De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 26 september pagina 5

26 september 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

26 Sept. '15. No. 1996 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Wat Vrouwenarbeid op de hei vermag Vroolijk wapperde onze Nederlandsche driekleur aan den ingang, toen ik pp een mooien morgen het vluchtelingenkamp bij Ede bezocht. Helder blauw was de lucht en de wazige tint over het heidelandschap was als eene zachte weerspiegeling. Daar lag nu het dorp van witte tenten voor mij. Een breede weg scheidde het in tweeën. Een groepje kleuters onder geleide van een pater stapte naar school. Hier en daar spitte een vluchteling den heidegrond af, maar grooter was het aantal, dat al rookende rondslenterde. Toch wordt bezigheid verschaft. Het zijn wel onze gasten, dwingen tot den arbeid kunnen we ze niet, maar wie werken wil kan een daggeldje verdienen. Een hoofdverpleegster was zoo welwil lend mij rond te leiden en verschillende wetenswaardigheden mee te deelen. Hare taak is veelomvattend: Bij hare komst in .het kamp vond ze er een aantal houten loodsen, die nog ingericht moesten worden. Nu zijn dit behoorlijke crèches, kraam- en zieken inrichtingen, was het haar werk deze in orde te laten maken, ook het toezicht berust bij haar. De onderlinge afstanden zijn niet gering te schatten. Door de namen van verschillende gebou wen, zooals Conscience, Brussel, Antwerpen, is er de weg te vinden tusschen die van buiten zoo gelijkvormig uitziende houten loodsen. Laten wij de zuster volgen naar de afdeeliog werkverschaffing. Het Rockef eller comité, waarvan de ad junctregeeringscommissaris de ziel is, heeft een aantal vrouwen aan het werk kunnen zetten dank zij de uit Amerika ontvangen naai machines en het nieuwe goed, wit katoen, flanel en wollen stoffen. Hiervan worden kleedingstukken voor de vluchtelingen ge maakt en artikelen voor de ziekeninrichtingen van bet kamp, een en ander onder toezicht van nonnen. Het arbeidsloon met dit werk verdiend, wordt ingeschreven op spaarbankboekjes, die de vluchtelingen bij hun vertrek zullen ontvangen. Hierbij is de af deeling kant werk, waar de betaling op gelijke wijze geschiedt. Ervaren werksters zitten daar naast kin deren, die de allereerste proeven afleggen. Eene non, gediplomeerd kantwerkster, is er de meesteresse. VLUCHTOORD EDE. ROOMSCH-KATHOLIEK KERKJE VLUCHTOORD EDE. KEUKEN, SCHELDEDORP Een klein meiske keek heel beteuterd op haar kussen met de klossen. Kende ge 't nog niet alleenig?". Nee, ikke, madame" kwam er verlegen uit. Kom", zei de non, dat leerde ge gauw, zie naar de gebureke's. En, daar rikketikten de klosjes, dat het een aard had, en de vlugge vingertjes wip ten over het kussen, verstelden de spelden, maar even halt, het eigengeteekend patroon laten zien en de Brusselsche naaldkant voor den zakdoek, die keurig en helder is afgewerkt, de spandraden moeten ernog uit. Het Rockef eller tarief wordt niet toegepast op degenen, die in haar vlucht er in slaag den eigen garen mee te brengen. Deze mo gen zelf den prijs bepalen. Zeker zal veler werk aftrek vinden; smaakvol waren bijv. smalle kantjes met hoeken, lijstjes voor lap jes batist of linnen, als zakdoek te gebruiken en meer. Behalve de Rockefeller werkverschaffing is er nog eene van regeeringswege: Aan ieder, die werk verricht wordt loon uitbe taald, zijnde een kwartje per dag. Dit geld krijgen de vluchtelingen in handen. Ze koopen er vaak versnaperingen van in eene op Belgische leest geschoeide taveerne. Hun werk kan van verschillenden aard zijn. Behalve terreinwerk is het bijv. het wasschen van eigen kleeren: hiervoor bestemd is een gebouw, welks midden wordt ingenomen door houten met tin bekleede bakken van schotjes en afvoerpijpen voorzien, eenigszins te vergelijken bij paardentroggen. Dank zij de centrale voor de verwarming, zijn behalve de gewone kranen der water. . ., t ^ - , ,'s 'l- (' ' " , x*»< TWiaKJSMUfthi-'y. Itf i VLUCHTOORD EDE. KINDEREN UIT DE KINDERBEWAARPLAATS Eikels Een eik vol vruchten ziet er altijd mooi uit en wekt denkbeelden van overvloed en behaaglijkheid. Komt dat daarvandaan, dat wij in onze jeugd nog al met veel genoegen tamelijk groote hoeveelheden eikels verslon den of zit 't hem dieper en spookt het nog in ons, dat het menschengeslacht in onze streken in zijn eerste tijden werkelijk eikels te beschouwen had als volksvoedsel? De bewoners der paal woningen in Midden-Europa schij nen ze zeer geapprecieerd te hebben, men vindt de doppen nog tusschen de steunsels van hun watervilla's. In Oost-Europa schij nen thans nog de vruchten van sommige eiksoorten als menschelijk voedsel te dienen, evenals hier ten daar in Amerika, maar dat is nergens een teeken van weelde. Intusschen wie weet, wat er nog gebeurt; misschien vindt men een eenvoudig middel om de onaan gename werking van het looizuur gemakkelijk tegen te gaan en dan krijgen we naast de eikelkoffie nog wel eens eikelgebak. Men trachtte ons in onze jeugd altijd schrik aan te jagen met dat looizuur, 't Is anders merkwaar dig hoe weinig de dieren daarom geven, want er is wellicht geen boom, die van top tot teen in al zijn deeten met zooveel enthou siasme beknaagd wordt als juist de eik. Kleine larfjes van muggen en vliegen en dikkere van kevers knabbelen aan zijn wortels. De stammen, al zijn ze nog zoo hon derdjarig worden doorknaagd door keverlarven en op de bladeren teert allerlei gedierte. Verreweg de meeste leden van de familie der galwespen hebben zich den eik tot verzorger gekozen en de boom siert zich om hunnentwille III Illlll Illlllllllllllllll met kunstige bouwsels en uitspruitsels, de gallen, waarin ze op gemakkelijke wijze hun ontwikkeling kunnen doorloopen. Dat gaat allemaal rustigjes en haast on gemerkt. Alleen wanneer het bosch bezocht wordt door een rupsenplaag, hoor je er het geruisen van de knagende kaken en het neerritselen der uitwerpselen. Maar meestal werken de dieren in stilte. Wanneer echter de eikels rijpen, komt er beweging in de boomen. Reeds in de laatste weken van Augustus begint de eikeloogst zich te vertoonen, doordat de glanzig groene vruchten buiten de doffe napjes gaan uit steken. Overal tusschen de bochtige kroezige bladermassa's vertoonen zich de scherp belijnde lichtgroene vruchtjes, doorgaans in zeer groot aantal. In dit opzicht is de eik leiding er ook voor warm water aanwezig. Een andere betaalde arbeid is het schoon houden der slaapzalen. Men vindt er drieërlei woningen: voor jonge meisjes, voor ongehuwde mannen en voor gezinnen; alle vrijwel gelijkvormig. Het zijn loodsen in vakken verdeeld met een doorgang in 't midden. Gordijnen van katoen of cretonne beletten den inkijk. Bed, kastje en tafeltje zagen er proper uit, wanneer de tijdelijke bewoonster haar verblijf wist te behartigen. De hoofdzuster wierp een goedkeurenden blik op den netgeschrobden vloer van het moederke met haar kindje op den arm; zoovelen echter moest ze tot netheid aansporen. Wel zér primitief zijn deze wo ningen, cabinen, genaamd. Hier wordt het ontbijt en de koffie gebruikt. Ik had ze 's morgens wel eens willen zien gaan naar de hal voor de brooduitdeeling, die optocht van vluchtelingen, met het potteke voor de boter en de kaart in de hand. Op de kaart staat aangegeven de hoeveelheid, die ieder toekomt. In deze hal heeft aan eene lange tafel de uitdeeling plaats; door een poortje wordt de kaart afgegeven en het rantsoen ontvangen. In de cabine heeft ieder zijn eigen bord, mes en vork. De hoofd maaltijd op het middaguur wordt aan ge meenschappelijke tafels in de eetzaal gebruikt. Zieken en zwakken krijgen extra melk. In hoofdzaak laat de gezondheid der vol wassenen weinig te wenschen over. Anders is het met de kinderen gesteld. Er heeft een ernstige mazelenepidemie geheerscht met kwaadaardige gevallen. Deze is nu vrijwel voorbij, maar onder de zuigelingen zijn nogal zieken. Aan het hoofd van de kinderkliniek staat eene vrouwelijke dokter. Wanneer men in zoo'n kliniek bezoek aan klinieken en crèches wordt alleen toegestaan bij speciale vergunning van de hoofdzuster - rondkijkt doet de orde en netaefd aangenaam aan. De medicijn- en andere kasten zijn met wit zeildoek bekleed, keurige linnen gordijnen hangen voor de ramen, alle ziekenbenoodigdheden zijn aanwezig. Wat lagen in de ziekenbarak de kinderen frisch in hun bedjes. Menig aardig snuitje lachte tegen de vreemde bezoekster. Eene zuster ruimde .het speelgoed op aan het voeteneind van een kleinen baas. Dit kregen ze ook bij massa uit Amerika. De reinheid wordt zooveel mogelijk in de hand gewerkt, opschriften als poetst de tanden" zijn niet zeldzaam. Toch laat een en ander nog wel wat te wenschen over. In de keuken, waar het eten bereid wordt voor doktoren en verplegend personeel, heerscht eene Brusselsche keukenprinses, die een behoorlijk loon verdient. In de keukens voor de vluchtelingen is de hoeveelheid voedsel, die te bereiden is, niet gering te noemen, wanneer men bedenkt, dat het kamp op het oogenblik een vijf Eikels een heel wat betrouwbaarder voedselleverancier dan de beuk, die in sommige jaren een overvloed van vruchten geeft, om dan weer jaren achtereen niets voort te brengen. Het komt lang niet altijd uit, dat om de zes jaren een rijke oogst van beukenootjes te verwachten is, soms duurt het veel langer, dat hangt vooral af van de weersgesteld heid in Mei en Juni. |De eikebloei is lang zoo teer niet en de eikeloogst mislukt slechts zelden geheel en al. In deze Septemberdagen kunnen wij ons verlustigen aan den aanblik der rijpende eikels; hoe ze van helder groen eerst geel achtig en dan bruin worden met een ijl blauwachtig waasje er over heen. Ze rijpen aan een en denzelfden boom zeer ongelijk tijdig zoodat alle kleuren tegelijk te zien zijn en daarbij komt nog, dat ook het eike blad zijn kleur gaat veranderen door geel naar leerbruin, behalve het loof aan het allerjongste zomerlot dat helderrood v«rtoont naast fel groen. Denk daarachter nu een helderblauwen hemel met langzame witte wolken en heel hoog een lange rist van grauwe ganzen, die kakelend uit 't Oosten zijn komen opdagen en na veel verschikken en verschuiven eindelijk in de traditioneelen dubbelen v-vorm zeewaarts verdwijnen. Zoo zag ik het hedenmorgen. Maar die ganzen hebben met de eikels weinig of niets uit te staan. Er zijn andere klanten, die ook met groot geruisch naderen, doch dicht bij den grond. [Krassend en krijschend komen ze. nader, de Vlaamsche gaaien. Weldra springen ze in de eiken van tak op tak en met groote zekerheid pikken ze de rijpe eikels uit de napjes. Menige eikel valt ook op den grond, die ligt daar goed voor later. Wanneer een gaai een eikel heeft geplukt, houdt hij hem met n poot vast tegen een tak, hamert met een paar forsche snavelhouwen de schil stuk, pelt die gedeeltelijk er af en pluist, dan bij kleine beetjes het sappige zaad op. Onderdehand maakt hij allerlei tevredenheidsgeluidjes, eigene en geleende [en als er een stuk of wat gaaien bij elkaar zijn, wat meestal het geval is, dan heffen] zij van tijd tot tijd een woesten koorzang aan. Gaandeweg raken ze zoo opgewonden, dat ze hun boom verlaten, om elders weer van voren af aan te beginnen. Met een week of zoo gaan ze anders optreden. Hebben ze een of twee eikels verorberd, dan plukken ze snel achter rubriek natuurlijk niet gesproken, toch wil ik even de aandacht vestigen op het werk van den adjunct-regeeringscommissaris door wiens initiatief niet alleen een FranschVlaamsche bibliotheek is opgericht, maar ook een courantje in het leven geroepen werd onder den titel Ons Leven", weekblad der Belgische bevolking voor het Vluchtoord te Ede. Het verschijnt des Woensdags en wordt binnen het kamp voor 3 et. per nummer verkocht. In den handel is het niet. Ons Leven" wil zijn: Voorlichter, Bemid delaar, Kroniek, Vrije Tribuun, Waker, Toorts, Opwekker en Bode. Deze veelomvattende taak hoopt het te vervullen opdat de vluchtelingen een beter begrip krijgen van hunne verhouding met betrekking tot het kampleven en de wederzijdsche waardeering worde in de hand gewerkt. Het laatste nummer tericht, dat het Rockefeller comitéheeft opgehouden te bestaan, zoodat voortaan naaischool en kleederenmagazijn uitsluitend voorzien worden op kosten der Nederlandsche regeering. Van al het kampgebeuren geeft het blaadje een overzicht. Het lijdt dus geen twijfel, dat met de uitgave een nuttig werk wordt verricht. S. S. IIMIIIIIIIIIIIItlllllllllIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII 4444444444444441414444444444444444 4 4 t Eene speciale Aanbieding: $ HAMA" BLOUSES f duizend zielen, telt. Het geheel is verdeeld in vijf dorpen, elk met eigen woningen, keuken, crèche, ziekenafdeeling enz. Ze dragen namen als: Scheldedorp, dorp van de Mase enz. Behalve de vrouwelijke kinderdokter zijn er mannelijke artsen voor gewone en ver loskundige praktijk. Daar men veel dienst heeft van Belgische padvinders, die er speciaal voor uit Enge land zijn overgekomen, waarheen ze gevlucht waren, wil ik deze gaarne hier even noemen. Ze doen boodschappen in het dorp, letten op de telefoon, brengen berichten over en, last not least, zijn portier. Zeker zullen ze nog menig belangstellende, van toegangskaart voorzien, moeten binnen laten. Bezoekers worden erop attent gemaakt, dat het kamp een flink eind buiten de kom van het dorp Ede is gelegen. Wanneer men zich niet eene wandeling van anderhalf uur wil getroosten dient men gebruik te maken van auto of rijtuig. In het hotel bij het station is gelegenheid dit tele fonisch te bestellen. Voor een auto wordt pl.m. drie gulden betaald. SOPHIE SCHEIDIUS NASCHRIFT. Over het mannelijk beheer heb ik in deze H. MEIJER, Koningsplein 4. Op eigen ateliers van krimpvrij en waschecht flanel ver- T vaardigd, 26 effen kleuren en streepen. IN ALLE MODELLEN EN MATEN f 6.75. A «44444444444444144444444444444444 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJUIIIIIIIIIIIII elkander een half dozijn of meer en slikken die met schil en al. Met gevulden krop vliegen ze dan weg en 't lukt wel, ze te volgen naar het plekje in veld of bosch, waar ze hun voorraad gaan opbergen, meest onder 't mos. Daarbij gedraagt het dier zich zeer voorzichtig en waakzaam. Hij kijkt naar alle kanten rond en stopt zijn schatten zeer vlug,onder|den|boschbodtm. Als ik zijn eikels weer opgraaf, alleen maar om ze even te tellen zit hij een pas of dertig ver in de hevigste opgewondenheid te razen en te tieren. Na een paar dagen wordt hij kalmer, want dan heeft hij al zooveel schatkamers, dat hij er geen oog meer op kan houden. Zes weken lang zijn die gaaien bezig om van 's morgens vroeg tot 's avonds laat eikels te begraven, wijd en zijd. Geen wonder dat 't volgend jaar overal op de meest on verwachte plaatsen jonge eikjes opslaan, Tot voor zeer korten tijd, op zijn hoogst een paar duizend jaar, zijn alle eikenbosschen op deze manier tot stand gekomen en thans nog is de meeste eikenopslag aan de gaaien te danken. De houtduiven zijn ook geduchte eikeleters doch zij zaaien de eikels alleen maar uit per ongeluk, wanneer ze door een roofvogel worden gedood terwijl ze nog goede eikels in hun krop hadden. Dat gebeurt nog al tamelijk dikwijls, ik heb wel eens drie van die ongeluksvogels op n dag aangetroffen; een troepje veeren en een hoopje eikels. Kraaien en kauwen werken op dezelfde ma nier als de gaaien, maar lang zoo vlijtig niet. De eenige, die naast de gaai verdient ge noemd te worden, is het eekhoorntje, vooral wanneer hij niet verwend wordt met te veel naaldhout, want dan heeft hij 't niet noodig om wintervoorraden aan te leggen. In Amerika, waar de winters zoo veel strenger zijn dan bij ons, werken de eekhoorns bui tengewoon vlijtig. Thoreau heeft zelfs gezien, dat ze, in plaats van eikel voor eikel achter hun kiezen te bergen, heele takteen, die rijk vrucht droegen, naar hun voorraadschuren sleepten, om eerst daar de vruchten een voor een op te bergen. Onderweg liet dan menig eikeitje los en zoo zaaide die eekhoorn dus op twee manieren. Ik geloof niet dat onze roodbruine of zwarte eekhoorns ooit zoo optreden. De eiken, die door de eerste bewoners van ons land hier werden aangetroffen en die ze dus aan de gaaien en eekhoorns te danken hadden, behooren tot twee soorten: zomereik en wintereik, die in hun zuiversten vorm zeer gemakkelijk van elkander zijn te onderscheiden, alweer een aardige bezig heid voor deze dagen. De zomereik, die ook wel steel-eik wordt genoemd, heeft zijn eikels aan lange stelen zitten. Soms draagt zoo'n steel slechts n eikel, maar dikwijls meer: tot een stuk of acht toe en dat kan er dan heel vreemd uitzien, al is die zomereik dan ook onze gewoonste eik. Dezer dagen zag ik er een, die had in den top van zijn tak ken telkens drie of vier van die lange eikeltrossen bij elkander recht neerhangend, 't leken wel vergroote trossen van onrijpe aalbessen. De bladeren van den steeleik zijn zoo goed als ongesteeld en beginnen met een paar omgekrulde slipjes. Bij den wintereik zijn de vruchtstelen zeer kort en de bladstelen nog al duidelijk en die slipjes ontbreken. Dat is allemaal mooi en goed, maar nu bestaan van beide soorten allerlei afwijkingen en tusschen beide soor ten alweer bastaarden, zoodat ge stellig wel moeite zult hebben om een echten wintereik te vinden. Onze foto illustreert deze moeielijkheid zeer gelukkig, hij is van een zomereik met enkele wintereikachtige kenmerken. Bij elke soort bestaat weer groote verscheidenheid in den vorm en de grootte der vruchten: de grootste eikels kunnen wel vijf centimeter lang worden, de kleinste brengen het vaak niet eens tot n, sommige zijn bijna rond, andere lang en dun. De voorvoegsels zomer" en winter" drukken wel een klein beetje te sterk uit dat de tweede soort in den regel een paar weken later laat bloeit dan de eerste en zijn bladeren ook een poosje later laat vallen. Trouwens, beide soorten behouden vaak hun afgestorven of verdorde bladeren den heelen winter door tot in het voorjaar. In parken wordt de wintereik meer aan geplant dan de zomereik. Beide soorten hebben in den laatsten tijd veel concurrentie te verduren van uitheemsche, vooral Amerikaansche soorten, die men thans graag langs wegen en bosschen aanplant. Ze zijn dadelijk van onze inheemsche soorten te onderscheiden aan hun bladeren, die geen afgeronde, maar spitse lobben hebben. Hun eikeitjes zien er heel raar uit, als ge ze mij stuurt, zal ik u den naam wel zeggen en let er ook eens op, of onze gaaien ze wel willen hebben. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl