Historisch Archief 1877-1940
3 Oct. '15. No. 1997
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Openlucht-Uitvoering door de
Kon. Oratorium Vereeniging
Teekeningen voor de Amsterdammer"
van Joari Collette
De Koninklijke Oratorium gaf onder lei
ding van Ant. Tierie een uitvoering van
de Jaargetijden" van Haydn op het land
goed Duin- en Kruidberg" te Santpoort
ten bate van eenige Roode Kruisafdeelingen.
Bij dergelijke uitvoeringen vraagt men
zich altijd af wat te wenschen een goede
opbrengst of een goede uitvoering. Wat het
eerste aangaat, zullen de dames en heeren
comité-leden wel tevreden zijn geweest;
of men echter ook een muzikaal saldo mede
Die Jahreszeiten
De Leider
heeft genomen ? Er valt te constateeren dat
de mooie omgeving van Duin- en Kruid
berg", die ik liever geniet zonder de muziek
van Haydn, niet gunstig werkt op den klank,
en waarop komt het anders neer bij eene
uitvoering van muziek? Het timbre der
stemmen en instrumenten ging verleren;
zij misten hun eigenaardig coloriet. Wel
klonk v. Kempens tenoor tot in de verte en
kon men het kleinste pianissimo van Mevr.
Lotnan hooren, maar er zat geen karakter in.
Bazuinen en trompetten waren nuchter en
ordinair; de pauken leken op den Turkschen
trom en waren weinig expressief. Men
herinnere zich het onweerskoor 'dat met
zijn naïve karakteristiek toch al veel van
de verbeeldingskracht der hoorders vergt.
Het orkest smolt niet samen; de instrumenten
bleven op zichzelf staan.
Hoe kwam men er eigenlijk toe dit orato
rium in de open lucht uit te voeren? Ik
weet dat er de laatste tijden gepropageerd
?wordt voor openlucht tooneelvoorstellingen
iilliiin nu minimi uil ui tin uu u llll
wogen, jn bedwongen geestesspanning zich
uitzeggen van een echt schilderstempera
ment. De zeer zware schildering verhoogt
het effect en wekt niet de herinnering aan
het materiaal.
Wij zouden zeggen dat de goede eigen
schappen van zijn bloemstukken, ook die zijn
van zijn landschappen en van zijn portretten.
Maar het gewilde en bizarre schaadt aan de
laatste en zijn geteekende portretten, schij
nen om het karakteristieke, ontledende, onder
scheidende (men zie de afbeelding op den
catalogus), voorshands treffender dan zijn
geschilderde. Zijn landschappen zijn soms
ingetogen en rustig, krachtig en toch fijn
(no. 34, daken), soms schijnt het evenwicht
zoek (no. 27).
Resumeerende komt Le Fauconnier [ons
uit deze tentoonstelling tegen als iemand
met vooral schilderskwaliteiten, het best
waar hij ;niet nieuw wil zijn en niet baan
brekend; waar hij dat wél wil zijn meer
bizar en opzettelijk dan overtuigend.
H.
en muziekuitvoeringen (Hilversum, Arnhem,
Bergen, Domburg). Voor zoover mij bekend
is werd hiermede begonnen te Zoppot (de
Waldpper") en Kopenhagen; nog eerder
misschien in een Grieksch theater ergens
in Z.-Frankrijk. Dit waren echter tooneel
voorstellingen of opera's waarbij het zeer
aankomt op decoratieve omgeving, welke
beter is in realiteit dan op de planken, die
de werkelijkheid verbeelden.
J. van Kempen
Voor absolute muziek echter heeft men
geen decor noodig; in het onderhavige geval
paste het zelfs niet eens bij den tekst:
Morgenschemering en Zonsopgang midden
op den dag.
De omgeving mag misschien voor het
eerste oogenblik de stemming beïnvloeden,
zoo bij het binnenkomen van een zaal. Maar
zoodra in werkelijkheid muziek gaat klinken,
verdwijnt het uiterlijke. Men kan muziek
genieten met gesloten oogen, desnoods in
een schuur, op een zolderkamertje.
De atmosfeer, de temperatuur in den
werkelijken zin des woords waren verrukkelijk
op het buitengoed. Dat was dan ook het
beste.
Dat men van dezelfde muziek beter zou
kunnen genieten in de open lucht dan in
Walter Vaes
(BIJ KLEIJKAMP, DEN HAAG)
I. Walter Vaes is noch bont van overdaad
noch sober uit armoede. Hij is soms bij
partijen troebel en coquet; hij is het best,
wanneer hij zedig kan zijn van kleur,
onzwaar dan van verf; wanneer hij zijn innerlijks
phantaisievol kan vertoonen. Om dit laatste
zijn de etsen te noemen. Ge vindt daar, in
kleine halen, tastend weieens neergeschre
ven, velerlei. Ge vindt stadsgezichten en
kerken en spoken uit Vlaanderen (weinigen
ligt de geest van zijn land dieper dan hem,
Vaes). Hij kent de kerken, de dorpen, de
uchtend op het land, de bui over de duinen,
de torens en de klokken. Hij weet dat deze
torens warrelen van 't leven der steenen
beelden, en hij ziet, neer van uit het
galmgat, naar het wegje, op de hoeve, op den
hpoischelf; ver ziet hij naar de stad, die,
fijn als een gedachte, lijntjes geeft en van
lijntjes leeft tegen de kim. Hij weet wat
een wolk is. Soms zijn ze een krans, soms
een vlaag; soms zijn ze stijgend; soms
breiden ze breedend zich uit. Hij weet het
zinnend zitten in het huis; zelf een knut
selaar het knutselen op de smalle oude
scheepswerfjes. Hij, een hartstochtelijk zeiler
met dien anderen Antwerpenaar Franck, kent
schip en tuigage, want en boord, kiel, zwaard
en roerstok. Hij is een getrouw roerganger
op het waterrijk Holland; stad na stadje
zag hij, sluis, bank en vaargeul.
Hij is romantisch; Vlaamsch-Spaansch
van uiterlijk; frileus en wild. Een gemaklijk
sinjoor? Ik weet het niet, maar zijnepiderm
lijkt me gauw gewond. :p~-;
Hij observeert menschen en dingen als
een kunstenaar; ge voelt opeens, dat hij
ont-dekt. Hij doet en weet dit niet alleen.
Een Belg is hij praktisch naast het droomen;
naast zijne phantaisieen kent hij den
waereldschen weg. Hij is een complex van niet
altoos harmonieerende gevoelens; moeilijk
draagt hij, balling toch hier, de last van
onrust «n eigen gevoeligheid. Hij voelt wat
hij mist. Hij bezit wat hij heeft, op drie
voudige manier: als eigenaar; als die 't zich
verwierf; als schoonheidsgrage die de dingen
kent, en erkent.
Zoo vindt ge hem.
Het belangrijkst zijn de portretten. In dat
van zijn' Vader is hij het eenvoudigst. Het is
geschilderd als een aquarel (zie de handen);
Het Hoofd der provincie
WALTER VAES: Mevrouw de S.
WALTER VAES: Mijn vader
in haast enkel bruin, met hier en daar een
blozen van rood. De grond, waarvoor de
geportretteerde zit, is grauw. Hier treft bij
de fijnheid een vrij ruim en groot gehouden
vorm; hier vindt ge bij de gelijkenis de
kracht van een ver-uit en ver-weg kijken.
Dit is een der goede eigenschappen van
Vaes: het kunnen schilderen van den
innerlijken oogopslag. Deze is bij hem
natuurlijkromantisch, maar zonder weekheid; de
heftige activiteit van den schilder verhindert
dat. In het portret van de Moeder erkent
ge de juistheid der weergave; een
kleurenspel van een groenen shawl over een zwart
kleed, boeit. In Marcel Vaes (?de Jonge
Torero") treft het kleurschema, ietwat
Spaansch, maar treft zeker de schildering
van de hand, in het mouwgat van 't vest
gestoken.
Vaes is een schilder van handen.
De eigen handen zijn plastisch gaaf; haast
akademisch van greep en van détail. Komt
van daar de zorg om de handen der
afgebeelden ? Zeker is het, dat hij in deze niet
zorgeloos is, niet onnauwkeurig. Dit ware
mogelijk geweest, want de romantici hebben
de neiging smachtenden, altijd eenderen
vorm daaraan te geven. In een ander portret
is hij meer mondain (mevr. S. de Stuers
geb. Teding van Berkhout). Maar deze
waereldschheid is niet gemoed- en zorgeloos;
zij wierd verdiept door het zien der oogen,
door de kleur van het gezicht. Volop gul
is het kinderportret (uit 1904). Het brio van
den schilder werd hier tot breed, jong, leven.
II. In de Bloemen en Stillevens is bij Vaes
de stof meer meester dan de geest. Ge
bespeurt hier soms een ijdele schikking van
de voorwerpen; soms de toevoeging van
een schelp, die het geheel verzwakt; soms
een dik-zijn van de materie (de verf) dat
hindert. Gulheid werd zwaarte; en drang
bleef niet kiesch genoeg, maar drong zich
op. Toch zijn hieronder vier werken, die
kracht zijn van kleur en van schilderen. Dit
is de Roode Visch (No. 8) waar het
stompe" in de vormen bekoort; de Rog
op witten fond" (No. 10) waar een sterk
modelleeren bewezen wordt; de Zwarte Bot
(No. 22) waar visch-restes, in een witten
schotel vergaerd, worden tot een spel van
klinkende donkerte; en de Vleeschkokers
uit Venetië, waarin de ruige neerzet van de
verf minder nog is dan het doen der bezige
figuren in een licht, dat roemrijk omhult.
111. Terwijl in de schilderingen Vaes
zijn phantaisie borg in en verschool soms
door kleur, wordt in de etsen de Imaginatie
openbaar. Ge vindt haar op den Inval der
Monsters" (uit den laatsten tijd) waar, snel
te gissen voorstelling, schrokkige, listige, en
hoogmoedige visschen zich bewegen voor
het met teederheid geteekend Vlaamsche
stadje. Ge vindt haar anders, in wemeling,
op de Herinnering aan Spanje" (een kathe
draal met een figuur, die aan Rembrandt's
herinnert). Ge ziet haar acuut in de Pro
cessie", en loomer in Op den toren te
Antwerpen."
Deze Imaginatie is soms teeder, soms haat
zij; soms is zij snel, soms traag, maar altijd
is ze een eigen eigenschap van Vaes. Zij
geeft hem een waarde, die ik nooit gering
kan achten. Zij is vlietend vuur van den
geest; aarzeling-tot-spreken van het
sprakelooze; het zich tot peinzen zetten en tot
leven worden der levenlopze dingen. Zij
geeft hier der heele persoonlijkheid een accent,
en zij doet sommige te zware dingen ver
geten, en sommig ijdel spel; sommig
vermoeids en treebels.
PLASSCHAERT
Illllllllllllllllll
Concertgebouw
Twee concerten dirigeerde Mengelberg,
een Duitsch en een Fransch programma.
Het eerste, waarop Urlus Wagner-fragmenten
zong, had een overvolle zaal getrokken; bij
het tweede, dat als solist den nieuwen con
certmeester Rijnbergen vermeldde, waren
vele plaatsen onbezet gebleven.
Nu is het bekend dat de reputatie van
Urlus, zijn prachtige tenoor en het
Wagnerprogramma het publiek aantrekken, maarte
betreuren is het dat Ravel en Debussy door
de meeste menschen vrijwel genegeerd wor
den. Zelfs waren enkele toehoorders ver
ontwaardigd toen het applaus voor Iberia,
dat een minderheid wist uit te lokken, wat
lang duurde.
Wagner moet men liefst niet in een con
certzaal, waar actie en decor ontbreken uit
voeren. Het is al zoo vaak gezegd, maar
telkens blijkt het weer, dat de eindeloos
uitgesponnen langzame tempi, waarbij men
niets te zien krijgt, geestdoodend werken.
Als het oog wat te doen heeft, kan het oor
desnoods met wat minder tevreden zijn. En
dan rekt Mengelberg nog graag zoodat men
verlangt naar het eind. Niet alleen dit, ook
de zanger moet zijn stem te veel uitzetten
om het orkest te overstemmen. Het wordt
te veel krachtsvertoon en te weinig lyriek.
Om ook hiervan wat te geven had de
H. van Oort
den concertzaal, ik moet het ontkennen, want
zij klinkt er minder goed. Bovendien blijven
de instrumenten, vooral strijkers en koper
niet pp stemming onder invloed van de
vochtigheid. Menig cellist had moeite zijn
tegenzin te overwinnen toen hij de punt
van zijn bas moest neerplanten. De instru
menten moesten te roekeloos worden be
handeld.
En nu de uitvoering zelf: na een jaar van
rust bleek het dat de Oratorium Vereeniging
het nog kan; behalve enkele weifelende
inzetten der sopranen klopte alles goed.
Tierie leidde met zijn bekend entrain en
levendige opgewektheid. De tempi waren
mij wat te gelijkmatig en te gehaast, het
rhythme van te geringe afwisseling. De cou
pures waren juist aangebracht, alleen had
ik gaarne de basaria Seht auf die breiten
Wiesen hin" gehoord en daarvoor iets anders
willen missen.
Het solisten-drietal Mevr. Loman, de
heeren v. Kempen en v. Oort waren hoogelijk
te loven. Mevr. L. zong het Hannchen gees
tig en met goeden smaak.
Het landgoed Duin- en Kruidberg" is
heel schoon en ook de Jaargetijden" heeft
veel moois. Men had echter beter gedaan
die dingen gescheiden te houden.
SEM DRESDEN
MlllllllllmlIinillllllHIMMUIMIIIHIIIIUIIIIIHIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIHI
solist zich 3 liederen met pianobegeleiding
(Cornelis) uitgekozen, van E. Wolf, niet te
verwarren met Hugo, dien Erich tevergeefs
tracht te imiteeren, Strauss (ook Urlus
maakte in Traum durch die Dammerung"
de gewone rhythmische fout aan het slot)
en Rubinstein. EIck wat wils! Uit deze keuze
kon ik weer voor de zooveelste maal op
maken dat zangers toch tot een bijzondere
orde onder de musici behooren. De uit
drukking zang en muziek" die ik vroeger
altijd dwaas vond, is wegens de tegenstel
ling die er in opgesloten ligt, nog zoo gek
niet.
Het slot van dit programma was de ouver
ture tot de Meesterzangers", het beste van
den avond.
Ik ben Mengelberg zeer erkentelijk dat
hij nu de nieuwere Franschen aan het woord
heeft laten komen. De fantasie die door
Wagner tamelijk wel wordt doodgedrukt,
krijgt hier haar vrij spel terug. Bij Wagner
wordt ons positief het gevoel opgedrongen,
ingetoeterd, Debussy wekt tot overpeinzing,
tot een droomerig half bewustzijn. Zijn mu
ziek is van een groote bekoring, een ver
fijnde stemming, vrij van alle opdringerig
heid en uitbundigheid. Zij wint het van
Ravel, die mooie klankeffecten bereikt, [maar
minder krachtig van inspiratie is en niet zoo
subtiel van uitdrukking.
Nog een andere Franschman figureerde
op het programma; zijn kunst is zeer ver
schillend van de pas genoemde.
Rijnbergen speelde Saint-Saëns' onbedui
dend coHcertstuk in n deel met schoonen
toon en gave techniek. Hij introduceerde
zich als een zeer eoed violist. Ik hoop hem
spoedig in een ander werk te hooren, waarin
hij gelegenheid heeft ook andere kwaliteiten
te toonen.
SEM DRESDEN
Nieuwe boeken van deze week:
SELMA LAGERLÖF, De Keizer van Portugal,
260 pag., f2.90, geb. f3.50. Amsterdam, H.
J. W. Becht.
J. CORVER, Het draadloos ontvangstation
voor den amateur, 106 pag. 's Gravenhage,
Uitgevers Mij. Rembrandt."
S. RITSEMA VAN ECK, Historische Demo
cratie, 38 pag. Amsterdam, J. H. de Bussy.
Mr. W. M. WESTERMAN, Dekking van
Oorlogslasten, 94 pag., f 0.60. Rotterdam,
W. L. & J. Brusse.
EMILE DOUMERQUE, Le Droit et la Force,.
110 pag. Paris, Libraire de Foi et Vie.
CAMILLE JULLIAN, la Tradition Francaise,
31 pag. Paris, Libraire de Foi et Vie.
EMILE DOUMERÖUE, {'Empire de la Kultur,
125 pag. Paris, Libraire de Foi et Vie.
RAOUL ALLIER, Avec nos Fils sous la
mitraille, 29 pag. fr. 0.50. Libraire de Foi et Vie.
P. ZONDERVAN, Radicale Christusbeschou
wingen,}. D. F. STRAUB, f 0.30. Leeuwarden,
Meijer & Schaafsma.
ELSE BERNER, Klange aus Holland, 48
pag. Amsterdam. P. N. van Kampen & Zoon.
Internationale Tentoonstelling van het boek
en de graphische vakken te Leipzig, 1914.
Verslag van de Nederlandsche Commissie
's Gravenhage.
De Lasterveldtocht (PEncerclement
Diffamatoire) Hollandsche vertaling, 24 pag. f 0.20.
Amsterdam, W. Versluys.
DS. J. D. DOMELANlEUWENHUISNYEGAARD,
Vlaanderen bevrijd van allen zuidelijken dwang,
47 pag. f 0.30. Amsterdam, W. Versluys.