Historisch Archief 1877-1940
3 Oct. '15. No. 1997
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Wat de week .bracht
EEN BELANGRIJKE AUDIËNTIE
Nauwelijks is het nieuwe parlementaire
jaar aangebroken, of ook de Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht is haar openbare actie
weer begonnen.
Zooals men weet was bij het uitbreken
van den oorlog-terstond het gewone propa
gandawerk stop gezet en ging men zelfs
niet voort met het verzamelen van
handteekeningen op net Petitionnement voor
Grondwettelijke gelijkstelling van man en
vrouw, waarmede in het voorjaar van 1914
was begonnen. De eerste opleving naar bui
ten was déviering van de groote gebeurte
nis in Denemarken, waar de vrouwen op
5 Juni j.l. het algemeen, volledig kiesrecht
kregen; Overigens gingen tot nu toe de
meeste leden der Vereeniging geheel en al
op in het werken voor de Sieuncomité's «n
voor de vluchtelingen.
? Door dit vastleggen van zooveel arbeids
kracht der vrouwen in dat buitengewone
werk, ons opgelegd door de tijdsomstandig
heden, kon ook hét verzamelen van hand
teekeningen op het petitlonnement niet ver
der worden voortgezet Men had dus slechts
de uitkomst verkregen van ruim 3 maanden
. werken. De groote plaatsen moesten nog
systematisch bewerkt worden en tal van
gemeenten in ons land, waar de Ver. v.
Vrouwenkiesrecht geen afdeelingen bezit,
eveneens.
Niettegenstaande dezen korten tijd van
werken, waren toch reeds ver over de 164.000
handteekeningen verkregen. Het Hoofdbe
stuur der Vereeniging achtte dit een mooi
resultaat en besloot dientengevolge het peti
tionnement aan de Regeering aan te bieden,
zij het dan ook onvoltooid.
Er werd daags na de opening der
StatenGeneraal een audiëntie aangevraagd bij den
Minister van Binnenlandsche Zaken en deze
stemde er in toe de dames te ontvangen.
Dat was Woensdag 22 September een
eigenaardige plechtigheid, zeker tot op heden
eeriig in de geschiedenis der
vrouwenkiesrechtbeweging hier te lande.
Men was overeengekomen dat elke
afdeeling der Vereeniging n afgevaardigde zou
zenden. Deze allen kwamen bijeen in een
der zalen van de Oranjesocieteit in Den
Haag. Vandaar vertrokken per tram of te
voet telkens kleine groepjes vrouwen, allen
voorzien van een klein bouquetje gele en
witte bloemen (geel en wit zijn de kleuren
der Ver. v. Vrouwenkiesrecht) naar het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken.
Intusschen was daar eveneens heengebracht het
vaandel der vereeniging, en alle afgevaar
digden schaarden zich in rijen van vier daar
achter.
Tegen twee uur kwamen een viertal open
landauers, versierd met groote ruikers gele
en witte bloemen op het Binnenhof aange
reden. In het eerste rijtuig waren de doozen
geplaatst ook geel en wit waarin de
lijsten met handteekeningen lagen; daarbij
zaten twee dames van de regelingscom
missie voor het petitionnement. In de overige
rijtuigen zat het Hoofdbestuur der vereeni
ging. Zoodra deze dames waren uitgestapt,
stelden zij zich aan het hoofd der stoet, en
zoo trok men het nieuwe gebouw van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken binnen.
Z.Exc. Minister Cort van der Linden ont
ving de dames in de groote audientiezaal.
Het was werkelijk een plechtig oogenblik,
toen daar een 120 vrouwen (l 15 afdeelingen
uit Holland, en verder afgevaardigde voor
de Indische afdeelingen en de algemeene
leden) bijeen waren en de Minister in de
zaal verscheen om de toespraak aan te
hooren, die, bij afwezigheid van dr. Aletta
Jabobs, door de vice-presidente der Ver. v.
Vrouwenkiesrecht werd gehouden. Deze ver
telde in korte woorden de geschiedenis van
het petitionnement, en wees er op, dat een
zómooi resultaat, in zókorten tijd ver
kregen, toch wel als bewijs mocht gelden
iiiiiiiiiiiimiiiii'imiiiiiiiiiiiiii
Over den Beuk '
De oogst van beukenootjes is dit jaar
middelmatig goed, nog net de moeite waard
voor de stadskindertjes om met blikken
bussen en zakken naar buiten te tijgen en
eenige mooie vrije herfstmiddagen te beste
den aan het inzamelen van de glanzige bruine
hoekige vrachtjes. Weliswaar is nog altijd
een aanzienlijk percentage loos, maar die
behoef je niet pp te rapen, niet eens te be
tasten' want wie goed kijkt ziet al dadelijk
aan de ietwat gewelfde zijvlakken van de
pyramide of 't nootje goed is of niet. De
jongelui verzamelen ze meestal voor eigen
gebruik, soms ook kunnen ze er slijten aan
de koekbakkers, die er amandelgebak van
maken. Misschien zelfs zou in dezen tijd
ook een winstgevend debiet kunnen ge
vonden worden aan de oliefabrieken, want
de beukenootjes bevatten een groote hoe
veelheid van uitstekende olie, die in
Duitschland ook al wel gewonnen wordt. Of wij
er aan doen weet ik niet, ook niet of er
uitvoerverbod bestaat op beukevruchtjes.
In onze jeugd is ons herhaaldelijk voor
gehouden dat je keelpijn krijgt van 't eten
van beukenootjes en ik ben toen menigmaal
naar bed gegaan met het idee dat ik den
volgenden dag wel met een buitengewoon
zeeren keel zou moeten wakker worden, om
dat ik ondanks de waarschuwing zooveel
van die dingen gegeten had. Doch altijd
viel 't mee en ik kon iederen dag opnieuw
beginnen. Ook vind ik in de boeken dat
het eten van groote hoeveelheden van de,ze
plezierige vruchtjes een narcotische uitwer
king moet hebben. Nu weet ik niet, wat
men in dit geval onder een groote
hpeveelheid te verstaan heeft; naar mijn ervaring
moet dat hier stellig meer zijn dan een paar
honderd. Ik heb ook nog eens aan onbe
vooroordeelde kinderen gevraagd of zij
keeldat een zeer groot deel van het Nederlandsche
volk wenschte dat thans, bij gelegenheid
van de grondwetsherziening, in ons land een
einde zou worden gemaakt aan den
kiesrechtstrijd, door aan mannen en vrouwen
gelijke grondwettelijke rechten te verleenen.
De Minister had immers beloofd te zullen
regeeren volgens den wil van het Neder
landsche volk ? Met grooten ernst wees
spreekster den Minister op de tijdsomstan
digheden; hoe de vrouwen vooral thans ge
toond hebben verantwoordelijk werk te wil
len en te kunnen verrichten in het belang
der gemeenschap, en hoe het in de toe
komst noodig zal zijn dat alle beschikbare
' krachten zullen medewerken om de gevolgen
van den tegenwoordigen crisis te boven te
komen en een nieuwe maatschappij te helpen
opbouwen.
Waar landen als Noorwegen en Dene
marken, die in zoovele opzichten overeen
komen met ons land reeds voorgingen en
aan de vrouwen volledige burgerschaps
rechten verleenden, daar kan er voor ons
land geen bezwaar zijn om dit goede voor
beeld te volgen.
Spreekster verzocht dringend de mede
werking van den Minister om thans, nu de
gelegenheid er toe is, ook aan de Neder
landsche vrouwen recht te doen.
Zijne Excellentie antwoordde, dat hij met
genoegen het petitionnement in ontvangst
wilde nemen. Uit den aard der zaak kon
hij zich er echter thans nog niet over uit
laten wat de inhoud is der voorstellen tot
wijziging der Grondwet.
Hierop vroeg de 2e vice-presidente mej.
v. d. Meer van Kuffeler, of, indien die voor
stellen niet zouden beantwoorden aan de
wensche* der vrouwen, de Minister zou
willen ingaan op eventueel in te dienen
amendementen.
Ook hierop moest Z.Exc. het antwoord
schuldig blijven. Evenwsl kon de Minister
wel verzekeren dat, mochten de grondwets
voorstellen niet in alle opzichten aan de
eisenen der vrouwen voldoen, zij toch in
niet onbelangrijke mate aan de wenschen
der dames zouden tegemoet komen. Voor
het overige moest men het overlaten aan
den loop die de zaken zouden nemen.
Na afloop dezer plechtigheid die op alle
aanwezigen een diepen indruk maakte, werd
in de Oranjesocieteit een openbare verga
dering gehouden, waar gesproken werd door
mevr. van Balen?Klaar en den heer Marchant,
lid der Tweede Kamer. Beiden wezen er op,
dat het thans voor de vrouwen zaak was
alle krachten in te spannen, om het kies
recht te verkrijgen. De groote kracht moet
van de vrouwen zelf uitgaan; de tijdsom
standigheden eischen voor de toekomst mede
werking der vrouw aan de wetgevende macht
en Denemarken is er om aan te toonen dat
het mogelijk is om zonder schokken een
dergelijke hervorming in te voeren.
Laten de vrouwen zich dit voor gezegd
houden, en moedig aan het werk trekken.
Het is te begrijpen dat de Minister niet op
de zaken vooruit kon loopen ; maar evenmin
deed hij een onverbiddelijk neen" hooren,
toen de vrouwen hem meer vroegen dan
vermoedelijk in de grondwetsvoorstellen
staat.
Zou dit een hoopvol teeken zijn ? In ieder
geval is werken de boodschap; flink dan
de handen aan den ploeg.
F. S. VAN BALEN - KLAAR.
Kijkje op de Paddestoelententoon
stelling
Hoeden met plaatjes
En hoeden met gaatjes,
Koraalwerk fijn en grof,
Bollen, vol van stof,
Schildjes met mooie strepen en lijnen
Waar de teerste kleuren op kwijnen.
Ze waren er alle op de Mycologische
tentoonstelling in Den Haag van 25, 26 en
27 September, de boven aangeduide
plaatzwammen, de buiszwammen, de
zakjeszwammen of ascomyceten, de
koraalzwammen, de bovisten of stuifzwammen, de
schildvormige, waarvan Polyporus zulk een
sprekend voorbeeld is, en de mooie
stekelpijn of slaap kregen van het eten van veel
beukenootjes. De meesten meenden dat ik
ze voor den gek hield, de anderen ontken
den zoowel het een als het ander. Misschien
zijn er persoonlijke afwijkingen, maar over
't algemeen behoeven we tegen het eten
van veel beukenootjes geen bezwaren te
maken.
De rijpende vrucht zit tot het laatst toe
in zijn stekelig napje geborgen, beveiligd
tegen voorbarige snoepers uit de dieren
wereld. Omstreeks l October openen zich
de omhulsels, vooral bij droog weer en 't
is wel jammer, dat het zoo langzaam en
geleidelijk gaat, zoodat we niet het vroolijk
geknetter te hooren krijgen, waarop de open
springende denneappels ons in het voorjaar
vergasten. Maar je kunt niet alles wenschen
en het getik van de vallende vruchtjes als
ze hoog uit de kronen van blad tot blad
vallen is ook al mooi genoeg een van de
fijne geluiden op stille herfstdagen.
De duiven, de gaaien en de eekhoorns
vervullen voor den beuk dezelfde taak als
voor den eik, en ze worden geholpen door
een allerliefst vogeltje, voor wien de eikels
een beetje te grof en te zwaar zijn. Dat is
het zwarte meesje, een mees, die wel wat
op de koolmees gelijkt, maar hij is veel
kleiner en heeft in den nek een groote witte
vlek. Die zamelt de beukenootjes van den
grond op en legt er ook voorraadschuren
van aan. Soms is de drukke boomklever
ook van de partij en maakt zich eveneens
een spaarpot. Hij heeft echter de slechte
gewoonte om meestal zijn buit niet in den
grond maar in spleten van de schors van
dennen, eiken of accacia's te bergen.
Verreweg de meeste beukenootjes echter
worden gegeten door de vinken en de
keepen, die geen van beiden
voorraadschuren aanleggen en ik vrees daarom dat
zij de verspreiding van den beuk slechts
weinig bevorderen. Zij leveren daardoor
een uitzondering op den regel, dat de dieren
de verspreiding bevorderen van de planten,
waarvan zij de vruchten en zaden eten:
een regel, die in de theorie der vogel
bescherming een belangrijke plaats inneemt,
en die aanleiding geeft tot een hopeloozen
warboel van tegenstrijdigen gevolgtrekkin
gen. Op het oogenblik kan ik daar echter
zwammen , in veel Hydnums vertegen
woordigd.
De interessante persoonlijkheden uit de
zwammenwereld waren degelijk vertegen
woordigd, morieljes en Phallus impudicus
ontbraken niet, stuifzwammen, zoo groot,
als ik ze nooit zag, stukken boomstam en
boomschors, met de interessantste zwam
men overdekt.
En alles was keurig gerangschikt aan
weerszijden van twee lange tafels, die in
hun midden een verhooging hadden van
kleurige paarse heide, waarvór in het mos
de paddestoelen lagen. Hoe mooi kwamen
daar de Peziza's uit en het felle rood van
de Vliegenzwam en 't zachte paars en geel
en al die rijke tinten van deze florakin
deren. Hoe kunst ze smaakvol weet te rang
schikken en indrukwekkend weet weer te
geven op doek, zagen we aan verscheiden
schilderijen van mevrouw Aletta van Thpl.
Ruysch. Ook teekeningen waren er in
menigte, waar men het materiaal van de
lange tafels, dat natuurlijk wel eenigszins
had geleden, vooral den laatsten dag, zoo
niet geflatteerd, dan toch in hun beste pakje
en op hun fleurigste momenten kon zien.
Fleurig is eigenlijk een verkeerd woord,
op paddestoelen toegepast, want vruchten
zijn het eerder dan bloemen. Over de ont
wikkeling kon men worden ingelicht door
een inzending van de kweekerij Aurora"
te Apeldoorn, waar men het broed kon zien
op paardenmest verzameld en dan in zorg
vuldig geprepareerde aarde gebracht, waar
de myceliumdraden ontstaan en waar de
zwammetjes zich op vertoonen. Klein als
speldenknopjes zag men ze daar op het hel
lend oppervlak van een massa toebereide
aarde, en grootere paddestoelen ontbraken
ook niet, terwijl in Weckfleschjes lichtgele
zwammen in hun bedje van vocht er aan
lokkelijk uitzagen.
Op die wijze toebereid, zou ik misschien
willen proeven, maar anders kan ik mij nog
maar niet opwerken tot echte belangstelling
in de al- of niet eetbaarheid van paddestoelen.
Het wil mij altijd voorkomen, dat wij met
het animeeren tot verorberen van dit mooie
plantenmateriaal niet juist een goed werk
doen trots de wetenschappelijke bewering,
dat het eiwitgehalte van het weefsel groot
is. Geur en groeiwijze en gelijkenis pp
geslachtsgenooten, die bepaald schadelijk zijn
gebleken, moeten, naar het schijnt, weerhou
den van het nuttigen van zelf ingezamelde
paddestoelen, of het moesten zeer algemeen
als eetbaar erkende soorten zijn op plaatsen,
waar men gewoon is, ze te oogsten.
Geen voedsel voor het lichaam, maar be
langwekkend voedsel voor den geest, als
zoodanig beschouwen wij het liefst de padde
stoelen. Ze vragen om zoo velerlei ver
schijnselen in hun ontwikkeling en in hun
aard en wezen onze bijzondere aandacht.
Hoe verscheiden is hun vorm ! Deze ten
toonstelling gaf daarvan wel een zeer goed
en helder idee. Denk eens aan die kleine,
keurig gevormde hoedjes op steeltjes, die
er waren, en aan de reuzen Fomessoorten
bijvoorbeeld van de keurige inzending, waar
mee 'sRijks Herbarium de tentoonstelling
heeft opgeluisterd.
Te bedenken, dat fijne myceliumdraden,
uit onzichtbaar kleine sporen voortgekomen,
die alle hebben voortgebracht en "dat het
leven, in al die zwammen pulseerend, onder
houden wordt door wat de dood gemaakt
heeft van ander levend plantenmateriaal, daar
paddestoelen zelf geen koolzuur uit de lucht
kunnen opnemen en verwerken, doet ons al
dadelijk aan paddestoelen een eigen en eigen
aardige plaats 'toekennen. Uit den dood
scheppen zij zich een bestaan en daardoor
helpen ze mee aan de opruiming van dpode
stof, aan de omzetting daarvan tot nieuw
leven.
F. J. v. U.
Over Boeken
Dezer dagen verscheen afl. XIV van het
Encyclopaedisch Handboek De Vrouw, de
Vrouwenbeweging en het Vrouwenvraagstuk,
onder redactie van mr. C. M. Werker-Beaujon,
mr. Clara Wichmann en mr. W H. M. Werker.
Uitgave Uitgevers-Maatschappij Elzevier".
In deze aflevering worden voortgezet
de serie artikelen handelende over: de
niet verder op ingaan, ik kijk liever eens
naar mijn vinken en keepen. Ze zoeken hun
nootjes op den grond, net als de kinderen.
In jaren van overvloed wordt het aantal
Vruchtdragende tak van den beuk
van die vogels legio, alles wat onder andere
omstandigheden verder door zou trekken
naar het westen en het zuiden hoopt zich
nu op in de beukenlanen.
Honderden en honderden vogels bedekken
den grond, en wanneer men tusschen de
groene gladde stammen wandelt, lijkt het
soms alsof overal in 't rond de afgevallen
bladeren opwaaien, maar 't zijn niets dan
vogels, die, log van het eten, of gepreoc
cupeerd door den overvloed, voor den wan
delaar slechts een klein eindje op zij gaan.
't Overvloedig voedsel verhoogt hun stem
ming, menige vink laat zijn vroolijken slag
hooren en bijna allemaal hebben ze de kleine
dekveertjes opzij geschoven, die bij rustiger
Vrouw en het toekomstige geslacht".
Mr. Werker schrijft (Hoofdstuk VIII) over
de Vrouw in de onderwijsherziening van
lijdelijkheid tot daad". Schrijver bespreekt
de verschillende inrichtingen van onderwijs,
de school", in verband met de eischen van
het vrouwenleven in algemeenen zin en
dringt aan op reorganisatie waar de opleiding
ten nadeele van de Nederlandsche vrouw
is, om ten slotte de vrouw op te roepen
als .draagster der gedachte dat de school
tot het leven moet worden gebracht. Wan
neer de vrouw zal vermogen de school te
brengen in het teeken der nieuwe tijden
wie weet? misschien wachten dan aan
de volkeren wel schoone lauweren", aldus
eindigt mr. Werker .zijn zoo belangrijk en
lezenswaard artikel.
In hoofjdstuk IX behandelt Suze Groshans
de taak der vrouw bij de gemoedsont
wikkeling"; in hoofdst. X mej. E. deClercq
de taak der vrouw in zake kinderlectuur en
kinderbibliotheken". Het
kinderbibliotheekwerk wordt, zoo lezen wij, tot nu toe in
ons land althans zoo goed als uitsluitend
door vrouwen verricht.
Jacpba F. D. Mossel wijdt ten slotte eenige
bladzijden aan het onderwerp: de taak der
vrouw bij het Godsdienstonderwijs". Volgens
schrijfster is het Godsdienstonderwijs reeds
gebleken een arbeidsveld te zijn, waarop
de vrouw volkomen recht heeft. Ondanks
tegenstand zoowel van bekrompen mannen
als van vrouwen is dit werk tot een zegen
geworden voor haar, die het kozen en tot
een zegen voor wie er den invloed van
ondergingen.
Het komt ons voor, dat de afdeeling de
Vrouw en het toekomstig geslacht" waar
mede met afl. XIII het tweede deel van dit
handboek is ingezet, een der meest belang
rijke zal blijken te zijn in dit standaardwerk
over vrouwenleven en vrouwenarbeid in
dezen tijd. In deze afl. sluit dit gedeelte.
In de volgende afl. vangt de vijfde afdeeling
aan: de Vrouwenbeweging in Nederland".
Wij ontvingen nog een zér beknopte
Handleiding voor het maken van jams,
geleien, compótes en vla's, door Yvonne.
Nr. 59 uit de Practische Bibliotheek..Uitgave
J. F. v. d. Ven, Baarn. Een boekje met
enkele recepten ter bereiding van
vruchtengerechten, die zich zeker zér goed zullen
laten gebruiken.
* * *
Wat de winter brengt
De werklijsten 1915?1916 van Ons Huis"
in de Rozenstraat zijn weder verschenen en
voor belangstellenden 's avonds van 7?10
uur aan het gebouw verkrijgbaar. Ze zijn
dit jaar weder zér belangrijk van inhoud.
Vooral de voordrachten-reeks is vol leerzame
afwisseling.
Het valt ons op dat Annie Salomons die
5 Jan. 1916 leest over het onderwerp Romans"
de eenige vrouw is die als spreekster pp
deze lijst voorkomt. Zijn er zoo weinig
vrouwen onder ons, die iets belangrijks over
algemeene onderwerpen te vertellen hebben??
Als praatavond op 6 Jan. 1916 heeft mej. dr.
Ch. van Manen het woord over Het
Dienstbodenvraagstuk" : beide avonden beloven
naar ons voorkomt een flink bezette zaal.
Op de Vrouwen-ontwikkelingsclub is een
voordracht van Marg. Meyboom over Uiter
lijke en innerlijke beschaving" en verder
maken op enkele gezellige bijeenkomsten
dames zich verdienstelijk met 't geven van
voorlichting over verschillende onderwerpen.
Een zeer dankbaar publiek zal zeker die
moeite beloonen.
Ons Kookboek
VOOR EEN SUIKERZIEKE
ROOMGELEI MET CACAO
1/8 liter zoete room, 3 gram cacao (Va thee
lepel), zeer weinig sacharine, 3 gram witte
gelatine.
Kook den zoeten room, voeg er de cacao,
de sacharine en de in koud water geweekte
en goed uitgedrukte gelatine bij. Roer alles
op de kachel tot de gelatine geheel is op
gelost, giet de gelei in een kristallen schaaltje
en zet ze op een koele plaats tot ze dik is
geworden. A. R.?N.
stemming den voorsten witten vleugel
spiegel bedekken.
Onder het opvliegen zijn de keepen het
best van de vinken te onderscheiden, want
het achterdeel van hun rug bij den oorsprong
van de staart is spierwit. Ook hebben de
mannetjes veel oranje aan borst en schouders.
Deze keepen staan tot de beuken in een
andere betrekking dan de vinken.
Hun broedgebied ligt namelijk geheel
buiten de landen waar de beuk groeit, ter
wijl de vink zeer dikwijls in den beuk zelven
zijn nest heeft.
De keepen broeden in het noorden van
Scandinavië en ' Rusland en in Siberië en
krijgen gedurende den broedtijd dus nooit
een beuk te zien. Het beukenland is voor
hen een land even nieuw en vreemd als
de palmwouden van de subtropische en
tropische gewesten voor onze zwaluwen.
De Franschen noemen de keep pinson des
Ardennes", waarschijnlijk wel, omdat ze in
de beukenwouden van de Ardennen al vroeg
door hun groot aantal de aandacht hebben
getrokken. In 't hartje van Frankrijk en in
het Zuiden komt de beuk op sommige
plaatsen in 't geheel niet voor en daar ver
toont de keep zich vanzelf dan ook veel
minder.
De Noordgrens van den beuk gaat door
het Noorden van Schotland en snijdt van
Noorwegen en van Zweden beide het Zui
delijkste puntje af, kruist dus de baai van
Christiania. Denemarken, in 't bijzonder het
eiland Seeland, is beroemd door zijn prach
tige beukenwouden evenals het Duitsche
Oostzee-gebied. De Oostgrens valt onge
veer samen met de positie van de Russische
legers in het vroege voorjaar van 1915:
Ortelsburg, Lyck, Lublin, Czernowitz. In de
vlakte van Roemenië. In Bulgarije schijnt
de boom te ontbreken, maar in 't Balkan
gebergte vormt hij uitgestrekte wouden even
als in de Appenijnen en in het Noorden
van het Pyreneesche Schiereiland. De boom
heeft dus een vrij beperkt gebied en zou,
indien hij niet werd aangeplant, zeker nog
minder algemeen voorkomen.
Het moet ook de aandacht trekken dat
wij op onze woeste gronden lang niet zoo
veel opslag van beuken aantreffen als van
eiken. Ja, in Mei zie je overal in en om de
VOOR EEN SUIKERZIEKE
ElERKOEK
3 eieren, 5 gram aleuronaatmeel, 30 gram
boter, 2 druppels citroensap, een weinig ge
raspte citroenschil, 2 eetlepels zure room.
Klop alle bestanddeelen, behalve de boter,
goed dooreen. Smelt de boter in een kleine
koekepan. Giet hierin de eiermassa, laat
deze stollen, terwijl de pan voortdurend
heen en weer wordt bewogen, en de koek
zoodoende goed los blijft. Schuif de eierkoek
op een vel wit papier, dat men aan eene
zijde optilt. Daardoor rolt de koek op. Laat
haar terwijl op een verwarmde schotel glijden.
A. R.-N.
CHAMPIGNONSCHOTEL
Men neemt een heel blik champignons om
een mooie groote soort te hebben, smelt
40 gram boter met 30 gram bloem, roert
tot de klontjes er uit zijn, doet er voorzichtig
2 Va d. Liter warme melk en een goed geklopt
ei door, Iaat dan alles al roerende even
doorkeken met 't nat van de champignons
en wat citroensap.
Nu verwarmt men de champignons in het
blik, maar past vooral op dat ze niet koken
daar ze dan hard worden. Daarna legt men
ze in het midden van een verwarmden schotel,
doet de saus er over en schikt er halve maan
tjes (van den banketbakker) omheen.
C. S.-H.
* * *
Correspondentie
Mevr. T. K.?B. Mijn vriendelijken dank
voor de toegezonden documenten uit groot
moeders tijd.
Mej. H. T. Actueele artikelen gaan in ons
weekblad altijd voor, en overigens is het
altijd passen en meten om in het kleine
bestek de stukken geplaatst te krijgen.
Werkelijk, zoo spoedig mogelijk komt uw
stukje aan de orde.
Aan belangstellenden in het hopjes-recept.
Mevr. T. B.?B. meldt ons: De
hopjesdrukker is te krijgen bij P. B. Willers,
Achterom, 's-Gravenhage. Van nootmuskaat
gebruikte ik pl.m. l gram en van zout pl.m.
2 gram voor 120 hopjes. Ook voegde ik er
Vg kopje water bij, omdat de massa anders
te droog is."
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
iiiiitiiiiMiMimiiiMMiiiMiiiimiiiiiiiiiniiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMniiiiii
H. MEIJER
Koningsplein Amsterdam
Wollen Dekens
met roode, blauwe, geele of groene
randen, door tijdigen voordeeligen inkoop
thans nog f 9.5O.
beukenbosschen de aardige kiernplantjes
met hun waaiervormige kiemblaadjes, die
aan de achterzijde licht gekleurd zijn. Ze
hebben echter voor 't meerendeel een zeer
kort bestaan en dat komt wel, doordat het
knopje tusschen die twee kiemblaadjes al
heel spoedig dood vriest 'of op andere wijze
te niet gaat. Een jaar of acht geleden had
den we een zeerovervloedigenbeukenoogst
en daarna stonden duizenden kiemplantjes
in de bosschen. Ik heb een stuk van een
are groot onder observatie gehouden en
van al de honderden kiemplantjes die er
zijn opgeslagen leeft er op het oogenblik
nog maar een, een nietig bochtig, kreupel
ding. Dat hindert echter niet, wanneer de
boomen er omheen vallen, dan kan dat
kromme ding in weinig jaren een mooi
recht boompje en mettertijd nog een heele
woudreus worden.
Op onze Noordzee-eilanden komt de beuk
in 't wild zoo goed als in 't geheel niet voor,
hoewel op Texel het bpschje op den
HoogeBerg en een mooie bruine beuk in het stadje
Den Burg zelf, wel goede centra van uit
breiding zouden kunnen opleveren.
Waar beuken zijn aangeplant is het aardig
om na te gaan hoe mettertijd de spitse,
eenigszins scheeve kronen zich gaan uit
breiden en afronden tot de mooie koe
peldaken, die een gesloten geheel vormen,
doordat de bladeren zich zoo gunstig
mogelijk plaatsen, om door zooveel mogelijk
licht bestraald te worden. Zoo komt het,
dat zij maar weinig licht doorlaten en daar
door ontstaat dan het indrukwekkend half
duister van de beukenlanen en wouden.
Alleen in 't voorjaar kunnen in dergelijke
bosschen nog andere planten tot hun recht
komen en dan kan het er wondermooi zijn
van anemonen en klaverzuring, dalkruid
en primula's, maar na half Mei raakt dat
gedaan en kunnen alleen sommige varens
en mossen er tieren. In 't najaar echter
komt de bonte menigte van de paddestoe
len, tegelijk met de vinken en de keepen
en de beukenootjes zelf. Ten slotte ver
goedt het geel, het goud en 't koper van
de vallende bladeren ruimschoots alles,
wat de zomer aan kleur is tekort geschoten.
JAC. P. THIJSSE