Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 -Oct. 15. ' No. 1998
belangrijk minder loonend dan in het voor
gaand kwartaal, zij het ook, dat de geldelijke
uitkomsten nog zeer voldoende kunnen ge
noemd . worden. Intussche'n was onder het
afdrukken van dit verslag weder eene be
langrijke stijging ingetreden." Eenigszins be
vreemdend is het, dat in de nota geene
melding wordt gemaakt van andere voorname
factoren, die van invloed zijn op de gelde
lijke uitkomsten van het bedrijf, als o. a. de
hooger assurantiekosten en de
extra-onkosten, veroorzaakt door de vertraging, die vele
schepen ondervinden door gedwongen
langdurigen oponthoud in het Kanaal.
Wat meer bepaaldelijk de vaart op
Nederlandsch-Indië aangaat, zegt de nota: Hoewel
het nog voorkomt, dat schepen met een volle
passagierslijst naar Nederlandsch-Indië ver
trekken, werd over het algemeen het passa
giersvervoer minder. Ook het vrachtvervoer
op Insulinde is belangrijk verminderd. Uit
gaande lading is er bijna niet meer; inko
mende lading is eveneens verminderd."
Opmerking verdient ook, wat omtrent de
havenbeweging te Rotterdam en Amsterdam
vermeld wordt. Terwijl in Rotterdam de
tonnenmaat der binnengevallen zeeschepen
ongeveer tot op 3/10 van het cijfer in de
overeenkomstige maanden van het vorige
jaar is afgedaald, daalde de tonnenmaat in
de hoofdstad tot ongeveer 0.65." Te be
vreemden is zulks niet bij de wetenschap,
dat een groot deel van de havenbeweging
te Rotterdam samenhangt met de levendig
heid in het transito-verkeer.
De nota wijst voorts op de buitengewone
hooge prijzen, waarvoor verschillende
Nederlandsche zeevaartuigen in het buitenland
konden verkocht worden. De daarop betrek
king hebbende gegevens loopen slechts tot
l Januari 1915 en zijn dus niet erg up to date,
terwijl bovendien, naar verluidt, de grootste
verbetering eerst na dien datum ingetreden
is. Dat van de gelegenheid om tot goede
prijzen schepen te verkoopen ruim gebruik
gemaakt is, blijkt uit het feit, dat alleen in de
eerste helft van Juli 18 stoomschepen ver
kocht zijn, metende 37,321 ton bruto, dus
van gemiddeld ruim 2000 ton. Daarentegen
nam de vloot toe met 21 schepen met een
inhoud van 65,999 ton bruto pf gemiddeld
ruim 3000 ton per schip, terwijl bovendien
in Juni besteld en in aanbouw gegeven zijn
64 stoomschepen met een inhoud van 269,000
ton of ruim 4000 tonpef schip, hetgeen"
zoo voegt de nota er aan toe een toe
name beteekent van de huidige sterkte
der vloot van pi. m. 20 pCt." Dit cijfer
zoude er op wijzen, dat de stetkte der
geheele Nederlandsche handelsvloot thans
ca. 1,350,000 zoude zijn, hetgeen wel wat
laag geschat schijnt. Intusschen is het een
heugelijk verschijnsel, dat de belangrijke
bestellingen, van nieuwe schepen, tot groote
bedrijvigheid in de binnenlandsche scheeps
bouw- en metaal-industrie geleid hebben.
Bedenkelijk," noemt de nota, de toestand
iillillliiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiniimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
De Stad der Paalwoningen
Wereldstad-fantazieën van SAM TRIP
Met teekeningen van
HENRI VAN DE VELDE
En Hollande il n'y a que Ie
provisoire qui dure.
HENRI HAVARD
De ziekelijke wispelturigheid van Lodewijk
Napoleon, die in n jaar drie maal van
Residentie verwisselde, is Amsterdam te
staan gekomen op het verlies van zijn be
roemd stadhuis, het kapitool onzer vaderen,
het hechte bolwerk hunner eeuwenoude
rechten en privilegiën.
Die verhuizing voor de tweede maal 1)
naar het oude Prinsenhof moet een hard
gelag geweest zijn voor de vroede vaderen
dier dagen, meest afstammelingen der oude
regenten, die in de 17e en 18e eeuw niet
schroomden van uit hun Raedhuys de wet
voor te schrijven aan de Staten-regeering
en, waar zij voor hun goed recht stonden,
tegenover de H.H. Hoogmogenden in den
Haag even onbuigzaam bleken als de
dertienduizend-zeshonderdnegen-en vijftig hei
palen, waarop Jacob van Campen het achtste
wereldwonder stichtte. Maar de vroedschap
van 1808 was niet meer die van 1672. De
politieke lotswisselingen welke ons land had
doorgemaakt sinds de Stadhouder Willem V
in 1795 de wijk naar Engeland had geno
men en waarvan de hoofdstad in de aller
eerste plaats den terugslag gevoelde, hadden
de energie en veerkracht van den
Amsterdamschen koopman verlamd, de trots van
den Patriciër gebroken. Wel beschouwden
l
de aanzienlijke burgers het nog als een eer
tot lid van de vroedschap te worden geko
zen en achtte men het de hoogste burger
lijke onderscheiding als burgemeester op
het torentje' 2) te mogen zetelen, maar sinds
die gedwongen verhuizing naar het Prin
senhof scheen het, alsof het bezit dier ste
delijke waardigheden veel van haar aan
trekkelijkheid had verloren; alsof met de
verplaatsing van den zetel der
stads-regeering ook het ambt een soort van degradatie
had ondergaan. Maar de zelfbewuste trots
der toenmalige bewindsmannen had plaats
gemaakt voor een lauwe onverschilligheid;
de Amsterdamsche vroedschap, die vroeger
niet zoo gemakkelijk berustte als er nog
n uitweg bestond om haar zin te kunnen
doordrijven, liet zich doodkalm op ver
zoek van hoogerhand" haar stadhuis ontne
men en legde zich neer bij de verzekering
dierzelfde hoogerhand", dat die verplaatsing
van den zetel der stads-regeering slechts
tijdelijk zou zijn, tot de financiën der stad
zouden toelaten een behoorlijk koninklijk
paleis (une résidence convenable) te bouwen.
Maar Amsterdam wist al van ouds en
wij weten het nog beter welk een
rekin al die bedrijven, die met de
bouwntjver.heid te zanten hangen. De hooge hypotheek
rente, de weinige geneigdheid om krediet
hypotheken te sluiten, de slechte toestand in
het havenbedrijf veroorzaakt, dat de nieuw
bouw in de groote steden tot geringen om
vang teruggebracht is. Er mag wel eens op
gewezen worden, dat, ofschoon de publiek
rechterlijke lichamen zich over het algemeen
niet onbetuigd laten, bouwwerken te onder
nemen, het totaal bedrag der aanbestede
werken nog altijd belangrijk geringer is dan
het vorige jaar." Dit wordt nader toegelicht
door een staatje van de aanbestedingen over
de eerste zeven maanden van 1915 en '14,
waaruit ik de volgende totalen samen
getrokken heb:
Bouwwerken van: 1915 1914
particulieren ?6,101.686 ?13,990,442
gemeentebesturen 7,983,554 7,302,847
woningbouwvereen. 6,361,193 5,191,783
rijk en polderbest. 4,901,558 7,954,092
spoorwegmpijen. 2,968,484 4,247,794
?28,316,475 ?38,686,958
Uit dit staatje blijkt, dat terwijl het totaal
bedrag der aanbestedingen met f 10.370.500
of ca. 27 pCt. is afgenomen, dat der aan
bestedingen voor particulieren met f7.900.000
of ruim 57 pCt. verminderd is. De aanbe
stedingen voor het Rijk en polderbesturen
zijn 3 millioen of ca. 37VS pCt., die voor
rorwegmaatschappijen bijna 13 ton of ca.
pCt. lager dan het voorgaande jaar. Dat
het totaal niet nog veel ongunstiger is, moet
dan ook hoofdzakelijk toegeschreven worden
aan de meerdere werkzaamheid der
woningbouwvereenigingen, die gesteund door
goedkoope voorschotten van Rijk en gemeenten,
op ruimeren schaal hebben voortgewerkt.
Ofschoon in de nota niets daaromtrent ver
meld wordt, mag bovendien verwacht wor
den, dat de groote vermindering in het bedrag
der aanbestedingen eene nog grootere in
krimping in het volume der bouwwerken
en dientengevolge verrichten arbeid betee
kent, daar bij de hoogere prijzen van bijna
alle bouwmaterialen en grondstoffen voor
hetzelfde geldsbedrag een geringere hoe
veelheid werk dan in normale jaren kan
geleverd worden. *)
Tegenover dezen ongunstiger»toestand in
de bouwindustrie staan gelukkig-groote ver
beteringen in een aantal andere takken van
nijverheid. In de metaalnijverheid gaat het
*) Uit een opgaaf in de Aannemer van
5 October blijkt, dat in Augustus het bedrag
der aanbestede bouwwerken f4.876.261 was,
tegen f425.021 in Augustus 1914. Daarbij
moet echter opgemerkt worden, dat in Au
gustus van het voorgaande jaar, zijnde de
eerste maand van den oorlogstoestand, bijna
alle werk slop gezet werd. Intusschen is
het cijfer van Augustus 1915 in zooverre
bevredigend, als het een terugkeer tot meer
normale toestanden aanwijst, al is nog niet het
cijfer van de eerste maanden van 1914 bereikt.
bare beteekenis dat begrip tijdelijk hier altijd
gehad heeft. Reeds de vroedschap van
omstreeks 1660 liet zich met een dergelijk
kluitje in 't riet sturen en met dezelfde
argumentatie omver redeneeren, toen zij aan
het kerkbestuur der Hervormde Gemeente
toestond een gedeelte van het Amstelveld
tijdelijk in gebruik te nemen om daar een
hu pkerk te bouwen. En nu twee en een
halve eeuw later staat die hulpkerk er
nog, in afwachting van het steenen gebouw,
dat naar mensclieiijke berekening nog wel
een eeuw en langer op zich kan laten
wachten, temeer wijl haar plaatsvervangster
in den loop der tijden herhaaldelijk reparatiën
en verbeteringen heeft ondergaan om die
tijdelijkheid nog wat langer te kunnen be
stendigen. Maar het merkwaardigste van 't
geval is zeker wel, dat de aangrenzende
straat aan deze kerk-op-papier reeds den
naam Kerkstraat ontleende, welke naam
vroeger en met meer recht werd gegeven
aan het gedeelte
dertegenwoordigeWarmoesstraat van den Middeldam (Vijgendam) tot
aan de Oude Kerk.
't Is nu ruim een eeuw geleden, dat in
beginsel" werd besloten tot het bouwen
van een Koninklijk Paleis, ten einde
Amsterdam op die wijze weer in het bezit
te stellen van zijn Stadh'uis. Heeft men
nooit een ernstige poging gedaan om deze
transactie tusschen de Kroon en de
stadsregeering tot stand te brengen? Eenmaal
werd een gewelddadige poging daartoe voor
bereid, maar bij die voorbereiding is het
gebleven, 't Was in de woelige dagen van
1848, toen revolutie en oproer in de lucht
zaten, dat in het hoekhuis waar thans de
bekende high-Hfe-tailor P. M. Brpekmans
zijn luxueus magazijn heeft gevestigd, een
geheime avond-vergadering werd gehouden
van eenige leden der toenmalige vroedschap.
Wat was er aan de hand? Niets meer of
minder dan een samenzwering 3), waarvan
de strekking den vorigen avond in Doctrina
door een paar leden aldus was geformuleerd:
Burgemeester en Wethouders van Amster
dam, mitsgaders de gansche gemeenteraad,
zullen eenpariglijk besluiten alle werkzaam
heden tot hun ambt ressorteerende te
suspendeeren, bijaldien zij niet vór den l en
December dezes jaars van de Kroon de
formeele toezegging hebben ontvangen, dat het
Koninklijk Paleis op den Dam met primo
Januari anno 1849 aan zijn oorspronkelijke
bestemming als Stadhuis worde teruggeven."
Wat er, naar aanleiding van dit voorstel,
uitstekend; de sigaren-industrie mag zich
eveneens in goede lesultaten verheugen.
Eenige nadere detailleering in de nota zoude
ten aanzien van deze laatste niet overbodig
geweest zijn. Van andere zijde verluidt toch,
dat het meer bepaaldelijk de fabrieken voor
goedkoope sigaren zijn, die oogenblikkelijk
bloeien ten gevolge van de groote vraag
voor Duitschland, terwijl daarentegen de
omzet in de betere soorten minder gunstig is.
Bovenal bevredigend is het echter, dat
twee hoofdbronnen van onze nijverheid bij
uitstek gunstig gewerkt hebben, nml. de
landbouw en de zeevlsscherij.
Wat de landbouw betreft, zegt de nota:
De hooge prijzen, die voor zoo goed als
alle producten betaald worden, hebben den
landbouwers een goeden tijd bezorgd." De
teelt van tarwe is uitgebreid en de met dit
product bebouwde oppervlakte steeg van
59.032 hectaren tot 64.815, dus met bijna
10 pCt. Daarentegen daalde de met suiker
bieten bebouwde oppervlakte in ongeveer
dezelfde verhouding, nml. van 63.234 tot
57.090 hectaren.
De Zeevlsscherij gaf zeer goede uitkomsten.
In het tweede kwartaal van 1915 werd ca.
8VS millioen K.G. versche zeevisch aange
voerd, waarvan verreweg het grootste deel
te .Ymuiden De aanvoer aldaar, in totaal
7:920.000 K.G., was 2 pCt. grooter dan in
het overeenkomstig kwartaal van 1914. Dank
zij echter de vergelijkenderwijze hooge
vischprijzen, was de opbrengst van de aan
gevoerde visch ruim 21 pCt. hooger en steeg
nml. van f 1.433.673 in 1914 tot f 1.735.914.
Daarbij dient opgemerkt te worden, dat die
grootere aanvoer en hoogere besomming
verkregen werd op een veel kleiner aantal
reizen en met veel minder schepen.
In verband met een en ander overtrof de
gemiddelde besomming der stpomtrawlers,
welke in de Noordzee hun bedrijf uitoefenen,
zijnde f17.896, aanzienlijk nml. met f7.228
of bijna 68 pCt. die van het vorige jaar,
toen zij f 10.668 bedroeg.
Over het tienjarig tijdvak 1905-1914
zoo wordt in de nota medegedeeld werd
gemiddeld in het tweede kwartaal f 9.751 per
stoomtrawler besomd, dus thans per schip,
dat geregeld in de vaart was, f 8145 pf ruim
83 V»pCt. meer. Bij de beugvisscherij, waar
de betrokken bedragen veel geringer zijn,
was de verbeteringverhoudingsgewijze onge
veer even gunstig. Ook de haringvisscherij
leverde belangrijk betere geldelijke uitkom
sten op, niettegenstaande de aanvoer aan
zienlijk minder was dan in 1914. Dit was
uitsluitend het gevolg van de buitengewoon
hooge prijzen der aangevoerde visch, die
juist het dubbele bedroeg van het voor
gaande jaar,- nml. 23 cent per K.G. tegen
11* cent. Zoodoende kon bij een aanvoer
van slechts 3 millioen K.G., tegsn bijna
4Vs millioen in 19l4of30pCt. minder, thans
f 693.554, tegen f 507,923 of bijna 37 pCt. meer
besomd worden.
iiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiii
in bedoelde geheime vergadering is bespro
ken, werd niet genotuleerd, zoodat iedere
documentaire waarde "ontbreekt aan het
stukje papier, waarop bovenstaande resolutie
werd geschreven, en dat nog steeds berust
bij een bekende Amsterdamsche familie, die
de bescheidenheid verbiedt te noemen. Maar
het mondelinge verhaal betreffende het ge
beurde op dien avond is, gelijk zoovele onge
schreven mémoires,van den grootvader-oproer
maker-in spe overgegaan op zoon en klein
zoon. Veel om 't lijf heeft de familie-over
levering niet, hoewel een handig librettist
er de stof voor een operette a la Offenbach
uit zou kunnen halen. Maar wel is ze
teekenend voor den geest van verzet, welke
zich nu en dan heeft geopenbaard tegen
dien tijdelijk'en maatregel van 1808, welke
tot op den huidigen dag werd bestendigd.
De nota bevat ook een statistiek betref
fende de inlagen en terugbetalingen bij de
Rijkspostspaarbank in de eerste zes maanden
van 1914 en 1915. Het totaal der inlagen
verminderde van f 44.865.000 in 1914 tot
f 30112.000 in 1915, maar tegelijkertijd
verminderde ook de terugbetalingen van
f43.991.000 tot f38.565000, zoodat het saldo
te goed met f8.453.000 verminderde, tegen
eene vermeerdering van f 874.000 in de over
eenkomstige maanden van 1914.
Daarbij dient echter opgemerkt te worden,
dat de terugbetalingen in Januari en Februari
buitengewoon hoog waren fruim het dubbele
van het vorige jaar), hetgeen blijkbaar in
verband staat met onttrekkingen ten behoeve
van inschrijving op de 5 pCt. Nederlandsche
Staatsleening.
De nota teekent dan ook bij die cijfers
aan: Het beeld, dat men zich uit deze
cijfers kan vormen, schijnt allerminst on
gunstig." Verder wordt opgemerkt, dat de
lagere inlagen in de volgende maanden
beïnvloed zullen geweest zijn door het
feit, dat nu de rentestandaard zoo gerezen
is, velen de voorkeur zullen geven aan het
koopen van Staatsschuldbrieven." Deze laatste
conclusie komt mij wel wat gewaagd voor.
Waar de inlagen in den regel bij kleine en
de onttrekkingen bij grootere bedragen plaats
hebben, zoude het veeleer voor de hand lig
gen, dat aankoopen van Staatsschuldbrieven
tot vermeerdering der terugbetalingen dan
tot vermindering der inlagen had moeten
leiden. Daarentegen komt het mij waar
schijnlijk voor, dat de lage depositorente
bij de gewone banken zoude hebben moeten
leiden tot vermeerdering van inlagen bij de
Rijkspostspaarbank, die nog altijd 2.64 pCt.
rente vergoedt, tegen l pCt. bij de gewone
deposito-banken.
Wat mij echter in de cijfers meer trof, is
dat zoowel de inlagen als de terugbetalingen
zich constant op een lager nieveau blijven
bewegen, hetgeen er allicht op wijst, dat
na de ondervinding in de eerste dagen na
het uitbreken van den oorlogstoestand, nog
velen liever hun beschikbaar geld onder zich
houden, in plaats van zooals vroeger ten
behoeve van een geringe rentewinst de Rijks
postspaarbank als hun kassier te gebruiken.
Ten slotte laat ik hier eenige zinsneden
van de algemeene beschouwingen volgen,
waarin de economische toestand beknopt
geresumeerd wordt:
Er is geen twijfel aan, dat er door velen
uit handels- en nijverheidskringen zeer be
langrijke winsten behaald zijn.
Bij degenen, die in groothandel en in
dustrie geregeld werkzaam zijn, sloot zich
een groep van gelegenheidshandelaren aan,
die vaak zonder groot risico aanzienlijke
yoordeelen wisten te maken door toevallig
in staat te zijn voordeelige transactiën met
het buitenland te doen. ?<! \\MT
Belangrijke winsten vloeiden ook voort
uit den verkoop der Nederlandsche zeesche
pen, die meest alle reeds voor een aantal
jaren gebouwd waren.
Voor den land- en tuinbouw was, be
houdens uitzonderingen, tengevolge van de
hooge prijzen van zoo goed als alle pro
ducten, het afgeloopen trimester een goe
den tijd.
Daardoor waren er ook verschijnselen,
dat de afname der werkzaamheid in de
luxebedrijven, van welke in vorige nota's mel
ding gemaakt werd, niet alleen tot staan
gebracht, maar zelfs voor eenige toename
plaats- maakte."
J. D. SANTILHANO
IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllHlimilHllllllllllinillllllllllllHIIIIIHHIIM
De held" van den avond en van het
beraamde avontuur had persoonlijk den
burgemeester, de wethouders en een tiental
medeleden van den gemeenteraad ten zijnent
geconvoqueerd vooreen
zaak van de allergrootste
urgentie, maar welke zoo
secreet mogelijk moest
worden behandeld. Te
dien einde had de heer
des huizes z'n huisknecht
De ope
ningsrede....
, en de twee hooien" reeds na den eten vrijaf
gegeven en zelfs zijn vrouw op visite ge
zonden met de toeslee" naar een vriendin
op den Oetewalerweg, die plotseling beden
kelijk ziek heette te zijn geworden. Op die
wijze had de conspiratpr zich weten te om
ringen met al die geheimzinnigheden, welke
bij een dergelijke conspiratie passen, en kon
hij ten acht ure ongestoord de vergadering
openen met een redevoering tot toelichting
van zijn revolutionair voorstel: een alge
meene werkstaking van het bestuur der stad
en van allen, die krachtens hun ambt of
besognes tot het Prinsenhof behoorden. Die
openingsrede bevatte, volgens de overleve
ring, allerlei liefelijks aan het adres van den
manken koning Louis" en diens gemalin
koningin Hortense, was vooral sterk gekruid
met toespelingen op beider verhouding tot
den Keizerlijken broeder-stiefvader, en was
blijkbaar bedoeld om te doen uitschijnen
dat de maatregel van geweld, dien hij voor
stelde, niet beneden de waardigheid was
van de Amsterdamsche vroedschap, maar
dat deze aan de historie en de traditie ver
schuldigd was op eclatante wijze revanche
te nemen voor een daad van willekeur, in
1808 door die familie van gekroonde
parvenus gepleegd.
Hoever hij met zijn openings-rede gevor
derd was, zegt de overlevering niet; maar
wel, dat de samenzweerders plotseling wer
den opgeschrikt door een paar luide slagen
van den metalen klopper op de straatdeur.
Eenige oogenblikken van doodsche stilte.
De genoodigden ter vergadering kijken
hun gastheer aan, die zoo bleek wordt als
het oproerige stuk papier, dat hij in de
bevende hand houdt.
Het slaan met den deurklopper wordt her
haald. Nu herinnert de heer des hutzes zich,
dat zijn vrouw en de dienstboden weg zijn
en hij dus zelf moet opendoen. De anderen
zien en... begrijpen de aarzeling van den
conspirator: laten we met z'n allen gaan
zien wat er aan de hand is." Zwijgend slui
pen allen de trap af en de gang door, voor
afgegaan door den gastheer, gewapend met
een dievenlantaarn. Voorzichtig opent hij
de straatdeur, maar Iaat den ketting er op.
Wie is daar?'1 Een hand wordt door de
kier der deur gestoken en houdt een blad
Een hand wordt
door de kier ge
stoken
vast: De Amsterdamsche Courant." De
eigenaar der hand verdwijnt met versnelden
pas, mopperend dat mem hem zoo lang
heeft laten wachten. De vergadering gaat
weer naar boven, vlugger dan ze beneden
gekomen is. De gastheer, half beschaamd,
mompelt iets van je kunt in deze woelige
tijden nooit weten", en geeft de courant op
verzoek aan een der heeren om even te
zien wat er voor nieuws is." Deze slaat
de oude, eerwaardige Amsterdamsche Cou
rant open. Zijn gelaat betrekt. Hij vraagt
stilte en leest:
De Fransche post brengt ons heden het
bericht, dat Louis Philippe zich naar Engeland
heeft ingescheept en Cavaignac als dictator
is opgetreden. Het Parijsche stadhuis de
lezer legde vooral den nadruk op dit woord
werd bestormd, waarbij eenige leden van
den gemeenteraad werden doodgeschoten."
De lezer hield op om te zien welk effect
dit bericht op zijn hoorders maakte. De
gastheer was opnieuw bleek geworden, nog
bleeker dan straks. Weer een doodsche
stilte. Eindelijk, na twee lange minuten,
neemt de hoofdman der cpnspirators het
vel papier met zijn redevoering in de hand,
vouwt het in vieren en zegt met weifelende,
min of meer trillende stem: Mijne heeren,
in consideratie nemende den ernst der tijden,
Irek ik provisoir mijn propositie in."
De werkstaking van het Prinsenhof werd
alweer voorloopig uitgesteld. Zoo een
der vroede vaderen van thans de lust mocht
bekruipen dit eclatante protest" van zijn
ambtsvoorganger uit den jare 1848 over te
nemen, dat hij zich haaste. De populariteit
is hem verzekerd, en .... de plaats van
Naatje op den Dam is nog steeds vacant...
voorloopig.
1) Ook in 1652 werd het Prinsenhof tijdelijk
als stadhuis in gebruik genomen, na den
brand van 't oude raedhuys". Dit duurde
echter slechts tot 1655, in welk jaar het
nieuwe stadhuis voltooid was.
2) Zoo noemde men burgemeesters-kamer
in het oude Stadhuis, daar dit vertrek zich
in een der hoektorens bevond. De uitdruk
king is door de eeuwen heen behouden ge
bleven, al was er in 't nieuwe stadhuis van
geen toren in dien zin sprake.
3) Men vergunne mij, terwille van nog
levende nabestaanden der in die zaak be
trokken personen, de juiste namen en data
achterwege te laten.