De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 19 september pagina 2

19 september 1915 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Sept. '15. No. 1995 l' Heinrlch Fiedler f Het bericht van zijn overlijden, dat men deze week in de dag bladen heeft kunnen lezen, kwam niet onverwachts. Lang reeds werd hij verpleegd in een inrich ting voor zenuwzieken bij Weenen, waar .hij herstel zocht voor het evenwicht, dat in de laatste tijden van zijn verblijf te Am sterdam was verstoord. Vol goeden moed en met de zekerheid van een eerste plaats als concertmeester in de Amsterdamsche muziekwereld was hij uit zijn land hierheen gekomen. Spoedig reeds was hij hier een gevierd violist en werd hij door bepaalde kringen vereerd, vertroeteld. Hieraan had hij behoefte. Zonder pedant of eigendunkelijk te zjjn had hij toch noodig, dat men zijn spet, zijn lessen waar deerde : een kinderlijk verlangen naar steun in zijn natuur. ? Het Conservatorium stelde hem, na het vertrek van Flesch, aan als hoof dleeraar voor viool, welke betrekking hij met ambitie aan vaardde. Na korten tijd echter, toen het tot hem doordrong-, dat hij op losser bodem stond dan hij had kunnen vermoeden, werd zijn vertrouwen sterk aan het wankelen gebracht. De ingezon den stukken destijds in de kran ten zal men zich nog herinneren. Fiedler voelde zich vreemder dan ooit, verlaten; het werd hem hier te ban gr Bij velen zal de herinnering aan zijn geacheveerd spel, zijn ietwat zoetelijken vioolklank, die een zekere bekoring had, blijven bestaan. Menige leerling vooral zal hem blijven gedenken. lillllllMllllllllinitlllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllltllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllltlllllllllllll IMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIII1IIIIIIIIII1IIIIIIIIII1IIIII een nationale oorlog gevoeld en het binnenrukken der Duitsche n Oostenrijksche legers in West-Rusland heeft de religieus getinte, diepe vaderlandsliefde van het Russische volk sterk beroerd. Volgens Schiemann zullen het ontslag van Nicolai Nicolajewitch en de instelling van een liberale regeering (bij het schrijven van zijne brochure kon hij reeds vermoeden, dat het daartoe zou komen) de catastrophe niet afwenden en staat de revolutie voor de deur. Met de mogelijkheid van een revolutie zou zeer zeker rekening moeten worden gehou den, indien, naar Schiemann's veronderstel ling, de Russische legers ten eenenmale uiteengeslagen en gedemoraliseerd waren. Dit. is echter niet het geval; de gebeurte nissen van de laatste weken bewijzen, dat Rusland's kracht nog niet is gebroken; het zich meer en meer doen gelden van de liberale partij behoeft niet, evenals in 1905, een voorbode van de revolutie te zijn, maar mag veeleer worden beschouwd als een aanwijzing, dat ook in Rusland alle nationale krachten zullen worden samengetrokken om den Duitschen vloed te keeren. 15 Sept. G. W. KERNKAMP HIIIIIIIIHIMIIIIIItlltllllllHIIIIIIIIIUIIIIIIUIIIIIIIIIIMIIIIIIIMlIlllllhlIlIllll Belasting op Oorlogswinsten De moeilijke omstandigheden, waarin ons land sedert het begin van de maand Augustus 1914 verkeert, de plotseling op reusachtige schaal verhoogde uitgaven des Rijks, meer speciaal veroorzaakt door de mobilisatie van leger en vloot, en de maatregelen, die direct en indirect hiervan het gevolg waren en nog zijn, hebben het noodig gemaakt dat de regeering de beschikking kreeg over ver scheidene millioenen meer dan haar in gewone omstandigheden gemiddeld toege staan worden. De beide KamerS der Staten-Generaal hebben geen bezwaren van eenig belang gemaakt tegefl deze aanzienlijke verhooging van het budget, waar het de hoogste belan gen des lands geldt. Wel is er eenige strijd ontstaan omtrent de wijze waarop men aan het benoodigde geld moest komen en men zal zich nog de polemiek herinneren, die gevoerd werd over de keuze tusschen een leening of een heffing in eens. Zoowel in als buiten het Parlement waren De Stad der Paalwoningen Wereldstad-fantazieën van MARTIN LIKET Sedert het tentoonstellingsjaar 1883 tracht ieder rechtgeaard Amsterdammer zichzelven en anderen vooral anderen wijs te maken, dat we nu goed op weg zijn om een voorname plaats in de rij der wereldsteden in te nemen. Sinds ruim dertig jaar staan we met deze geruststellende verzekering op en gaan we 's avonds weer naar bed, goed schiks of kwaadschiks, maar nooit later dan twee uur, soms een half uurtje vroeger, hetgeen afhangt van de opvatting omtrent burgerlijke orde en zedelijkheid, welke op het Prinsenhof de heerschende is. Sedert ruim dertig jaar besteden we de vrije uren vór en na onze gewone dagelijksche bezigheden, zelfs die uren welke we tijdens onze gewone bezigheden vrij weten te maken, met het rondkijken langs Amstel en Y om te zien hoever we met de oplossing van dat wereldstad-probleem zijn gevorderd. En sinds dertig jaar moeten we lederen dag iets meer inboeten van de zelf ingenomenheid, waarmede we in '83 de wereldtentoonstelling hebben begraven en naar huis gingen in de blijde overtuiging, dat uit dien chaos van spanten en gebinten achter het Rijks-Museum de nieuwe stad zou herrijzen met al den luister eener metropool. Het eerste symptoon van wereldstadwording was een belofte voor stijgende groeikracht. Met het Rijks-Museum kreeg Amsterdam een monülrient, waarmede stad en land een oude eereschuld aan ons roem rijk voorgeslacht inlosten. Tevens was dit gebouw het uitgangspunt voor de nieuwe uitbreiding der stad aan de zuid-zijde, het middelpunt van een nieuw kwartier. En achter de deftige Ruijsdaelkade en de niet minder statige Stadhouderskade lag een heele bende revolutiebouwers en huisjes melkers op den loer om de groeiende wereld stad te helpen aan een faubourg, waaraan dertig jaren van verwording een aspect gegeven hebben, dat enorm zal schaden aan den indruk, dien het eenmaal uitgevoerde plan Zuid van den architect Berlage zou kunnen maken, temeer wijl de hoofdver bindingswegen het Satphati-park, van iets betere ordonnantie, op een afstand laten liggen. Antere wijken volgden, wedijverend in heftige voorstanders van elk der beide richtingen. De eerste wijze van voorziening in de behoefte aan geld heeft men, toegepast, o.i. terecht. Immers door gebruik te maken van een heffing in eens zouden velen zeer en minder vermogenden gedwongen zijn hun landerijen, huizen en andere vaste goederen alsmede hun effecten te beleenen of te verkoopen. Juist van de meer gefortuneerden zou eenprogresiefhoogereheffinggeëischt worden. Maar het gevolg hiervan zou natuurlijk zijn dat de koopers gingen ontbreken of wel dat de prijzen, waartegen verkocht zal moeten worden, enorm dalen zouden. Alleen hierom reeds zal het de voorkeur verdienen een leening te sluiten en de gel den, benoodigd voor het betalen der renten van het bedrag, dat geleend wordt, te doen opbrengen, in verband met de draagkracht, door de belastingschuldigen, die deze heffing uit hun inkomen kunnen voldoen, zonder dat het kapitaal behoeft te worden aangetast. Op welke wijzen nu kan de Staat zich de benoodigde gelden verschaffen om in de verhoogde uitgaven te voorzien? l o. door het heffen van (meer) opcenten op de bestaande belastingen; 2o. door het invoeren van nieuwe belas tingen. Andere middelen laten wij hier verder buiten beschouwing. Beide wegen heeft de regeering ingeslagen of wel ligt het in haar voornemen dit te doen; wat punt 2o. betreft moge als voor beeld dienen de ontworpen tabaksbelasting. Van verschillende zijden is voorgesteld een extra-belasting te heffen van de zoo genaamde oorlogswinsten"; zij, die voor dit denkbeeld propaganda maken, kunnen in twee partijen worden ingedeeld: van per sonen die uit zekere afgunst dat hun die fortuintjes ontgaan zijn, wel gaarne zouden zien dat die. meer gelukkigen een flinke aderlating ondergingen en voorts van hen die geheel objectief van meening zijn dat waar de abnormale omstandigheden oorzaak zijn van de abnormale winsten het niet meer dan billijk is dat een flink percentage hiervan den Staat ten goede komt. Om een zuiver oordeel over het al dan niet wenschelijke van oorlogswinsten te kunnen vellen moeten wij eerst nagaan wat hopelooze leelijkheid met de z.g. Pijp", welken naam de kritisch-satirisch aangelegde volks-fantazie vond om de buurt Y. Y. te karakterizeeren. En intusschen begon ook de oude stad de stulpjes van wereldstadgroei te gevoelen: het terrein der oude gasfabriek op de Weteringschans zag een kwartier van tweede-rangs-huizen verrijzen ; de veemarkt werd verplaatst van de Lepel straat naar 't abattoir aan den Zeeburgerdijk ; de Overtoom werd gedempt na annexa tie van een deel der gemeente NieuwerAmstel; de Hoogesluis verlaagd in verband met de zich steeds verder verlengende Weesperzijde, wie dezelfde taak werd toe bedeeld als vroeger aan de Stadhouderskade: al het leelijke "te bedekken dat er achter verborgen werd. Toen kwam het Centraal-station, dat het uitgangspunt werd van de beunhazerij, welke het hartje der stad voorgoed zou bederven en de normale ontwikkeling van Amsterdam tot wereldstad op gevoelige wijze belemmeren. Men behoeft de vórgeschiedenis van het Centraalstation-plan niet te kennen om over tuigd te zijn dat dit monumentaal gebouw was ontworpen, met het front rechthoekig op de as van het Damrak, om als point-devue te dienen voor een bieeden verkeersweg of boulevard, die kon verkregen worden door demping van het Damrak en 't Rokin tot aan de Munt. Ook de toen reeds han gende plannen voor den bouw eener nieuwe Beurs hielden met deze eventualiteit reke ning, en het algemeen gevoelen was dan ook, dat dit de meest rationeele oplossing was voor de modernizeering van 't voor naamste deel der stad. Ik heb te veel eerbied voor het talent van den grootmeester onzer moderne architectuur om ook nog mijn stem te mengen in de eindelijk langzaam wegstervende cacophonie van goed- en afkeurende kritieken, waaraan zijn bouwwerk na de voltooiing heeft blootgestaan. Maar ik verwed er een lief ding onder dat de geniale bouwmeester de eerste zal zijn om te erkennen, dat zulk een monu ment op een andere plaats en in een om geving, waarop hij zelf invloed had kunnen uitoefenen, meer tot zijn recht zou gekomen zijn dan hier, waar twee zoo belangrijke bouwwerken als het Centraal-Station en de Beurs elkander moeten schaden, alleen reeds door hun ligging in eikaars onmiddellijke nabijheid, ongeacht de schrille tegenstelling in stijl en karakter. En het moet voor de eigenlijk onder oorlogswinsten moet worden verstaan. Oppervlakkig bezien lijkt het zeer duidelijk en eenvoudig. Obrlogswinsten zijn min of meer grove, abnormaal hooge winsten, op den verkoop van roerende goederen behaald, tengevolge van de buitengewoon groote vraag, gepaard aan voortdurend stijgende prijzen, een en ander veroorzaakt door den grooten Europeeschen oorlog. Als een voorbeeld van oorlogswinsten in Amerika zou kunnen gelden de groote voordeelen behaald, sedert het begin van dit jaar, door de Bethlehem Steel works, een limited company, wier aandeelen vór den oorlog ver beneden pari stonden, doch thans een vijfvoudige waarde bezitten, al moge deze waarde door den speculatiegeest ook abnormaal hoog gekomen zijn. De groote leveranties van oorlogsmaterieel aan de ge allieerden zijn hiervan oorzaak. Zulk een ondubbelzinnig vaststaand feit levert natuurlijk weinig of geen moeilijk heden op. Uit den aard der zaak is het bij ons te lande met dergelijke leveranties heel anders gesteld. In het najaar van 1914, toen omtrent den uitvoer uit ons land nog zoo goed als geenerlei verbodsbepalingen bestonden, kochten agen ten van vreemde mogendheden hier te lande voor grof geld levensmiddelen en andere benoodigdheden op en men mag er ver zekerd van zijn dat toen enorme winsten behaald werden. Personen, die in gewone tijden geheel andere of zelfs geen beroep uitoefenen, wierpen zich, door winstbejag gedreven, tot opkoopers en verkoopers op, zeker als zij er van waren hetgeen zij bijeenbrachten met goede winsten te Ttunnen verkoopen. Scheepsladingen werden zeilende verkocht en kregen een nieuwe bestemming. Mocht ook een enkele, al te overmoedig, wat schade geleden hebben, het gros dezer speculanten spon er zijde bij. Naderhand werd de uitvoer van sommige artikelen, tijdelijk of voor goed, gesloten, het gevaar bij het vervoer over zee werd grooter. Tegelijkertijd nam het smokkelen, althans het pogen dit te doen, toe. Daarentegen liepen de prijzen op, de aanvraag werd grooteren de voorraad, in normale tijden voor gebruik in het binnenland bestemd, kleiner. In algemeenen zin was deze versterkte uitvoer niet nadeelig. Waar toch de invoer in ons land uit het buitenland niet,aanmer kelijk is afgenomen, zal dus goud, dat anders ons land zou verlaten, thans hier kunnen blijven, vooral waar de prijs der ingevoerde goederen over het algemeen belangrijk ge stegen is. Niettemin moet het een nadeel geacht worden dat de prijs van vele arti kelen, vooral van dagelijksch gebruik, sterk gestegen is. Onlangs werd in een tijdschrift de ge maakte extra-winst op niet minder dan een milliard geschat. Daargelaten of men eenige waarde aan een dergelijke schatting mag hechten, staat het toch vast dat het cijfer ongetwijfeld zeer hoog is. Waar nu de Staat een buitengewoon sterke bijvulling van de schatkist van noode heeft, spreekt het van zelf dat een heffing van juist deze winsten in de eerste plaats wenschelijk is. Maar daarbij doen zich verschillende moeilijkheden voor. Vooreerst natuurlijk de moeilijkheid voor den fiscus om met eenige juistheid te kunnen constateeren, wie deze winsten gemaakt heb ben en hoe groot het bedrag ervan is. Dit bezwaar doet zich natuurlijk bij alle dergelijke belastingen gevoelen, b'y. bij de vermogens belasting maar gezien het zeer aparte dezer bron van inkomsten hierbij toch zeker in veel sterkere mate. Scherpe controle gepaard aan groote voorzichtigheid bij het vaststellen van den aanslag worden vereischt. Een tweede moeilijkheid betreft het vast stellen van wat met juistheid oorlogswinsten mogen worden genoemd. Verschillende naamlooze vennootschappen, inzonderheid die welke indische zaken drijven en grove winsten hebben behaald, schreven belangrijke bedragen af op vaste en roerende goederen of wel op reserves. Dan zijn er tal van particulieren en maateigenliefde van Dr. Cuijpers een gevoelige slag zijn geweest dat hij, die den eersten stoot gaf aan de modernizeering van dit voorname stadskwartier, geheel werd voorbij gezien bij de voortzetting en voltooiing, als wilde men aan het Centraal-Station de eer ontzeggen en het recht betwisten om de nieuwe omgeving te domineeren. Wie sinds dertig jaren met meer dan gewone belangstelling en met een kritischen buk dit proces onzer wereldstad-wording volgt, moet wel langzamerhand de overtui ging krijgen, dat bij het ontwerpen en uit voeren van plannen tot modernizeering onzer stad twee factoren ontbreken: besef van methode en gevoel voor harmonie. De laatste uitlegging der stad naar de overzijde der toenmalige buitensingels heeft Amsterdam verrijkt" met eenige nieuwe wijken, waarvan alleen het Muzeum- en Willemsparkkwartier eenig cachet bezitten. De andere, z.g. volks wijken, die elkaar in een breeden gordel opvolgen van den Spaarndammer- naar den Zeeburgerdijk, vertoonen alle dat troostelooze aspect van eentonigheid naar de formule der revolutie- en huisjesmelkers-architectuur, welke niet over voldoende motieven beschikt om ook in een complex volkswoningen den goeden smaak te vereenigen met de prac tische, d.w.z. rendabele inrichting. Eerst in de laatste jaren heeft de coöperatie hier en daar huizenblokken doen verrijzen o.a. over het Y en in de Indische wijk waarvan de ordonnantie zeer gunstig afsteekt bij het schromelijk banale, dat er onmiddellijk aan grenst. Maar een nog veel ernstiger grief en deze treft de afdeeling Publieke Werken onmiddellijk is wel deze: dat men^die verschillende wijken heeft ontworpen en aangelegd, zonder zich eerst de zekerheid te verschaffen, dat er binnen afzienbaren tijd een behoorlijke verbinding tusschen die wijken onderling kon worden tot stand gebracht; dit werd overgelaten, deels aan de toekomst, deels aan het toeval en voor een niet gering deel aan den goeden wil van de rijksregeering, van de Vondelparkvereeniging en de betrokken spoorweg maatschappijen. Hierdoor is een toestand ontstaan, die van jaar tot jaar wordt besten digd, en waaruit ten volle blijkt hoe weinig besef van methode er bestaat bij de hoofd ambtenaren eener afdeeling, welke in een groeiende wereldstad zulk een belangrijke Herinneringsmedaille He i75-jarig bestaan van de H. IJ. S. M. Voor- en keerzijde van den penning, welke uitgereikt werd in brons door de j directie van de H. IJ. S. M. aan alle beambten, ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. Deze penning werd gemodeleerd door J. C. Wienecke en geslagen in de ateliers der Koninkl. Utr. Fabriek van Zilverwerken van C. J. Begeer te Utrecht.*** schappijen, wier zeer gunstige winst- en verliesrekening deels aan den oorlogstoe stand, deels aan andere oorzaken (z. g. con junctuur-winsten) te danken is; bij andere zijn de zeer voordeelige bedrijfsresultaten het gevolg van verhoogde energie bij de ondernemers, uitvindingen, combinaties, splitsing of vereeniging van bedrijf, op richten van nieuwe branches enz. Het zou natuurlijk hoogst onbillijk zijn al deze gevallen onderling gelijk te stellen en b. v. te bepalen dat van een winst grooter dan X % van het kapitaal een extraheffing betaald zal moeten worden. Al dadelijk doen zich daarbij de vragen voor: over welken tijd en over welk kapitaal moet de winst behaald zijn, wat valt onder bruto winst, wat onder netto-winst te rekenen, wat zijn de directe oorzaken van het abnor maal hooge winstcijfer, moet het belasting percentage progrestief zijn, in hoeverre moet met een mogelijke sterke daling van het winstcijfer in de naaste toekomst rekening worden gehouden? Als voorbeelden van bijzondere winsten mogen genoemd worden de Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij en de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoprwegen die, in verband met de zeer gunstige bedrijfsresultaten, extra-uitkeeringen (salaris voor zekeren tijd) aan hun personeel hebben toegekend. In verschillende gemeenten is de aanslag naar het inkomen van inwoners, voor de plaatselijke belasting, enkele malen grooter dan het gemiddelde van de 3?5 vorige jaren. Resumeerende meenen wij te mogen concludeeren: lo. Een extra-heffing van de winsten die uitsluitend of bijna uitsluitend het gevolg zijn van den oorlog tusschen de verschillende rijken in Europa is billijk en wenschelijk. 2o. Deze heffing behoort spoedig te geschieden., 3o. Met de meeste zorg moet er voor gewaakt worden dat de belasting uitslui tend de ^oorlogswinsten" en geen andere treft. Een ruime bevoegdheid van den fiscus ten behoeve van de controle moet gepaard gaan met een uitgebreid recht van hooger beroep van den aangeslagene. 's Gravenhage, Mr. dr. J. EIJSTEN lllillllllllllllllllflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Nieuws van Gérard Hekking als Piou-Piou. Van het Concertgebouw-podium naar de loopgraven... de overgang is wel groot. En een violoncel is van ander hout dan een infanteriegeweer.... '""?, De foto, welke De Amsterdammer" hier het genoegen smaakt te kunnen publiceeren, toont wel'hoezeer de bekende Concertgebouw-violoncellist zich aan beide heeft weten aan te passen. IIMIMIIlmlIIII llllllllMIIIIIIIHIIIIIIIltlMIIMItllllllMUtllmlIIIMIIIIIIIMIIII rol heeft te vervullen. Gevoel voor harmonie? Noem n belang rijk punt der stad op, waarvan de bebouwing den indrak wekt, dat er een nauwe samen werking bestaat tusschen den particulieren architect en het Bouw- en Woningtoezicht", dat op het werk van den eersten invloed kan en moet uitoefenen, zoodat men van dit lichaam, althans van den directeur dezer afdeeling, alle waarborgen kan eischen van aesthetischen zin en practisch doorzicht. Maar tegenover de verantwoordelijkheid, welke hij dan aanvaardt, moet hem ook de vrije hand worden gelaten in het verwerpen van die plannen, welke naar zijn artistieke opvatting niet in harmonie zijn met de bestaande omgeving. Wanneer Amsterdam aan het hoofd van deze belangrijke dienstafdeeling een man van competentie en goeden smaak, tevens advizeur met ruime volmacht had, dan zou ons veel zijn bespaard ge worden, dat nu de stad blijvend ontsiert. Ik wil aannemen dat de Sauerkraut-mitKnackwurst-stijl van de Bijenkorf een aan gename streeling is voor Teutoonsche oogen; dat het zaankantsche-windmolen-motief van de Groote Club, naar men beweert een trouvaille van een der leden, even streelend is voor diens eigenliefde; maar als twee voorname elementen in een verbouwings plan voor het centrale verkeers-plein der stad hadden we toch iets anders verwacht, iets laten we niet al te veeleischend zijn dat op minder hinderlijke wijze de architec tonische harmonie zou verbreken. Het onaesthetische der beide genoemde bouwwerken komt alleen ten goede aan de beide thans voltooide gebouwen op den hoek van de Beurs- en Eggertsstraten, welke ons doen betreuren, dat de geheele bebouwing niet hetzelfde karakter zal vertoonen; ons tevens doen hopen dat de ontwerpers van het nog te voltooien gedeelte met de ordonnantie dezer twee gebouwen zullen rekening houden. Ik wil van het nieuwe Maison Hirsch minder kwaad zeggen dan van de Bijenkorf ; het gebouw maakt een aangenamen indruk, maar die rechtlijnige strakheid en sobere vlakheid verraadt geenszins de mondaine bestemming van een mode-paleis. En zoo de bouwmeester door eenige passende gevel versiering getracht had dien massaal-indruk te temperen, zonder tot een ander uiterste van frivoliteit te vervallen, dan zou 't gebouw niet zoo'n schril contrast gevormd hebben met 't American-Hotel en den SfacisschomvIk ben zoo schrijft hij daarbij nu in den omtrek van Verdun, waar ik dienst doe als Attachébij de tat Major. Ongeveer negen maanden heb ik uitsluitend dienst gedaan in de loopggraven in Argonne, daarna in de forten, nabij Melun, waar ik zand moest kruien enz., wat mij, in vergelijking met den dienst in de loopgraven, een hemel toescheen. Kort geleden heb ik zes dagen verlof gehad om mijn kinderen te mogen bezoeken. Ik had ze, sedert mijn vertrek uit Amster dam op 4 Augustus 1914, niet meer gezien. Mijn vrouw had ik, na mijn vertrek uit de loopgraven, nog eens gezien. Het ver blijf in de loopgraven was zeer inspannend, en wat ik meegemaakt heb is ontzettend geweest. Het mag een wonder genoemd worden dat ik zelve' nog gezond ben Hij, de vroolijke Gérard, schrijft mevrouw Hekking heeft dan ook door alles wat hij meegemaakt heeft, ernstige trekken in zijn gelaat gekregen Dat wij hem terug mogen vinden op het podium van het Concertgebouw! burg, 't eerste met zijn zeer persoonlijke architectuur, mooie profileering en verrassend silhouet; de laatste met zijn echt-Amsterdamsche zuinigheids-ordonnantie. Gevoel voor harmonie ? 't Is in onze stad even onvindbaar als de practische zin. En de reden? Men is allicht geneigd de oorzaak van den achteruitgang of stilstand eener stad te zoeken bij de opvolgende burgemeesters. Voor een deel is dit vermoeden gewettigd, maar voor een ander deel moet dit worden losgelaten, wanneer men onpartijdig oordeelt over de positie van burgemeester eener stad als Amsterdam ; wanneer men nagaat welken invloed n maji zou kunnen uitoefenen op den groei eener wereldstad, zoo hij zich mocht stellen op het reactionnaire standpunt, aangegeven door het machtwoord van Ie roi soleil": tEtat c'est moi! Onze nieuwe burgemeester, wiens beleid we nog niet kunnen beoordeelen doch waar van men de grootste verwachtingen heeft, zal onder zijn bestuur de bevolking der stad waarschijnlijk tot een millioen zien stijgen. Dat cijfer zou voldoende zijn om Amsterdam, de stad met de keizerskroon, tot wereld stad te proclameeren, mits... de aanwas der bevolking gepaard gaat met een gelei delijke verzwakking van die niet-ofh'ciëele machten, welke de energie van de meest krachtige persoonlijkheid verlammen. De nieuwe burgemeester zal het pleit voor Amsterdam gewonnen hebben, als hij zich weet te plaatsen boven de bureaucratische waanwijsheid, boven de eenzijdigheid eener Kamer van Koophandel, boven den kliekjesgeest van Groote Club en Doctrina, boven 't geharrewar van kunstgenootschappen, boven de woordkramerij en redenarij van velen der uitverkorenen des volks", boven 't obstructionistisch bedrijf dier velen, wier overbodigheid eerst zal blijken, zoodra er n verschijnt, die boven hen uitsteekt. Zulk een zuiverings-proces" is in Amster dam noodzakelijk en urgent; die nood wendigheid geeft aan het ambt van burge meester der hoofdstad een hoogere beteekenis dan die eener sinecure. De burgemeester moet voor Amsterdam iets meer zijn dan de man, die bij officieele plechtigheden het tweede rijtuig in den stoet decoreert; iets meer dan de aspirant-Commissaris der Koningin in Noord-Holland. * * *

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl