De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 3 oktober pagina 3

3 oktober 1915 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R NEDERLAND Prilst'* f|^\y .»;L' fcERELS BILEERiriG i/AAATSCHAPPUl ,> * < v V.' FTERDAAV imuic-: KUNSTHANDEL S. J. SALA. NOORDE1ND 27, 's GRAVENHAGE. Int. Telefoon 7094. TENTOONSTELLING KUNSTWERKEN C. v. D. WINDT VAN 20 SEPTEMBER TOT 15 OCTOBER. iniiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimiiiiiiiiiii imiiminiiimiiiiimniiiiiiiii iniiiimii tot mede-zeggenschap in het bestuur en in een verre toekomst tot zelfregeering. Gelukkig heeft Van Deventer nog het ont waken van die bevolking tot het bewustzijn mogen beleven en zich kunnen verheugen over het intreden van een nieuw tijdvak voor de Nederlandsche koloniale politiek. Hij heeft dien ommekeer met vreugde begrpet fin met innige belangstelling gevolgd en menigen heilzamen maatregel, vooral op bet gebied van bet onderwijs, als vrucht mede van zijn belangeloozen en liefdevollen arbeid, mogen zien tot stand komen. In de beide takken der Volksvertegen woordiging la de tijding van zijn verscheiden met ontroering \ en hartelijke deelneming vernomen; alle Nederlanders, wien de kolo niale belangen ter harte gaan, gevoelen het groote verlies, dat in hem wordt geleden. in Nederlandsch-Indie, waar hij zoo ais fft hè*! j: E, Stokvis in het Vaderland sehreef door de besten der inlandsche Bevolking hoog en innig werd vereerd, zal zijn afsterven talloos velen met diep leed wezen vervullen. En zoowel daar als hier zal zijn nagedachtenis blijven in hooge en welverdiende eer. A}r. TH. H. DE MEESTER 's-G raven ha ge, 29 Sept. 1915. imiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiimiiiii Prof. Carel L. Dake 'Oen 2den dezer is het vijfentwintig jaren geleden, dat prof. Dake tot hoogleeraar aan de Rflks Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam benoemd werd. Dat was dus in 1890. Hij was reeds toen de bekende etser, wiens naam hier te land en daarbuiten vooral bekend en populair is geworden door zijn portret van Beethoven (1886), van Mozart en van Wagaer (1893), dat van onze Koningin, en vooral ook door de gravures naar Rembrandt (Anatomische Les), van Dijck, Vermeer van Delft, Jozef Israëls/Jacob Maris en Mauve. Den zesentwintigsten Augustus 1857 ge boren, was hij van 1876?79 leerling van o1**^-^' " ** JAN SNUFFELS GING UIT VRIJEN DOOR JAAK BOONEN Een mensch was hij, maar met een beestenvel overtrokken. Bij het volk, dat op jonge beenen huppelde, liep en sprong of op oude versleten beenen voortsukkelde en verder krukte, gold Jan voor het grootste en dikste ingezouten varken". De gierigheid zat hem tot in het merg der beenderen, was vergroeid met heel zijn aard en wezen. Hoe meer dat beest heeft, hoe meer zij hebben wil, zeggen de la waaiendrake volksmonden en Jan Snuffels maakte van déze spreuk zijn lijfletize. Schrabbend hingen zijn grijp vingers aan zijn lange armen, die 't spel van veel weghervelen en scharrelen uit den tik verston den.' Zijn gloeiend bruine oogen stonden niet stil in hun twee holen, zij draaiden en flikkerden als die van 'n sterk geprikkelden zenuwlijder. Jan was een Kempische boer, op het erf zifner ouders geboren, in de maand Decem ber, at* de Heer van hierboven met warmte en licht spaarzaam, is. Toch was hij er gezond in de hoogte geschoten. Zooveel boender akker en bosch hadden hem de ouders achtergelaten, maar ook zooveel meer moest hij bijwinnen. Dit was hun uiterste en laatste wil geweest en Jan had de plechtige gelofte afgelegd, de gulden les niet in den wind te slaan. Bij het eerste dagkrieken vloog Jan uit het bed en donderde zij dienstlui op, die hem versakkerden. En -.telkens zegden of dachten zij: met dezelfde Rijks Academie, waar hij thans als hoogleeraar jubileert. Vervolgens werkte hij tot 1882 onder Ch. Verlat aan de Antwerpsche Academie van Schoone Kunsten, die toen zoo velen onzer jonge schilders onder haar leerlingen telde, om daarna weer in Holland te gaan werken. Reeds dadelijk werd hij toen onder de stemhebbende leden van de Mij. Arti et Amicitiae opgenomen. Van 1887-1889 hield hij in Brussel verblijf, doch sedert zijn benoeming aan de Amsterdamsche Academie bleef hij in zijn geboorteplaats gevestigd, waar hij weldra (1892) als presi dent der Mij. Arti et Amicitiae optrad en waar hij de bekende etsclub de Distel" oprichtte. Als schilder beoefent prof. JDake Nieuwjaar is onze tijd uit en dan kan ons die verrekte boer naar den drommel loopen. Daarover wrokte Jan innerlijk. Steeds moest iemand met de zweep achter het werkvolk zitten, dat alle kansjes waarnam om te luierikken. Altijd opzichter spelen ging ook niet. Hij zelf moest geduchtig hand aan 't werk slaan, want op een boerderij met twee knechten en twee meiden moesten er heel wat katten gegeeseld worden. Jan potterde en tobde, slaafde en zwoegde. Met de goede boerenjaren won hij veel geld. Koeien, kalveren, varkens, boter, tot de eieren toe, waren peperduur. Jaarlijks hield hij een mooi sommetje over. En als hij 's Zondags bij verplichte rust in zijn geldstukken ram melde, telde en hertelde, dan vond hij steeds dat er nog te min schijven bijeen waren. D'er moesten er nog een karvol bijkomen eer hij 't hoofd voor goed zou neerleggen. Er kon nog veel verbeterd worden aan het boerenbedrijf. Menschen, die met eigen gezin boerden, konden meer dan hij verdienen. Eerstens ging hem te veel in 't huishouden verloren. Zoo'n meiden waren niet zuinig genoeg. Van andermans leer is het goed riemen te snijden. Veel te rief waren ze met boter, spek en eieren, verbratselden te veel goede melk, verknoeiden een hoop dingen, waaruit hij klinkende munt kon slaan. Een fijne huis houdster, een vrouw die geld bijbracht/moest hij hebben. Maar hoe eraan geraakt? om uit vrijen te gaan moet er veel tijd zijn. En dien had hij nu juist niet. In de week moest hij werken en er bij zijn, want gelijk de muisjes meester zijn als kat en hond weg zijn, zoo wammesden ook zijn onderhoorigen in z'n afwezigheid. Eerst had men reeds twee en vijftig Zondagen, dan nog een dertig afgezette heiligdagen, groote en kleine kermissen, jaarmarkten, strenge winters, korte dagen, slecht weder. Alles bij elkaar genomen, had den de boerenknechts wel een honderd vijftig dagen verlof. En toch moesten zij die dagen tafelen. Het was niet meer gelijk in vadersIOÖWT TE INSPEEL Mooie boschrtJketerreinen.Spoor.Tram, Electrisch Hcht, Telephoon. Inlichtingen Mij. .DE VELUWE", Nunspeet. - American - Eau de Cologne wordt het MEEST gevraagde Merk. Imp.: JEAN MULDER, - Slotirdijk. TAMINÏAÜ'S ? JAM VRAA$T TANOMIDOCUE.N lllUIIIIIIUUIIIIIItlllllllllllltttlllllllltlllllltlllllUIUIllllttlttlllllllllllllllll de portretkunst en het figuurstuk. Niet alleen hier te lande [waar o.m. het Museum WilletHolthuijzen te Amsterdam een schilderij van hem bezit] stelde hij tentoon; ook in Berlijn, München, Weenen en elders. In het buitenland kan men o.a. schilderijen van hem zien in de Musea te MUnchen en Schwerin en de Keizerlijke Academie te St. Petersburg. Aan onderscheidingen heeft het prof. Dake niet ontbroken. Twee malen behaalde hij den Willink van Collen-prijs, een bovendien met zijn schilderijen de gouden medalje te München en te Berlijn, terwijl zijn gravures eveneens met de gouden medalje werden bekroond, te Chicago zoowel als te St. Louis. Hij is ridder van de Belgische Leopoldsorde en van de orde van den H. Michael van Beieren. M. 'llimmiiiliiiiiiiiliiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiliumiiiiiiiiiiimmiiiiiiMiimm Officieele Kunst (Naar aanleiding van het adres, door de Ned. Ver. voor Ambachts- en Nijverheidskanst gericht aan den Minister van Waterstaat) lke nieuwe richting" ook op kunstgebied, heeft een harden strijd te strijden om oudere op zijde te streven of te verdringen. Zij ver overt doorgaans eerst terrein in artistiek fijngevoelige kringen, terwijl het laatste door haar te veroveren bolwerk dat pleegt te zijn, wat men het gebied der officieele" kunst pleegt te noemen. Deze gang van zaken, dien men overal in andere landen niet minder dan bij ons kan gadeslaan, is alleszins begrijpelijk. Geen landsregeering, tenzij zij door den individueelen smaak van n persoon wordt beheerscht (zooals b.y. indertijd in Beieren door Lodewijk II, en in onzen tijd in Hessen-Darmstadt door den tegenwoordigen hertog) durft het zómaar te ondernemen, de leidende kunstenaars van een richting, die geheel andere dan de gewone IIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII zaliger tijd; toen slachtte men slechts een varken, men verzilverde er nog de hespen van. Maar op den dag van heden moest men drie, vier varkens kelen om niet over straat gedragen te worden, 't Volk was niet meer gelijk vroeger; het werkte veel min der, moest beter gevoed en gekleed zijn. Bijna alle boerenknechten hielden er een fiets op na en de meiden gingen zoo netjes gekleed als de beste boerendochters. Dat volkje leefde en feestweelde allemaal op de kap van den boer. Maar wat wilde men, men zat er gods gevangen mede. Er zonder kon men niet. D'r moest heel wat ingeschuurd, verkocht en verhandeld worden om die hpoge loonen uit te betalen en nog meer om jaarlijks iets over te houden. Een vrouw, die Jan's leven hielp verzonnen, had hij dringend noodig om hem in 't ver garen van geld en goederen bij te staan. Maar Jan had buiten zijn bekende gierig heid een groot gebrek. Hij stotterde. En toen hij vroeger eens schuchter het woordje liefde" aan de een of andere boerendochter had uitgestameld gekregen, hadden deze hartelijk gelachen en beweerde dat Jan achter zijn ooren nog niet droog was. Nog niet lang genoeg was hij van moeders papketel af. Dit hield Jan een beetje terug van de meisjes, die in hun jolige vreugde van zijn gestamel en gehakkel niets moesten hebben. Die wat fortuin hadden wilden een jongen boer, die zijn tong niet behoefde te smeren en zagen Jan nog op geen kilometer afstand aan. Menig blauw scheentje liep de gierige Jan in den omtrek. Zijn hebzucht, zijn nijdig karakter, zijn geburenkrakeel waren verder, dan het de dorpsklok kon, uitgeluid. Niemand profeet in zijn eigen land", dacht Jan ten slotte en hij zou eens den gelen misplaren uit de oude eiken klokkenkast nemen. Na het ontbijt trok hij zijn beste kleederen aan en beval de keukenmeid hem een goeden Merz'&'co eenice veRTecenwooRDiceRS VAM LIBCRTYACP BGTIMMeRIMG IN ALLC STIJLCM coMPLere HUISINRICHTING MCUBCLMAKCRS LeiDSCHGSTRAAT AMSTBRDAM P. OBER1NK & Co.. AMSTERDAM PRINSENGRACHT 456 VduaoscHEStwuor TELEFOON NOORD 1452 TOEPASSISGDEBELECTBICITEITOPELKGEBIED iiimiimim:niim banen uitgaat, aan het werk te zetten. Dat zij dit overlaat aan het initiatief van parti culieren en gemeenten, afwachtend, hoe de jongeren zich zullen ontwikkelen, nauwkeu rig gadeslaand tevens hoe het kunstlievend. volk op die evolutie reageert is niet alleen begrijpelijk, maar zelfs geboden. Op die manier wordt de productie geremd van die soort van uitwassen, aan wier be staan men zich reeds betrekkelijk kort na hun ontstaan ergert en worden krachten gespaard om, zoodra de ontwikkeling haar hoogtepunt bereikt, de gelegenheid te openen tot schitterende ontplooiing bij het volvoeren van groote regeerings-opdrachten. Dezen ontwikkelingsgang heeft men ge durende de laatste twintig jaren in meer dan een land om ons heen kunnen gadeslaan. Het gemakkelijkst is hij na te gaan in Duitschland, want al is ook daar van officieele zijde (men denke vooral aan den Dom in de Bibliotheek te Berlijn, waarin het meest reactionnairPalladianismeis gehuldigd) meer dan eens gezondigd, de moderne beweging is er thans vrijwel overal gewild, gezocht, gevierd, k door hen, die de productie der officieele kunst hebben te regelen. Hier te lande zou men nu ook zoo van harte gaarne iets krachtiger in deze richting zien gebeuren. Er zijn wel enkele teekenen, die op pogingen wijzen. Onze munten b.v. gaan, gedeeltelijk althans, frisscher vormen toonen, onze postzegels hebben gedurende korten tijd, in jubileumgewaad, laten blijken van de capaciteiten van de Bazel. Ook Brouwers plastische bouw-sierkunst is, en wordt, in officieele Nederlandsche gebouwen te pas gebracht. Maar voor het overige wachten wij nog steeds op het pogenblik, dat aan onze moderne richting de gelegenheid wordt gegeven, aan de officieele bouw- en sierkunst hun krachten te wijden, dat een Derkinderen, een Roland Holst, de Bazel, Lion Cachet, Dysselhoff om slechts enkele namen te noemen voor dat doel aan 't werk mogen gaan. De jongeren zelve zijn, wachtensmoede, eindelijk een actie be gonnen. Eerst waren het de architekten die, o. m. naar aanleiding van het nieuwe gebouw voor de Eerste Kamer, op mededinging heb ben aangedrongen. Thans zijn het onze moderne kunstnijveren, die, ten tweedemale, bescheidenlijk verzoeken om voor bijv, het Nieuwe Postkantoor te Rotterdam, voor het Gebouw voor het Hoofdbestuur van Post en Telegrafie in den Haag, of voor andere nog op te richten bouwwerken eenige be langrijke interieurs of de daarin noodige meubelen, versieringen, het daarbij te geiimi mi u l iinimmiiiiiiii minimin knapzak mede te geven. Hij ging voor een dag op reis. Eerst sloot hij alles potdicht wat aanleiding tot grabbel- en slokpartij kon geven; keek scherp toe naar het spek, dat van een nagel aan een gele wis van den zolder afbommelde, beval aan het volk, groot en klein vee goed te ver zorgen, bestudeerde zijn vierhoekig gezicht even in den spiegel, trok nog eens aan zijn halsbandje, strikje en vestje en Jan stapte zwaarploffend de deur uit met een pak liefde. Van achter de wit doorstikte gordijntjes oogden de dienstlui hem na. Nu was de beest weg; gerust waren zij den ganschen dag. En kermis zouden zij vieren." Na zoo hun spontane vreugde lucht ge geven te hebben, gisten zij naar de reden van zijn reis. Mogelijk ging hij een bloed verwant bezoeken. Heel waarschijnlijk niet, meende Pier, de oudste knecht, want van bloedverwanten, die enkel komen om hun nen buik zwaar te laden, moest de baas het niet hebben. Dan laat hij zich weder schillen bij een advokaat! Aan dezen geeft hij liever een vet varken dan aan ons," opperde Trien. Best mogelijk!" zei Sus. Gisteren heeft men mij op de scheerbank verteld, dat hij vier processen aan de hand had." Toe maar!" riepen de drie andere dienst boden. Een proces minder of meer kan Jan niet schelen. In de vijftig keeren, is hij voor de vierschaar verschenen! Nu, vertel eens verder." Eerstens komt hij voor met de melkerij, die hem buiten gekegeld heeft wijl men Jan betrapt heeft met afgelaten melk in stede van goede versche van de koe te brengen." Vervolgens komt hij voor met den var kenskoopman, die zijn varkens geweigerd heeft omdat ze overvoederd waren." Dat is waar. Jan had mij bevolen ze 's avonds nog sloerzaad te geven." Dan wogen ze 's anderendaags eenige kilos meer," bevestigde de tweede meid. Ja, en ik zal het van mijn leven niet bruiken metaalwerk of andere voorwerpen, behoorende tot de verschillende takken der ambachts- en nijverheidskunst en verder nieuw in te voeren modellen voor postzegels of ander belangrijk grafisch en topografisch werk te laten vervaardigen naar ontwerpen en onder leiding van" de bekende ambachtsen nijverheidskunstenaren, die behooren tot de eenige vereeniging op dit gebied hier te lande, de Ned. Ver. voor Ambachts- en Nij verheidskunst, van wie dit rekest uitgaat en ?wier voorzitter, W. Penaat, en secretaris, Corn. van der Sluys, het onderteekenden. Is het niet haast ongeloofelijk, dat zulk een rekest noodig is ? Immers uit die nood zakelijkheid blijkt, dat of het besef van de beteekenis der moderne richting, ten onzent nog steeds niet ver genoeg is doorgedrongen, of dat bezwaren van administratieven of ambtelijken aard de Regeering beletten, aan hare 'neiging te voldoen. In beide gevallen moet een verzoekschrift opheldering ten gevolge hebben en daarom verheugen wij ons, dat het is ingediend, en dat deze groep van kunstenaars, niet zonder meer quantit négligeable willende blijven, door zelf te vragen tracht te verkrijgen hetgeen haar niet zonder meer gegeven wordt. Wij zijn benieuwd, wat er nu gaat ge beuren. Bestaan er technische" bezwaren, d. w. z. druischt het voorgestelde in tegen den officieelen gang van zaken in de staats machine, dan worde dit ronduit erkend en zoeke men naar de middelen om die bezwa ren ten spoedigste uit den weg te ruimen. Wordt daarentegen het dopr de jongeren bereikte van te weinig beteekenis geacht (of misschien veracht?), dan kan dit slechts uit onkunde voortkomen en moeten middelen als een tentoonstelling in den Haag, Samen stelling van een uitgave met afbeeldingen van ontwerpen, uitschrijven van.een prijs vraag voor postzegels, interieurs of dergelijk door de Ver. voor Amst. Nijverheidskunst worden aangewend, ten einde te toonen wat kostelijke zaken degenen kunnen maken, die steeds harder aan de poorten kloppen om te worden binnen gelaten. Maar, wij vertrouwen dat dit alles niet noodig zal zijn en dat in de ruimste mate aan de billijke verlangens, in het rekest ge uit, zal worden voldaan. Wij mogen verder hopen, dat ook andere, takken van dienst daartoe zullen overgaan. Zoo niet, dan ook daar maar rekesten zenden en volhouden. Het zou kortweg beschamend zijn, indien er niet zooveel steun werd gegeven aan het verzoek, dat het doel niet werd bereikt. 'sGrav., 24 Sept. '15 Prof.Dr. W.MARTIN iimiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiMiimiiiiiiiimiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiii vergeten, hoe men ons aan het slachthuis uitlachte, 't Ging ons bijna op kiel en ooren. Ik had nog moeten smeeken dat zij mij de varkens weer op de kar hielpen. Voor Jan hadden ze het niet gedaan. En toch was ik over mijn eigen beschaamd," boosde de voerman Ties. Ook komt hij nog voor met de veever zekering!" Ook al?" Verleden week heeft men bij Singels een koe afgestoken en gij weet dat ieder boer, die lid is van de verzekering, in evenredig heid met zijn verzekerd vee vleesch moet halen." 't Is waar ook, verleden week hebben wij een hapje versch vleesch gehad. En verder?" En weet gij wat Jan heeft gedaan? Hij sneed het vleesch eraf en droeg de been deren terug, zeggend dat men hem te slecht bediend had." Och kom, die's rijksbelastingbriefjes durft veranderen, die is tot alles in staat," woedde Kaat. Dat is waar ook." Laat hem maar reizen! Zooveel te beter voor ons." 't Kon ook, dat hij vandaag om een wijf uit is," jokte Pier de knecht. En wie zou nu zoo'n beest voor man willen," riep Katrien uit. Gij moest hem maar kunnen krijgen," gekte Ties, de tweede knecht. Met al zijn centen kan hij mij dadelijk verhagelen", was 't bitsige antwoord. Geld maakt recht wat krom is," wijsgeerde Pier. 4 Och wat, met uw rot stinkend geld, ik heb liever een jongen, die maar zijn tien vingers heeft en die me uit reine liefde trouwt." Ja, leef maar van liefde en schoon water." A}s gij bij uw centen hard moet schroeven en half genoeg over den tand krijgt." (Wordt vervolgd) *'uf ?A

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl