Historisch Archief 1877-1940
l «('?
Zondag 20 September
A6, 1915
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS,
Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en Mr. G. KELLER
Abonnement per 3 maanden . . / 1.65
. Voor het Buitenl. en de Koloniën p. j., bij vooruitbetaling fr. p. mail , 10.
Afzonderlijke 'Nummers aan de Kiosken en Stations verkrijgbaar 0.12(
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM
Advertentiën van 1?5 regels /l.25, elke regel meer . .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina, per'regel
Reclames, per regel .
?0.25
,0.30
,0.40
INHOUD ? Blz. 1: Bet Spook achter de Deur, door
v. 3, Buitenl. Overzictit, door G. W. Kernkamp.
Confetti. 2: 't Is Holland maar,.., teekening yan
Joan Collotie. Het Overbrengen van Berichten
nit-fle Lnoht, door Artülerist. L. P. Zoeher f,
door 3. H. B. BJj 't Lieht yan de Oorlogsvlam,
door P. y. B, 3: Prof. dr. W. Geesink.
Spreekz»*l, Feuilleton: Veenhnizer Typen en Tafreelen,
V, dopr J. A. Bientjes. 5: Voor Vrouwen, door
Ii8. JL Bogge. Uit de Natuur, door Jac. P.
Th^Jese. ?6: Het Kamp der Vereeniging voor de
Jeugd, dopr mr. . L. de Vrieg?Feyens.?Dram.
Kroniek, door Henri Borel. Muziek, door Sem
Dresden. Gerard van Vliet, door H. 7: De
Opening der Kamers, teekeningen van Joan Oolette.
Boekbespreking, door H. Brugmans. 9: Fin. en
Econ. Kroniek, door J. D. Santilnano. lp:
Haegsohe Brieven, doorjhr. mr. dr. Erneste yan Loon.
fin de Saison, teekeningen yan Henri v. d. Velde,
tekst Melis Stoke. Onze Planken-Helden, VIII.
Geruchten yan uwen Secretaris. Leekenspiegel.
11: Onze Teekenpryskamp De Pransch-Engelsche
Leening inAmerira, teekeuingy.Joh. Braakensiek.
Schaakspel, red. dr. A. Gr. Olland. Damrubriek,
red. K. C. de Jonge.
Bijvoegsel: De Belastingontwerpen yan miniater
Treub, teekening yan Joh. Braakensiek.
HET SPOOK ACHTER DE DEUR
Wanneer de vacantie uit is, zet de
familie zich weer tot werken. De rust, het
rondhangen, de verpoozing zijn gedaan;
en de jongens komen 's morgens weer
tijdig, om aan tafel te zitten. Moeder
heeft de boterhammen al gesneden, en
ze roept hun een opwekkend woord toe:
allo jongens, nu weer flink aan den
slag". De gezichten staan er ook naar,
dat zij met lust zullen beginnen.
Jantje geeft Pietje onder tafel alweer een
fkschen trap tegen de schenen. Ook d
oude werklust en vechtlust zijn daar.
Er steekt iets van dit
September-tafereel, in de jongste opening der
StatenGeneraal. De Troonrede bracht een toon
van opgewektheid; en, meer nog dan de
Troonrede misschien, de Begrooting, die
daarna is ingediend. Men laat de,zorgen
njet te zwaar wegen. Let op de vriend
schappelijke verhoudingen naar buiten, en
zwijgt van booze spoken als: de duurte
der levensmiddelen, die vooral onder de
kleine luiden in ongehoorde mate drukt,
of den mobilisatie-toestand, waar zoo
menigeen voelt dat verlichting in zal
moeten komen, zonder dat het zoo
héten mag l
Neen, men wil aan den slag. Met
kiesrecht-uitbreiding waarvan men toch ook
levendiger deelneming van de gansche
natie in de publieke zaak verwacht Met
belastingregeling en verbetering der
gemeentefinanciën. Met en juist hierover
heerscht aan tafel reeds de hoop op een
aardig kloppartijtje tegen de jongens yan
de overzij ouderdoms- en
invaliditeitspensioeneering ook.
Maar bovendien spreken talrijke
begrootingsposten van ontwikkeling voor
de toekomst en van durf om aan te
pakken. Ruime subsidie-uitbreiding
voorverschillende ambachts- en vakscholen.
Havenwerken en kanaalbouw met extra
kracht voortgezet. Nieuwe maatregelen
voor landbouwinstellingen en industrieele
ontwikkeling. Vermeerdering van middel
baar onderwijs in afgelegen deelen des
lands.
Waarlijk, het moet gezegd, dat als
net zoo ook tot daden komt, niettegen
staande de bijzondere tijdsomstandig
heden, het jaar flink wordt ingezet.
En welhaast zal alleen nog maar de
ongelukkige ambtenaar, die bij zijn 25
jarige dienstvervulling een ridderorde
zijn neus voorbij ziet gaan, omdat het
mobilisatie is, een overblijvend blijk
van zwaartillendheid leveren!
* *
*
Met dankbare instemming neemt men
den geest van vooruitgang, van ont
wikkeling der hulpbronnen en van aan
moediging van . den volksgeest waar,
waarin hier wordt voorgegaan.
Toch is er een vraag, die bij dit alles
rijst. Een zorgvolle vraag, die de ouders
als 't ware aan de kinderen
verborgenhouden, en die men door dit zonnig
optimisme van zich af te zetten zoekt:
Voor wien doen wij dit alles?
Zal de vrucht van dit zoo flinkweg
weer uitgestrooide zaad van welvaart en
energie, eerlang zijn voor ons zelf of
voor den ander?
* De tijd is daarom voor ons land boven
alles zorgvol, omdat hij wijst op de ge
weldige vermogens der Duitsche wapenen,
en een schier onontkomelijk overwicht
van de Duitsche macht tegenover het
gecoaliseerd Europa. Ook de tot de
hoogste gerustheid opgeschroefde
ver
klaringen van de zijde der geallieerden,
kunnen ons, onzijdigen, daartegenover
maar matig overtuigen. Al blijft men
aannemen, dat de logica der wereld
geschiedenis niet zózal veranderen, of
op den duur legt de overmacht van n
het af, toch moet gedacht aan de
mogelijkheid van een aanvankelijk tijdvak,
waarin die overmacht de baas blijft. Er
is voor 't oogenblik wel reden, er rekening
mede te houden, dat een Napoleontisch
tijdvak, maar nu van middel-Europeesche
zijde, voor de deur staan kan. Een tijd
vak van hegemonie en Duitsche over
macht in Europa.
Onafscheidelijk gaat dan hiermede
gepaard de grootste bezorgdheid voor
onze nationale zelfstandigheid. De ge
leidelijke gang van zaken laat zich al
vooruit denken. Eerst: toenadering,
commercieele en economische aansluiting
van het vrije Nederland; in zijn con
cessies aldra meer van des anders, dan
van zijn eigen welbehagen afhankelijk!
Dan: politieke af hankelijkheid; ge
volgd door een militaire conventie. En
het einde heeft men niet eens uit te
spreken. Het behoeft gelukkig het onher
stelbare einde niet te zijn; maar het
blijft al erg genoeg.
* *
Wij roeren deze mogelijkheden niet aan,
om er angst mede te verwekken, of de
gemoederen te prikkelen. Maar het is
zaak, dat zij klaar onder de oogen worden
gezien! En al het gemoedelijke optimisme,
waarmee ook weer ons parlementaire
jaar is ingezet, loopt gevaar daaraan te
kort te doen. Door ze dood te zwijgen
of naïef-weg niet te willen zien, kan
reeds thans schade worden toegebracht
aan den weerstand dien Holland,?ja, ook
het kleine Holland, zal kunnen bieden.
Deze weerstand zal niet in de eerste
plaats zijn een physieke; al moet de
waarde van nationale wapenweerbaarheid
allerminst worden onderschat.
Maar die weerstand zal in hoofdzaak
dienen te zijn een z e d e l ij k e.
De angstvallige kortzichtigheid en de
gemakkelijke onverschilligheid, welke nog
in te ruime mate gelden, zijn daartoe
uit den booze.
Reeds woekeren ook de elementen
van toenadering" en afhankelijkheid op
bedenkelijke wijze in ons midden.
Een Minister van Staat zaait stelsel
matig in den grooten kring van zijn
invloed, eerbiedige meegaandheid met de
Duitsche macht. Sommige onzer profes
soren trachten het volk te besproeien
met erkenning van de Duitsche superiori
teit. Niet weinige militairen smelten weg
in vereering voor de Duitsche wapenen.
Deze en gene koopman redeneert dat
we immers toch dien kant uitmoeten."
En sociaal-democraten zoowel als ge
zeten bourgeois noemen ieder die daar
tegen waarschuwt oorlogszuchtig", on
bedachtzaam" of gevaarlijk".
Toch is niets minder waar dan dit.
Wij wenschen in de laatste plaats, nu
of in afzienbaren tijd, Nederland tot deel
neming in den oorlog aan te zetten!
Wij zullen gaarne het: vrije, goede
buren", beamen, doch tevens: geen
streepje verder.
Wij wenschen echter Nederland bewust
te hebben, voor de gevaren, waaraan het
immers in de toekomst het hoofd kan
moeten bieden ; en waartegen zijn weer
standsvermogen reeds nu eiken dag ver
mindert, wanneer men er niet man voor
man (en vrouw voor vrouw) van door
drongen is.
* *
De beslissende kracht van dien
zedelijken tegen weer ligt juist in het begin.
Bij alle groote verschillen, kan men
niet nalaten terug te denken aan den
tijd, nu iets meer dan een eeuw geleden,
toen in den loop van eenige jaren Neder
land zijne onafhankelijkheid gaandeweg
inbrokkelen zag.
De grondfout heeft toen juist gelegen
reeds in .het eerste begin, toen velen in
bewondering neerzegen voor de groote en
machtige natie, van wier voornemens
men slechts het beste meende te mogen
denken. En toen meer en meer, eerst
tegenover kleine inbreuken, eene inschik
kelijkheid werd betoond, die in onder
geschiktheid geëindigd is. Ten slotte
onder het karakteristieke regeeringsbeleid
van eenen Rutger Jan Schimmelpenninck,
die er vór alles naar streefde om bij
den geduchten buurman geen ergernis
en ontstemming te wekken, maar die
aan't eind ervoer.dat hij zijn land wellicht
beter zou hebben gediend, door zich
min'der bescheiden en minder inschikke
lijk te betoonen! , .
Hem gaf de Franschman Het getuigenis
un homme d'un esprit tendu, eloquent,
plein de vertu et de candeur, -r maïs
peut-eire un peu crédule pour Ie temps
et les circonstances, oüil a vécu". Wijs
en bekwaam, deugdzaam en rechtschapen,
maar misschien wat te goedgeloovig
voor den tijd en de omstandigheden.'.'
Wanneer Nederland de kans wil bui
tensluiten van later voor 't tijdvak
Cort van der Linden in soortgelijke termen
geteekend te worden, dan moet het wel
in de eerste plaats zorgen, zich gewaar
schuwd te houden voor het spook achter
de deur.
* *
En waartoe deze waarschuwing dan
leidt?
Voor het volk: om zich schrap te
zetten tegen alle onnationale of
antinationale invloeden, ook de onopzette
lijke, in ons eigen midden.
De regeering kan daartoe evenzeer, door
haren invloed op de openbare meening,
het hare doen.
Voorts, voor de regeering: om door
hare eigen houding eiken geest of schijn
van inschikkelijkheid te onderdrukken;
tot in kleinigheden zich te doen gelden;
en zulks de natie ook telkens openlijk en
onbeschroomd te doen gevoelen. Dat dit
de steeds gevolgde weg is geweest
helaas zijn er verscheidene voorbeelden,
die eerder van het tegendeel getuigen.
Toch betreft het hier meer dan een
vorm, : een gewichtig belang voor
ons geheele toekomstige prestige.
Eindelijk, voor allen f»'Om onom
wonden onder de oogen te zien, de
mogelijkheden, waarop de toekomst uit
zicht geeft.
Houdt men hieraan vast, dan, ja dan,
zal de frissche kracht, waarmede op
dezen zonnigen Septemberdag de
binnenlandsche zaken weder zijn ingezet, voor
zijn eigen, ware doel dienen.
Tot deze gedachten is het, dat ditmaal
die plechtige Vergadering op het Binnen
hof leiden moest.
22-IX-1915.
v. H.
IIIIMJtllllllllllllllMHIIIIIIIMlIIIMIIIIIIIllll
Het zijn vermoedelijk politieke redenen,
die den doorslag hebben gegeven tot het
besluit om Nicolai Nicolajevitch eervol te
verbannen naar de Kaukasus-landen", schre
ven wij in ons vorig overzicht; en op die
veronderstelling voortbouwende, meenden
wij het aftreden van den grootvorst als.
opperbevelhebber te mogen beschouwen als
een overwinning van het liberale
Doemablok op de reactionaire raadslieden van den
Tsaar.
Op denzelfden avond, toen wij dat schre
ven, deelde de minister-president Goremykin
aan den voorzitter der Doema mede, dat
de zitting van deze vergadering tot half
November zou worden verdaagd! En reeds
den volgenden dag werd de keizerlijke oekas
afgekondigd, waarbij de Doema voor twee
maanden naar huis werd gezonden! Zoodat
wij slechts dankbaar kunnen zijn voor de
genadige beschikking van het lot, waardoor
onze lezers nog juist bijtijds gewaarschuwd
werden om zich geen roes van vreugde te
drinken over het dagen van een nieuwe
liberale aera in de Russische geschiedenis!
Want al is de schorsing van de Doema
volstrekt geen inbreuk op de fundamenteele
wetten van Rusland, er blijkt in elk geval
uit, dat de regeedng den invloed van de
Doema, die in de laatste maanden was toe
genomen, weer wil inperken. Het
Doemablok, gevormd uit de vrijzinnige partijen
van verschillende schakeering en over 2/3
van het stemmenaantaal beschikkend, had
o.a. ook dezen eisch geformuleerd, dat de
volksvertegenwoordiging permanent zou
worden verklaard. Het afslaan van dezen
eisch geeft alle recht om aan te nemen,
dat er voorloopig ook niets zal komen van
de door het blok verlangde reconstructie
van het ministerie in vrijzinnigen geest.
Tot dusver wordt Goremykin genoemd
als de man, die den Tsaar zou hebben ont
raden het programma van het Doema-blok
aan te nemen; volgens de meeste berichten
zou de minister-president dit hebben gedaan
in strijd met de meening van de meerder
heid zijnerambtgenooten; daarentegen schrijf t
Behrmann, wiens oordeel in dezen eenig
gezag heeft, in de Vossische Zeitung, dat de
meerderheid van den ministerraad de leden
van het Doema-blok als vijanden van vader
land en troon" beschouwde. Goremykin dan
zou naar het hoofdkwartier zijn gegaan om
den Tsaar te waarschuwen tegen de plan
nen der vrijzinnigen en vandaar zijn terug
gekeerd met den keizerlijken oekas, waarbij
voorloopig een einde werd gemaakt aan de
zitting van de Doema. Dit zou hem daarom
gemakkelijk zijn gevallen, omdat de Tsaar,
die overigens tot een compromis bereid was,
zich zou hebben geërgerd aan den eisch,
door de radicale leden van het Doema-blok
gesteld, dat de nieuw te benoemen minis
ters door dit blok zouden worden aange
wezen.
Nog een andere naam is genoemd als die
van den voor het besluit van den Tsaar
verantwoordelijken saadgever. De secretaris
van staat Krzyzanovski zou thans de leider
van de hofcamarilla zijn, die ook de schor
sing van de Doema heeft doorgezet. Hij
heeft in elk geval ervaring op het gebied
van reactionaire coups d'état. Toen in 1907
de tweede Doema werd ontbonden heeft
hij, destijds de rechterhand van wijlen
Stolypin in het ministerie van binnenlandsche
zaken, in een vloek en een zucht de nieuwe
kiesrechtregeling ontworpen die tegelijk met
het besluit tot ontbinding der Doema werd.
afgekondigd en waarbij voortaan aan de
grondbezitters de grootste invloed werd ge
geven op de samenstelling der volksver
tegenwoordiging.
Hoe dit zij, op wien dan ook de verant
woordelijkheid moge rusten voor de jongste
wending in de Russische politiek, er is alle
reden om voortaan ter dege te letten op
alle berichten, die tot ons komen over an
dere gebeurtenissen dan die van den oorlog.
De Doema zelf schijnt de verzenen niet
tegen de prikkels te zullen slaan, al zal dan
ook haar voorzitter naar den Tsaar worden
afgevaardigd om haar bezwaren tegen het
schorsingsbesluit ter hoogster plaatse ken
baar te maken. Het besef, dat in de tegen
woordige omstandigheden een conflict
tusschen regeering en volksvertegenwoording
noodlottige gevolgen kan hebben, bleek ook
bij de meerderheid van het Doema-blok te
heersenen. Zij heeft aan de regeering de
samenwerking niet opgezegd; hare leden,"
die zitting hebben in verschillende
regeeringscommissies voor de voorziening van
het leger en voor allerlei economische vraag
stukken, zullen zich ook voortaan aan dezen
arbeid niet ontrekken.
Bovendien zal de stem van het Russische
volk niet tot zwijgen worden gebracht, al
komt de Doema niet meer bijeen. Juist in
deze week begint te Moskou het congres
van de Zemstvos en de gemeenteraden, van
die vergaderingen dus, waardoor het Rus
sische volk sinds 1864, zij het dan ook in
bescheiden mate, de leerschool van plaat
selijk zelfbestuur heeft doorloopen. Uit
de Zemstvos is de overgroote meerderheid
der mannen voortgekomen, die in de laatste
tien jaren de geleidelijke ontwikkeling van
de constitutioneele monarchie in Rusland
hebben willen bevorderen en die in de Doema
bewijzen hebben gegeven van practisch
staatsmanbeleid.
Aan het weldra te openen congres zijn
enkele voorbereidende vergaderingen vooraf
gegaan, waarbij ook leden van de Doema
tegenwoordig waren. Ook op deze vergade
ringen bleek de overheerschende gezindheid
te zijn: alle .krachten uit het volk moeten
thans samenwerken voor het ëéne groote
doel, de verdrijving van den vijand van
den Russischen bodem; zoo werd dan ook
een beroep gedaan op de arbeiders om ter
wille van de nationale zaak eigen grieven
ter zijde te stellen. Daarnaast werd echter
besloten, aan te dringen op de
weder-bijeenroeping van de Doema en op de samen
stelling van een nieuw ministerie, dat het
vertrouwen van het volk heeft.
Er zijn enkele aanduidingen, dat de her
vormingsgezinde elementen ook hierom open
lijk verzet tegen de regeering willen ver
mijden zooals te Petersburg, tengevolge
van het besluit tot ontbinding der Doema,
reeds moet zijn geschied in den vorm van
werkstakingen en betoogingen op straat van
de arbeiders omdat zij meenen dat hier
mede in de kaart der reactie wordt ge
speeld. Wij hebben straks Krzyzanovski ge
noemd als den man, die door sommigen
wordt gehouden voor den aanvoerder van
die reactie. Zij verdenken hem ook van
andere plannen: hij zou zoo spoedig mogelijk
een einde willen maken aan den oorlog,
opdat de regeering de handen vrij krijgt om
elke poging tot binnenlandsche hervorming
te onderdrukken. Indien er daarom thans
onlusten uitbreken wegens verdaging van
de Doema, zou dit voor Krzyzanovski en
zijne medestanders een voorwendsel aan
bieden, om den Tsaar te overtuigen, dat
het voortzetten van den oorlog onmogelijk
is. Alle Russen, die geen vrede willen sluiten,
zoolang dit alleen op voor Rusland nadeelige
voorwaarden kan geschieden, dienen zich
dus zorgvuldig te onthouden van alles, dat
koren draagt op den molen van de reactio
naire partij, die alleen op het behoud van
hare macht uit is en op vrede aanstuurt,
omdat zij vreest, dat het voortzetten van
den oorlog zal dwingen tot verandering van
het regeeringsstelsel.
Zekerheid omtrent dit alles bestaat er
echter niet. De mogelijkheid blijft open, dat
niet Krzyzanovski, maar Goremykin de lei
ding in handen heeft, dat hij de Doema
alleen voor een tijd naar huis heeft gestuurd,
omdat hij niet gediend was van de bemoei
ingen van het Doema-blok met
regeeringszaken. Ook is het niet uitgesloten, dat hij
tijdens de schorsing van de zittingen der
Doema een aantal maatregelen zal doen
nemen, waardoor aan de wenschen van de
meer gematigde leden van het blok wordt
voldaan, in de hoop dat dit daardoor uiteen
zal vallen of althans zal worden verzwakt.
Inzendingen voor deze rubriek gelieve men
te adresseeren aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto: ConfettC'.
In Scheveningen wonen vrouwelijke man
nen of mannelijke vrouwen. Bij de hulde,
onlangs aan H.M. de Koningin op haar ver
jaardag door verschillende zangvereenigingen
gebracht, verleende ook haar medewerking
de dames-afdeeling v^n Scheveningens Man
nenkoor. Wij zijn benieuwd, welke stemmen
deze merkwaardige dames hebben; stellig
zullen er wel tenorsopranen onder zijn. Van
stemmen gesproken, zouden deze vrouwelijke
mannen ook kiesrecht hebben? Dan ware
meteen een oplossing aan de hand gedaan
voor het brandende vraagstuk van het
vrouwenkiesrecht.
*
Vrije artsenkeuze. In de raadvergadering
te Horst (nabij Venlo), liet een der wet
houders zich zeer draconisch uit over den
gemeente-geneesheer, hij zeide n.l.:
Als ik een knecht heb, die niet be
valt, dan laat ik hem vertrekken. Zoo
kunnen we k met den geneesheer
handelen."
Het schijnt, dat de gemeente-geneesheer
toen onmiddellijk zijn goospenning" heeft
teruggevraagd.
De N. Rott. Ct." schrijft:
In het gedenkteeken voor von
Hindenburg te Berlijn zijn eergisteren, den
eersten dag, zooveel spijkers geslagen,
dat de ontyangsten20.000mark bedroegen.
Hoewel wij ontegenzeggelijk onder den
indruk verkeeren van dit nieuwe bewijs van
Duitsche vaderlandsliefde, dringt zich toch
de vraag bij ons op: Zou het gedenkteeken
als zoodanig gewonnen hebben door die
20.000 ingehamerde spijkers?... Het doet
zoo denken aan den kop van Jut", of de
vroolijke keuken".
*
Naar aanleiding eener première schrijft
de N. Rott. Ct,":
Een speelstuk, dat Louis Bouwmeester
in zijn volle kracht toont, maar welk
een draak!
Kom, kom; moet onze groote acteur dit
nu nog op zijn ouden dag hooren? Men
kan toch wel over grooten kracht beschikken,
zonder direct een draak te zijn, dunkt ons.
*
De Londensche correspondent in De
Telegraaf":
Mijn pink is uit 't gelid geslagen,"
en gaat even verder voort: het is
prachtig, onze jongens onder 't vuur
te zien."
Zoo schrijft men ook: ik ben gelid van
Artis" en ik zit met mijn beenen onder
't vuur."
Ook om redenen van binnenlandsche poli
tiek trekt Rusland dus de aandacht tot zich,
zooals het dit nog steeds blijft doen door de
krijgsgebeurtenissen. De laatste week was
voor de centrale mogendheden weer gunstig;
Wilna werd door de Duitschers bezet en de
groote vraag is thans, of de Russische legers,
die ten O. van Wilna streden, snel genoeg
kunnen terug trekken om niet te worden
omsingeld. In Gallicië hebben de Russen hun
voorwaartsche beweging moeten staken; van
de Strype hebben zij het front weer verlegd
naar de Sereth. Daarentegen blijven zij in
Volhynië aanvallen, naar het schijnt niet
zonder succes.
Op de overige oorlogsterreinen worden
misschien groote dingen voorbereid, maar
zij gebeurden tot nogjtoe niet. Het allereerst
zal men die vermoedelijk mogen verwachten
op het Balkanschiereiland, nu de Duitschers
tezamen met de Oostenrijkers een aanval op
het lang met rust gelaten Servië zijn begon
nen en daarmede hoofdzakelijk schijnen te
bedoelen het verkrijgen van een verbinding
met Turkije, dat de nadeelige gevolgen begint
te ondervinden van zijn isolement van zijne
bondgenooten.
Nauwelijks had het Duitsche geschut
Semendria bestookt, of de Boelgaarsche
regeering gelastte de algemeene mobilisatie.
Maakt Boelgarije zich gereed om met ge
weld van wapenen en als bondgenoot der
centrale mogendheden terug te veroveren.
wat het bij den vrede van Boekarest heeft
ingeboet? Of heeft het tot op het laatste
oogenblik dubbel spel gespeeld en zich do
gelegenheid voorbehouden om met de overige
Balkan-Staten het verbond tegen Turkije te
hernieuwen? Het verdrag, waarbij Turkije
een strook gebieds aan Boelgarije zou af
staan, is nog altijd officieel niet voltrokken,
en de Russischgezinde partijen in Boel
garije roeren zich den laatsten tijd geducht.
Zoo de Duitsch-Oostenrijksche aanval op
Servië niet een loos alarm is, maar terstond
krachtig wordt doorgezet, zal hij een einde
maken aan de onzekerheid, waarin men tot
nog toe steeds verkeerde over de politiek
van de Balkan-Staten. Zoowel Boelgarije als
Griekenland en Roemenië zullen dan de keus
moeten doen, die' zij hebben mogen uitstellen
zoolang aan Servië respijt werd gelaten,
maar die zij dan niet langer kunnen
ver