoozeer is aristos", rechtschapen, goed, voornaam dat hij de deugden en de zonden van zijn groep in zich voelt, en in zich vereenigt het eergevoel en het schuld besef der massa. Zoo was ook de Chineesche opvatting van het Keizerschap. De Keizer ging jaar lijks bidden in den tempel des Heemels, en deed boete voor allen, met diep gevoel van verantwoordelijkheid zooals eenen Wijze betaamt. De Leider of Heerscher moet zijn de rechtvaardige, liefdevolle, verantwoordelijke mensen, en niet zooals de Duitsche, Russische en Oostenrijksche vorsten de machtdorstige, bazige, opgeblazen mensch, niet een imperialist maar een die waarBOUWT TE NOMSPEfT. Mooie boschrfjke terreinen. Spoor.Tram, Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen Mfl. .DE VELUWE", Nunspeet. - American - Eau de Cologne wordt het MEEST gevraagde Merk. Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk. TAMINIAÜ'S - JAM ^^Sv *«AA5T TRA DB MAEK Le Cognac Martel! est garant! comme tant Ie produit naturel des vins récoltés et distillés dans la région de COGNAC. Agents: KOOPMANS en BRUINIER, AMSTERDAM. iiiiiiiiiiiiiitiiiiiiHiiiiiniiii Duitsch legerkorps in 1870 90 op de 25 infanterie bataljons, nu is dit aantal bereids tot 160 gestegen(de hou witsers meegerekend). Het kaliber van het veldgeschut is algemeen 7,5 cM.; in sommige landen heeft de rijdende artillerie (welke de cavalerie volgt) een kleiner kaliber dan.de veldartillerie (in Engeland heeft de rijdende artillerie een kaliber van 7,62 cM., de veldartillerie van 8,32 cM). Het gewicht van den aangespannen vuurmond varieert; de norm is 1700 Kg. Het normale projectielgewicht is 6,5 Kg-, de aanvangssnelheid 500 M. per sec. De Fransche granaatkartets weegt evenwel 7,25 Kg., terwijl de aanvangssnelheid 530 M. is. Hoe grooter de aanvangssnelheid, hoe gestrekter de baan, hoe meer uitwerking van het granaatkartets schot. De granaatkartets bevat 300 kogels van pi.m. 10 gram; de stalen brisantgranaten springen in pi.m. 300 scherven. De schootsverheid van de Fransche granaat kartets bedraagt 6500 M., van de granaat 8500 M. De Duitsche granaat kart ets schiet tot 5000 M?de granaat tot 8000 M. Tot de artillerie van het veldleger behooren ook de houwitsers, wier sterk ge kromde banen hen in staat stellen dicht achter verticale dekkingen te vuren en horizontale door te slaan. De lichte Duitsche en Oostenrijksche veldhouwitsers hebben een kaliber van 10,5 cM. en verschieten projectielen, die van 11 tot 16 Kg. zwaar zijn; de middelbare van 12 cM. verschieten projectielen met een gewicht van 20 tot 25 Kg. en de zware van 15 cM. projectielen met een gewicht van 40 Kg. Terwijl de lichte en middelbare overal in den veldslag gebruikt kunnen worden, schieten de zware voornamelijk tegen sterk bevestigde veldstellingen, sperforten en lijk, in eenvoud en deemoed, zoekt het hoogste Zelf, God in zich, zijn heilig ego en wiens eenig doel is de gerechtigheid, het polariseeren der massa in de Heilige Richting. Het denkbeeld dat de massa, als massa, zou kunnen regeeren, is onzinnig. Zulk een democratie is dood gebooren. Altijd zullen er enkele individuen moeten zijn, die als genieën of helden worden geëerd, gevolgd en gehoorzaamd. Maar wel kan de massa zulke genieën erkennen en verheffen door vrije keuze. En dat zal geschieden in de Staatsreegeling der toekomst, de aristocratische demokralie. Ik heb in de Blijde Waereld gesprooken van een gezaglooze toekomst, waarin nie mand heerscht en niemand gehoorzaamt, maar allen Gods wil doen, uit eigen inzicht. Men zal welligt vragen of ik die ver wachting heb opgegeeven. Ik antwoord: integendeel. Ik heb nooit zulke schoone verwachtingen gehad of ik acht ze thans nog veel te gering, lang niet schoon genoeg. Maar zoolang wij menschen zijn, zullen er ook beeter en slechter individuen zijn. En dan is het noodig dat de goeden de leiding hebben, niet de massa en bloc". Hoe meer de massa echter ontwikkeld en beschaafd wordt des te beeter wordt haar samenhang. Des te minder inspanning of geweld is er noodig haar te bestuuren, des te meer gaat de leiding onmerkbaar, als van zelve, wu-wei. Wij zijn in een steeds veranderende periode en wij benaderen voortdurend een hooger organisatie, die, naar het door mij gekozen symbool, gelijkt op het graanveld waar de kalmen vrij-staand opstreeven naar het Licht, elkander beschermend, zonder op elkander te steunen of elkander te ver drukken. FREDERIK VAN EEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl