Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Oct. '15. No. 1998
a,
p
poging, om ook in deze duisternis licht te
laten schijnen,
Daarentegen zouden er hoogstwaarschijn
lijk over veertig, vijftig jaren eenige aca
demische proefschriften zijn gewijd aan het
onderwerp: De zeeslag in de golf van
Riga op 30 Augustus 1915", wanneer niet
enkele dagen geleden reeds het laatste woord
hierover was gezegd.
Het is de Königsberger Allgemeine Zeitung,
die wij daarvoor dank hebben te brengen.
Een vriend van de redactie van dat blad,
onlangs uit St. Petersburg naar
Koningsbergen teruggekeerd het is goed, dat de
redactie dit er bij vermeldt, want het be
richt wordt nu veel geloof waardiger; tevens
blijkt er uit, wat men anders ook niet zoo
gauw zou hebben verondersteld, dat een
Duitscher nog reisjes kan maken van St.
Petersburg naar Konigsbergen, ganz wie
im Frieden" deze vriend dan heeft de
redactie van voornoemd blad in staat ge
steld, de authentieke waarheid mede te
deelen omtrent den zeeslag in de Golf van
Riga.
Op de Königsberger Allgemeine Zeitung
waren wij tot dusver niet geabonneerd. Maar
voortaan zal dit toch moeten gebeuren; want
wij hebben het nieuws graag uit de eerste
hand en mogen er bovendien niet altijd op
rekenen, dat de Kölnische Zeitung de be
tichten van de Königsberger overneemt.
Maar dit bericht heeft de Kölnische toch in
wijder kring willen bekend maken (en de
lezer zal onmiddellijk moeten erkennen, dat
,het zonde en jammer zou zijn geweest, wan
neer zij het niet had gedaan); men vindt
het in haar blad van Zondag 3 October I.I.,
onder het het opschrift: Neues von der
groszen Seeschlacht'"' im Rigaschen
Meerbusen".
Men zal zich herinneren, dat in de week
tusschen 16 en 23 Augustus in de Gplf van
Riga vreemde dingen zijn gebeurd; of mis
schien : niet zijn gebeurd; want men zal zich
nu ook herinneren, dat de Russische en de
, Duitsche berichten over die al of niet ge
beurde dingen elkaar precies tegen spraken.
Over n ding waren zij het eens: een
Duitsch smaldeel had door mijnvegers de
versperringen laten wegruimen, die de Rus
sen hadden aangebracht voot den ingang van
de Golf van Riga, tusschen het eiland Oesel
en de kust van Koerland, en was vervolgens
de Golf binnen gevaren.
Maar over de daarop volgende gebeurte
nissen dachten de Russen heel anders dan
de Duitschers.
De Russische lezing luidde aldus: de Duit
schers hadden troepen willen landen bij
Pernau, maar de vaartuigen, die de troepen
naar den vasten wal zouden brengen, waren
alle in den grond geboord; er was een zee
slag geleverd, waarin aan Duitsche zijde
een linieschip, twee kleine kruisers en acht
torpedobooten hetzij bulten gevecht waren
gesteld, hetzij tot zinken gebracht; het over
schot van het Duitsche smaldeel had het
daarop veiliger gevonden uit de Golf van
Riga weg te gaan.
Maar, de Duitsche berichten meldden, dat
er heelémaal geen zeeslag, ten minste geen
groote zeeslag was geleverd; dit had reeds
daarom niet reeds kunnen geschieden, om
dat de Russische vloot bij de nadering van
de Duitsche de wijk had genomen naar
de zeeëngte, die tusschen de kust van
Esthland en de eilanden Dagoe en Oesel ligt.
De Duitsche,vloot had in de Golf van Riga
alleen kleinere Russische oorlogschepen aan
getroffen, die, voor zoover zij niet vernie
tigd werden op de vlucht werden gejaagd.
Er was dan ook geen linieschip en geen
kruiser van de Duitschers gezonken of ern
stig beschadigd; alleen erkenden zij het
verlies van twee torpedobooten. Een poging
om te landen was in 't geheel niet gedaan.
Uit deze tegenstrijdige berichten móst
men nu de historische waarheid distilleeren,
tenzij men het gemakkelijker vond, maar te
zweren bij de Russische of bij de Duitsche
waarheid.
Zooveel werd wel zeker, dat de Djitsche
vloot niet meester van het terrein was ge
bleven in de Golf van Riga, want in de
volgende weken hoorde men niets van haar
verrichtingen in deze wateren. Aan den strijd
in Koerland heeft zij nu al zes weken lang
niet het minste aandeel genomen.
Maar wat er nu precies was gebeurd in
de week tusschen 16 en 23 Augustus, bleef
onopgehelderd", totdat de vriend van de
redactie van de Königsberger Allgemeine
Zeitung uit St. Petersburg terugkwam en
de oplossing van het raadsel medebracht.
Ziehier dan, wat hij had te vertellen.
Voor de haven van Pernau verschenen
in de genoemde week een paar Duitsche
oorlogsschepen; zij brachten daar drie
koopvaardijschepen tot zinken, om den toe
gang tot de haven voor Engelsche
duikbooten te versperren.
Nu wilde het geval, dat het bataillon van
de Russische rijksweer, dat met de verde
diging van Pernau belast was, onder het
commando stond van een broer van den
voorzitter van de Doema, die, volgens den
berichtgever van de Köningsberger Allge
meine Zeitung, behept was met twee
eigenIIIIIIHIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
JAN SNUFFELS GING UIT VRIJEN
DOOR
JAAK BOONEN
II
En nu werd baas Jan haarfijn ontleed,
dooreengereten als vlas door een hekel. Met
iedereen in het dorp had hij geruzied ge
krakeeld en met zijn vrouw zou hij ook
wel vechten dat het pluimen zou stui
ven. Want een kemphaan was hij. Iedereen
deed een greep in Jans leven, dat
aaneengeweven was met streken en knepen van
grabbelende bezitzucht. De vrouw, die hij
zou krijgen, zou er ook wel naar zijn. Dat
mochten ze afwachten.
Nu wenschten zij vurig, dat hij maar iets
vond, waar-hij regelmatig Zondags naar toe
ging om er stil te fluisteren en hardop Ie
liegen. Intusschen konden zij vrijer ademen
en beter smullen. En nu werd 't menu be
sproken. .
Spek met eieren," riep Trien.
Formamint-Tabletten
vernietigen de bacteriën in
' moncl n keel en beschermen |
tegen Besmetting.
niiiiii mimi
schappen, waarvan de eene al slechter is
dan de andere: hij was nl. sehr
deutschfeindlich und sehr dem Trunke ergeben".
De eerste eigenschap moge in het algemeen
niet lofwaardig zijn, zij schijnt toch niet in
elk opzicht af te keuren bij iemand, die
een Russische haven tegen een Duitschen
aanval moet verdedigen. Maar de dronken
schap heeft hem bij deze gelegenheid par
ten gespeeld. Toen de Duitsche
oorlogschepen voor Pernau kwamen, liet hij zijne
kanonnen daarop spelen; de Duitschers
deden alsof zij niets bemerkten sund f
hrten ihr Werk aus".
Dit alles had evenzoo kunnen gebeuren,
wanneer de commandant van Pernau een
geheel-onthouder was geweest. Maar het
telegram, dat hij aan zijn broer stuurde,
ruikt naar den drank. Als die Duetschen
ihr Werk ausgeführt hatten, telegraphlerte
er stolz an seinen Bruder: Ich habe die
Duitsche Plotte ins Meer versenkt und keinen
Mann dabei verloren."
DerReichsduma-prasident hat die Nachricht von dieser Heldentat
seines Bruders wohl gleich weitergegeben
und so ist der Liigenmeldung von den
groszen Seesieg entstanden."
Inderdaad, zoo zal het wel gebeurd zijn:
het geval is nu opgehelderd." In het voor
bijgaan zij de aandacht gevestigd op de
bescheidenheid van den voorzitter der Doema;
hoewel zijn broer hem getelegrafeerd had,
dat hij de heele Duitsche vloot naar den
kelder had gejaagd, heeft hij, bij het
weitergeben," zich vergenoegd met: n
linieschip, twee kleine kruisers en acht
torpedobooten. Hij heeft misschien wel geweten,
dat zijn broer soms met dubbele tong sprak.
Ook heeft de berichtgever van de K
nigsberger nog veel wetenswaardigs mee te
deelen over wat er te Pernau is gebeurd.
De heele stad en de omgeving daarvan zijn
verwoest en geplunderd; de fabrieken, de
electrische centrale en de gasfabriek zijn in
vlammen opgegaan, alle huizen tot op twee
mijlen afstands van de kust vernield. Dit
alles hebben de Duitschers niet gedaan,
maar de Russen: vor lauter Angst und
Aufregung". Toen de Duitsche oorlogs
schepen in de verte zichtbaar werden, is
zelfs een divisie-generaal spoorslags op de
vlucht gegaan; de man moet aan zinsver
bijstering hebben geleden, want volgens den
berichtgever van de Königsberger riep hij:
de vijand zit mij op de hielen! Sauve
qui peut l"
De passage over den divisie-generaal lijkt
ons eenigszins verdacht; uit het voorgaande
hadden wij den indruk gekregen dat de
hoogst aanwezende" te Pernau een
battaljons-commandant van de rijksweer was.
Maar uit deze enkele aanmerking leidt men
niet af, dat wij het authentieke verhaal van
den zeeslag in de Golf van Riga niet op
zijne volle waarde weten te schatten. Het
is niet alleen van hoog belang voor de
krijgsgeschiedenis, maar levert tevens een
niet genoeg te waardeeren bijdrage voor de
geestelijke geschiedenis van de redacties
der Königsberger Allgemeine en der Kölni
sche Zeitung, en van de lezers, die deze
verhalen slikken.
6 October 1915 G. W. KERNRAMP
James Keir Hardie f
door Jos. LOOPUIT
Weder heeft
"l de socialistische
beweging in
Eu! ropa een harer
belangrijkste
fi! guren door den
dood moeten ver
liezen. De vorige
week toch is, in
den leeftijd van
59 jaren, de
Engelsche
socialisj tische leider
Jaj mes Keir Hardie,
l te Glasgow na
j een vrij langdu
rig lijden over
leden.
Met Keir Har
die is voor Engeland en voor de socialistische
beweging aldaar, een merkwaardig man
heengegaan. Het type van den arbeiders
leider, die niet alleen zelve was voort
gekomen uit de armste lagen van het pro
letariaat, maar die pok gedurende zijn
gansche leven trouw is gebleven aan de zaak
waarvoor hij in het bizonder heeft gestreden:
de emancipatie van het proletariaat, door
middel van zijn eigen kracht. Economisch,
maar k, politiek.
Mij goed," zei Pier.
Maar een kreppelke spek krijgen wij alle
dagen, jaar in, jaar uit. En Vrijdags valt er
ook eens een eitje, als ze maar vijf centiemen
kosten. Mij dunkt dat wij wel iets anders
konden nemen," grommelde de tweede meid.
Kiekerekie! Haantje, kopaf is dood!" lek
kerbekte de andere knecht.
Dit voorstel viel in den smaak. Wat heeren
magen dagelijks kunnen eten, zou ook wel
door een boerenmaag kunnen verpleegd
worden.
En ze stormden naar buiten. Een koppel
jonge hanen zouden hun jeugdig leven in
de braadpan ten offer brengen. Maar hoe
ze gevangen!
De meid, die dagelijks de hennen hun
voedsel toewierp, kende de dikste en de
dunste. Vette hanen, de schoonste eruit,
moesten geslacht worden. Voor Jan zijn
kiekenkoopers waren de graatmagere goed
genoeg.
Tiet, tuut, tuut," riep de meid. En onmid
dellijk kwam een trek hennen, kiekens en
hanen afgepoot en gevlogen. Een
hanenschouwing had plaats. Toen zij 't akkoord
waren over de twee beste slachtoffers, namen
de knechts een gaffel om ze onverhoeds
neer te vellen en sloegen op den pikkenden
troep. De gansche trek stoof in woeste
vlucht uiteen. Pluimen rezen er genoeg,
maar de gemikte haantjes waren weg. De
groote hanen kraaiden zoo triestig scherp
Keir Hardie was niet een van die heel groote
figuren, wier invloed pp de massa van de
arbeiders zoo overweldigend was, gelijk een
August Bebel of een Jean Jaurès, maar hij
was in ieder opzicht, zij het in kleiner maat
staf dan de belde genoemden, een mar
kante figuur.
James Keir Hardie werd in 1859 in
Lamarkshire, als de zoon van een armen mijn
werker geboren. Nauwelijks acht jaren oud,
moest hij reeds als kolenjongen meehel
pen het brood verdienen en kon derhalve
de volksschool niet eens bezoeken. Zijn
moeder heeft hem lezen en schrijven geleerd.
En toen hij wat grooter werd, moest ook
hij in de mijn en als mijnarbeider, verstoken
van ieder elementair onderwijs, de kost
verdienen.
Die bewonderenswaardige energie, waar
mede sommige, sterke karakters zich physiek
als moreel niet enkel maar weten door het
leven te slaan, maar zich onder de grootste
moeilijkheden ook geestelijk er weten bovenop
te werken, bezat ook Keir Hardie in zeer
hooge mate. In 1879 zien wij hem aangesteld
worden als de organisator van de
Noordschotsche mijn werkersbonden, waarmede niet
alleen dus zijn loopbaan als arbeidersleider,
dat wil zeggen als Trade-Unionleider was
begonnen, maar ook weldra die als politicus
zijner klasse.
Door de theorieën van Henry George, die
in de tachtiger jaren, van de vorige eeuw
een zoo buitengewoon sterken invloed op
de geheele Engelsche arbeidersbeweging uit
geoefend hebben, is ook Keir Hardie tot het
socialisme overgeheld. De hiermede door
hem tevens gewonnen overtuiging, dat het
Trade-Unionisme op zichzelf onvoldoende
was voor de Engelsche arbeidersklasse, ten
einde economisch zoowel als politiek tot
den haar toekomenden invloed te geraken,
was voor Keir Hardie de groote prikkel tot
zijn verder optreden. Zij vulde den gan
senen inhoud van zijn streven, de geor
ganiseerde arbeiders van zijnland te leeren
een eigen, van de liberalen zoowel als van
de conservatieven onafhankelijken zelfstan
dige klasse-politiek te gaan voeren.
Hiertoe trad Keir Hardie reeds op het Con
gres van de Trade-Unions van Bradford, in
1888, in het krijt en voor dat doel stichtte
hij, met enkele anderen, in datzelfde jaar
de Schotsche Onafhankelijke Arbeiders
partij". De idee van een zelfstandige
arbeiderspolitiek verbreidde zich nu over geheel Enge
land en in datzelfde jaar werden voor het
overige deel van het koninkrijk, door Joseph
Burgesz, Tom Mann, Ben Tillet e. a, zulke
politieke organisaties opgericht.
Daarmede was de Engelsche arbeidersbe
weging op een keerpunt gekomen. Een nieuw
politiek type was daarin geschapen, namelijk
dat van de arbeiders, die de politieke strijd
voeren op hun eigen program.
Deels als onafhankelijk arbeiderscandidaat,
deels als socialist werd Keir Hardie, de
mijnwerker die zichzelf tot eene der geeste
lijke voorvechters zijner klasse opgewerkt
had, het reeds in 1893 South westham
(OostLondon) tot lid van het Parlement gekozen,
tegelijk met John Burns, destijds zijn mede
stander, die toen het district Battersea ver
overde.
Een jaar daarna, volgde de vereeniging
van de verschillende politieke arbeiders
organisaties op den grondslag van den klas
senstrijd, tot n politieke partij over het
geheele rijk. Daarmede was de Independent
Laubour Party" in het leven geroepen, die
van nu af aan, onder de leiding van Keir
Hardie, Ramsay Mac Donaid e. a., in de eerste
plaats haar invloed zou aanwenden op de
kringen van de georganiseerde vakarbeiders,
teneinde hen los te maken van den politieken
band die hen aan een van de beide groote
politieke partijen der bourgeoisie ketende.
Het eerste middel hiertoe, was het doen
stellen van eigen arbeiders-candidaturen. En
het was op het congres van de
vakvereenigingen van Belfast, in 1893, dat een daartoe
strekkende motie van Keir Hardie c. s., met
119 tegen 96 stemmen verworpen werd.
En dat, terwijl even van te voren, op dat
zelfde Congres, een zoogenaamd socialis
tische" motie, waarbij het Congres zich sym
pathiek verklaarde ten opzichte van de socia
liseering van de productiemiddelen" met 150
tegen 52 stemmen was aangenomen ge
worden !
Keir Hardie begreep met zijn politiek goed
gescherpten blik dadelijk waaruit deze
tegenstrijdigheidvoortkwam: uit het gemis aan poli
tiek besef van het Engelsche proletariaat en
zijn, door het ouderwetsche Trade-Unionisme
naar den achtergrond gedrongen, revolutio
nair klassebewustzijn.
En zoo heeft deze energieke strijder voor
zijn klasse, die zijn gansche leven lang het
leed en de ellende van het milieu waaruit
hij voortgekomen was, is blijven gevoelen,
zijn verder leven besteed aan de ontwikkeling
van het politiek en socialistisch besef: de ver
sterking van het klassebewustzijn van zijn
mede arbeiders.
Dat deed hij als de zeer bekwame redakteur
van het weekblad Labour Leader; dat deed
iimiiitimilllmimiiiillmmiimiiimimmiiiiitiiimiiiiiiiiiiiimiimmi
als hingen een honderd sperwers dreigend
boven hun hennen. En deze kakelden en
piepten om hulp, vlogen den zolder op,
verborgen zich in hoek en kant. Zonder
erbarmen achtervolgden de knechts de be
angstigde haantjes, die nu eens met inge
doken vleugels snel vooruitbeenden, dan
weder met ppengespannen vlerken zich
onder de bereikende gaffels uitmaakten. Het
was een lawaai, een gekrijsch en gestof, een
getor en gerijzel van vederen. En de
geburen, die de verschrikte hennen zagen
voorbij vlerken, vroegen nieuwsgierig wat er
gaande mocht zijn op den meslhof van baas
Jan. Maar de knechts hielden vol; zij moesten
ze hebben. Van uit het hoenderhok hadden
zij ze naar den stal gedreven, waarde koeien
verschrikt uit hun liggende kauwing op
sprongen. Nu vlogen de schuchtere haantjes
zich onbedacht vast in de schuur. Eentje
werd onder de belofte wanmolen gesnapt
en het ander viel morsdood neer onder de
mokende gaffel van den knecht dichtbij de
haverkist van 't paard op den den. Met hun
buit gingen zij zegevierend bij de lachende
meiden, die ze zouden ontpluimen en lek
kertjes braden. De angstig krijschende
beestjes werden betast. Men dacht dat ze
vetter waren.
Als wij er nog maar 'n koppel
bijvingen," opperde Pier.
Hola," vermaande Trien.
Och ja, zoo'n twee kan ik gemakkelijk
hij als de zeer populair eagitator en dat deed
hij in het Parlement.
Keir Hardie heeft zich in den Boeren
oorlog tegenover de regeering geplaatst en
ook in dezen schrikkelijken wereld-oorlog,
bleef hij zich-zelf gelijk en, geheel volgens
de tradities van een deel van het Engelsche
volk, dat uit ethisch-religeuze, zoowel als
uit radikaal-politieke overtuiging tegen den
oorlog is gekant, is ook hij zich b l ij v e n
kanten tegen de deelneming van Engeland
aan dezen oorlog. Moedig, eenvoudig en
karatervol, zooals zijn gaasche leven dat is
geweest.
Ten slotte kan «de Amsterdammer" hier nog
de vertaling van een brief weergeven, gedateerd
11 Aug. 1903, en geschreven door James Keir Hardde
aan zijn vriend Morris->n Davidaon. Er wordt een
bijzonder teekenend licht door geworpen op de
persoonlijkheid.
Waarde vriend. Het doet mij genoegen te vernemen,
dat een uitgave van uwe belangrijke artikelen over
Schotsche menschen en zaken in boekvorm het licht
zal zien. Ik ben een van die ouderwetsche menschen,
die bijzonder veel belang stellen in volksleven, ge
woonten en dialecten. Deze zijn immers allen stadia
in den groei der eeuwen, en als zoodanig een deel van
ons eigen bestaan, dat bezwaarlijk voorbij gezien of
terzijde gesteld kan worden. Er ia geen betere wijze
om wat er goed is in een natie te bewaren dan door
een National Parliament, waardoor het nationaal ge
voelen uitdrukking en manifestatie vindt in de wetten
van het land.
Fletcher van Saltaun sloeg zeker den spijker op den
kop toen hij zeide: «Laat mij de liederen van het volk
maken... en, wie wil, kan hun wetten maken"; maar,
na alle eer gebracht te hebben aan de waarheid van
dit gezegde, blijft het feit bestaan, dat de makers der
wetten uit de kringen van hen worden geroepen, die
de liederen zingen.
Dat is te zeggen, in alles wat gelijkt op een nationaal
systeem van volksvertegenwoordiging zal dit het geval
zijn. Wanneer echter, de gekozen mannen vreemd staan
tegenover de gedachten en gevoelens van het volk, en
slechts een kleine groep vertegenwoordigen, de een of
andere verre legislatieve groep, dan gaat het nationale
gevoel kwijnen, en sterft langzaam af. Dat geschiedt
nu in Schotland; en om deze en andere redenen ben
ik altijd, vanaf hel begin, een warm voorstander van
Home Kule geweest.
Dat het voorbijgaan der jaren de rijkdom aan weten
schap mag vergrooten, die het bezit is van uw
werkzanien geest, en dat het uw kracht intenser moge
maken als een leider vol toewijding der democratie...
dat is de hartewensch van uw u getrouwen vriend.
House of Commons, 11 Aug. 1903. J. KEIB HABDIE
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiiimiiiiiiimiMiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nederland en de Zee
(van een maritiemen medewerker)
Het artikel Amsterdam en de Zee" in
het nummer van 15 Augustus geeft wel aan
leiding om ook iets te zeggen over de
eigenaardige verhouding van het Rijk en
de Zee.
De Vereeniging tot bevordering van het
Zeevaartkundig Onderwijs heeft voor eenige
jaren in eene uitvoerige Nota hare beden
kingen aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken kenbaar gemaakt tegen de door de
z.g. Ineenschakelingscommissie voorgestelde
regeling van het Zeevaartkundig Onderwijs
als Vak-Onderwijs.
Zooals uit deze Nota blijkt (men zie het
Tijdschrift De Zee" 1911, blz. 959) heeft
merkwaardigerwijze het element, hetwelk
bij het samenstellen van een Ontwerp
regeling van het Z. O. niet gemist kon
worden, in die Commissie ontbroken.
De nota wees er op dat in dezen tijd
van scherpe concurrentie op
scheepvaartgebied, onze zeelieden zoo mogelijk op
hooger peil moesten staan dan hunne vak
genoten in het buitenland en toch anderzijds
er voor gewaakt moet worden dat door te
hooge eischen niet uitmuntende elementen
van de vloot geweerd worden en dat dit
ook zoo behoort te zijn ten opzichte van
het onderwijzend personeel op de zeevaart
scholen.
Dat dit een nationaal belang is, hebben
de gebeurtenissen van het afgeloopen oor
logsjaar voorzeker bewezen.
Meer dan ooit is in den laatsten tijd de
aandacht er op gevestigd dat de Ned. Koop
vaardijvloot altijd nog voor een aanzienlijk
gedeelte het al of niet welvaren van het
land beheerscht.
Behoeft het dan nog betoog dat het
kweken van kundige en ervaren mannen
voor die vloot evenals, misschien mér
nog dan vroeger noodig is ?
Wijzen verder de feiten er niet op dat
ook bij onze kooplieden en reeders weder
den ouden geest van voorheen voorzit ?
Men denke slechts aan den zet van de
Ned. Handelmaatschappij voor eenige jaren
t. o. van de Zuid-Amerika Lijn (Kon. Holl.
Lloyd), die de weldadige uitwerking had
dat de Nederlandsche vlag in de havens
van Zuid-Amerika kon blijven waaien.
En een zet, gedaan met het aplomb, de
ondernemende mannen uit de 17e eeuw
waardig.
En wie erkent niet hetgeen er gewrocht
is door de meer begunstigde zusterlijnen op
en in onze overzeesche bezittingen en op
de kust van Noord-Amerika, terwijl de ge
stadige uitbreiding der algemeene
vrachtvloot van de laatste jaren er voor zorgt,
dat de Nederlandsche vlag weder op iedre
ree als de beste meedoet."
alleen op."
En meteen waren ze weg. Een nieuwe
hanenjacht begon.
Nog waren de twee eersten niet
geplokken of reeds lagen twee ander jonge
kokolo-rusjes ter tafel spartelend te stuip
trekken.
Terwijl de twee knechten voor het loeiende
vee en het.hinnekende paard zorgden,
kiskasten de meiden in de keuken, die zelden
of nooit zoo'n prikkelende reuken
uitgewasemd had. Toen de feesttafel gereed was,
riepen de meiden aan de deur op Pier en
Trien Kiekerekie" ..., die den roep beant
woordden met nog een krachtiger Kie
kerekie."
Met opsnuivende neuzen kwamen de twee
knechten binnen.
't Riekt hier beter dan in den koestal."
Toen de keukenmeid de haantjes
voortschotelde, begonnen alle vier luidop te
kraaien en te schaterlachen.
Goeden appetijt!"
Op de gezondheid van Jan."
Pier stelde voor een kan bier te halen.
Water was te slecht om zoo een kostelijke
spijs door te spoelen. Water en haantjes,
dat vloekte bij elkaar.
Ties was van oordeel dat bij zoo een
heerlijk maal een flesch wijn hoorde.
Jammer, dat de boer er geen in den
kelder heeft," zei Trien, die alle hoekjes en
kantjes van de boerderij doormuisd had.
Wijst niet het in aanbouw zijnde
Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade op een
ondernemingsgeeetbijdeHollandschereeders,
die ons doet denken aan de dagen van bloei
der O. I. Compagnie?
Een nieuw O. I. Huis verrijst daar, door
welks bemiddeling de welvaart het vaderland
kan binnentreden.
Slaat men er de geschiedenis pp na, dan
vindt men dat in dien gouden tijd alles in
het werk gesteld werd om mannen op de
koopvaardijvloot te brengen, die in staat
waren de schepen zoo te besturen, dat de
plannen hunner principalen naar wensch
w erden uitgevoerd, beter dan de Portugeesche
concurrenten dit vermochten.
Dit werd toen verkregen door onderlinge
voorlichting; zij moesten immers alleszoeken,
de koene zeevaarders van dien tijd en men
staat verbaasd over hun durf en volharding.
Uit den aard der zaak is dit nu alles anders
geworden; tegenwoordig worden de zee
vaarders opgeleid tot een zeemanschap die
zich in zeer groote mate heeft moeten wijzigen
naar de eischen van het moderne vracht-en
passagiersverkeer.
De tegenwoordige opleiding moet dan pok
grootendeels in wetenschappelijke richting
fjeleid worden, maar wanneer er gereorga
niseerd moet worden, zorge men vooral dat
men daartoe het oordeel inwint van de man
nen die er verstand van hebben.
Het Zeevaartkundig Onderwijs brengt toch
zooveel meer eigenaardigheden mede dan
eenig ander vak-onderwijs en terecht wórdt
dan ook in genoemde nota gezegd dat zelfs
voor het z.g. theoretisch gedeelte het oog
van den onderwijzer voortdurend gericht
dient te zijn op de toepassing in de praktijk,
terwijl miskenning van de eischen der prak
tische opleiding tot de noodlottigste gevolgen
kan leiden.
Wij dienden dit nader uiteen te zetten
de totale onbekendheid met het zeevak wordt
door het Rapport der Ineensch. Comm. op
benauwende wijze in het licht gesteld
voor dit artikel zou het echter te vervoeren.
Als bewijs n.l. hoe weinig met kennis van
zaken geoordeeld is, diene o.a. dat de com
missie wil dat de vorming van den derden
stuurman uitsluitend op den 2-jarigen cursus
geschiedt!
Aan onbevaren jongelieden zou dus het
diploma voorderden stuurman mogen worden
uitgereikt!
Dat zulks in een Staats Commissie kan
worden voorgesteld is wel een bewijs hoe
weinig men in Nederland nog op de hoogte
is van de scheepvaart en wat daarmede
samenhangt.
Er is een tijd geweest (1584) dat een
Cornelis Pieterz. Hooft, burgemeester van
Amsterdam, in eene rede om Amsterdam
de verheffing van den Prins van Oranje als
hoogste overheid te ontraden, bijzon deren
nadruk legde op den eisch om bij het over
gaan tot een besluit toch vooral het oordeel
in te winnen van het Zeevarende volk
waarin onze meeste sterkte bestaat."
Zou het geen tijd worden dat weer zulke
mannen opstaan? Zooals de toestand nu
is, is die al hél treurig. Door zijne afwe
zigheid vrijwel geheel verstoken van het
stemrecht, en daardoor niet vertegenwoor
digd in de volksvertegenwoordiging worden
zijne belangen zoo gc^d mogelijk behartigd
door eene Vereeniging die, wanneer het
kwesties met de Regeering betreft, zich soms
moet wenden tot twee of drie ministers,
omdat de belangen voor den koopvaardijman
nu eens behartigd worden door Binnenl.
Zaken, dan weer door Marine of L. H. en
Nijverheid! Resultaat is dat het spreekwoord
van vele koks en de bedorven brei er ge
woonlijk op van toepassing is.
Laat de zeelieden toch weer meespreken
als in de dagen van Hooft!
Het land heeft er zooveel aan te danken
en nog zooveel van te verwachten!
De onbekendheid van de Commissie blijkt
ook nog uit de wijze waarop zij zich de
bevoegdheid der leeraren voorstelt.
Worden er voor de leeraren in. het theo
retisch gedeelte soms merkwaardig hooge
eischen gesteld, in zake het praktische ge
deelte stelt hij zich op het verouderde stand
punt de eischen evenlaag of minder nog
dan vroeger te stellen.
De Ver. t: b. v. h. Z. O. wijst in de be
doelde Nota terecht daarop en noemt eenige
eischen die aan zoodanigen leeraren mogen
worden gesteld in den tegenwoordigen tijd
en die door geen enkel zaakkundig mensch
te hoog geacht zullen worden.
Het onderwijs in de Praktische
Zeevaartkunde heeft zich immers enorm gewijzigd
om de eeuvoudige reden dat de schepen
zoo geheel anders zijn geworden.
Men vraagt zich af, hoe, waar dit voor
iederen leek duidelijk moet zijn, dit niet tot
de bedoelde commissie is doorgedrongen.
De redactie van het maandschrift De Zee,
waaraan wij deze bijzonderheden grooten
deels ontleenen, wijst er nog op dat de
samenstellers der Nota, de regeering op zeer
gematigde wijze gewezen hebben op eene
groote, een onbegrijpelijke fout, die bij de
samenstelling der ineenschakelingscommissie
werd begaan.
Inderdaad! Zelfs voor gymnastiekonderwijs
Snel haalde Pier een groote kan bier in
de nabijgelegen tapperij.
Nu werd er geklonken en gedronken, op
Jan's reis, op den zaligen dood der
bruingele haantjes.
En ook op onze gezondheid," riep Kaat.
Proost! Vivat ons!"
Nu grepen ze met Adams vorken de hanen
aan en beten, babbelden en knarsten.
Voor alle omzichtigheid deed Trien de
deur op slot. Men kon nooit weten wie
binnenkwam. En nu overbeten en
overhapten ze de fijn gebruinde kiekerekietjes,
als eekhoorntjes dennenknoppen.
Met de glimmig-vette handen namen zij
de glazen bier, stieten aan en spoelden
hunne kauwende monden.
Toen zij het boterige vleesch afgepeuzeld
hadden, gingen zij de beentjes na, beten de
kleintjes kapot, maalden ze tusschen hun
sterke tanden.
Den ganschen dag was het pannekevet
en offerden de dienstboden op het altaar
van Lammetje-smeerbuik. Koppen zoo rood
als hanenkammen kregen zij.
. * *
Jan stapte met groote schreden over den
breeden rijksweg.
De Julizon scheen nu en dan heet achter
kleine grauwe wolkjes uit. In't Noorden was
't een gehamersgelaagde lucht, terwijl langs
den Oosterkant grijze onwederstompen als
dreigende rotsgevaarten omhoog heuvelden.