De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1915 3 oktober pagina 5

3 oktober 1915 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

3 Oct. '15. No. 1997 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Wat de week .bracht EEN BELANGRIJKE AUDIËNTIE Nauwelijks is het nieuwe parlementaire jaar aangebroken, of ook de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht is haar openbare actie weer begonnen. Zooals men weet was bij het uitbreken van den oorlog-terstond het gewone propa gandawerk stop gezet en ging men zelfs niet voort met het verzamelen van handteekeningen op net Petitionnement voor Grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw, waarmede in het voorjaar van 1914 was begonnen. De eerste opleving naar bui ten was déviering van de groote gebeurte nis in Denemarken, waar de vrouwen op 5 Juni j.l. het algemeen, volledig kiesrecht kregen; Overigens gingen tot nu toe de meeste leden der Vereeniging geheel en al op in het werken voor de Sieuncomité's «n voor de vluchtelingen. ? Door dit vastleggen van zooveel arbeids kracht der vrouwen in dat buitengewone werk, ons opgelegd door de tijdsomstandig heden, kon ook hét verzamelen van hand teekeningen op het petitlonnement niet ver der worden voortgezet Men had dus slechts de uitkomst verkregen van ruim 3 maanden . werken. De groote plaatsen moesten nog systematisch bewerkt worden en tal van gemeenten in ons land, waar de Ver. v. Vrouwenkiesrecht geen afdeelingen bezit, eveneens. Niettegenstaande dezen korten tijd van werken, waren toch reeds ver over de 164.000 handteekeningen verkregen. Het Hoofdbe stuur der Vereeniging achtte dit een mooi resultaat en besloot dientengevolge het peti tionnement aan de Regeering aan te bieden, zij het dan ook onvoltooid. Er werd daags na de opening der StatenGeneraal een audiëntie aangevraagd bij den Minister van Binnenlandsche Zaken en deze stemde er in toe de dames te ontvangen. Dat was Woensdag 22 September een eigenaardige plechtigheid, zeker tot op heden eeriig in de geschiedenis der vrouwenkiesrechtbeweging hier te lande. Men was overeengekomen dat elke afdeeling der Vereeniging n afgevaardigde zou zenden. Deze allen kwamen bijeen in een der zalen van de Oranjesocieteit in Den Haag. Vandaar vertrokken per tram of te voet telkens kleine groepjes vrouwen, allen voorzien van een klein bouquetje gele en witte bloemen (geel en wit zijn de kleuren der Ver. v. Vrouwenkiesrecht) naar het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Intusschen was daar eveneens heengebracht het vaandel der vereeniging, en alle afgevaar digden schaarden zich in rijen van vier daar achter. Tegen twee uur kwamen een viertal open landauers, versierd met groote ruikers gele en witte bloemen op het Binnenhof aange reden. In het eerste rijtuig waren de doozen geplaatst ook geel en wit waarin de lijsten met handteekeningen lagen; daarbij zaten twee dames van de regelingscom missie voor het petitionnement. In de overige rijtuigen zat het Hoofdbestuur der vereeni ging. Zoodra deze dames waren uitgestapt, stelden zij zich aan het hoofd der stoet, en zoo trok men het nieuwe gebouw van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken binnen. Z.Exc. Minister Cort van der Linden ont ving de dames in de groote audientiezaal. Het was werkelijk een plechtig oogenblik, toen daar een 120 vrouwen (l 15 afdeelingen uit Holland, en verder afgevaardigde voor de Indische afdeelingen en de algemeene leden) bijeen waren en de Minister in de zaal verscheen om de toespraak aan te hooren, die, bij afwezigheid van dr. Aletta Jabobs, door de vice-presidente der Ver. v. Vrouwenkiesrecht werd gehouden. Deze ver telde in korte woorden de geschiedenis van het petitionnement, en wees er op, dat een zómooi resultaat, in zókorten tijd ver kregen, toch wel als bewijs mocht gelden iiiiiiiiiiiimiiiii'imiiiiiiiiiiiiii Over den Beuk ' De oogst van beukenootjes is dit jaar middelmatig goed, nog net de moeite waard voor de stadskindertjes om met blikken bussen en zakken naar buiten te tijgen en eenige mooie vrije herfstmiddagen te beste den aan het inzamelen van de glanzige bruine hoekige vrachtjes. Weliswaar is nog altijd een aanzienlijk percentage loos, maar die behoef je niet pp te rapen, niet eens te be tasten' want wie goed kijkt ziet al dadelijk aan de ietwat gewelfde zijvlakken van de pyramide of 't nootje goed is of niet. De jongelui verzamelen ze meestal voor eigen gebruik, soms ook kunnen ze er slijten aan de koekbakkers, die er amandelgebak van maken. Misschien zelfs zou in dezen tijd ook een winstgevend debiet kunnen ge vonden worden aan de oliefabrieken, want de beukenootjes bevatten een groote hoe veelheid van uitstekende olie, die in Duitschland ook al wel gewonnen wordt. Of wij er aan doen weet ik niet, ook niet of er uitvoerverbod bestaat op beukevruchtjes. In onze jeugd is ons herhaaldelijk voor gehouden dat je keelpijn krijgt van 't eten van beukenootjes en ik ben toen menigmaal naar bed gegaan met het idee dat ik den volgenden dag wel met een buitengewoon zeeren keel zou moeten wakker worden, om dat ik ondanks de waarschuwing zooveel van die dingen gegeten had. Doch altijd viel 't mee en ik kon iederen dag opnieuw beginnen. Ook vind ik in de boeken dat het eten van groote hoeveelheden van de,ze plezierige vruchtjes een narcotische uitwer king moet hebben. Nu weet ik niet, wat men in dit geval onder een groote hpeveelheid te verstaan heeft; naar mijn ervaring moet dat hier stellig meer zijn dan een paar honderd. Ik heb ook nog eens aan onbe vooroordeelde kinderen gevraagd of zij keeldat een zeer groot deel van het Nederlandsche volk wenschte dat thans, bij gelegenheid van de grondwetsherziening, in ons land een einde zou worden gemaakt aan den kiesrechtstrijd, door aan mannen en vrouwen gelijke grondwettelijke rechten te verleenen. De Minister had immers beloofd te zullen regeeren volgens den wil van het Neder landsche volk ? Met grooten ernst wees spreekster den Minister op de tijdsomstan digheden; hoe de vrouwen vooral thans ge toond hebben verantwoordelijk werk te wil len en te kunnen verrichten in het belang der gemeenschap, en hoe het in de toe komst noodig zal zijn dat alle beschikbare ' krachten zullen medewerken om de gevolgen van den tegenwoordigen crisis te boven te komen en een nieuwe maatschappij te helpen opbouwen. Waar landen als Noorwegen en Dene marken, die in zoovele opzichten overeen komen met ons land reeds voorgingen en aan de vrouwen volledige burgerschaps rechten verleenden, daar kan er voor ons land geen bezwaar zijn om dit goede voor beeld te volgen. Spreekster verzocht dringend de mede werking van den Minister om thans, nu de gelegenheid er toe is, ook aan de Neder landsche vrouwen recht te doen. Zijne Excellentie antwoordde, dat hij met genoegen het petitionnement in ontvangst wilde nemen. Uit den aard der zaak kon hij zich er echter thans nog niet over uit laten wat de inhoud is der voorstellen tot wijziging der Grondwet. Hierop vroeg de 2e vice-presidente mej. v. d. Meer van Kuffeler, of, indien die voor stellen niet zouden beantwoorden aan de wensche* der vrouwen, de Minister zou willen ingaan op eventueel in te dienen amendementen. Ook hierop moest Z.Exc. het antwoord schuldig blijven. Evenwsl kon de Minister wel verzekeren dat, mochten de grondwets voorstellen niet in alle opzichten aan de eisenen der vrouwen voldoen, zij toch in niet onbelangrijke mate aan de wenschen der dames zouden tegemoet komen. Voor het overige moest men het overlaten aan den loop die de zaken zouden nemen. Na afloop dezer plechtigheid die op alle aanwezigen een diepen indruk maakte, werd in de Oranjesocieteit een openbare verga dering gehouden, waar gesproken werd door mevr. van Balen?Klaar en den heer Marchant, lid der Tweede Kamer. Beiden wezen er op, dat het thans voor de vrouwen zaak was alle krachten in te spannen, om het kies recht te verkrijgen. De groote kracht moet van de vrouwen zelf uitgaan; de tijdsom standigheden eischen voor de toekomst mede werking der vrouw aan de wetgevende macht en Denemarken is er om aan te toonen dat het mogelijk is om zonder schokken een dergelijke hervorming in te voeren. Laten de vrouwen zich dit voor gezegd houden, en moedig aan het werk trekken. Het is te begrijpen dat de Minister niet op de zaken vooruit kon loopen ; maar evenmin deed hij een onverbiddelijk neen" hooren, toen de vrouwen hem meer vroegen dan vermoedelijk in de grondwetsvoorstellen staat. Zou dit een hoopvol teeken zijn ? In ieder geval is werken de boodschap; flink dan de handen aan den ploeg. F. S. VAN BALEN - KLAAR. Kijkje op de Paddestoelententoon stelling Hoeden met plaatjes En hoeden met gaatjes, Koraalwerk fijn en grof, Bollen, vol van stof, Schildjes met mooie strepen en lijnen Waar de teerste kleuren op kwijnen. Ze waren er alle op de Mycologische tentoonstelling in Den Haag van 25, 26 en 27 September, de boven aangeduide plaatzwammen, de buiszwammen, de zakjeszwammen of ascomyceten, de koraalzwammen, de bovisten of stuifzwammen, de schildvormige, waarvan Polyporus zulk een sprekend voorbeeld is, en de mooie stekelpijn of slaap kregen van het eten van veel beukenootjes. De meesten meenden dat ik ze voor den gek hield, de anderen ontken den zoowel het een als het ander. Misschien zijn er persoonlijke afwijkingen, maar over 't algemeen behoeven we tegen het eten van veel beukenootjes geen bezwaren te maken. De rijpende vrucht zit tot het laatst toe in zijn stekelig napje geborgen, beveiligd tegen voorbarige snoepers uit de dieren wereld. Omstreeks l October openen zich de omhulsels, vooral bij droog weer en 't is wel jammer, dat het zoo langzaam en geleidelijk gaat, zoodat we niet het vroolijk geknetter te hooren krijgen, waarop de open springende denneappels ons in het voorjaar vergasten. Maar je kunt niet alles wenschen en het getik van de vallende vruchtjes als ze hoog uit de kronen van blad tot blad vallen is ook al mooi genoeg een van de fijne geluiden op stille herfstdagen. De duiven, de gaaien en de eekhoorns vervullen voor den beuk dezelfde taak als voor den eik, en ze worden geholpen door een allerliefst vogeltje, voor wien de eikels een beetje te grof en te zwaar zijn. Dat is het zwarte meesje, een mees, die wel wat op de koolmees gelijkt, maar hij is veel kleiner en heeft in den nek een groote witte vlek. Die zamelt de beukenootjes van den grond op en legt er ook voorraadschuren van aan. Soms is de drukke boomklever ook van de partij en maakt zich eveneens een spaarpot. Hij heeft echter de slechte gewoonte om meestal zijn buit niet in den grond maar in spleten van de schors van dennen, eiken of accacia's te bergen. Verreweg de meeste beukenootjes echter worden gegeten door de vinken en de keepen, die geen van beiden voorraadschuren aanleggen en ik vrees daarom dat zij de verspreiding van den beuk slechts weinig bevorderen. Zij leveren daardoor een uitzondering op den regel, dat de dieren de verspreiding bevorderen van de planten, waarvan zij de vruchten en zaden eten: een regel, die in de theorie der vogel bescherming een belangrijke plaats inneemt, en die aanleiding geeft tot een hopeloozen warboel van tegenstrijdigen gevolgtrekkin gen. Op het oogenblik kan ik daar echter zwammen , in veel Hydnums vertegen woordigd. De interessante persoonlijkheden uit de zwammenwereld waren degelijk vertegen woordigd, morieljes en Phallus impudicus ontbraken niet, stuifzwammen, zoo groot, als ik ze nooit zag, stukken boomstam en boomschors, met de interessantste zwam men overdekt. En alles was keurig gerangschikt aan weerszijden van twee lange tafels, die in hun midden een verhooging hadden van kleurige paarse heide, waarvór in het mos de paddestoelen lagen. Hoe mooi kwamen daar de Peziza's uit en het felle rood van de Vliegenzwam en 't zachte paars en geel en al die rijke tinten van deze florakin deren. Hoe kunst ze smaakvol weet te rang schikken en indrukwekkend weet weer te geven op doek, zagen we aan verscheiden schilderijen van mevrouw Aletta van Thpl. Ruysch. Ook teekeningen waren er in menigte, waar men het materiaal van de lange tafels, dat natuurlijk wel eenigszins had geleden, vooral den laatsten dag, zoo niet geflatteerd, dan toch in hun beste pakje en op hun fleurigste momenten kon zien. Fleurig is eigenlijk een verkeerd woord, op paddestoelen toegepast, want vruchten zijn het eerder dan bloemen. Over de ont wikkeling kon men worden ingelicht door een inzending van de kweekerij Aurora" te Apeldoorn, waar men het broed kon zien op paardenmest verzameld en dan in zorg vuldig geprepareerde aarde gebracht, waar de myceliumdraden ontstaan en waar de zwammetjes zich op vertoonen. Klein als speldenknopjes zag men ze daar op het hel lend oppervlak van een massa toebereide aarde, en grootere paddestoelen ontbraken ook niet, terwijl in Weckfleschjes lichtgele zwammen in hun bedje van vocht er aan lokkelijk uitzagen. Op die wijze toebereid, zou ik misschien willen proeven, maar anders kan ik mij nog maar niet opwerken tot echte belangstelling in de al- of niet eetbaarheid van paddestoelen. Het wil mij altijd voorkomen, dat wij met het animeeren tot verorberen van dit mooie plantenmateriaal niet juist een goed werk doen trots de wetenschappelijke bewering, dat het eiwitgehalte van het weefsel groot is. Geur en groeiwijze en gelijkenis pp geslachtsgenooten, die bepaald schadelijk zijn gebleken, moeten, naar het schijnt, weerhou den van het nuttigen van zelf ingezamelde paddestoelen, of het moesten zeer algemeen als eetbaar erkende soorten zijn op plaatsen, waar men gewoon is, ze te oogsten. Geen voedsel voor het lichaam, maar be langwekkend voedsel voor den geest, als zoodanig beschouwen wij het liefst de padde stoelen. Ze vragen om zoo velerlei ver schijnselen in hun ontwikkeling en in hun aard en wezen onze bijzondere aandacht. Hoe verscheiden is hun vorm ! Deze ten toonstelling gaf daarvan wel een zeer goed en helder idee. Denk eens aan die kleine, keurig gevormde hoedjes op steeltjes, die er waren, en aan de reuzen Fomessoorten bijvoorbeeld van de keurige inzending, waar mee 'sRijks Herbarium de tentoonstelling heeft opgeluisterd. Te bedenken, dat fijne myceliumdraden, uit onzichtbaar kleine sporen voortgekomen, die alle hebben voortgebracht en "dat het leven, in al die zwammen pulseerend, onder houden wordt door wat de dood gemaakt heeft van ander levend plantenmateriaal, daar paddestoelen zelf geen koolzuur uit de lucht kunnen opnemen en verwerken, doet ons al dadelijk aan paddestoelen een eigen en eigen aardige plaats 'toekennen. Uit den dood scheppen zij zich een bestaan en daardoor helpen ze mee aan de opruiming van dpode stof, aan de omzetting daarvan tot nieuw leven. F. J. v. U. Over Boeken Dezer dagen verscheen afl. XIV van het Encyclopaedisch Handboek De Vrouw, de Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk, onder redactie van mr. C. M. Werker-Beaujon, mr. Clara Wichmann en mr. W H. M. Werker. Uitgave Uitgevers-Maatschappij Elzevier". In deze aflevering worden voortgezet de serie artikelen handelende over: de niet verder op ingaan, ik kijk liever eens naar mijn vinken en keepen. Ze zoeken hun nootjes op den grond, net als de kinderen. In jaren van overvloed wordt het aantal Vruchtdragende tak van den beuk van die vogels legio, alles wat onder andere omstandigheden verder door zou trekken naar het westen en het zuiden hoopt zich nu op in de beukenlanen. Honderden en honderden vogels bedekken den grond, en wanneer men tusschen de groene gladde stammen wandelt, lijkt het soms alsof overal in 't rond de afgevallen bladeren opwaaien, maar 't zijn niets dan vogels, die, log van het eten, of gepreoc cupeerd door den overvloed, voor den wan delaar slechts een klein eindje op zij gaan. 't Overvloedig voedsel verhoogt hun stem ming, menige vink laat zijn vroolijken slag hooren en bijna allemaal hebben ze de kleine dekveertjes opzij geschoven, die bij rustiger Vrouw en het toekomstige geslacht". Mr. Werker schrijft (Hoofdstuk VIII) over de Vrouw in de onderwijsherziening van lijdelijkheid tot daad". Schrijver bespreekt de verschillende inrichtingen van onderwijs, de school", in verband met de eischen van het vrouwenleven in algemeenen zin en dringt aan op reorganisatie waar de opleiding ten nadeele van de Nederlandsche vrouw is, om ten slotte de vrouw op te roepen als .draagster der gedachte dat de school tot het leven moet worden gebracht. Wan neer de vrouw zal vermogen de school te brengen in het teeken der nieuwe tijden wie weet? misschien wachten dan aan de volkeren wel schoone lauweren", aldus eindigt mr. Werker .zijn zoo belangrijk en lezenswaard artikel. In hoofjdstuk IX behandelt Suze Groshans de taak der vrouw bij de gemoedsont wikkeling"; in hoofdst. X mej. E. deClercq de taak der vrouw in zake kinderlectuur en kinderbibliotheken". Het kinderbibliotheekwerk wordt, zoo lezen wij, tot nu toe in ons land althans zoo goed als uitsluitend door vrouwen verricht. Jacpba F. D. Mossel wijdt ten slotte eenige bladzijden aan het onderwerp: de taak der vrouw bij het Godsdienstonderwijs". Volgens schrijfster is het Godsdienstonderwijs reeds gebleken een arbeidsveld te zijn, waarop de vrouw volkomen recht heeft. Ondanks tegenstand zoowel van bekrompen mannen als van vrouwen is dit werk tot een zegen geworden voor haar, die het kozen en tot een zegen voor wie er den invloed van ondergingen. Het komt ons voor, dat de afdeeling de Vrouw en het toekomstig geslacht" waar mede met afl. XIII het tweede deel van dit handboek is ingezet, een der meest belang rijke zal blijken te zijn in dit standaardwerk over vrouwenleven en vrouwenarbeid in dezen tijd. In deze afl. sluit dit gedeelte. In de volgende afl. vangt de vijfde afdeeling aan: de Vrouwenbeweging in Nederland". Wij ontvingen nog een zér beknopte Handleiding voor het maken van jams, geleien, compótes en vla's, door Yvonne. Nr. 59 uit de Practische Bibliotheek..Uitgave J. F. v. d. Ven, Baarn. Een boekje met enkele recepten ter bereiding van vruchtengerechten, die zich zeker zér goed zullen laten gebruiken. * * * Wat de winter brengt De werklijsten 1915?1916 van Ons Huis" in de Rozenstraat zijn weder verschenen en voor belangstellenden 's avonds van 7?10 uur aan het gebouw verkrijgbaar. Ze zijn dit jaar weder zér belangrijk van inhoud. Vooral de voordrachten-reeks is vol leerzame afwisseling. Het valt ons op dat Annie Salomons die 5 Jan. 1916 leest over het onderwerp Romans" de eenige vrouw is die als spreekster pp deze lijst voorkomt. Zijn er zoo weinig vrouwen onder ons, die iets belangrijks over algemeene onderwerpen te vertellen hebben?? Als praatavond op 6 Jan. 1916 heeft mej. dr. Ch. van Manen het woord over Het Dienstbodenvraagstuk" : beide avonden beloven naar ons voorkomt een flink bezette zaal. Op de Vrouwen-ontwikkelingsclub is een voordracht van Marg. Meyboom over Uiter lijke en innerlijke beschaving" en verder maken op enkele gezellige bijeenkomsten dames zich verdienstelijk met 't geven van voorlichting over verschillende onderwerpen. Een zeer dankbaar publiek zal zeker die moeite beloonen. Ons Kookboek VOOR EEN SUIKERZIEKE ROOMGELEI MET CACAO 1/8 liter zoete room, 3 gram cacao (Va thee lepel), zeer weinig sacharine, 3 gram witte gelatine. Kook den zoeten room, voeg er de cacao, de sacharine en de in koud water geweekte en goed uitgedrukte gelatine bij. Roer alles op de kachel tot de gelatine geheel is op gelost, giet de gelei in een kristallen schaaltje en zet ze op een koele plaats tot ze dik is geworden. A. R.?N. stemming den voorsten witten vleugel spiegel bedekken. Onder het opvliegen zijn de keepen het best van de vinken te onderscheiden, want het achterdeel van hun rug bij den oorsprong van de staart is spierwit. Ook hebben de mannetjes veel oranje aan borst en schouders. Deze keepen staan tot de beuken in een andere betrekking dan de vinken. Hun broedgebied ligt namelijk geheel buiten de landen waar de beuk groeit, ter wijl de vink zeer dikwijls in den beuk zelven zijn nest heeft. De keepen broeden in het noorden van Scandinavië en ' Rusland en in Siberië en krijgen gedurende den broedtijd dus nooit een beuk te zien. Het beukenland is voor hen een land even nieuw en vreemd als de palmwouden van de subtropische en tropische gewesten voor onze zwaluwen. De Franschen noemen de keep pinson des Ardennes", waarschijnlijk wel, omdat ze in de beukenwouden van de Ardennen al vroeg door hun groot aantal de aandacht hebben getrokken. In 't hartje van Frankrijk en in het Zuiden komt de beuk op sommige plaatsen in 't geheel niet voor en daar ver toont de keep zich vanzelf dan ook veel minder. De Noordgrens van den beuk gaat door het Noorden van Schotland en snijdt van Noorwegen en van Zweden beide het Zui delijkste puntje af, kruist dus de baai van Christiania. Denemarken, in 't bijzonder het eiland Seeland, is beroemd door zijn prach tige beukenwouden evenals het Duitsche Oostzee-gebied. De Oostgrens valt onge veer samen met de positie van de Russische legers in het vroege voorjaar van 1915: Ortelsburg, Lyck, Lublin, Czernowitz. In de vlakte van Roemenië. In Bulgarije schijnt de boom te ontbreken, maar in 't Balkan gebergte vormt hij uitgestrekte wouden even als in de Appenijnen en in het Noorden van het Pyreneesche Schiereiland. De boom heeft dus een vrij beperkt gebied en zou, indien hij niet werd aangeplant, zeker nog minder algemeen voorkomen. Het moet ook de aandacht trekken dat wij op onze woeste gronden lang niet zoo veel opslag van beuken aantreffen als van eiken. Ja, in Mei zie je overal in en om de VOOR EEN SUIKERZIEKE ElERKOEK 3 eieren, 5 gram aleuronaatmeel, 30 gram boter, 2 druppels citroensap, een weinig ge raspte citroenschil, 2 eetlepels zure room. Klop alle bestanddeelen, behalve de boter, goed dooreen. Smelt de boter in een kleine koekepan. Giet hierin de eiermassa, laat deze stollen, terwijl de pan voortdurend heen en weer wordt bewogen, en de koek zoodoende goed los blijft. Schuif de eierkoek op een vel wit papier, dat men aan eene zijde optilt. Daardoor rolt de koek op. Laat haar terwijl op een verwarmde schotel glijden. A. R.-N. CHAMPIGNONSCHOTEL Men neemt een heel blik champignons om een mooie groote soort te hebben, smelt 40 gram boter met 30 gram bloem, roert tot de klontjes er uit zijn, doet er voorzichtig 2 Va d. Liter warme melk en een goed geklopt ei door, Iaat dan alles al roerende even doorkeken met 't nat van de champignons en wat citroensap. Nu verwarmt men de champignons in het blik, maar past vooral op dat ze niet koken daar ze dan hard worden. Daarna legt men ze in het midden van een verwarmden schotel, doet de saus er over en schikt er halve maan tjes (van den banketbakker) omheen. C. S.-H. * * * Correspondentie Mevr. T. K.?B. Mijn vriendelijken dank voor de toegezonden documenten uit groot moeders tijd. Mej. H. T. Actueele artikelen gaan in ons weekblad altijd voor, en overigens is het altijd passen en meten om in het kleine bestek de stukken geplaatst te krijgen. Werkelijk, zoo spoedig mogelijk komt uw stukje aan de orde. Aan belangstellenden in het hopjes-recept. Mevr. T. B.?B. meldt ons: De hopjesdrukker is te krijgen bij P. B. Willers, Achterom, 's-Gravenhage. Van nootmuskaat gebruikte ik pl.m. l gram en van zout pl.m. 2 gram voor 120 hopjes. Ook voegde ik er Vg kopje water bij, omdat de massa anders te droog is." Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. iiiiitiiiiMiMimiiiMMiiiMiiiimiiiiiiiiiniiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMniiiiii H. MEIJER Koningsplein Amsterdam Wollen Dekens met roode, blauwe, geele of groene randen, door tijdigen voordeeligen inkoop thans nog f 9.5O. beukenbosschen de aardige kiernplantjes met hun waaiervormige kiemblaadjes, die aan de achterzijde licht gekleurd zijn. Ze hebben echter voor 't meerendeel een zeer kort bestaan en dat komt wel, doordat het knopje tusschen die twee kiemblaadjes al heel spoedig dood vriest 'of op andere wijze te niet gaat. Een jaar of acht geleden had den we een zeerovervloedigenbeukenoogst en daarna stonden duizenden kiemplantjes in de bosschen. Ik heb een stuk van een are groot onder observatie gehouden en van al de honderden kiemplantjes die er zijn opgeslagen leeft er op het oogenblik nog maar een, een nietig bochtig, kreupel ding. Dat hindert echter niet, wanneer de boomen er omheen vallen, dan kan dat kromme ding in weinig jaren een mooi recht boompje en mettertijd nog een heele woudreus worden. Op onze Noordzee-eilanden komt de beuk in 't wild zoo goed als in 't geheel niet voor, hoewel op Texel het bpschje op den HoogeBerg en een mooie bruine beuk in het stadje Den Burg zelf, wel goede centra van uit breiding zouden kunnen opleveren. Waar beuken zijn aangeplant is het aardig om na te gaan hoe mettertijd de spitse, eenigszins scheeve kronen zich gaan uit breiden en afronden tot de mooie koe peldaken, die een gesloten geheel vormen, doordat de bladeren zich zoo gunstig mogelijk plaatsen, om door zooveel mogelijk licht bestraald te worden. Zoo komt het, dat zij maar weinig licht doorlaten en daar door ontstaat dan het indrukwekkend half duister van de beukenlanen en wouden. Alleen in 't voorjaar kunnen in dergelijke bosschen nog andere planten tot hun recht komen en dan kan het er wondermooi zijn van anemonen en klaverzuring, dalkruid en primula's, maar na half Mei raakt dat gedaan en kunnen alleen sommige varens en mossen er tieren. In 't najaar echter komt de bonte menigte van de paddestoe len, tegelijk met de vinken en de keepen en de beukenootjes zelf. Ten slotte ver goedt het geel, het goud en 't koper van de vallende bladeren ruimschoots alles, wat de zomer aan kleur is tekort geschoten. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl