Historisch Archief 1877-1940
?i r*
*' No. 19C6
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Prof. dr, W. Gecsink
die dezer dagen zijn 25-jarig'ambtsjubileum
" ais toogleeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam herdacht
«iniMiifiiiiiiMiiitiiuiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiifliiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiinii
koningin, op beider wensch, zou voorgesteld
worden* schitterde ditmaal door afwezigheid
Bëschroomdheidhadgiaarzooangstigigemaakt,
i 4at zij van de tentoonstelling, zoo hard zij
kpn, naar het Hotel was geloopen.
? De .bloembollen" hebben veel bijgedragen
? tot den groeten voorspoed der Zochers. De
moeder van den thans overleden Zocher is
.de bloembollenkraam" technische naam
voor bloembollenzaak"?begonnen, en heeft
door kennis," ijver en smaak er groote
uitbrei', ding aan gegeven. De bloembollenkraam was
evenals de k weekerij op Rozenhagen, waar eens
een klooster en kloostertuln was aan de Klop
persingel, tusschen het Frans Halsplein en
Spaarne, te Haarlem. Oorspronkelijk had
2ocher*s vader en broer een klein gedeelte
er van in bezit. Met de jaren heeft Rozen
hagen de uitbreiding gekregen van thans,
en hoewel er gedeelten van zijn afgegaan,
o. a. ten behoeve van de werf: De Conrad"
vordert de wandeling langs zijn grenzen nog
een goed half uur. Het voornemen bestaat,
dat de gemeente Haarlem het koopen zal om
er een villapark van te maken,' streng
afgesjpten van de gemeente Schoten. Een rus
tieke brug zal het te maken villapark ver
binden met het Prinsen-bolwerk, waaruit men
in stad komt Nog in zijn laatste levens
dagen heeft men L. P..Zocher de teekening
van dit plan in zijn park in het Florapark
ter kennismaking voorgelegd. Zijn geoefend
oog voor het schilderachtige en zijn wil om
wat schoon is te behouden in volle schoon
heid, wees hem op het verbreken van een zeer
mooi gedeelte van het bolwerk door de te
maken brug. Hij duidde iets verder een
andere plaats aan, in de nabijheid der villa
; van den schilder en teekenaar Louis
Raaymaekers op Statenbolwerk, waardoor alles
ongerept blijft.
net oog voor het schilderachtige, het
noot zien, het goede begrip van de
schoonheidslijn zijn enkele der geheimen van het
voortreffelijke van den aanleg der parken
en buitenplaatsen door de Zochers.
Door de Zochers. Want aan beiden, zoo
wel aan den pas overleden L. P. Zocher als
diens vader, J. D. Zocher, (gest. 1870) die
ook gewoon architect was en in die
hoeuiiiiiiiimiimiiMii
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHII
danigheid o. a. de tweede Beurs van Am
sterdam, naar zijn ontwerp heeft doen bouwen,
komt de eer van zoo menigen schoenen en
schilderachtigen aanleg toe, zooals b.v. van
de onovertroffen, in wandeling herschapen
bolwerken te Haarlem, en roet zijn zoon L. P.
den aanleg van het Vondelpark, en van zoo
velerlei aanleg, zoodat de Zochers de mannen
werden, als er in ons land iets grootsch en
schoons viel aan te leggen, en er uit waar
deering voor hun werk, een straat te Alkmaar
naar hen, de Zocherstraat is genoemd. Ook
het buitenland wist het talent van L. P. Zocher
op prijs te stellen; Bremen maakte van zijn
kennis en kunstzin gebruik bij het ontwer
pen van den aanleg van het prachtige Bur;
gerpark" aldaar. .
Het laatste werk vari L. P. Zocher ts ge
weest het ontwerp voor en den aanleg van
de begraafplaats Westerveld" te Driehuizen
boven Haarlem. Toen nam hij, reeds hoog
bejaard, welverdiende rust. In ledigheid sleet
hij daarna zijn tijd niet, in veel bleef hij
belang stellen, bleef, zoóals vroeger 'zijn
vader, adviezen geven voor den Hout, deed
in stilte zeer veel goeds, en hielp waar hij
helpen kon, waarbij* de rechterhand niet wist
wat de linker deed. Bijna tot aan het laatst
van zijn leven behield hij een goede gezond
heid; in de laatste vier maanden begaven
hem de levenskrachten en werd hij hulp
behoevend. Zijn geest verzwakte niet. Daags
voor zijn dood vroeg hij nog naar den stand
van den oorlog. Op het antwoord, dat de
Duitschers steeds verder in Rulsand trokken,
zei hij: Het zijn rakkers, maar toch moet
je je hoed voor hen afnemen l"
De Zochers zijn van Duitsche afkomst;
uit Saksen is L. D. Zochers vader met twee
broers in Holland gekomen. Alle drie legden
zich te Haarlem op den tuinbouw toe; een
der broers ging terug naar Duitschland. Van
hem is nooit meer iets vernomen. De ander
vestigde zich als fflnschilder" te Utrecht,
J. D. Zocher bleef alleen op Rozenhagen
achter, om er later met zijn zoon L. P. Zocher
werkzaam te zijn en er samen het ontwerp
te maken voor den aanleg van een Rij- en
Wandelpark te Amsterdam, met den tijd
herdoopt in Vondelpark".
Met den dood van L. P. "Zocher zijn allen
die bij den aanleg van het Vondelpark werk
zaam waren misschien een enkele tuin
man, die als jongen er bij de vaak honderd
werklieden behulpzaam was, uitgezonderd
uit het leven verscheiden. Het Bestuur
bewaart als blijvende herinnering aan hen
hunne vele groote en kleinere, steeds fraai
geteekende en gekleurde ontwerpen voor den
aanleg van het Vondelpark zorgvuldig.
J. H. RÖSSING
VeenhuizerTypen en Tafreelen
DOOR
J. A. BIENTJES, oud-directeur
.V
INHULDIGINGS (KRONINGS) EN HUWELIJKS
FEESTEN VAN KONINGIN WILHELMINA
Het was een opgewekte tijd in Nederland,
in de maand Augustus van het jaar 1898,
toen de populaire Prinses Wilhelmina den
31 sten haar 18de jaar bereikte, meerderjarig
verklaard zou worden, en de regeering uit
handen van hare Koninklijke en in Nederland
zeer bemind geworden Moeder, de Regentes
Emma, zou overnemen.
Van Noord tot Zuid, van Oost tot West,
in dorp en stad, overal de blijken hoe diep
in het Nederlandsche volk in al zijn gele
dingen, behalve dan bij eenige socialisten,
de liefde tot het aloude Stamhuis van Oranje,
in liefde en leed maar het meest in leed
n en saamgegroeid met het aloude
Geuzenvolk, er in zit.
Allerwege opgewektheid en ten gevolge
daarvan overal toebereidselen om die troons
bestijging luisterrijk en feestelijk te vieren,
aan landzaat en vreemdeling te toonen, hoe
zeer men hier in Nederland met zulk een
lieftallige, begaafde vrouw aan het hoofd,
ingenomen is met den monarchalen
regeeringsvorm. En geen wonder! Er was alle
reden toe!
Allerwegen m dorp en stad, reiden
zich de feestguirlandes, bloemfestoenen en
eerepoorten aan elkaar, op wegen en velden
was feestgejoel, onbedriegelijk vertoon van
nationale vreugde, onderlinge opwinding van
de burgers van eert klein landje, nu groot
in eensgezindheid, een verkwikkelijk gezicht
voor den vreemdeling en dat alles spontaan
zich uitend ter eere en hulde-betooning aan
een lieftallige Prinses, die nu de Koningin
der Nederlanden zou worden.
Zelfs naar de barre hei van Drenthe, naar
Jiet Nederlandsche Biribi (gij hebt toch dit
mooie fransche gedicht op de Algiersche
militaire strafkolonie wel eens door Pisuisse
vór hooren dragen?)... woei die
vreugdewind over en weken vór dien laatsten dag
in de maand Augustus van het jaar 1898,
was er onder die anders zoo somber en
futloos gestemde bevolking der drie
Gestichten te Veenhuizen een vleug van opleving
der geesten te bespeuren. Men wilde zelfs
onder deze categorie van beklagenswaardigen
21 September 1915
Aan de Redactie van
De Amsterdammer Weekblad voor Nederland
Keizersgracht 333, Amsterdam
Het bijvoegsel van uw weekblad dato 19
Sept. j.l. aandachtig beschouwend, kwam ik
tot de slotsom, dat die teekening wel ge
schikt is om de geallieerden te prikkelen.
Daardoor toch wordt het vermoeden gewekt,
als zou Nederland heimelijk Duitschland ter
wille zijn.
Als er bij ons niet op Zeppelins geschoten
wordt, dan doen we al net precies, wat
de Engelschen doen, wanneer zich een
luchtschip boven Londen vertoont. Daar wordt
den dag der Troonsbestijging van Koningin
Wilhelmina tot een feestdag maken.
Men besprak onder elkaar (de Directie
voorzichtig ontwijkende) allerlei plannen van
mogelijke versiering, van optochten; men
wist, dat er uit den ouden tijd der geelbiezen"
nog tooneel-requisiten op de zolders der
Magazijnen geborgen lagen, welke zouden
kunnen worden gebruikt voor het opslaan
van een tooneel.
Men wilde Komedie spelen" vooral toen
er verluidde, dat de Regeering zelve den
verpleegden een bizonderen dag wilde be
reiden door de verschaffing van rijkswege
van een extra-feestmaal, bestaande in het
geliefde gerecht van piepers" (aardappelen)
met groote boonen en spek, terwijl voor
tractatie op het roggebrood komijnekaas
was toegezegd.
Weken te voren slikvingerden de arme
kerels al naar dat feestgerecht! Dan hadden
de Hoevenaren van de kolonie (rijksambte
naren) reeds toegezegd om op den feestdag
op het feestterrein, waar volks-spelen zouden
mogen worden uitgevoerd, eenige vaten
karnemelk te doen deponeeren, om de dor
stige kelen te laven. Er was onder de
verpleegden besloten een soort van eigen
volksfeest" te organiseeren op de binnen
pleinen van ieder der 3 Gestichten en daar
allerlei kraampjes en spreekgestoelten op
te richten, terwijl een eigen politiecorps
voor die gelegenheid zou worden georga
niseerd om de orde te handhaven'' beter
gezegd met eigen hand te rumoerige
feestgenooten te kunnen verwijderen. Er werd
zelfs een eigen arrestanten-hok in elkaar
getimmerd en een paar martiale verpleegden,
die van distinctief zouden worden voorzien
(door hun medeverpleegden wel te verstaan!)
de rol van onbezoldigde of vrijwillige veld
wachters zouden spelen. Wat er in die tentjes
zou worden verkocht of liever ten toon ge
steld, zullen we straks vernemen, zoo ook
wat 'savonds van deze spreekgestoelten werd
voorgedragen en gezongen.
Toen ter tijd was onder de verpleegden
ook een niet alledaagsch man we zullen
hem Duncan noemen die een soort van
troubadour was, althans de gave bezat op
maat en rijm alle gebeurtenissen des levens
te bezingen en dan ook in de dagblad
advertentie-kolommen in zijn bloeitijd bij
gebrek aan iets anders zijn inspiratie te
huur had aangeboden ter vervaardiging van
bruilofts-, nieuwjaars- en andere gedichten,
eigenlijk bij de maat", want men kon ze
van wel zooveel kilometer verkrijgen, als
men ze aanvaarden wou !
Die gebenedijde onder de stervelingen
was natuurlijk voor de wijding en kruiding
van zulke feesten een zeldzaam ornament en
een werkkracht van meer dan gewone waarde
en beteekenis.
Weken te voren zag men hem kennelijk
zijn lier stemmen" en peinzende, de hand
BOUWT n «MSPEIT.
Mooie boschrtjke terreinen. Spoor.Tram,
Electrisch licht, Telephoon. Inlichtingen
Mg. .DE VELUWE". Nunspeet.
- American
Eau de Cologne
wordt het MEEST gevraagde Merk.
Imp.: JEAN MULDER, Sloterdijk.
TAMINIAÜ'S
? JAM
VRAAGT
TANDMIDOEUtN
TRA DB
MARK.
Le Cognac Martel!
est garant! comme tant Ie
prodnit naturel des vins
récoltés et distillés dans la
région de COGNAC.
Agents:
KOOPMANS ? BRUINIER,
AMSTERDAM.
iiiiiiiiiiiiiiii imiiiiiimuiimmiiil iiiiiiiiiiiiiiiin mui
dan ook niet op geschoten, om de eenvou
dige reden, dat zulks niet kan geschieden
zonder het gevaar voor de Londenaars zelven
te vergrooten. immers, mocht het schieten
succes hebben, dan zou het gevaarte met
al zijn bommen, bij zijn val een grooter
schade aanrichten dan een hier of daar neer
geworpen bom.
Het is mij dan ook niet duidelijk, wat de
teekening eigenlijk beoogt, want vermoede
lijk zal het niet de bedoeling zijn, stof te
leveren voor de bewering, dat Nederland niet
neutraal zou zijn. *)
Met de opname dezer regelen zult u mij
zeer verplichten.
Hoogachtend uw abbonn
W. BROESE v. GROENOU Jr.
*) Inderdaad niet! Overigens zal de
beteekenis van de plaat sprekend zijn voor
ieder, die de emotie heeft waargenomen,
welke de houding der Zeppelins op ver
schillende plaatsen heeft gewekt, en den
geringen terugslag van overheidswege daar
tegenover geplaatst. (Red.)
aan 't voorhoofd, 's avonds in zijn
verblijfzaal, ja 's nachts op zijn legerstede, zijn
gedachten verzamelen en zijn klanken en
strofen zoeken.
Duncan was geruimen tijd te voren aan
het dichten."
De 31ste Augustus 1898, de 18de verjaar
dag n kroningsdag van H.M. de Prinses
Wilhelmina, op dien dag te installeeren in
hare nieuwe waardigheid van Koningin der
Nederlanden met de daaronder behoorende
koloniën, begon met een plechtige aubade
der verpleegden van de 3 gestichten aan
hunne respectieve direcriën, waarin zij na
tuurlijk de officieele vertegenwoordigers der
hooge regeering zagen.
Alleen het allernoodigste werk werd op
dien dag verricht; overigens was hij tot
een Zon- en tot een feestdag, gestempeld.
Lotgenooten, kameraden! Viert dit feest met blijden
geest,
Met een hart vol van genoegen, viere men het, n
van geest!
Laat de jubel vroolijk klinken uit elks harte, vol van
min!
Leve, leve Wilhelmina! Leve Nearland's Koningin!
Laat de kameraadschap bloeien, ja, van af dees blijden
stond;
Eendracht zij en blijv' elks leuze, eendracht zij ons
hechtst verbond ?
Met de hallaster en spade, met de greep qn hooivork
gaat,
Eveneens als op den dorschvloer alles inde juiste maat.
In de boschploeg, op den akker, ja in de kolonie-tuin,
Werkt een ieder flink en moedig, met een grijz' of
kale kruin.
Laat ons voortgaan, na deez' feestdag, met een goeden
wil en zin
Aller hart zal blijven kloppen voor de jonge Koningin!
Viert dan flinke kameraden, dezen dag met groote
vreugd,
't Feest van Wilhelmina's kroning maakt en houdt ons
hart verheugd.
Komt! Verbannen wij dan alles, wat ons in deez' vreugde
stoort!
Zijn er nog die «sagarijnen" .' Sagarijn in ods naam
voort:
Wij, «'ij willen heden juichen, met een hart vol trouw
en min,
Door een zelfden geest gedreven: «Leve onze Koningin!"
Ja, de schoffel, hark en spade, nemen wij na 't feest
weer op,
Rtjdt>n klinke: 't Wilmina leve! Onze vreugde stijgt
ten top."
Ik waag de gissing, dat als Hare Majesteit
in de gelegenheid geweest ware de naïve
aanhankelijkheid en goedgezindheid dezer
arme robbers in dit oord, vér van 't
feestgedruisch der groote maatschappij, gade te
slaan, zij met een glimlach op het vriendelijk
en fraai gelaat deze primitieve huldebetooging
van haar armste onderdanen zou hebben
gade geslagen.
De dag verliep, begunstigd door het fraaiste
zomerweder, dat zich denken Iaat, uitstekend.
Geen wanklank stoorde de stemming; men
bleef vroolijk en opgewekt; men liet zich
de feestgaven, het brood met komijne-kaas,
het feestmaal de aardappelen met groote
boonen en spek, duchtig smaken; men
zong volksliederen en 's middags werden
er optochten" gehouden.
LIBCRTY
f ^ ????.-', , ? ,'?,-, 'f
CRoore
coLLecTie
PCRZISCHC
TAPIJTCN
MCTZ&CO
LeiDSCHCSTRAAT AMSTCRDAM
iimimiiiiiiiiimiii
iiiiiiiiiimiiiiiuiimiiiiimiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiriiiimmmiiiimi
E tu quoque?
Met innig leedwezen heb ik mijn ouden
vriend dr. W. Meijer te 's-Gravenhage uit
zijne rol zien vallen, door n.l. in De Toe
komst" te verklaren, dat hij zich den schrijver
van J'accase niet anders kan voorstellen
dan als een omgekochten Engelschman of
Franschman. *)
Die rol is immers de rol van een philosoof,
Spinozist nog wel, die, zijn steun vindt
gelijk indertijd in ditzelfde weekblad door
dr. B. S. de Smitt is belicht in het Al-eene
of Al-goddelijke, waardoor hij de gansene
samenleving uit het oogpunt van het eeuwige
en oneindige beschouwt.
Kan nu met deze leer eene uitlegging
euphemistisch gesproken als de boven
aangehaalde vereenigbaar worden geacht?
Vergis ik mij niet, dan is de heer Meijer,
naar afstamming, geboorte en vorming vol
bloed Nederlander. Maar ook al zou dit niet
het geval zijn, al zou ook bij hem, gelijk
bij mij en zooveel anderen, een druppel of
wat Duitsch bloed door de aderen stroomen,
waar wil het toch met de logica, wdar met
alle wijsbegeerte heen, wannér wij onze
oogenbtikken van onzekere impulsie niet
weten te beheerschen en zonder onderzoek
een schijn of een cultus aanvaarden, die
eenvoudig aan de dii minores, aan
tinnegieters e.t.q. moest overgelaten worden?
Is het dan werkelijk zoo vreemd, dat
J'accuse door een Duitscher geschreven zou
~
^»)TJDe Toekomst", 21 Aug. '15;
Amsterdammer", 5 Sept. '15.
De
iiiiiiiimiliiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Aandoenlijk om te zien, terwijl niets van
de gewone dronkemanstooneelen" van ker
missen of volksfeesten in de vrije maat
schappij" den goeden indruk en de stemming
stoorde.
Als de kelen droog waren van het zingen
waren er drinkhallen" waar de hoevenaren
vaten met karnemelk kredenzten; hier en
daar stond een met talent" begaafde zanger
of rederijker voordrachten te houden: het
was een kostelijk en door mij nooit vroeger
en nooit later zóaanschouwd alkohol-vrij
feest van psychologische waarde voor ieder,
die den ondergrond van deze aparte kleine
samenleving kende en in hare betrekkelijke
waarde wist te schatten.
Voor de pret moesten enkelen een tooneeltje
spelen van recalcitrante elementen, opdat
de eigen georganiseerde rijksveldwacht"
met hare brigadiers in operette-uniformen
naar hartelust hare zeer op prijs gestelde
functie van rustbewaarders en -herstellers
konden vervullen en een paar hunner
lotgenooten in de Kiek-in de pot", een eigen
geconstrueerde cel, konden stoppen.
En dan die optocht! Alle vaderlandsche
helden-figuren uit de verschillende
Regeerings-tijdperken der Oranje's werden onver
schrokken in beeld gebracht en getypeerd
met de kostuums en wapens, die uit allerlei
rommelkamers van magazijnen,
kleermakersen andere werkplaatsen en uit den ouden
tooneel-inventaris der Geelbiezen" waren
opgedolven en weer opgelapt.
Met welke hulpmiddelen ? ...!
Nog eens, het was schier aandoenlijk hier,
door de charade en action" te zien be
vestigd hoezeer zelfs soms de ondeugendste
of onbezonnenste mensch nog een groot
kind" is.
Men zag er Willem de Eerste van Oranje,
den vader des vaderlands", men zag er
Admiraal de Ruyter en Piet Hein, de held
van de Zilver-vloot (waarbij veel gezongen
werd!) en Rembrandt, waarvoor wel een
zeer artistiek aangelegde krullebol poseeren
wou, als hij maar een heel mooie fluweelen
baret op kreeg!
Nu, dat fluweel was wel weer op te duiken,
in den vorm van een kalotje van een be
jaarden zaalopziener!
En dan die venters met kruiwagens, waarop
men koek en gebak had geïmiteerd door mooi
afgewerkte turven uit het eigen kolonie-veen,
bestrooid met mooie witte ongebluschte kalk,
die suiker moest verbeelden. En dan de goed
nagebootste koek- en zoopie'", waar slechts
tooneel-koek en een tooneel-?zoopie" te ver
krijgen was...
's Avonds tooneel-voorstellingen in de
groote verblijf-(eet)zalen en opvoering van
door de verpleegden geliefde, (enkele zelf
gemaakte) drama's, waarin ik herinner
mij nog het piece de résistance" een
zekere jonkheer Van den Berg" een
belangwekkende,maar deerniswaarde heldenrol ver
zijn ? Zou dit juist de verdienste van het
boek niet zeer aanmerkelijk verhoogen?
Hebben niet ten allen tijde alle volkeren het
meest te verduren en te l e e r e n gehad
van hunne eigene auteurs? Heeft niet Lessing
(in zijn Lustspiel Die Juden") gezegd:
Ich musz meine Schande gestehen: ich
bin nur ein Deutscher"; wordt niet het
Duitsch patriotisme (1793) door een Wieland
gehekeld op een wijze als in de laatste jaren
alleen Max Nordau het vermocht, of Shaw
ten aanzien van Engeland? En dan sla ik
Gutzkow over, en Böme en Heine; hebben
niet alle dezen de strengheid der censuur
moeten doorworstelen ?
J'accuse moge uit de pen gevloeid zijn
van wien ook, het is en blijft eene open
baring, vol stijl, vol kleur en vol karakter.
Zelfs openbaringen bezitten hare gebreken;
doch wil men die gebreken bestrijden, men
doe het dan met wapenen uit haar-zelven
gesmeed. Groot moeten die wapens zijn,
groot, edel en machtig, en vrij van gif. En
tegenover stellingen plaatse men geene onder
stellingen; tegenover beschuldigingen", naar
behooren althans in het oog van den schrijver
gedocumenteerd, geene verdachtmakingen.
Tegenover goede geene kwade trouw!
Ik neem het voor J'accuse niet op, want
het boek staat boven mij; maar wat ik alleen
zou wenschen, is dat het beantwoord werd
door een Ebenbürtigen. En ik betwijfel of
zulk een te vinden zou zijn onder de besten,
ja de vroomsten van onze geleerden een
Sleeswijk of Steinmetz incluis.
Hoe het zij, wie zich van het ernstige
iiliimimiimi in iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii UMI HUI mi
vulde, omdat hij natuurlijk aan den boemel",
aan lager wal" en finas coronat opus
? aan den drank" was geraakt en ten slotte door
den ^lebendigen duvel" Lucifer in eigen
persoon, natuurlijk in een vuurrood uniform,
gehaald werd! Vooral dit slottafereel
liet niet na het luisterend publiek zér aan
te grijpen, omdat de hoofdacteur, een
reuzesmid (van zijn ambacht) op de aandoenlijkste
manier tot inkeer kwam en zeer welsprekend
declameerde: Wat zal het einde zijn? G
God! Naar Ommerschans of naar Veen
huizen!"
Neen... niet naar Ommerschans, niet
naar Veenhuizen!"
Hier werd een voor de verpleegden zeer
gevoelige snaar aangeroerd: sommige toe
schouwers waren het snikken zeer nabij en
slechts het blij-eindigend slot, het van zich
afschudden van Lucifer door den tot inkeer
gekomen jonkheer Van den Berg, redde voor
het vervallen in een massa
tragische-gemoedsstemming, die niet in overeenstemming met
de feestelijkheid zou geweest zijn.
Een serenade aan de woning van den
directeur (met instrumenten van eigen vin
ding, mond-harmonica's, mirlitons, fluitjes
en bekkens, met. het Wien Neêrlandsch
bloed" tot clou, ter betuiging van erkente
lijkheid voor de ondervonden, humane be
handeling, maakte een natuurlijk en tijdig
einde aan een feestdag van een soort, die
wij nog niet hadden bijgewoond.
Drie jaren later, ter gelegenheid van het
huwelijk onzer Koningin met Prins Hendrik,
hertog van Mecklenburg, werd een soort
repetitie van deze welgeslaagde festiviteit
gegeven. Zij verliep op ongeveer dezelfde
wijze: een merkwaardige kleine variatie
werd erbij in de open lucht in de vorm van
een optocht bij vertoond; het was de bin
nenkomst van president Krüger in ons
vaderland, aan boord van H. M. oorlogs
bodem Gelria", voor welken kruiser de
verpleegden de kano van mijn zoons hadden
opgetuigd en op een onderstel van een
wagen gezet. De daarin wuivende Krüger
maakte er wat een gekleed figuur in en
moest maar voortdurend de ovaties van de
mannen van Veenhuizen" in ontvangst
nemen.
Ook de troubadours, die bij dit feest,
's avonds onder het schijnsel van een
petroleum-lantaarn, hunne oude of nieuwe verhalen
stonden te zingen of voor te dragen, waren
soms niet onvermakelijk, nur nicht
salonfahig!"
Over het geheel gaven deze feesten in de
gestichten te Veenhuizen mij den indruk
en lieten bij mij de herinnering na, dat vele
dier deerniswaarde verpleegden" der ge
stichten, om nog met een germanisme te
eindigen, besser sind als ihr Rüf!"